Verordening op de heffing en de invordering van marktgeld 2023

De raad der gemeente Hengelo;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 27 september 2022;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de volgende

 

Verordening op de heffing en de invordering van marktgeld 2023 (Verordening marktgeld 2023)

Artikel 1 Definities

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    markt: de warenmarkt, die op de daartoe aangewezen plaats, dag en tijd wordt gehouden;

  • b.

    standplaats: de op en voor de duur van de markt door het college van burgemeester en wethouders aangewezen ruimte voor het uitoefenen van de markthandel;

  • c.

    vaste plaats: een standplaats, die tot wederopzegging beschikbaar wordt gesteld aan de vergunninghouder;

  • d.

    dagplaats: een standplaats, die per dag ter beschikking wordt gesteld;

  • e.

    vergunninghouder: een ieder aan wie door het college van burgemeester en wethouders is toegestaan om gedurende een marktdag een vaste standplaats in te nemen;

  • f.

    maand: kalendermaand;

  • g.

    week: periode van zeven achtereenvolgende dagen beginnende met de maandag;

  • h.

    dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • i.

    strekkende meter tarief: het tarief voor een standplaats met een diepte van maximaal 4 strekkende meters;

  • j.

    frontbreedte: de lengte aan de voorzijde van een standplaats, alsmede eventuele zijkant indien van toepassing;

  • k.

    promotiegeld: het bedrag dat in rekening wordt gebracht voor promotionele activiteiten.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam 'marktgeld' wordt een recht geheven voor het ter beschikking stellen van een standplaats op een markt als bedoeld in de marktverordening gemeente Hengelo en voor het genot van de diensten die in verband daarmee worden verleend en voor het genot van door het gemeentebestuur overig verstrekte diensten.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig voor het gebruik van een marktplaats en voor het genot van de diensten die in verband daarmee worden verleend is degene aan wie een standplaats ter beschikking is gesteld.

Artikel 4 Maatstaf van heffing en tarief

  • 1.

    Het marktgeld wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van het overige in deze verordening bepaalde.

  • 2.

    Voor de berekening van het marktgeld wordt een gedeelte van een marktdag aangemerkt als een gehele marktdag.

Artikel 5 Belastingtijdvak

  • 1.

    Indien voor een standplaats een vergunning wordt afgegeven, dan is het belastingtijdvak de periode waarvoor een vergunning voor een standplaats geldt, met dien verstande dat bij een vergunning voor meer dan een jaar het belastingtijdvak gelijk is aan het kalenderjaar.

  • 2.

    Het marktgeld voor een dagplaats wordt per dag geheven.

Artikel 6 Wijze van heffing

Het marktgeld wordt geheven:

  • a.

    bij wege van aanslag indien het een vaste plaats betreft;

  • b.

    bij wege van een mondelinge dan wel gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een nota of andere schriftuur in de overige gevallen.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    In de gevallen als bedoeld in artikel 5, eerste lid, is het marktgeld verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt is het naar jaartarieven geheven marktgeld verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde rechten als er in dat tijdvak, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak door intrekking van de vergunning eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor het naar jaartarieven geheven marktgeld voor zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat tijdvak verschuldigde marktgeld als er in dat tijdvak, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4.

    Indien de belastingplichtige aantoont dat hij ten gevolge van overmacht gedurende een aaneengesloten periode van tenminste 4 opeenvolgende weken de ter beschikking gestelde plaats niet heeft kunnen innemen en hij gedurende die periode de standplaats niet door een ander heeft laten innemen, wordt op zijn schriftelijk met redenen omkleed verzoek aan de in artikel 232, vierde lid, onderdeel a van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar ontheffing verleend over elke volle 4 opeenvolgende weken waarin van de vaste plaats geen gebruik kan worden gemaakt.

  • 5.

    In de gevallen, anders dan die bedoeld in artikel 5, lid 1, is het marktgeld verschuldigd bij aanvang van het gebruik van de marktplaats

Artikel 8 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet het marktgeld worden betaald ingeval:

    • a.

      bij wege van aanslag wordt geheven, binnen een maand na de dagtekening van de aanslag;

    • b.

      bij wege van mondelinge of schriftelijke kennisgeving wordt geheven als bedoeld in artikel 6, op het moment van het doen of uitreiken van de kennisgeving.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid, onder a, kunnen op verzoek van belastingplichtige de aanslagen in zoveel gelijke termijnen als er na de dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden in het belastingjaar overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen ten minste twee bedraagt en maximaal 10, indien de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso van de betaalrekening van de belastingschuldige kunnen worden afgeschreven.

  • 3.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het voorgaande lid gestelde termijnen

Artikel 9 Kwijtschelding

Bij de invordering van de krachtens deze verordening geheven rechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 10 Overgangsrecht

  • 1.

    De ‘Marktgeldverordening 2022’ van 10 november 2021 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 11, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 11, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de rechten hiervoor in die periode plaatsvindt.

Artikel 11 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2023.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2023.

Artikel 12 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als de ‘Marktgeldverordening 2023’.

Vastgesteld door de gemeenteraad van Hengelo

in de openbare vergadering van 9 november 2022,

de griffier,

de voorzitter,

Bijlage 1 Tarieventabel bij de Verordening Marktgeld 2023 van de gemeente Hengelo

 

 

Algemeen

1.

Alle in deze verordening opgenomen tarieven zijn inclusief omzetbelasting indien deze verschuldigd is (hoofdstuk 1.2.1 tot en met 1.4.1.4).

2.

Maatstaf van heffing is het langs de grond gemeten aantal strekkende meters van de frontbreedte van de standplaats waarbij een gedeelte van een strekkende meter als een gehele meter wordt aangemerkt.

 

Hoofdstuk 1 Standplaatsen

1.1

Het recht voor een ter beschikking gestelde standplaats bedraagt per strekkende meter frontbreedte of gedeelte daarvan:

1.1.1

voor een vaste plaats per jaar

€ 108,12

1.1.2

voor een dagplaats per marktdag of een gedeelte daarvan

€ 3,15

 

1.2

Onverminderd het bepaalde onder 1.1 bedraagt het promotiegeld:

1.2.1

per jaar per marktdag

€ 289,08

1.2.2

voor een dagplaats per marktdag

€ 5,56

 

1.3

Het recht voor het gebruik van de elektriciteitsinstallatie bedraagt onverminderd het bepaalde onder 1.1 en 1.2:

1.3.1

voor een vaste plaats per jaar met een vermogen van

1.3.1.1

20.000 watt (rood 32)

€ 2.249,52

1.3.1.2

9.976 watt (rood 16, 3 fasen)

€ 1.462,44

1.3.1.3

3.300 watt (blauw 1)

€ 485,88

1.3.1.4

1.100 watt (blauw 2)

€ 401,04

1.4.1

voor een dagplaats per marktdag met een vermogen van

1.4.1.1

20.000 watt (rood 32)

€ 43,26

1.4.1.2

9.976 watt (rood 16, 3 fasen)

€ 28,12

1.4.1.3

3.300 watt (blauw 1)

€ 9,34

1.4.1.4

1.100 watt (blauw 2)

€ 7,71

 

Behoort bij raadsbesluit van 9 november 2022.

 

De griffier van de gemeente Hengelo,

 

 

 

Naar boven