Derde wijzigingsverordening precariobelasting Amsterdam 2020

De raad van de gemeente Amsterdam,

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 20 september 2022;

gelet op de artikelen 216 en 228 van de Gemeentewet,

 

besluit:

Artikel I

De Verordening precariobelasting Amsterdam 2020 wordt als volgt gewijzigd:

 

A

 

Artikel 7, derde lid, sub c komt te luiden:

 

  • c.

    wordt de belasting in de stadsdelen Noord, Zuidoost, Nieuw-West, Westpoort en stadsgebied Weesp berekend aan de hand van de tarieven, genoemd in de onderdelen 1.1.3 en 1.2.3 van de Tarieventabel;

B

 

Artikel 9, lid 1, komt te luiden:

 

  • 1.

    Precariobelasting is verschuldigd bij aanvang van het belastingtijdvak of, indien dit later is, op het tijdstip waarop de belastingplicht als genoemd in artikel 3, aanvangt, dan wel het belastbare feit genoemd in artikel 2 wordt geconstateerd.

Na artikel 9, lid 3 wordt toegevoegd lid 4 en komt te luiden:

 

  • 4.

    Voor de precariobelasting voor terrassen geldt in aanvulling op de voorgaande leden dat op verzoek eveneens een vermindering naar tijdsgelang wordt toegepast indien er door inperkende maatregelen van overheidswege meer dan een maand geen gebruik kan worden gemaakt van de openbare gemeentegrond. De belasting wordt dan voor die periode verminderd, waarbij de periode naar boven wordt afgerond op hele maanden.

Artikel 9, lid 4 wordt hernummerd naar lid 5.

 

C

 

Bijlage 1: Tarieventabel 2022, behorende bij de Verordening precariobelasting 2020, inclusief kaart wordt vervangen door de bij dit besluit in Bijlage 1 opgenomen Tarieventabel 2023, behorende bij de Verordening precariobelasting 2020,inclusief kaarten.

Artikel II
  • 1.

    Deze wijzigingsverordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2023.

Artikel II

Deze verordening wordt aangehaald als “Derde wijzigingsverordening precariobelasting Amsterdam 2020”.

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 10 november 2022.

De voorzitter

Femke Halsema

De raadsgriffier

Jolien Houtman

Bijlage 1: Tarieventabel 2023, behorende bij de Verordening precariobelasting 2020, inclusief kaarten

 

1.

Terrassen (per m²)

 

 

1.1

Onoverdekt zomerseizoen

 

 

1.1.1

Centrum hoog tarief en Zuid hoog tarief 

€130,60

per seizoen

1.1.2

Centrum laag tarief, Zuid laag tarief, Oost en West

€66,30

per seizoen

1.1.3

Noord, Zuidoost, Nieuw-West, Stadsgebied Weesp Westpoort

€52,00

per seizoen

 

 

 

 

1.2

Overdekt gehele jaar

 

 

1.2.1

Centrum hoog tarief en Zuid hoog tarief 

€268,30

per jaar

1.2.2

Centrum laag tarief, Zuid laag tarief, Oost en West

€133,60  

per jaar

1.2.3

Noord, Zuidoost, Nieuw-West, Stadsgebied Weesp Westpoort

€107,10 

per jaar

 

 

 

 

1.3

Onoverdekt winterseizoen

 

 

1.3.1

Hele stad

€38,80

per seizoen

 

 

 

 

2.

Woonschepen, vlotten alsmede aanhorigheden (per m²)

 

 

2.1.

Centrum, Zuid, Oost en West

€13,30

per jaar

2.2.

Noord, Zuidoost, Nieuw-West, Stadsgebied Weesp Westpoort

€11,20

per jaar

 

 

 

 

3.

Bedrijfsvaartuigen en stationerende vaartuigen (tarief exclusief omzetbelasting en per m²)

 

 

3.1

 

€15,30

per jaar

 

 

 

 

4.

Passagiersvaartuig (tarief exclusief omzetbelasting en per m²)

 

 

4.1.

Gebied 1

€40,80

per jaar

4.2.

Gebied 2

€20,40

per jaar

 

Kaart tariefgebieden precariobelasting terrassen

 

Kaart tariefgebieden precariobelasting passagiersvaartuigen

Toelichting

Algemeen deel

Op basis van artikel 228 van de Gemeentewet kan een precariobelasting worden geheven ter zake van voorwerpen die zich onder, op of boven de voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond bevinden. Voor terrassen en vaartuigen die op eigen grond (in eigen water) liggen kan dus geen precariobelasting worden geheven. Vanaf 2016 kent Amsterdam alleen nog precariobelasting voor passagiersvaartuigen, terrassen, bedrijfsvaartuigen, woonboten en objecten op het water. De gemeente is in beginsel vrij in het vaststellen van de tarieven precariobelasting, met dien verstande dat de tariefstelling niet willekeurig en onredelijk mag zijn.

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel I A

Artikel 7. Tarieftoepassing

In 2022 is de gebiedsindeling van de stad veranderd door de bestuurlijke fusie met Weesp. In de nieuwe gebiedsindeling heeft Amsterdam zeven stadsdelen en geldt Weesp als stadsgebied. Daarnaast telt de stad niet meer 99, maar 110 wijken en worden 518 buurten onderscheiden. Voor de harmonisatie van de gemeentelijke belastingen geldt als uitgangspunt dat, voor zover de betrokken Amsterdamse belastingverordening een tariefindeling naar gebieden kent, stadsgebied Weesp wordt ingedeeld in het Amsterdamse tariefgebied waarvoor de laagste tarieven gelden. Conform dit uitgangspunt is Stadsgebied Weesp 2023 toegevoegd aan tariefgebied C, de laagste tariefgroep.

 

Artikel I B

Artikel 9. Ontstaan belastingschuld: heffing naar tijdsgelang

Lid 1

Dit artikellid is redactioneel aangepast in de zin dat daaraan is toegevoegd dat de belastingschuld ook ontstaat wanneer het belastbare feit (het hebben van voorwerpen, enz.) is geconstateerd.

 

Lid 4

Om recht te doen aan het proportionaliteitsbeginsel kiest de gemeente ervoor om in aanvulling op het limitatief aantal situaties die reeds genoemd zijn in dit artikel van de verordening daaraan ten aanzien van terrassen toe te voegen de situatie waarin door inperkende maatregelen van overheidswege meer dan een maand geen gebruik kan worden gemaakt van de openbare gemeentegrond. Wanneer langer dan een maand geen gebruik kan worden gemaakt van de verstrekte vergunning doordat bijvoorbeeld van overheidswege de straat is opgebroken en het feitelijk niet mogelijk is een terras te hebben op de voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, wordt op verzoek een ontheffing naar tijdsgelang toegepast die ten gunste van de belastingplichtige naar boven toe wordt afgerond op een hele maand. Wordt bijvoorbeeld op 10 juni van het jaar de straat opgebroken en worden de werkzaamheden op 20 juli van hetzelfde jaar afgerond, dan wordt ontheffing verleend voor twee volle maanden ten opzichte van het voor het betreffende terras toepasselijke belastingtijdvak. Voor het zomerseizoen betekent dit in dit voorbeeld een ontheffing van 2/8 op het toepasselijke tarief.

 

Artikel I C

Bijlage 1: Tarieventabel 2023, behorende bij de Verordening Precariobelasting Amsterdam 2020, inclusief kaarten

 

Aanpassing tarieven precario terrassen

Om ondernemers tijdens de coronacrisis lastenverlichting te bieden is in 2020, 2021 en 2022 geen precariobelasting geheven voor terrassen. Vanaf 2023 wordt weer precario worden geheven van ondernemers die een terras uitstallen op gemeentegrond. Het nultarief is in de tarieventabel vervangen door de tarieven 2023. Bij het bepalen van de tarieven is uitgegaan van de tarieven 2022 zoals vastgesteld door de raad bij het vaststellen van de verordening op de precariobelasting Amsterdam 2020 op 9 november 2019. Deze tarieven zijn voorts geïndexeerd in het kader van de in het coalitieakkoord aangekondigde harmonisatie van de indexering van de lokale heffingen.

 

Aanpassing tarieven woonschepen

De tarieven precario voor woonschepen zijn eveneens geïndexeerd in het kader van de in het coalitieakkoord opgenomen harmonisatie van de indexering van de lokale heffingen. Jaarlijkse indexatie van de tarieven kan bijdragen aan meer zekerheid voor bewoners van woonschepen over de ontwikkeling van de woonlasten en schokken in de tariefstelling voorkomen. Stadsgebied Weesp is in de tarieventabel toegevoegd aan de laagste tariefgroep (Noord, Zuidoost, Nieuw-West, Westpoort).

 

Aanpassing tarieven precario passagiersvaartuigen

Om rederijen tijdens de coronacrisis lastenverlichting te bieden is in 2022 geen precariobelasting geheven voor het liggen met een passagiersvaartuig. Vanaf 2023 wordt deze belasting weer geheven. Ook de tarieven precario voor bedrijfsvaartuigen worden in 2023 geïndexeerd.

 

Aanpassing tarieven precario bedrijfsvaartuigen

De tarieven precario voor bedrijfsvaartuigen zijn eveneens geïndexeerd in het kader van de in het coalitieakkoord opgenomen harmonisatie van de indexering van de lokale heffingen.

Naar boven