Verordening op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen voor het parkeren

De raad van de gemeente Veere;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders

gelet op artikel 147, artikel 149, artikel 154 en artikel 156 van de Gemeentewet en artikel 2a van de Wegenverkeerswet 1994;

overwegende dat:

  • op 1 oktober 2020 door de gemeenteraad van de Gemeente Veere het Parkeerbeleidsplan is vastgesteld;

  • dat het wenselijk is om in de kustkernen ordenend op te treden ten aanzien van het beschikbaar houden van parkeerplaatsen voor bewoners en gerechtigden van onroerende zaken;

  • dat het vaststellen van een parkeerverordening die terreinen voor betaald parkeren aanwijst, belanghebbendenzones aanwijst en een vergunningensysteem hieraan koppelt, het meest geëigende ordenend middel is;

 

besluit vast te stellen de:

Verordening op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen voor het parkeren.

AFDELING I. DEFINITIES EN BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN

 

 

Artikel 1 - Definities en begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    adres: het adres zoals dat bekend staat in de Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG);

  • b.

    autodeelplaats: een parkeerplaats aangewezen voor een motorvoertuig bestemd voor autodelen;

  • c.

    autodelen: het herhaald en opeenvolgend gezamenlijk gebruik van motorvoertuigen op grond van een overeenkomst tussen natuurlijke personen en een aanbieder of tussen natuurlijke personen uit meer dan één huishouden;

  • d.

    bedrijven: rechtspersonen, ondernemingen of daarmee gelijk te stellen beroepsactiviteiten, waaronder dienstverlening en vrijgevestigde beroepen in het voor belanghebbendenparkeren aangewezen gebied;

  • e.

    belanghebbendenparkeren: verzamelnaam en synoniem voor belanghebbendenplaatsen en parkeren door vergunninghouders;

  • f.

    belanghebbendenplaats: een parkeerplaats die is aangeduid met bord E9 uit bijlage 1 van het RVV 1990, of gelegen is binnen een zone aangeduid met bord E9 uit bijlage 1 van het RVV 1990 met het opschrift zone;

  • g.

    belastingobject: de onroerende zaak, zoals bedoeld in hoofdstuk III van de Wet waardering onroerende zaken;

  • h.

    Beleidsnota Parkeren: het op 1 oktober 2020 door het college vastgestelde parkeerbeleidsplan;

  • i.

    bewoner: een ingezetene die is ingeschreven in de basisregistratie personen van de Gemeente Veere;

  • j.

    bezoekersvergunning: een parkeervergunning voor sociaal bezoek als bedoeld in artikel 4, vierde lid, sub b van de Parkeerverordening;

  • k.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de Gemeente Veere;

  • l.

    eigen parkeervoorziening: een parkeerplaats op eigen terrein, een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken op de openbare weg en/of een parkeerplaats dan wel garage(box) - huur of koop - op/bij het terrein of in de garage van een complex waarvan in de omgevingsvergunning, splitsingsakte, het ter plaatse vigerende bestemmingsplan, de huur- of koopovereenkomst of de erfpachtvoorwaarden is vastgelegd dat deze bedoeld is als parkeergelegenheid voor de bewoner die woonachtig is of het bedrijf dat gevestigd is op het betreffende adres;

  • m.

    garage(box): een eigen parkeervoorziening die onlosmakelijk verbonden is aan een appartementencomplex en waarvan uit de splitsingsakte blijkt dat deze gekoppeld is aan een appartement en aldus niet los verhandelbaar is of die onlosmakelijk verbonden is aan een woning in de vorm van één kadastraal object waardoor deze niet los verhandelbaar is;

  • n.

    gereguleerd parkeergebied: de gebieden, zones, straten en wegdelen waar parkeren louter is toegestaan aan vergunninghouders;

  • o.

    hoofdverblijf: de centrale levensplaats van een persoon, waar zich naar omstandigheden het middelpunt van zijn persoonlijke en economische belangen bevinden;

  • p.

    houder: degene op wiens naam het voor het motorvoertuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren was ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 aangehouden register van opgegeven kentekens;

  • q.

    inwoner buitengebied: een bewoner die woonachtig is buiten het gereguleerd parkeergebied van zijn woonplaats.

  • r.

    kenteken: kenteken als bedoeld in de Wegenverkeerswet 1994;

  • s.

    kentekenbewijs: kentekenbewijs zoals bedoeld in de Wegenverkeerswet 1994;

  • t.

    maatschappelijke organisatie: professionele zorgverleners die zorg moeten verlenen in gereguleerd parkeergebied, en instellingen, kerken en organisaties die gebruik maken van MFA’s die zijn gevestigd in gereguleerd parkeergebied en die van maatschappelijk belang zijn, zulks ter beoordeling door het college.

  • u.

    mantelzorg: langdurige zorg die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende door personen uit diens directe omgeving, waarbij zorgverlening rechtstreeks voortvloeit uit de sociale relatie en de gebruikelijke zorg van huisgenoten voor elkaar overstijgt;

  • v.

    mantelzorger: persoon die mantelzorg verleent en bij het Loket Wmo van de gemeente Veere geregistreerd staat als mantelzorger en/of bij de huisarts van de persoon aan wie mantelzorg wordt verleend bekend is als mantelzorger;

  • w.

    motorvoertuig: hetgeen daaronder wordt verstaan in het RVV 1990 met inbegrip van brommobielen, zoals bedoeld in artikel 1 van het RVV 1990, met uitzondering van voertuigen hoger dan 2,40 meter en zwaarder dan 28.000 kilogram;

  • x.

    parkeerapparatuur: parkeermeters, parkeerautomaten met inbegrip van verzamelparkeermeters en hetgeen naar maatschappelijke opvatting overigens onder parkeerapparatuur wordt verstaan;

  • y.

    parkeerapparatuurplaats: een parkeerplaats waarvoor parkeerbelasting wordt geheven door middel van parkeerapparatuur;

  • z.

    parkeervergunning: een door het college verleende vergunning, krachtens welke het is toegestaan een motorvoertuig te parkeren op daartoe aangewezen parkeerapparatuur- en/of belanghebbendenplaatsen;

  • aa.

    parkeerverordening: deze verordening.

  • ab.

    parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een motorvoertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van goederen, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;

  • ac.

    RVV 1990: het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990;

  • ad.

    standplaatshouder: degene aan wie een standplaats is toegewezen op een markt in één of meer van de kernen van de Gemeente Veere;

  • ae.

    tweede woning: woonruimte die niet gebruikt wordt als hoofdverblijf; een slaapstrandhuisje is géén tweede woning;

  • af.

    Uitvoeringsbesluit Parkeerverordening: het op basis van artikel 6 van deze parkeerverordening door het college vastgestelde “Uitvoeringsbesluit Parkeerverordening Gemeente Veere 2023”;

  • ag.

    vensterperiode: middels een onderbord aangegeven periode van het jaar waarbinnen het parkeerregime (belanghebbendenparkeren of betaald parkeren) van kracht is; buiten de vensterperiode is parkeren vrij voor alle motorvoertuigen;

  • ah.

    venstertijd: middels een onderbord aangegeven periode van de dag waarbinnen het parkeerregime (belanghebbendenparkeren of betaald parkeren) van kracht is; buiten de venstertijd is parkeren vrij voor alle motorvoertuigen;

  • ai.

    verblijfsaccommodatie: accommodaties die verhuurd worden aan overnachtende toeristen, zoals hotels, pensions en bed&breakfasts, waarvoor geldt dat sprake is van een situatie waar volgens het geldende bestemmingsplan of een verleende omgevingsvergunning recreatieve verhuur is toegestaan;

  • aj.

    vergunninghouder: de natuurlijke of rechtspersoon aan wie een parkeervergunning is verleend;

  • ak.

    werknemer: directie- of personeelslid van een bedrijf dat gevestigd is in het gereguleerd parkeergebied;

  • al.

    zelfstandige woning: woning die een eigen toegang heeft, voorzien is van een keuken, douche en toilet en welke de bewoner kan bewonen zonder daarbij afhankelijk te zijn van wezenlijke voorzieningen buiten die woning, als bedoeld in art. 7:234 van het Burgerlijk Wetboek, danwel een woning waarvan met een notariële akte wordt aangetoond dat sprake is van een zelfstandige woning.

  • am.

    zone: de gebieden, zones, straten en wegdelen met parkeerapparatuurplaatsen, een en ander conform de kaarten op de website van de Gemeente Veere, veere.nl/parkeerzones.

 

AFDELING II. PLAATSEN VOOR VERGUNNINGHOUDERS, VERGUNNINGEN EN VERGUNNINGBEWIJZEN

 

 

Artikel 2 - Aanwijzing belanghebbendenplaatsen en parkeerapparatuurplaatsen

  • 1.

    Het college kan weggedeelten aanwijzen die bestemd zijn voor belanghebbendenparkeren en/of weggedeelten aanwijzen die niet (langer) bestemd zijn voor belanghebbendenparkeren.

  • 2.

    Het college kan weggedeelten aanwijzen die bestemd zijn voor betaald parkeren (parkeerapparatuurplaatsen) en/of weggedeelten aanwijzen die niet (langer) bestemd zijn voor betaald parkeren.

 

Artikel 3 - Maximum parkeerduur, vensterperiode en venstertijd

  • 1.

    Het college kan weggedeelten aanwijzen waarvoor geldt dat aan de parkeerduur een maximum tijd is verbonden.

  • 2.

    Het college kan aan al dan niet specifieke belanghebbendenplaatsen een vensterperiode en/of venstertijd koppelen, of een bestaande vensterperiode en/of venstertijd wijzigen.

  • 3.

    Het college kan aan al dan niet specifieke parkeerapparatuurplaatsen een vensterperiode en/of venstertijd koppelen, of een bestaande vensterperiode en/of venstertijd wijzigen.

  • 4.

    Belanghebbendenplaatsen en parkeerapparatuurplaatsen hebben géén vensterperiode, tenzij anders aangegeven in het Uitvoeringsbesluit Parkeerverordening.

  • 5.

    Belanghebbendenplaatsen hebben géén venstertijd, tenzij anders aangegeven in het Uitvoeringsbesluit Parkeerverordening .

  • 6.

    Parkeerapparatuurplaatsen hebben een venstertijd, tenzij anders aangegeven in het Uitvoeringsbesluit Parkeerverordening.

  • 7.

    Als venstertijd voor parkeerapparatuurplaatsen geldt 09:00-19:00 uur, tenzij anders aangegeven in het Uitvoeringsbesluit Parkeerverordening.

  • 8.

    Parkeerplaatsen die zowel belanghebbendenplaats als parkeerapparatuurplaats zijn, hebben als venstertijd 00:00-24:00 uur, tenzij anders aangegeven in het Uitvoeringsbesluit Parkeerverordening.

 

Artikel 4 - Verlening van parkeervergunningen

  • 1.

    Het college kan op een daartoe strekkende aanvraag een parkeervergunning verlenen voor het parkeren op belanghebbendenplaatsen en/of parkeerapparatuurplaatsen.

  • 2.

    Het college kan nadere regels vaststellen met betrekking tot het aanvragen, verlenen, wijzigen, intrekken en weigeren van parkeervergunningen.

  • 3.

    Het college verleent uitsluitend een parkeervergunning voor het parkeren op parkeerapparatuurplaatsen indien er voldoende parkeerplaatsen vrij blijven voor parkeerders die niet in aanmerking komen voor een parkeervergunning, zulks ter beoordeling door het college.

  • 4.

    Het college kan uitsluitend parkeervergunningen verlenen aan:

    a. bewoners met een adres in een straat/zone waar belanghebbendenparkeren geldt, en/of personen die een woning in eigendom hebben in een straat/zone met belanghebbendenparkeren;

    b. bewoners met een adres in een straat/zone waar belanghebbendenparkeren geldt, ten behoeve van hun bezoekers, met dien verstande dat de parkeervergunningen slechts gelden voor een op het vergunningbewijs aan te merken datum;

    c. inwoners buitengebied die aantonen een sociale binding te hebben met het gereguleerde parkeergebied van hun woonplaats en die aannemelijk maken in hun maatschappelijke participatie te worden gehinderd zónder parkeervergunning

    d. bedrijven die aantoonbaar gevestigd zijn in een straat/zone waar belanghebbendenparkeren geldt;

    e. werklieden en/of dienstverleners waarvoor het gebruik van een motorvoertuig noodzakelijk is;

    f. bedrijven die aantoonbaar gevestigd zijn in een straat/zone waar belanghebbendenparkeren geldt, ten behoeve van hun personeel dat per auto naar het werk komt;

    g. eigenaren van verblijfsaccommodaties met een adres in een straat/zone waar belanghebbendenparkeren geldt (of een verblijfsaccommodatie hebben waarvoor geldt dat parkeren uitsluitend mogelijk is op parkeerapparatuurplaatsen, ten behoeve van hun overnachtingsgasten;

    h. eigenaren of houders van een motorvoertuig bestemd voor autodelen;

    i. bewoners die mantelzorg behoeven, met een adres in een straat/zone waar belanghebbendenparkeren geldt, ten behoeve van hun mantelzorgers.

    j. specifieke medische beroepsbeoefenaren ten behoeve van zorgverlening in een straat/zone waar belanghebbendenparkeren geldt;

    k. maatschappelijke organisaties met een adres in een straat/zone waar belanghebbendenparkeren geldt.

    l. Derden, niet zijnde inwoners van de gemeente Veere, ten behoeve van het verkrijgen van parkeervergunningen in de vorm van jaarkaarten voor parkeerapparatuurplaatsen.

  • 5.

    Het college kan voorschriften en beperkingen verbinden aan een parkeervergunning, die strekken tot een goede verdeling van de beschikbare parkeercapaciteit.

  • 6.

    Het college beslist binnen 8 weken na ontvangst van een aanvraag voor een parkeervergunning.

 

Artikel 5 - Nadere bepalingen met betrekking tot het verlenen van parkeervergunningen

  • 1.

    1. Een parkeervergunning als bedoeld in artikel 4 wordt voor bepaalde tijd verleend en bevat in ieder geval de volgende gegevens:

    a. de periode waarvoor de parkeervergunning geldt;

    b. de naam van de vergunninghouder en het kenteken van het motorvoertuig waarvoor de parkeervergunning is verleend;

    c. het gebied waarvoor de parkeervergunning geldt;

    d. het debiteurennummer van de vergunninghouder.

  • 2.

    In afwijking van het bepaalde in het eerste lid wordt een parkeervergunning als bedoeld in artikel 4, vierde lid, aanhef en onderdeel h (autodelen) voor ten hoogste vijf jaar verleend en is uitsluitend geldig voor een specifiek door het college aangewezen parkeerplaats.

 

Artikel 6 - Nadere regels ter verdeling van beschikbare ruimte

Het college kan in het belang van een goede verdeling van de beschikbare parkeercapaciteit nadere regels vaststellen.

 

Artikel 7 - Weigering van parkeervergunningen

  • 1.

    Het college weigert een parkeervergunning indien niet wordt voldaan aan de voorwaarden, zoals gesteld bij of krachtens deze verordening.

  • 2.

    Het college kan een parkeervergunning weigeren indien:

    a. bij parkeerapparatuurplaatsen door het verlenen van (extra) parkeervergunningen te weinig parkeerruimte beschikbaar blijft voor eigenaren van motorvoertuigen die geen parkeervergunning hebben en aldus moeten betalen;

    b. bij belanghebbendenplaatsen door het verlenen van (extra) parkeervergunningen te weinig parkeerruimte beschikbaar blijft voor belanghebbenden om te kunnen parkeren.

  • 3.

    Indien de parkeervergunning wordt geweigerd op een van de gronden genoemd in het tweede lid, kan de aanvrager op een wachtlijst worden geplaatst.

 

Artikel 8 - Intrekking of wijziging van parkeervergunningen

Het college kan een parkeervergunning intrekken of wijzigen:

  • a.

    op verzoek van de vergunninghouder;

  • b.

    wanneer de vergunninghouder niet meer woonachtig is of geen beroep of bedrijf meer uitoefent in het gebied, waarvoor de parkeervergunning is verleend;

  • c.

    wanneer er zich een wijziging voordoet in een van de omstandigheden die relevant waren voor het verlenen van de parkeervergunning;

  • d.

    wanneer voor het betreffende gebied het stelsel van parkeervergunningen komt te vervallen;

  • e.

    wanneer de vergunninghouder handelt in strijd met de aan de parkeervergunning verbonden voorschriften;

  • f.

    wanneer blijkt dat bij de aanvraag van de parkeervergunning onjuiste gegevens zijn verstrekt;

  • g.

    om redenen van openbaar belang.

 

Artikel 9 - Mogelijkheid tot afwijken in geval van niet beoogde effecten

Het college kan ten gunste van de aanvrager het bij of krachtens deze verordening bepaalde buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing gelet op het belang dat deze regeling beoogt te beschermen, zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.

 

AFDELING III. VERBODSBEPALINGEN

 

 

Artikel 10 - Verbod om zonder parkeervergunning te parkeren en ontheffingsmogelijkheid

  • 1.

    Het is verboden gedurende de tijden waarop het parkeren op een belanghebbendenplaats louter aan vergunninghouders is toegestaan, aldaar een motorvoertuig te parkeren of geparkeerd te houden:

    a. zonder parkeervergunning;

    b. zonder dat het motorvoertuig duidelijk zichtbaar is voorzien van de parkeervergunning, of de parkeervergunning met kentekenvermelding online is geregistreerd;

    c. in strijd met de aan de parkeervergunning verbonden voorwaarden.

  • 2.

    Het is verboden op een belanghebbendenplaats een motorvoertuig te parkeren of geparkeerd te houden in strijd met de bepaling op een onderbord bij bord E9 van bijlage 1 van het RVV 1990.

  • 3.

    Het college kan ontheffing verlenen van het bepaalde in het eerste en tweede lid.

 

Artikel 11 - Verbod op onjuist gebruik parkeerapparatuur

Het is verboden parkeerapparatuur op andere wijze of met andere middelen, dan wel met andere munten dan die welke in de kennisgeving op de parkeerapparatuur staan aangegeven in werking te stellen.

 

Artikel 12 - Verbod op het plaatsen van voorwerpen, fietsen en bromfietsen

Het is verboden een fiets, een bromfiets of enig ander voorwerp op zodanige wijze tegen of bij parkeerapparatuur te plaatsen of te laten staan, dat daardoor een normaal gebruik daarvan wordt belemmerd of verhinderd.

 

AFDELING IV. STRAFBEPALING

 

 

Artikel 13 - Strafbepaling

Overtreding van het bepaalde in afdeling III van deze verordening wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of geldboete van de eerste categorie.

 

AFDELING V. OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

 

 

Artikel 14 - Handhaving

  • 1.

    Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de coördinator en de handhavers openbare ruimte.

  • 2.

    Voorts zijn met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening de door het college aangewezen personen belast.

 

Artikel 15 - Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt inwerking op 1 januari 2023.

  • 2.

    Indien deze verordening niet voor of op 1 januari 2023 gepubliceerd is, treedt deze verordening in werking op de dag na die waarop deze is bekendgemaakt en werkt terug tot 1 januari 2023.

  • 3.

    Op de datum van inwerkingtreding wordt de Parkeerverordening Veere 2022 ingetrokken.

  • 4.

    Vergunningen die verleend zijn op grond van de Parkeerverordening Veere 2022 en die op 1 januari 2023 nog geldig waren, worden aangemerkt als vergunningen die geacht worden te zijn verleend op grond van deze verordening, tot op het moment dat zij worden ingetrokken of worden vervangen voor een vergunning die op grond van deze verordening is verleend.

 

Artikel 16 - Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Parkeerverordening Gemeente Veere 2023.

 

 

 

 

 

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 9 november 2022.

De voorzitter,

De griffier,

Naar boven