Wijziging nadere regels subsidies gemeente Groningen 2022 Voorschoolse educatie

Het college van burgemeester en wethouders van Groningen;

 

Gelet op:

  • -

    artikel 3 van de Algemene subsidieverordening gemeente Groningen 2019

BESLUIT:

 

vast te stellen de volgende Nadere regel tot wijziging van de Nadere regels subsidies gemeente Groningen

Artikel I Nadere regels

  • A.

    In hoofdstuk 3 (Jeugd en Onderwijs) komt paragraaf 3.1 Voorschoolse educatie in zijn geheel te vervallen en wordt vervangen door een nieuwe paragraaf 3.1 luidende als volgt:

Paragraaf 3.1 Voorschoolse educatie

Artikel 3:1 Begripsbepalingen

 

1.

Kwaliteitskader voorschoolse en vroegschoolse voorzieningen in Groningen:

De wettelijke en door gemeente Groningen beschreven bovenwettelijke gemeentelijke eisen vve, onderdeel van het beleidsplan ’Een goede start voor alle jonge kinderen’.

2.

Voorschoolse educatie (ve):

Maatregelen en programma’s gericht op het spelenderwijs stimuleren van de brede (taal-) ontwikkeling van jonge kinderen (2 tot 4 jaar) met als doel de startcondities van kinderen te verbeteren bij hun entree op de basisschool Voorschoolse educatie wordt altijd aangeboden in een groep met enkel kinderen in de leeftijd van 2 tot 4 jaar.

3.

Vve-programma:

Een sterk programma waarin op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling wordt gestimuleerd van kinderen in de leeftijd van 2 tot 6 jaar op het gebied van rekenen, taal, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling.

 

Dit programma wordt uitgevoerd volgens de kwaliteitseisen zoals vastgelegd in:

  • -

    de Wet IKK – Innovatie en Kwaliteit Kinderopvang;

  • -

    de Wet OKE – Ontwikkelingskansen door kwaliteit en educatie;

  • -

    het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie en

  • -

    de bovenwettelijke gemeentelijke eisen vve, opgenomen in het Kwaliteitskader voorschoolse en vroegschoolse voorzieningeneducatie gemeente Groningen 2023-2026.

Aan een vve-programma is een ouderprogramma gekoppeld.

4.

Vve-geïndiceerde kinderen:

Kinderen vanaf 2 jaar die door de JGZ geïndiceerd zijn voor vve (vve-geïndiceerde peuter/doelgroeppeuter).

5.

Vve-geregistreerd kindcentrum:

Een kindcentrum dat is opgenomen in het Landelijk Register Kinderopvang en dus voldoet aan de eisen die voor een dergelijke opneming gelden, en ook geregisterd staat als vve-locatie en daarmee minimaal aan de geldende wettelijke vve-eisen voldoet.

6.

Maximaal uurtarief:

Het maximaal te vergoeden uurtarief dat het rijk hanteert voor de tegemoetkoming in de kosten voor de kinderopvang voor ouders.

7.

Kostprijs:

De kostprijs voor uitvoering van de wettelijke eisen voor de kinderopvang voor een kinderopvangorganisatie, toegespitst op peuters van 2 tot 4 jaar.

8.

Kwaliteitsontwikkeling:

De verdere ontwikkeling van kwaliteit door een organisatie die al voldoet aan de wettelijke vve-eisen en geregistreerd is als vve-locatie, om te voldoen aan de Groningse kwaliteitsnormen, zoals omschreven in het Kwaliteitskader voorschoolse educatie gemeente Groningen 2023-2026.

9.

Ouderbijdrage:

De eigen inkomensafhankelijke bijdrage die ouders/verzorgers aan de voorschoolse instellingen betalen. Deze bijdrage is gebaseerd op het aantal uren voorschoolse educatie dat wordt afgenomen en wordt berekend aan de hand van het maximaal uurtarief en de kinderopvangtoeslagtabel die door het rijk is vastgesteld voor het betreffende jaar.

10.

Kinderopvangtoeslagtabel:

Jaarlijks door het rijk vastgestelde tabel die laat zien hoeveel procent van de kosten de ouder/verzorger vergoed krijgt. Daarbij geldt een maximumtarief per uur en een maximum aantal uren dat men vergoed kan krijgen.

11.

Horizontale peutergroep:

In een horizontale groep zitten kinderen van dezelfde leeftijdscategorie, in dit geval kinderen (peuters) van 2 tot 4 jaar.

12.

Vve-ouderprogramma:

Een programma voor ouders met kinderen van 2 tot 6 jaar die deelnemen aan voor- en vroegschoolse educatie. En waarbij de activiteiten aansluiten bij het vve-programma.

13.

KOT-peuter:

Kind van ouders die een beroep kunnen doen op de kinderopvangtoeslagregeling conform de Wet kinderopvang (WKO).

14.

Niet-KOT-peuter:

Kind van ouders die geen beroep kunnen doen op de kinderopvangtoeslagregeling conform de WKO.

 

Artikel 3:2 Subsidiabele activiteiten

  • 1.

    Het college kan aan de houder van een vve-geregistreerd kindcentrum subsidie verlenen voor de uitvoering van voorschoolse educatie door de realisatie van kindplekken, voor toeleiding naar vve en voor versterking ouderbetrokkenheid middels uitvoering van een ouderprogramma..

  • 2.

    Het college kan aan de houder van een vve-geregistreerd kindcentrum subsidie verlenen voor kwaliteitsontwikkeling op het gebied van de (bovenwettelijke) kwaliteitseisen op de volgende gebieden:

    • Gedifferentieerd opbrengstgericht werken;

    • Doorgaande ontwikkelingslijn naar het basisonderwijs incl. warme overdracht en digitalisering;

    • Vroegsignalering en vroeg-interventie in samenwerking met onderwijs (zorg en ondersteuning);

    • NT2-programma’s gericht op peuters van nieuwkomers.

       

      Daarnaast kan een subsidie aangevraagd worden voor de inzet van de pedagogisch beleidsmedewerker op basis van het aantal vve-peuters.

  • 3.

    Het college kan aan de houder van een vve-geregistreerd kindcentrum subsidie verlenen voor het versterken van de aansluiting van het voor- en het vroegschoolse aanbod op de volgende gebieden:

    • Schakelgroep van 3/4-jarigen

    • Verlengde voorschoolse educatie in de zomerperiode

Artikel 3:3 Subsidie kindplaatsen voorschoolse educatie

De subsidie voor voorschoolse educatie bestaat uit een bijdrage per uur per geplaatst kind. Hierbij hanteren we de volgende tabel:

Doelgroep

Basistarief bekostigd door Rijk of gemeente

Ouderbijdrage

Doelgroeppeuters van wie ouders geen recht hebben op kinderopvangtoeslag

16 uur bekostigd door gemeente

Ouderbijdrage over 8 uur

Doelgroeppeuters met ouders die wel recht hebben op kinderopvangtoeslag

16 uur, waarvan 8 uur bekostigd door gemeente en 8 uur door Rijk

Ouderbijdrage over 8 uur

Niet-doelgroeppeuters met ouders die geen recht hebben op kinderopvangtoeslag

16 uur bekostigd door gemeente

Ouderbijdrage over 16 uur

Niet-doelgroeppeuters met ouders die wel recht hebben op kinderopvangtoeslag

16 uur bekostigd door Rijk

Ouderbijdrage over 16 uur

 

Artikel 3:4 Bijzondere bepalingen en verplichtingen

  • 1.

    In aanvulling op de artikelen 6 en 16 van de Algemene subsidieverordening gemeente Groningen moet de aanvraag om subsidieverlening voor voorschoolse educatie zijn voorzien van:

    • a.

      een opgave van het aantal kinderen en vve-geïndiceerde kinderen, gesplitst in KOT en niet-KOT, voor wie de subsidiabele activiteiten worden uitgevoerd;

    • b.

      een volledig ingevuld, door de gemeente aangeleverd, financieel en inhoudelijk format aanvraag en verantwoording “Optimale ontwikkelingskansen voor ieder kind”.

  • 2.

    De ontvanger van een subsidie voor voorschoolse educatie:

    • a.

      voldoet aan de wettelijke vve-eisen;

    • b.

      voldoet of zal binnen een overeengekomen termijn voldoen aan het Kwaliteitskader voorschoolse educatie gemeente Groningen 2023-2026.

  • 3.

    Voorschoolse educatie wordt uitgevoerd ten behoeve van vve-geïndiceerde kinderen en niet-vve geïndiceerde kinderen:

    • a.

      gedurende 16 uur per week;

    • b.

      verspreid over 3 of 4 dagdelen;

    • c.

      gedurende minimaal 40 weken per jaar.

  • 4.

    De instelling levert gegevens voor de vve-monitor van GGD Groningen en voor de gemeentelijke vve-monitor.

Artikel 3:5 Rapportage verplichtingen

In aanvulling op artikel 16 van de Algemene subsidieverordening gemeente Groningen legt de subsidieontvanger verantwoording af door gebruikmaking van de daartoe beschikbaar gestelde financiële en inhoudelijke formats behorende bij het PvE Optimale ontwikkelingskansen voor ieder kind 2023-2026.

 

Artikel 3:6 Weigeringsgronden

  • 1.

    Het college weigert subsidie indien:

    • a.

      De instelling geen geregistreerde vve-locatie heeft.

    • b.

      Er niet gewerkt wordt met horizontale peutergroepen.

  • 2.

    Het college kan subsidie weigeren indien er niet binnen de overeengekomen termijn wordt voldaan aan de Groningse kwaliteitseisen.

Artikel 3:7 Subsidieplafond en verdelingsregels

  • 1.

    Voor voorschoolse educatie zijn de subsidieplafonds gelijk aan de daarvoor in de gemeentebegroting opgenomen bedragen.

  • 2.

    Aanvragen worden beoordeeld door een team van deskundigen, bestaande uit ten minste een inhoudelijk beleidsmedewerker en contractmanager van de gemeente Groningen, geformuleerd in een uit te brengen advies aan het college.

  • 3.

    Als het totaal van de subsidieaanvragen hoger is dan de subsidieplafonds, dan is de verdeelwijze als volgt:

    • a.

      vve-kindplaatsen gaan voor op andere subsidieaanvragen voor voorschoolse educatie;

    • b.

      de verdeling van de middelen voor de overige subsidiabele activiteiten vindt plaats naar rato van het aantal vve-geïndiceerde kinderen per locatie, dan wel groep.

  • 3.

    Als na bovenstaande verdeelwijze nog middelen resteren dan worden deze over nadien ontvangen subsidieaanvragen verdeeld op basis van de volgorde waarop ze bij het college zijn binnengekomen.

  • 4.

    Eindbeoordeling en advisering ligt bij het team van deskundigen, zoals genoemd in lid 2 van dit artikel.

Artikel II Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking.

Gedaan te Groningen in de collegevergadering van 8 november 2022 ,

De burgemeester,

Koen Schuiling

De secretaris,

Christien Bronda

Naar boven