Subsidieregel stimulering initiatieven Venlo Circulaire en duurzame hoofdstad

Burgemeester en wethouders van de gemeente Venlo;

gezien het voorstel van 15-11 2022;

gelet op artikel 3 van de Algemene subsidieverordening Venlo 2020;

overwegende, dat het wenselijk is om de mogelijkheid te bieden subsidie te verlenen aan initiatieven die bijdragen aan de lokale bewustwording van de noodzaak om duurzaamheidsmaatregelen door te voeren;

besluiten:

Vast te stellen de “Subsidieregel stimulering initiatieven Venlo Circulaire en duurzame hoofdstad” luidende aldus:

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Venlo.

Onderneming: een op het behalen van winst gerichte organisatie.

Maatschappelijke organisatie: een non-profit organisatie met een maatschappelijke doelstelling.

Samenwerkingsverband: geformaliseerde afspraken tussen meerdere organisaties waarvan er tenminste één rechtspersoonlijkheid heeft.

Tranches: de aanvraag- en beoordelingsrondes, waarover het door het college beschikbaar gestelde subsidieplafond per jaar wordt verdeeld.

Programma Circulaire en duurzame hoofdstad: begrotingsprogramma van de gemeente Venlo dat zich richt op het bereiken van bewustwording, draagvlak en het actief bijdragen aan verduurzaming met als doel de (nationale) klimaatambities te verwezenlijken.

Programmalijnen: de drie programmalijnen die in het Programma Circulaire en duurzame hoofdstad worden genoemd.

Subsidiabele kosten: de redelijkerwijs ter uitvoering van een subsidiabele activiteit te maken kosten.

Artikel 2. Doel subsidieregeling

Het doel van deze regeling is om maatschappelijke initiatieven te stimuleren, waarbinnen activiteiten plaatsvinden die bijdragen aan het programma Venlo Circulaire en duurzame hoofdstad. De initiatieven vergroten het draagvlak onder inwoners, bedrijven en verenigingen, creëren bewustwording en inspireren en informeren over de mogelijkheden die inwoners hebben om zelf te verduurzamen.

Artikel 3. Subsidiabele activiteiten

Het college kan een eenmalige subsidie verlenen voor activiteiten die voldoen aan elk van de volgende genoemde voorwaarden:

  • 1.

    Activiteiten dragen bij aan het programma Venlo Circulaire en duurzame hoofdstad

  • 2.

    Bewoners zijn betrokken bij de organisatie of uitvoering van de activiteiten;

  • 3.

    Activiteiten dragen bij aan de bewustwording over de mogelijkheden tot verduurzaming bij inwoners, bedrijven, verenigingen en/of andere instanties.

Artikel 4. Subsidieplafond

  • 1.

    Het subsidieplafond voor de activiteiten bedoeld in artikel 3 die voor subsidie in aanmerking komen bedraagt in totaal € 90.000,- hetgeen neerkomt op een deelplafond van € 20.000 per programmalijn in de eerste tranche en € 10.000 per programmalijn in de tweede tranche.

  • 2.

    Indien er vanuit een specifieke programmalijn onvoldoende aanvragen worden gehonoreerd waardoor een deelplafond niet wordt behaald, wordt het restantbedrag in gelijke delen toegevoegd aan de overige deelplafonds.

Artikel 5. Inhoudelijke criteria subsidies

De aanvragen worden beoordeeld op basis van de volgende criteria:

  • 1.

    De mate waarin het initiatief waarde heeft voor de inwoners van Venlo en bijdraagt aan de wijk/buurt/dorp/gemeente en/of de leefomgeving van bewoners;

  • 2.

    De mate waarin het initiatief bijdraagt aan de versterking van de bewustwording en kennis over de mogelijkheden tot verduurzaming bij inwoners en bedrijven (voorbeeldwerking);

  • 3.

    De mate waarin het initiatief waarde heeft voor het programma en het meerwaarde heeft en innovatief/nieuw is ten opzichte van bestaande initiatieven;

  • 4.

    De mate waarin de kosten van het initiatief in verhouding staan tot de te verwachten resultaten (bevorderen deelname inwoners aan duurzame activiteiten);

  • 5.

    De mate waarin samenwerking is gezocht met andere partners in de gemeente Venlo en/of regio.

Per criterium kan nul tot en met vijf punten worden gehaald. De criteria wegen alle vijf even zwaar. Het college stelt vast hoeveel punten per criterium wordt toegekend.

Artikel 6. Financiële randvoorwaarden

Voor ondernemingen gelden de volgende randvoorwaarden:

  • De gevraagde subsidie bedraagt tenminste € 250.

  • Er wordt maximaal een subsidie van € 5000 per project toegekend.

  • De initiatiefnemer zorgt voor een financiële bijdrage en/of medefinanciering door andere fondsen.

  • De subsidie mag niet meer dan 50% zijn van de totale subsidiabele kosten.

  • Bij een onderneming moet het gaan om een activiteit met een onderbouwde onrendabele top. Alleen de onrendabele top is subsidiabel.

Voor maatschappelijke organisaties gelden de volgende randvoorwaarden:

  • De gevraagde subsidie bedraagt tenminste € 250.

  • Er wordt maximaal een subsidie van € 5000 per project, instelling en kalenderjaar toegekend.

  • Minimaal 10% eigen financiële inbreng en/of medefinanciering is vereist.

  • De eigen inbreng mag ook in natura, omgerekend naar een financieel bedrag, plaatsvinden als dit aannemelijk, redelijk en aantoonbaar is.

Artikel 7. De aanvrager

  • Subsidie kan uitsluitend worden aangevraagd door een samenwerkingsverband of een rechtspersoon.

  • Als sprake is van een samenwerkingsverband dient één van de betrokken partijen als penvoerder de aanvraag namens het samenwerkingsverband in en draagt de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de beschikking.

Artikel 8. Indienen en beoordelen van de aanvraag

De aanvragen kunnen op twee momenten in het jaar worden ingediend.

  • 1.

    In de maand maart;

  • 2.

    In de maand oktober;

In aanvulling op artikel 7, lid 2, van de Algemene subsidieverordening Venlo 2020 worden bij de subsidieaanvraag de volgende gegevens en stukken overgelegd:

  • 1.

    Een overzicht waarmee de initiatiefnemer zichtbaar maakt op welke wijze door de activiteit wordt bijgedragen aan de in artikel 5 genoemde criteria;

  • 2.

    Indien er sprake is van cofinanciering, een overzicht met wie cofinanciering is aangegaan en waaruit deze cofinanciering bestaat;

  • 3.

    Indien er sprake is van andere vormen van financiering een overzicht van deze financiering.

Voor beide aanvraagmomenten geldt dat alle initiatieven na de sluiting van de aanvraagtermijn tegelijkertijd worden beoordeeld, respectievelijk in april en in oktober.

Indien sprake is van restantbedragen als bedoeld in artikel 4 vindt daarvoor in respectievelijk april en oktober een beoordeling plaats. In dat geval wordt subsidie toegekend aan in eerste instantie de aanvragen met de hoogste score volgens de criteria bedoeld in artikel 5. Voor zover sprake is van gelijke scores, wordt het nog resterende bedrag tot het subsidieplafond gelijkelijk verdeeld over de aanvragen met een gelijke score.

Artikel 9. Weigeringsgronden

In aanvulling op artikel 10, van de Algemene subsidieverordening Venlo 2020 kan het college geheel of gedeeltelijk weigeren een subsidie te verlenen als:

  • 1.

    De aanvraag op basis van de beoordeling genoemd in artikel 5 in totaal minder dan 15 punten heeft behaald;

  • 2.

    Niet wordt voldaan aan de voorwaarden genoemd in artikel 6 en artikel 8;

  • 3.

    De verhouding tussen de kosten van de uitvoering van de activiteiten en de kosten voor de eigen organisatie niet passen bij de activiteit(en), mede gelet op de verhouding bij andere activiteiten waarvoor subsidie is aangevraagd in de betreffende tranche;

  • 4.

    De activiteiten naar het oordeel van het college te grote risico’s met zich meebrengen voor de ontwikkeling, gezondheid of veiligheid van deelnemers of andere betrokkenen;

  • 5.

    Aannemelijk is dat het initiatief organisatorisch en/of financieel niet haalbaar is;

  • 6.

    Het subsidieplafond wordt overschreden.

  • 7.

    De aanvrager voor hetzelfde initiatief reeds aanspraak heeft gemaakt op een andere vorm van gemeentelijke financiering en/of subsidiëring.

Artikel 10. Aanvullende verplichtingen

Naast de verplichtingen op grond van artikel 11 en 12 van de Algemene subsidieverordening Venlo 2020, zijn aan de subsidie de volgende verplichtingen verbonden:

  • 1.

    De subsidieontvanger maakt de activiteiten bekend via de voor de wijk(en)/buurt(en)/dorp(en) geëigende communicatiekanalen;

  • 2.

    De subsidieontvanger draagt zorg voor eventueel benodigde vergunningen, ontheffingen of overige toestemmingen.

Artikel 11. Wijze van uitbetaling

Binnen vier weken nadat de subsidie is verleend wordt bij wijze van voorschot 100% uitbetaald.

Artikel 12. Verantwoording en vaststelling

Verantwoording en vaststelling vindt plaats conform artikel 14 en 15 van de Algemene subsidieverordening Venlo 2020. In aanvulling daarop dient de aanvrager waar van toepassing het volgende aan te leveren in relatie tot de subsidievaststelling:

  • 1.

    Een overzicht van de getroffen maatregelen;

  • 2.

    De betaalde facturen inclusief betaalbewijzen.

Artikel 13 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op de dag na de bekendmaking ervan.

Artikel 14 Citeertitel

Deze regeling kan worden aangehaald als: Subsidieregel circulaire en duurzame initiatieven

Venlo,

Burgemeester en wethouders van Venlo

de secretaris, de burgemeester

Twan Beurskens, Antoin Scholten

Toelichting

Binnen het programma Venlo Circulaire en duurzame hoofdstad draait het om het bereiken van bewustwording, draagvlak en het actief bijdragen aan verduurzaming met als doel de (nationale) klimaatambities te verwezenlijken. Met dit programma beoogt Venlo een toekomstbestendige gemeente te worden die kansen benut in de energietransitie, klimaatadaptatie en circulariteit. Het programma Circulaire en duurzame hoofdstad bestaat uit drie programmalijnen:

 

  • 1.

    De programmalijn Energietransitie richt zich op het bieden van zekerheid van energie en warmte uit hernieuwbare en schone (lokale) bronnen in Venlo.

  • 2.

    De programmalijn Klimaatadaptatie richt zich op de realisatie van een groene, leefbare en veilige stad die voorbereid is op, zich verhoudt tot en zich aanpast aan de klimaatverandering.

  • 3.

    De programmalijn Circulariteit richt zich op de ontwikkeling van een circulaire economie en onderscheidende samenleving die gekenmerkt wordt door groei zonder verlies, verspilling of belasting.

Het verwezenlijken van deze doelen doen we niet alleen, maar samen met partners in de samenleving. Onze grootste opgave daarbij is het op gang brengen van bewustwording. In Venlo kiezen we ervoor om verbinding te zoeken met andere opgaven en een positieve benaderingswijze te kiezen. Daarbij laten we vanuit een faciliterende rol zien wat er mogelijk is; we stimuleren initiatieven en verlagen drempels. Voorbeelden van mogelijke initiatieven die helpen bij het op gang brengen van deze bewustwording en passen bij de faciliterende rol van de gemeente zijn:

  • *

    Een sportvereniging die zelf bijeenkomsten wil organiseren over energiebesparing;

  • *

    Een ondernemer in de binnenstad die start met een slimme manier van recycling;

  • *

    Een energiecoöperatie die onderzoek gaat doen naar een coöperatief energieproject.

 

Naar boven