2e Wijziging Verordening op de heffing en invordering van Parkeerbelastingen Schiedam 2021 (21VR039/22BIJ01731/22BIJ01738)

De raad van de gemeente Schiedam,

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 oktober 2022 (nummer 22INT00189);

 

gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h en 225 van de Gemeentewet en de Parkeerverordening Gemeente Schiedam 2013;

 

besluit vast te stellen de:

 

volgende wijziging van de Verordening op de heffing en invordering van Parkeerbelastingen Schiedam 2021

Artikel I  

De Verordening op de heffing en invordering van Parkeerbelastingen Schiedam 2021 wordt gewijzigd als volgt:

 

A

 

Artikel 5, wijzigt als volgt:

Huidige tekst

Voorgestelde tekst

Artikel 5 Ontstaan van de belastingschuld

Artikel 5 Ontstaan van de belastingschuld

  • 1.a.

    De belastingschuld bedoeld in artikel 2, onderdeel a, is verschuldigd bij de aanvang van het parkeren.

  • b.

    In afwijking in van het bepaalde onder punt 1. Is de belasting verschuldigd na afloop van het parkeren indien deze wordt geheven door middel van het GSM-parkeren.

  • 2.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, is verschuldigd op het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend.

  • 1.a.

    De belastingschuld bedoeld in artikel 2, onderdeel a, is verschuldigd bij de aanvang van het parkeren.

  • b.

    In afwijking in van het bepaalde onder punt 1. Is de belasting verschuldigd na afloop van het parkeren indien deze wordt geheven door middel van het in werking zetten van een centrale computer.

  • 2.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, is verschuldigd op het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend.

Toelichting op de wijziging

Het betreft een nadere specificatie van punt 1. Aanpassing van de term GSM-parkeren. Dit betreft een correctie in lijn met de rest van de verordening

 

B

 

Artikel 9 wijzigt als volgt:

Huidige tekst

Voorgestelde tekst

Artikel 9 Kosten

Artikel 9 Kosten

  • 1.

    De kosten van de naheffings-aanslag ter zake van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, bedragen

  • 2.

    De kosten van het aanbrengen en het verwijderen van de wielklem bedragen

  • 3.

    De kosten van de overbrenging bedragen en voor de bewaring per etmaal met dien verstande dat daarenboven voor het bewaren gedurende elk aansluitend half etmaal kosten berekend worden.

  • 4.

    De kosten voor de opsporing van degene aan wie de kennisgeving van de overbrenging en bewaring wordt gezonden bedragen per daaraan besteed kwartier, vermeerderd met voor het doen van de kennisgeving.

  • 5.

    De kosten voor de verkoop, eigendomsoverdracht om niet of vernietiging van het voertuig bedragen per daaraan besteed uur.

  • 6.

    Voor de berekening van de in het derde tot en met vijfde lid bedoelde kosten wordt een gedeelte van een in deze leden genoemde eenheden voor een volle eenheid gerekend.

  • 7.

    Het bedrag van de ingevolge het derde tot en met vijfde lid in rekening te brengen kosten wordt bij voor bezwaar vatbare beschikking vastge-steld.

 

 

 

€ 65,20

 

 

 

€ 65,20

 

€176,96

€ 52,26

 

 

€ 26,06

 

 

 

€ 23,82

 

 

€ 74,86

 

 

 

 

€ 95,62

  • 1.

    De kosten van de naheffings-aanslag ter zake van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, bedragen

  • 2.

    De kosten van het aanbrengen en het verwijderen van de wielklem bedragen

  • 3.

    De kosten van de overbrenging bedragen en voor de bewaring per etmaal met dien verstande dat daarenboven voor het bewaren gedurende elk aansluitend half etmaal kosten berekend worden.

  • 4.

    De kosten voor de opsporing van degene aan wie de kennisgeving van de overbrenging en bewaring wordt gezonden bedragen per daaraan besteed kwartier, vermeerderd met voor het doen van de kennisgeving.

  • 5.

    De kosten voor de verkoop, eigendomsoverdracht om niet of vernietiging van het voertuig bedragen per daaraan besteed uur.

  • 6.

    Voor de berekening van de in het derde tot en met vijfde lid bedoelde kosten wordt een gedeelte van een in deze leden genoemde eenheden voor een volle eenheid gerekend.

  • 7.

    Het bedrag van de ingevolge het derde tot en met vijfde lid in rekening te brengen kosten wordt bij voor bezwaar vatbare beschikking vastge-steld.

 

 

 

€ 67,20

 

 

 

67,20

 

 

€182,27

€ 53,83

 

 

€ 26,84

 

 

 

€ 24,53

 

 

€ 77,10

 

 

 

 

€ 98,48

Toelichting op de wijziging

Voorgesteld wordt om de tarieven per 2023 te verhogen met 3% volgens prijscompensatie (inflatiecorrectie) CPB maart 2022.

 

C

De Tarieventabel 2022, behorende bij de ‘Verordening parkeerbelastingen Schiedam 2021’ wijzigt conform de bij dit besluit behorende bijlage (22BIJ01738).

Artikel II  

  • 1.

    Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking in het elektronisch gemeenteblad.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2023.

  • 3.

    De bepalingen die op grond van dit besluit worden gewijzigd blijven van toepassing op belastbare feiten die zich voor de in het tweede lid genoemde datum hebben voorgedaan.

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Schiedam in zijn openbare vergadering van 8 november 2022

de griffier,

M.A.J.R. Hermans a.i.

de voorzitter,

C.H.J. Lamers

Bijlage I behorende bij de 2e Wijziging Verordening op de heffing en invordering van Parkeerbelastingen Schiedam 2021 (22VR039/2BIJ01731/22BIJ01738)

De Tarieventabel wordt gewijzigd en komt te luiden:

 

Huidige tekst

Voorgestelde tekst

Tarieventabel 2022 behorende bij de 'Verordening parkeerbelastingen Schiedam 2021'

Tarieventabel 2023 behorende bij de 'Verordening parkeerbelastingen Schiedam 2021'

1.

Het tarief voor het parkeren op parkeerapparatuurplaatsen als bedoeld in artikel 2, onderdeel a, bedraagt voor sector A:

1.

Het tarief voor het parkeren op parkeerapparatuurplaatsen als bedoeld in artikel 2, onderdeel a, bedraagt voor sector A:

a.

€ 2,80

a.

€ 2,80

per 60 minuten met een minimum van

€ 0,10

per 60 minuten met een minimum van

€ 0,10

tot een maximum van

€ 13,40

tot een maximum van

€ 13,40

In geval er minder dan een uur geparkeerd wordt, wordt het uurtarief naar rato berekend. Hierbij geldt dat er altijd een veelvoud van

€ 0,10

In geval er minder dan een uur geparkeerd wordt, wordt het uurtarief naar rato berekend. Hierbij geldt dat er altijd een veelvoud van

€ 0,10

wordt berekend. Als hierdoor afronding noodzakelijk is, wordt de parkeertijd altijd afgerond in het voordeel van degene die het voertuig heeft geparkeerd.

wordt berekend. Als hierdoor afronding noodzakelijk is, wordt de parkeertijd altijd afgerond in het voordeel van degene die het voertuig heeft geparkeerd.

Voor de sectoren B, C, D of E:

Voor de sectoren B, C, D of E:

b.

€ 2,00

b.

€ 2,00

per 60 minuten met een minimum van

€ 0,10

per 60 minuten met een minimum van

€ 0,10

tot een maximum van

€ 7,40

tot een maximum van

€ 7,40

c.

c.

De onder b. genoemde tarieven zijn ook van toepassing voor het parkeren op parkeerapparatuurplaatsen gelegen buiten de sectorenA, B, C, D en E.

De onder b. genoemde tarieven zijn ook van toepassing voor het parkeren op parkeerapparatuurplaatsen gelegen buiten de sectoren A, B, C, D en E.

d.

Voor het parkeren op parkeerapparatuurplaat-sen die zijn aangewezen voor kortparkeren voor winkels, de eerste 60 minuten

€ 0,10

daarna per uur in alle sectoren m.u.v. sector A:

€ 2,00

daarna per uur in sector A:

€ 2,80

Het tarief voor de eerste 60 minuten geldt uitsluitend indien de eventuele voorafgaande aanvang van het parkeren minimaal 4 uur in het verleden ligt.

2.

Het tarief van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, bedraagt:

2.

Het tarief van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, bedraagt:

Bewoners:

Bewoners:

2.1

Voor een vergunning als bedoeld in artikel 3, lid 3, onder a, van de Parkeerverordening 2013:

2.1

Voor een vergunning als bedoeld in artikel 3, lid 3, onder a, van de Parkeerverordening 2013:

a.

a.

voor de eerste vergunning van maandag tot en met zaterdag inclusief koopavond, waarin een bepaald deel van de gemeente is aangewezen:

voor de eerste vergunning van maandag tot en met zaterdag inclusief koopavond, waarin een bepaald deel van de gemeente is aangewezen:

per jaar

€ 95,00

per jaar

€ 77,00

b.

b.

Voor de tweede vergunning van maandag tot en met zaterdag inclusief koopavond, waarin een bepaald deel van de gemeente is aangewezen:

Voor de tweede vergunning van maandag tot en met zaterdag inclusief koopavond, waarin een bepaald deel van de gemeente is aangewezen:

per jaar

€406,00

per jaar

€ 192,00

c.

voor een derde vergunning van maandag tot en met zaterdag inclusief koopavond, waarin een bepaald deel van de gemeente is aangewezen:

per jaar

€ 308,00

Beroep/bedrijf:

Beroep/bedrijf:

2.2

Voor een vergunning als bedoeld in artikel 3, lid 3 onder b, van de Parkeerverordening 2013:

2.2

Voor een vergunning als bedoeld in artikel 3, lid 3 onder b, van de Parkeerverordening 2013:

a.

a.

Voor een vergunning van maandag tot en met zaterdag, inclusief koopavond, waarin een bepaald deel van de gemeente is aangewezen:

Voor een vergunning van maandag tot en met zaterdag, inclusief koopavond, waarin een bepaald deel van de gemeente is aangewezen:

per jaar

€406,00

per jaar

€ 376,00

b.

b.

Voor een vergunning van maandag tot en met vrijdag met uitzondering van de koopavond, waarin een bepaald deel van de gemeente is aangewezen:

Voor een vergunning van maandag tot en met vrijdag met uitzondering van de koopavond, waarin een bepaald deel van de gemeente is aangewezen:

per jaar

€277,00

per jaar

€ 257,00

Zorginstellingen

Zorginstellingen, maatschappelijke instellingen en onderwijsinstellingen

2.3

Voor een vergunning als bedoeld in artikel 3, lid 3 onder b, van de Parkeerverordening 2013:

2.3

Voor een vergunning als bedoeld in artikel 3, lid 3 onder b, van de Parkeerverordening 2013:

a.

a.

voor een eerste vergunning van maandag tot en met zaterdag inclusief koopavond, waarin een bepaald deel van de gemeente is aangewezen:

voor een eerste vergunning van maandag tot en met zaterdag inclusief koopavond, waarin een bepaald deel van de gemeente is aangewezen:

per jaar

€ 181,00

per jaar

€ 77,00

b.

voor een eerste vergunning van maandag tot en met vrijdag met uitzondering van de koopavond, waarin een bepaald deel van de gemeente is aangewezen:

per jaar

€ 138,00

c.

b.

voor een tweede vergunning van maandag tot en met zaterdag inclusief koopavond, waarin een bepaald deel van de gemeente is aangewezen:

voor een tweede, derde en vierde vergunning van maandag tot en met zaterdag inclusief koopavond, waarin een bepaald deel van de gemeente is aangewezen:

per jaar

€ 212,00

per jaar

€ 192,00

d.

voor een tweede vergunning van maandag tot en met vrijdag met uitzondering van de koopavond, waarin een bepaald deel van de gemeente is aangewezen:

per jaar

€ 157,00

e.

voor een derde en vierde vergunning van maandag tot en met zaterdag inclusief koopavond, waarin een bepaald deel van de gemeente is aangewezen:

per jaar

€248,00

f.

voor een derde en vierde vergunning van maandag tot en met vrijddag met uitzondering van de koopavond, waarin een bepaald deel van de gemeente is aangewezen:

per jaar

€ 181,00

g.

c.

voor grote bedrijven voor de vijfde en verdere vergunning:

voor grote bedrijven voor de vijfde en verdere vergunning:

per jaar

€344,00

per jaar

€ 308,00

2.4

voor een vergunning waarin een bepaald parkeerterrein binnen de gemeente is aangewezen met plaatsgarantie

2.4

voor een vergunning waarin een bepaald parkeerterrein binnen de gemeente is aangewezen met plaatsgarantie

per jaar

€601,00

per jaar

€ 619,00

2.5

Gereserveerde standplaats

2.5

Gereserveerde standplaats

(onder andere autodate):

(onder andere autodate):

Voor een vergunning voor een bepaald kenteken of bepaalde kentekens op één of meerdere standplaatsen

Voor een vergunning voor een bepaald kenteken of bepaalde kentekens op één of meerdere standplaatsen

per jaar

€406,00

per jaar

€ 376,00

2.6

Functionele bedrijfsvergunning

2.6

Functionele bedrijfsvergunning

per jaar

€448,00

per jaar

€ 461,00

3.

Het tarief van de belasting bedraagt voor een:

3.

Het tarief van de belasting bedraagt voor een:

3.1

Visiteparkeervergunning

3.1

Visiteparkeervergunning

Voor de in artikel 3 lid 3 sub a en b Parkeerverordening 2013 genoemde eigenaren of houders van motorvoertuigen,

Voor de in artikel 3 lid 3 sub a Parkeerverordening 2013 genoemde eigenaren of houders van motorvoertuigen,

per uur

€ 0,65

per uur

€ 0,40

met een maximum van 400 uur per jaar

met een maximum van 400 uur per jaar

3.2

Voor de in artikel 3 lid 3 sub b Parkeerverordening 2013 genoemde eigenaren of houders van motorvoertuigen,

per uur

€ 1,00

met een maximum van 400 uur per jaar

3.3

Voor de in artikel 3 lid 3 sub b Parkeerverordening 2013 genoemde eigenaren of houders van motorvoertuigen, indien het gaat om zorginstellingen, maatschappelijke instellingen en onderwijsinstellingen,

per uur

€ 0,40

met een maximum van 400 uur per jaar

3.2

mantelzorgparkeervergun-ning

3.4

mantelzorgparkeervergunning

per uur

€ 0,65

per uur

€ 0,40

met een maximum van 200 uur per jaar per mantelzorgvrager, te verstrekken via een door het college aangewezen instantie.

met een maximum van 200 per jaar per mantelzorgvrager, te verstrekken via een door het college aangewezen instantie.

Toelichting op de wijziging

Ad. 1. Het tarief voor parkeren op straat, per uur, wordt niet jaarlijks met de indexatie verhoogd, omdat de parkeerbelastingverordening bepaalt dat bij de parkeerautomaten in veelvouden van 10 eurocent moet worden betaald. Daarom wordt ervoor gekozen de straattarieven niet te verhogen tot de cumulatieve jaarlijkse indexering leidt tot een verhoging van de tarieven (een veelvoud van) € 0,10. De straattarieven zijn per 2022 verhoogd. Op grond van genoemde systematiek wordt voor 2023 geen verhoging voorgesteld.

Ad 2 en 3. Vergunningen bewoners en bedrijven.

De verlaging van de tarieven voor parkeren door vergunninghouders volgt uit het B&W-besluit van 17 mei 2022 (22INT00027) Bij de communicatie over de (destijds voorgenomen) uitbreiding van betaald parkeren in het stadsdeel ten zuiden van de A20 was deze verlaging toegezegd. De tarieven voor de tweede, respectievelijk derde parkeervergunning staan in verhouding tot de eerste parkeervergunning als 2,5 tot 1, respectievelijk 4 tot 1. De derde parkeervergunning is nieuw opgenomen en betreft een overgangsregeling bij invoeren van betaald parkeren. Dat wil zeggen dat deze verstrekt kan worden bij de start van het betaald parkeren en nadat de vergunninghouder deze heeft opgezegd, of is verhuisd, niet opnieuw wordt verstrekt.

Ad. 2.2 De voorgestelde tarieven tarieven voor sectorgebonden parkeervergunningen voor bedrijven zijn geindexeerd met 3% en daarna met 10% verlaagd. De nadere criteria verlening van parkeervergunningen gemeente Schiedam 2013 (derde wijziging Regels omtrent het verlenen van parkeervergunningen aan bewoners en bedrijven ex artikel 3 lid 2 onder a en b van de Parkeerverordening gemeente Schiedam 2013) zijn gewijzigd. Hierin is opgenomen dat er, naast parkeervergunningen voor zorgverleners, ook parkeervergunningen voor maatschappelijke organisaties en onderwijsinstellingen worden onderscheiden.

Ad. 2.3 De tarieven voor parkeervergunningen instellingen (zorg, maatschappelijk en onderwijs) zijn herberekend. De voorgestelde tarieven zijn gerelateerd aan het tarief voor bewonersparkeervergunningen.

Ad. 3.2 De nadere criteria verlening van parkeervergunningen gemeente Schiedam 2013 (voor volledige omschrijving zie 2) zijn gewijzigd. Naar aanleiding hiervan wordt voorgesteld een visiteparkeervergunning voor bedrijven met een tarief van 50% van het tarief voor straatparkeren.

Ad. 3.3 De nadere criteria verlening van parkeervergunningen gemeente Schiedam 2013 (voor volledige omschrijving zie 2) zijn gewijzigd. Naar aanleiding hiervan wordt voorgesteld een visiteparkeervergunning voor instellingen met een tarief gelijk gesteld aan dat voor bewoners.

Voorgesteld wordt de overige tarieven te indexeren met 3,0% te verhogen volgens prijscompensatie (inflatiecorrectie) CPB maart 2022.

Naar boven