Gemeenteblad van Utrecht
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Utrecht | Gemeenteblad 2022, 511390 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Utrecht | Gemeenteblad 2022, 511390 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Verordening Jeugdwet gemeente Utrecht 2023
De raad van de gemeente Utrecht;
Het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 5 juli 2022;
Artikel 108, tweede lid, Gemeentewet;
Artikelen 2.9, 2.12, 8.1.1 van de Jeugdwet;
Besluit vast te stellen de Verordening Jeugdwet gemeente Utrecht 2023.
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Deze verordening bevat de regels die de gemeenteraad heeft vastgesteld en die de wettelijke regels van de Jeugdwet aanvullen.
De verordening bevat veel begrippen. Die leggen we hier uit op alfabetische volgorde. Een aantal begrippen staan al in de wet. Die herhalen we hier niet.
Clientondersteuning onafhankelijke ondersteuning met informatie, advies en algemene ondersteuning die bijdraagt aan het versterken van de zelfredzaamheid en participatie en het verkrijgen van een zo integraal mogelijke dienstverlening op het gebied van maatschappelijke ondersteuning, preventieve zorg, zorg, jeugdhulp, onderwijs, welzijn, wonen, werk en inkomen;
Gezinsplan: een door de Medewerker samen met de jeugdige en/of ouders opgesteld, schriftelijk plan met de hulpvraag/hulpvragen van de jeugdige en/of ouders, de afgesproken doelen en begeleiding, hoe daaraan gewerkt wordt, hoe de hulp bijdraagt aan het bereiken van de doelen en de aanvraag voor (een) voorziening(en) in het kader van de Jeugdwet;
Hulpvraag: behoefte van een jeugdige en/of zijn ouders aan (jeugd)hulp. Dit kan zijn in verband met opgroei- en opvoedingsproblemen, psychische problemen, verstandelijke, lichamelijke of zintuigelijke beperkingen en stoornissen, als bedoeld in artikel 2.3, eerste lid, van de wet. Daarnaast kan het bijvoorbeeld gaan over hulp bij weer meedoen, geldzaken of wonen;
Artikel 2 Vormen van jeugdhulp
De volgende individuele voorzieningen zijn beschikbaar:
ambulante specialistische jeugdhulp; dit is begeleiding en behandeling van jeugdigen en/of hun ouders, aanvullend op algemene voorzieningen als voor de hulpvraag specifieke kennis/expertise noodzakelijk is. Vaktherapie kan hier een onderdeel van zijn en is de overkoepelende naam voor de vaktherapeutische disciplines, zoals beeldende therapie, danstherapie, dramatherapie, muziektherapie, psychomotorische therapie, psychomotorische kindertherapie en speltherapie. Ook vervoer van en naar de locatie waar de ambulant specialistische jeugdhulp geboden wordt, valt hieronder.
Essentiele functies: hoogspecialistische jeugdhulp voor jeugdigen met zeer complexe hulpvragen waarbij de veiligheid van de jeugdige en/of de ontwikkeling van de jeugdige door de aard van de problematiek zeer ernstig in het geding is. Essentiele functies zijn zowel ambulante als residentiele jeugdhulp. Ook de gesloten jeugdhulp valt hieronder. Deze bieden we op bovenregionaal niveau in samenwerking met de jeugdregio’s Lekstroom, Utrecht West en Zuidoost Utrecht.
Landelijk transitiearrangement (LTA): Voor zeer weinig voorkomende zorgvragen die hoogwaardige, specialistische inzet vragen is landelijk via het LTA beschikbaarheid van zorg georganiseerd. Het gaat hierbij om zeer diverse vormen van specialisme die de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) namens de gemeenten inkoopt.
Artikel 3 Toegang tot jeugdhulp
Tijdens het gesprek met een Medewerker wordt samen met de jeugdige en/of zijn ouders de behoefte aan jeugdhulp verhelderd. Daarnaast worden de jeugdige en/of zijn ouders gewezen op de mogelijkheid van het maken van een familiegroepsplan en de mogelijkheid om zich te laten bijstaan door een onafhankelijke clientondersteuner of een onafhankelijk vertrouwenspersoon.
Artikel 4 Onderzoek, verslag en aanvraag.
In een gesprek (zoals in artikel 3 lid 4 bedoeld) komt in ieder geval aan de orde:
welke rol psychische problemen en stoornissen, psychosociale problemen, gedragsproblemen of een verstandelijke beperking van de jeugdige, opvoedingsproblemen van de ouders of adoptiegerelateerde problemen spelen bij het bereiken van de gewenste situatie, en:
of en in hoeverre de eigen mogelijkheden en het probleemoplossend vermogen van de ouders en de personen die tot hun sociale omgeving behoren toereikend zijn om zelf de nodige ondersteuning, hulp en zorg te kunnen bieden. De Medewerker stimuleert de jeugdige en/of zijn ouders om een familiegroepsplan op te stellen; en
hoe in geval van toekenning van een individuele voorziening deze wordt verzilverd; via een gecontracteerde jeugdhulpaanbieder van de gemeente (in natura) of via pgb. De jeugdige en/of zijn ouders worden ingelicht over de gevolgen van die keuze waaronder de mogelijke gevolgen van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet; en
hoe bij de bepaling van de aangewezen vorm van jeugdhulp zo goed mogelijk rekening kan worden gehouden met de godsdienstige gezindheid, de levensovertuiging en de culturele achtergrond van de jeugdige en zijn ouders en hoe wordt omgegaan met verschillen in seksuele oriëntatie, genderdiversiteit en intersekse-conditie;
Artikel 5 Criteria voor individuele voorzieningen
Hoofdstuk 3 Een persoonsgebonden budget (pgb)
Artikel 7 Individuele voorzieningen inkopen met een pgb
Artikel 8 Hoogte van een pgb-tarief
Van instellingstarief is sprake als de hulp verleend wordt door personen, met uitzondering van bloed- of aanverwanten in de 1e graad van de cliënt:
die hun SKJ of BIG registratie kunnen overleggen indien van toepassing. Indien een registratie niet van toepassing is, dan worden een kopie van een relevant diploma van een erkende Nederlandse instelling voor beroepsonderwijs uitgereikt aan de beoogde hulpverlener(s) en een VOG van de beoogd hulpverlener(s) die bij aanvang van de hulp niet ouder is dan 12 maanden ingediend.
Van een zzp-tarief is sprake als de hulp verleend wordt door personen, met uitzondering van bloed- of aanverwanten in de 1e graad van de client:
die aangemerkt zijn als zelfstandige zonder personeel (ook in collectief verband) en ten aanzien van de voor het pgb uit te voeren taken/werkzaamheden ingeschreven staan in het Handelsregister (conform artikel 5 Handelsregisterwet 2007) en een kopie van de inschrijving in het Handelsregister kunnen overleggen; en
die hun SKJ of BIG registratie kunnen overleggen indien van toepassing. Indien een registratie niet van toepassing is, dan worden een kopie van een relevant diploma van een erkende Nederlandse instelling voor beroepsonderwijs uitgereikt aan de beoogde hulpverlener(s) en een VOG van de beoogd hulpverlener(s) die bij aanvang van de hulp niet ouder is dan 12 maanden ingediend.
Artikel 9 Opschorting betaling uit het pgb
Het college kan de Sociale Verzekeringsbank (SVB) verzoeken tot een geheel of gedeeltelijke opschorting van betalingen uit het pgb voor ten hoogste dertien weken. Dit kan alleen gemotiveerd als er ten aanzien van een cliënt een gegrond vermoeden is dat er sprake is van een omstandigheid als bedoeld in artikel 8.1.4, eerste lid onder a, d of e van de wet.
Hoofdstuk 4 Overige bepalingen
Artikel 10 Voorkoming en bestrijding ten onrechte ontvangen individuele voorzieningen en pgb’s en misbruik of oneigenlijk gebruik van de Jeugdwet
Artikel 12 Balans tussen prijs en kwaliteit van aanbieders van jeugdhulp, uitvoerders van kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering
Artikel 13 Inspraak en medezeggenschap
Jeugdigen die jeugdhulp krijgen, hun ouders en vertegenwoordigers van cliëntgroepen mogen voorstellen voor het jeugdhulpbeleid doen en advies uitbrengen bij de besluitvorming over verordeningen en beleidsvoorstellen over jeugdhulp. Het college zorgt ervoor dat zij ondersteund worden om hun rol effectief te vervullen.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 10 november 2022.
De burgemeester,
Sharon A.M. Dijksma
De griffier,
Merel van Hall
Het pgb wordt bepaald op basis van de door de jeugdige en/of zijn ouders en Medewerker opgestelde begroting. Onderstaande tarieven zijn daarbij de maximale tarieven waarmee een pgb wordt berekend en die binnen het pgb gedeclareerd mogen worden bij de Sociale Verzekeringsbank (SVB). Indien de werkelijke kosten van de voorziening lager liggen dan de in deze bijlage genoemde maximale bedragen, worden de werkelijke kosten in de vorm van een pgb toegekend. Ondersteuning inkopen die duurder is dan de onderstaande tarieven is toegestaan: in dit geval dient de cliënt zelf het verschil tussen het ingekochte tarief en het maximumtarief bij te betalen aan de SVB.
Ambulante begeleiding individueel, ambulante begeleiding groep, persoonlijke verzorging, basis Jeugd GGz, gespecialiseerde Jeugd GGz, vervoer individueel en vervoer groep vallen onder ambulante specialistische jeugdhulp. Kortdurend verblijf valt onder niet-gezinsgericht logeren en wonen.
De instellings- en zelfstandige zonder personeel (zzp)- tarieven zijn vastgesteld op basis van normatieve berekeningen: dat zijn toepasbare cao, plus opslagen, zoals bedoeld in de Algemene maatregelen van Bestuur (AmvB) reële prijzen. De afslag voor het ZZP-tarief in verband met lagere overhead is vastgesteld op 17%.
Het informele tarief is gebaseerd op het tarief bij de Wet langdurige zorg voor niet-professionals. Het tarief voor kortdurend verblijf in het sociale netwerk is gebaseerd op het historisch tarief uit de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten. Het wettelijke minimumloon is de ondergrens.
De in deze verordening genoemde bedragen zijn, voor zover van toepassing, inclusief btw.
De in deze verordening opgenomen tarieven zijn bruto. Dat betekent dat hierin alle kosten besloten zijn, waaronder eventuele werkgeverslasten op het moment dat belanghebbende een overeenkomst in loondienst aangaat met de hulpverlener(s) in het kader van werkgever voor personeel aan huis.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2022-511390.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.