Tarieventabel behorende bij de verordening Leges omgevingsvergunning gemeente Utrecht 2023
1 Bebouwde omgeving: Omgevingsvergunning
Paragraaf 1: Begripsomschrijvingen
1.1. Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder:
1.1.1. investeringskosten: de investeringskosten als genoemd in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd.
Indien het inrichten geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt, wordt in dit hoofdstuk onder investering nodig voor de uitvoering verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch
verkeer zou moeten worden betaald voor het uitvoeren van het werk waarop de aanvraag betrekking heeft.
1.1.2. bouwkosten: de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 2012 (UAV 2012),
voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten, exclusief omzetbelasting, bedoeld in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit normblad
laatstelijk is vervangen of gewijzigd. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in dit hoofdstuk onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde
in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft.
1.1.3. sloopkosten: de aannemingsom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de sloopkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien het slopen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt
wordt in dit hoofdstuk onder sloopkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economische verkeer zou moeten worden betaald voor het slopen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft.
1.1.4. Wabo: de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
1.1.5. In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.
1.1.6. In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.
Paragraaf 2: aanvraag om vooroverleg
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:
2.1 Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om vooroverleg met betrekking tot een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat -in ieder geval-geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, wijziging-, sloop- of velactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 3.1, 3.6, 3.7 en 3.9 van deze tabel, is gelijk aan de in die onderdelen bepaalde tarieven.
|
|
2.2 Indien andere activiteiten als genoemd onder 2.1 en waarvoor in paragraaf 3 van deze tabel een tarief is bepaald, onderdeel uitmaken van de aanvraag om vooroverleg met betrekking tot een aanvraag om omgevingsvergunning, is het tarief voor die activiteiten gelijk aan de in de betreffende onderdelen bepaalde tarieven.
|
|
Paragraaf 3: Omgevingsvergunning
3. Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project:
de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of
handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in deze paragraaf en paragraaf 4 van dit hoofdstuk.
In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.
3. 1. Bouwactiviteiten
3.1.1 Indien de aanvraag om een vergunning betrekking heeft op
een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a van
de Wabo, bedraagt het tarief:
3.1.2. indien de bouwkosten minder dan € 1.000.000 bedragen
|
3,01%
|
van de bouwkosten, met een minimum van:
|
161,25 euro
|
3.1.3. indien de bouwkosten € 1.000.000 tot € 5.000.000 bedragen
|
2,85%
|
van de bouwkosten, met een minimum van:
|
30.100,00 euro
|
3.1.4. indien de bouwkosten € 5.000.000 tot € 50.000.000 bedragen
|
2,58%
|
van de bouwkosten, met een minimum van
|
142.500,00 euro
|
3.1.5. indien de bouwkosten meer dan € 50.000.000 bedragen
|
1.290.000,00 euro
|
vermeerderd met
|
0,23%
|
berekend over de bouwkosten meer dan € 50.000.000
|
|
3.1.6. Achteraf ingediende aanvraag
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 3.1.1. bedraagt het tarief,
indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend
na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit
|
150%
|
van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges, met een minimum van
|
331,55 euro
|
3.2. Aanlegactiviteiten
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid,
onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
369,95 euro
|
3.3 Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid,
onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit
als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo,
bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in
onderdeel 3.1.:
|
|
3.3.1 indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1 (binnenplanse
afwijking), 2 (buitenplanse kleine afwijking) of 3 (buitenplanse
afwijking) van de Wabo, dan wel artikel 2.12, tweede lid (tijdelijke
afwijking), van de Wabo, artikel 2.12, eerste lid, onder b (afwijking
van exploitatieplan) van de Wabo of artikel 2.12, eerste lid, onder d
(afwijking van een voorbereidingsbesluit) van de Wabo
wordt toegepast
|
16%
|
van het op grond van onderdeel 3.1.1 verschuldigde bedrag met
een minimumbedrag van
|
369,95 euro
|
3.3.2. indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft,
de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld
krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening
en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast
|
16%
|
van het op grond van onderdeel 3.1.1 verschuldigde bedrag
met een minimumbedrag van
|
369,95 euro
|
3.3.3. indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de
activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens
artikel 4.3, derde lid , van de Wet ruimtelijke ordening en artikel
2.12, eerste lid onder c, van de Wabo wordt toegepast
|
16%
|
van het op grond van onderdeel 3.1.1. verschuldigde bedrag
met een minimumbedrag van
|
369,95 euro
|
3.4 Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit, noch zal zijn
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid,
onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake zal zijn van een
bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a,
van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
3.4.1 indien artikel 2.12, eerste lid onder b (afwijking van een exploitatieplan) of d (afwijking van een voorbereidingsbesluit) van de Wabo wordt toegepast
|
369,95 euro
|
3.4.2 indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3 van de Wabo
wordt toegepast (buitenplanse afwijking) bij een investering
nodig voor de uitvoering:
|
|
Categorie A: > EUR 0 en ≤ EUR 100.000
|
10.849,45 euro
|
Categorie B: > EUR 100.000 en ≤ EUR 1.000.000
|
17.997,70 euro
|
Categorie C: > EUR 1.000.000 en ≤ EUR 10.000.000
|
30.251,95 euro
|
Categorie D: > EUR 10.000.000 en ≤ EUR 20.000.000
|
43.784,00 euro
|
Categorie E: > EUR 20.000.000 en ≤ EUR 50.000.000
|
61.399,25 euro
|
Categorie F: > EUR 50.000.000
|
70.590,80 euro
|
3.4.3 indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft,
de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens
artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en
artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt
toegepast (afwijking van provinciale regelgeving)
|
369,95 euro
|
3.4.4 indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft,
de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld
krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke
ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo
wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving)
|
369,95 euro
|
3.5 In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid
3.5.1 Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid,
onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief
|
778,40 euro
|
3.5.2 Het tarief genoemd onder 3.5.1. wordt verhoogd voor een
bouwwerk of inrichting met een oppervlakte van:
|
|
3.5.2.1 0 t/m 100 m2
|
516,65 euro
|
3.5.2.2 101 m2 t/m 500 m2
|
516,65 euro
|
vermeerderd per m2 boven het aantal van 100 m2 met
|
3,18 euro
|
3.5.2.3 501 m2 t/m 2.000 m2
|
1.788,65 euro
|
vermeerderd per m2 boven het aantal van 500 m2 met
|
1,66 euro
|
3.5.2.4 2.001 m2 t/m 5.000 m2
|
4.278,65 euro
|
vermeerderd per m2 boven het aantal van 2.000 m2 met
|
0,49 euro
|
3.5.2.5 5.001 m2 t/m 50.000 m2
|
5.748,65 euro
|
vermeerderd per m2 boven het aantal van 5.000 m2 met
|
0,08 euro
|
3.5.2.6 meer dan 50.000 m2
|
9.348,65 euro
|
vermeerderd per m2 boven het aantal van 50.000 m2
|
0,01 euro
|
3.6 Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten
3.6.1 Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd
monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de
Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid,
onder b, van de Wabo met betrekking tot een krachtens
provinciale verordening of de Monumentenverordening
aangewezen monument, waarvoor op grond
van die provinciale verordening of van die
gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is
vereist, bedraagt het tarief voor het wijzigen van een monument
|
1,13%
|
van de kosten van de uit te voeren werkzaamheden, met een
minimum van
|
162,85 euro
|
3.6.2 Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads-
of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h, van
de Wabo, op het slopen van een bouwwerk in een krachtens provinciale
verordening of de gemeentelijke verordening aangewezen
stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder c,
van de Wabo, waarvoor op grond van die provinciale verordening
of van die gemeentelijke verordening een vergunning
of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief
|
2,20%
|
van de kosten van de uit de voeren werkzaamheden, met een
minimum van
|
162,85 euro
|
met een maximum van
|
16.285,00 euro
|
3.7 Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft
op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in
een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit
is bepaald bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo,
bedraagt het tarief:
|
369,95 euro
|
3.8 Uitweg/inrit
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning
betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of
veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond
van een bepaling in een provinciale verordening of
de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of
ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid,
aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief
|
347,35 euro
|
3.9 Kappen
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor
op grond van een bepaling in een provinciale verordening of
de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of
ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid,
aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief
|
|
3.9.1 indien de aanvraag betrekking heeft op maximaal vijf bomen ( levende of in een combinatie van levende en dode bomen)
|
646,55 euro
|
3.9.2 indien de aanvraag betrekking heeft op meer dan vijf bomen
(hetzij levend hetzij dood hetzij een combinatie daarvan) geldt het tarief van 3.9.1 voor de eerste vijf bomen vermeerderd
voor elke boom meer dan vijf bomen op dezelfde locatie in
hetzelfde project met
|
17,75 euro
|
3.9.3 indien de aanvraag betrekking heeft op maximaal vijf dode bomen
|
147,70 euro
|
3.10 Handelsreclame
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op het aan een onroerende zaak handelsreclame te maken
of te voeren met behulp van een opschrift, aankondiging of
afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een
voor het publiek toegankelijke plaats, waarvoor op grond van
een bepaling in een provinciale verordening of de plaatselijke
verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als
bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder h, van de Wabo,
bedraagt het tarief
|
181,00 euro
|
per m2 voor handelsreclame bestemde oppervlakte
|
|
met een minimum van
|
162,85 euro
|
en een maximum van
|
5.858,90 euro
|
3.11. Projecten of handelingen in het kader van de Wet natuurbescherming
3.11.1 Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op handelingen in een beschermd natuurgebied die
schadelijk kunnen zijn voor het natuurschoon, de
natuurwetenschappelijke betekenis of voor de dieren of planten,
als bedoeld in de Wet natuurbescherming bedraagt het tarief
|
369,95 euro
|
3.11.2 Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op het realiseren van projecten of andere handelingen
met gevolgen voor habitats en soorten in een door de minister
van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aangewezen gebied
als bedoeld in de Wet natuurbescherming
|
369,95 euro
|
3.12. Handelingen in het kader van de natuurbescherming
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op een handeling waarvoor op grond van de Wet natuurbescherming ontheffing nodig is,
bedraagt het tarief
|
369,95 euro
|
3.13. Andere activiteiten
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling
dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld
en die activiteit of handeling
|
|
3.13.1 behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke
leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van
de Wabo, bedraagt het tarief
|
369,95 euro
|
3.13.2 behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke
verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie
activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke
leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo,
bedraagt het tarief
|
369,95 euro
|
3.14. Omgevingsvergunning in twee fasen
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek
in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid,
van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
3.14.1 voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een
beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat
voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor
de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase
betrekking heeft.
|
|
3.14.2 voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een
beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag
dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk
voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase
betrekking heeft.
|
|
3.15. Advies
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van
dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij
wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere
instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het
ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een
omgevingsvergunning
|
369,95 euro
|
3.16. Verklaring van geen bedenkingen
Indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen
bedenkingen moet afgeven bedraagt het tarief
|
369,95 euro
|
3.17 Aanvraag omgevingsvergunning voorafgegaan door aanvraag om vooroverleg
3.17.1 Als de aanvraag om omgevingsvergunning is voorafgegaan door een aanvraag om vooroverleg als bedoeld in paragraaf 2 van deze tabel, waarop de aanvraag om omgevingsvergunning betrekking heeft, bedraagt het tarief,
onder de in het tweede lid genoemde voorwaarden.
|
0,00 euro
|
3.17.2 Voor de toepassing van het eerste lid wordt de aanvraag om omgevingsvergunning gedaan:
a. voor dezelfde activiteit of activiteiten als waarop het vooroverleg betrekking had;
b. in overeenstemming met de uitkomsten van het vooroverleg;
c. binnen 26 weken na het laatste vooroverleg of, als het vooroverleg volgens afspraak leidt tot een kennisgeving aan de aanvrager, na de dagtekening van de kennisgeving;
|
|
Paragraaf 4 Vermindering
4.1 Indien de aanvraag om vooroverleg als bedoeld in paragraaf 2 van deze tabel of om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op meer dan vijf activiteiten waarvoor leges zijn
verschuldigd, bestaat aanspraak op vermindering van leges,
met uitzondering van het legesdeel in verband met adviezen,
handelingen of verklaringen van geen bedenkingen als bedoeld
in de onderdelen 3.11, 3.12, 3.15 en 3.16 bedraagt de
vermindering bij vijf en meer activiteiten waarvoor leges
verschuldigd zijn
|
5%
|
van de voor de activiteiten verschuldigde leges
|
|
4.2 Indien de aanvraag om vooroverleg als bedoeld in paragraaf 2 van deze tabel of om een omgevingsvergunning als bedoeld in de onderdelen 3.1 en 3.3 betrekking heeft op
|
|
4.2.1 de nieuwbouw van woningen met een BENG 3 > 100%, bedraagt de vermindering
van de verschuldigde leges. Bij projecten met meerdere woningen wordt voor deze regeling de BENG 3 waarde bepaald door het gewogen gemiddelde te nemen van de woningen, op basis van gebruiksoppervlak
|
50%
|
4.2.2 de nieuwbouw van woningen met een BENG 3 > 150%, bedraagt de vermindering
van de verschuldigde leges. Bij projecten met meerdere woningen wordt voor deze regeling de BENG 3 waarde bepaald door het gewogen gemiddelde te nemen van de woningen, op basis van gebruiksoppervlak
|
100%
|
4.2.3 de nieuwbouw van gebruiksfuncties anders dan woonfunctie, waarvoor in het Bouwbesluit art. 5.2 een grenswaarde voor de BENG 3 waarde is gegeven, met een gewogen BENG 3 waarde minimaal factor 1,50 hoger dan de norm uit het Bouwbesluit, bedraagt de vermindering van de verschuldigde leges
|
50%
|
4.2.4 de verbouw van woningen en andere gebruiksfuncties waarvan de BENG 3 waarde minimaal factor 1,75 beter dan de BENG 3 waarde van voor de verbouwing, bedraagt de vermindering
van de verschuldigde leges. Bij projecten met meerdere woningen of gebruiksfuncties wordt voor deze regeling de BENG 3 waarde bepaald door het gewogen gemiddelde te nemen van de gebruiksfuncties, op basis van gebruiksoppervlak
|
50%
|
4.2.5 de realisatie van een zonne-energiesysteem, bedraagt de vermindering
van de verschuldigde leges
|
50%
|
4.2.6 een initiatief dat een andere dan hierboven genoemde bijdrage levert aan de gemeentelijke duurzaamheidsdoelstellingen, bedraagt de vermindering maximaal
van de verschuldigde leges. Hierbij staat de vermindering in verhouding tot de bijdrage aan de gemeentelijke duurzaamheidsdoelstellingen
|
100%
|
4.3 Voor de vermindering als genoemd in de onderdelen 4.2.1. t/m 4.2.6. geldt een maximumbedrag van
|
68.568,75 euro
|
Paragraaf 5 Teruggaaf
5.0 Teruggaaf bij vergunde aanvraag om omgevingsvergunning indien voorafgegaan door vooroverleg als bedoeld in paragraaf 2.
|
|
5.0.1 Als de aanvraag om omgevingsvergunning wordt verleend, na te zijn voorafgegaan door een aanvraag om vooroverleg als bedoeld in paragraaf 2 van deze tabel, bestaat aanspraak op teruggaaf van
van de voor het vooroverleg verschuldigde leges.
|
5%
|
5.1 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag om vooroverleg als bedoeld in paragraaf 2 of om een omgevingsvergunning
voor bouw-, wijziging-, sloop- of velactiviteiten
|
|
5.1.1 Als een aanvrager zijn aanvraag om vooroverleg of om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, wijziging-, sloop- of velactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 3.1, 3.6, 3.7 en 3.9, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de
gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges.
|
|
5.2 De teruggaaf bedraagt:
|
|
5.2.1 indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van vier weken na het in behandeling nemen ervan
|
75%
|
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit
verschuldigde leges
|
|
5.2.2 Het na de verrekening als bedoeld in onderdeel 5.2.1. aan te
betalen leges resterende bedrag mag niet minder zijn dan
|
162,85 euro
|
5.2.3 Het na de verrekening als bedoeld in onderdeel 5.2.1. aan te
betalen leges resterende bedrag mag niet meer zijn dan
|
2.491,50 euro
|
5.2.4. indien de aanvraag wordt ingetrokken na vier weken na het in
behandeling nemen ervan
|
60,0%
|
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende
activiteiten verschuldigde leges
|
|
5.2.5 Het na de verrekening als bedoeld in onderdeel 5.2.4. aan te
betalen leges resterende bedrag mag niet minder zijn dan
|
162,85 euro
|
5.2.6 Het na de verrekening als bedoeld in onderdeel 5.2.4. aan te
betalen leges resterende bedrag mag niet meer zijn dan
|
3.986,35 euro
|
5.3 Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning
voor bouw-, wijziging-, sloop- of velactiviteiten, met inbegrip van
monumenten
|
|
Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een
project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, wijziging-, sloop- of velactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 3.1, 3.6, 3.7 en 3.9, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat
aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze
aanvraag is ingediend binnen 26 weken na verlening van de
vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt.
De teruggaaf bedraagt
|
25%
|
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende
activiteit verschuldigde leges.
|
|
5.3.1 Het na de verrekening als bedoeld in onderdeel 5.3. aan te
betalen leges resterende bedrag mag niet minder zijn dan
|
162,85 euro
|
5.3.2 Het na de verrekening als bedoeld in onderdeel 5.3. aan te
betalen leges resterende bedrag mag niet meer zijn dan
|
7.474,75 euro
|
5.4 Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw-, wijziging-, sloop- of velactiviteiten, met inbegrip van monumenten
|
|
5.4.1 Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, wijziging-, sloop- of velactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 3.1, 3.6, 3.7 of 3.9 weigert, bestaat
aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges.
De teruggaaf bedraagt
|
30%
|
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit
verschuldigde leges.
|
|
5.4.2 Het na de verrekening als bedoeld in onderdeel 5.4.1 aan te
betalen leges resterende bedrag mag niet minder zijn dan
|
162,85 euro
|
5.4.3 Het na de verrekening als bedoeld in onderdeel 5.4.1 aan te
betalen leges resterende bedrag mag niet meer zijn dan
|
6.976,30 euro
|
5.5 Minimumbedrag voor teruggaaf
|
|
Een bedrag minder dan
|
331,80 euro
|
wordt niet teruggegeven
|
|
5.6 Geen teruggaaf legesdeel overige onderdelen
|
|
Uitsluitend van de leges verschuldigd op grond van de
onderdelen 3.1, 3.6, 3.7 en 3.9 wordt teruggaaf verleend.
|
|
6. Intrekking omgevingsvergunning
6.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een
aanvraag tot gehele of gedeeltelijke intrekking van een
omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.33, tweede lid,
onder b, van de Wabo, tenzij onderdeel 5.3. van toepassing is
|
369,95 euro
|
7. Wijzigen omgevingsvergunning als gevolg van wijzigen project
7.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een
aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg
van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging
in het project
|
5%
|
van het verschuldigde legesbedrag voor de oorspronkelijke
omgevingsvergunning
|
|
met een minimum van
|
162,85 euro
|
met een maximum van
|
7.474,75 euro
|
8. In deze tarieventabel niet genoemde beschikking
8.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een
aanvraag om een andere, in deze tarieventabel niet genoemde
beschikking
|
369,95 euro
|
9. Niet ontvankelijke aanvraag
9.1 De leges voor het niet verder in behandeling nemen van een
niet ontvankelijke aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning,
een ontheffing, een vrijstelling of een andere beschikking voor
zover daarvoor niet elders in deze tarieventabel een tarief is
opgenomen bedragen
|
162,85 euro
|