Gemeenteblad van Breda
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Breda | Gemeenteblad 2022, 51005 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Breda | Gemeenteblad 2022, 51005 | beleidsregel |
Eerste wijziging van de Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning Breda 2021
Burgemeester en wethouders van Breda maken bekend dat zij op 11 januari 2022 de Eerste wijziging van de Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning Breda 2021 hebben vastgesteld.
De beleidsregels worden van kracht met ingang van de dag na die van deze bekendmaking en werken terug tot en met 1 januari 2022.
Tegen het besluit tot vaststelling van de beleidsregels is geen bezwaar of beroep mogelijk.
Burgemeester en wethouders van Breda,
Eerste wijziging van de Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning Breda 2021
Paragraaf 4.3 Zelfstandig functioneren wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:
Onder het zelfstandig functioneren vallen een aantal nader omschreven resultaten.
Voor Beschermd Wonen zijn dit de volgende resultaten:
Voor de overige diensten zijn de volgende nader omschreven resultaten van toepassing.
Ad 4.3a. Dagelijks leven op orde
Doel: Cliënten zijn naar vermogen in staat om regie op hun dagelijks leven te voeren.
Resultaat gericht op bevorderen:
Mogelijke subdoelen aan het te behalen resultaat (voor zover van toepassing):
Doel: Cliënten zijn in staat om hun financiën op orde te houden.
Resultaat gericht op bevorderen:
Mogelijke s ubdoelen aan het te behalen resultaat (voor zover van toepassing):
Doel: cliënten zijn in staat regie op het huishouden te voeren.
Resultaat gericht op bevorderen:
Mogelijke s ubdoelen aan het te behalen resultaat (voor zover van toepassing):
Mogelijke s ubdoelen aan het te behalen resultaat (voor zover van toepassing):
Paragraaf 4.4 Sociaal en maatschappelijk functioneren wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:
4.4 Sociaal en maatschappelijk functioneren
Onder het sociaal en maatschappelijk functioneren vallen een aantal nader omschreven resultaten.
Voor Beschermd Wonen zijn dit de volgende resultaten:
Voor de overige diensten zijn de volgende nader omschreven resultaten van toepassing.
Ad 4.4a. Sociaal netwerk op orde
Elke cliënt die dat wil is in staat is om een sociaal netwerk op te bouwen, hierin te functioneren en het sociaal netwerk te behouden.
Resultaat gericht op bevorderen:
Mogelijke s ubdoelen aan het te behalen resultaat (voor zover van toepassing):
Ad 4.4b. Zinvolle daginvulling
Doel: Cliënten zijn naar vermogen in staat om regie op hun dagelijks leven en daginvulling te voeren.
Mogelijke s ubdoelen aan het te behalen resultaat (voor zover van toepassing):
Bijlage V Afwegingstool leefgebieden begeleiding en beschermd wonen wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:
Bijlage V Afwegingstool leefgebieden begeleiding en beschermd wonen
Afwegingstool verdeling categorieën voor de maatwerkvoorziening Begeleiding en de bouwsteen zinvolle daginvulling.
In deze bijlage is de afwegingstool opgenomen met de verdeling in categorieën voor de maatwerkvoorziening Begeleiding en de bouwsteen zinvolle daginvulling. Aanvullend is de afwegingstool voor Beschermd wonen opgenomen.
De toegang tot begeleiding en beschermd wonen zal pas plaatsvinden nadat vastgesteld is tijdens het vraagverhelderingsgesprek dat er een persoonsgebonden budget of maatwerkvoorziening Begeleiding noodzakelijk is. De afwegingstool fungeert dus niet als een instructie of begeleiding verstrekt moet worden, maar als een instructie welke categorie van toepassing is. In een eerder stadium is al bepaald dat begeleiding noodzakelijk wordt geacht.
Bij de bepaling of begeleiding nodig is wordt gehandeld via het gestelde zoals opgenomen in het beleidsplan Wmo “Goede zorg doen we samen”. Hierbij ligt de focus op de talenten en mogelijkheden van de inwoners van Breda. Bij de beoordeling van wat aan ondersteuning nodig is blijven we inzetten op de mogelijkheden en talenten van de inwoners. In het persoonlijk plan van de cliënt en de formulering van de te behalen resultaten is hier aandacht voor. Het wijkteam ziet erop toe dat dit gebeurt. Het is aan de dienstverleners om bij de invulling van de te behalen resultaten aandacht te schenken aan deze talentontwikkeling. Het wijkteam zal meekijken of dit voldoende gebeurt via de evaluatiegesprekken die ze, in overleg met de cliënt, met de dienstverleners voert.
Voorliggende afwegingstool wordt toegepast om te bepalen welke tarief het beste past bij de ondersteuning die nodig is nadat is bepaald dat er inzet van Begeleiding nodig is.
De afwegingstool bestaat uit verschillende items, in totaal 24, welke gescoord kunnen worden. De items zijn deels gebaseerd op de resultaatgebieden uit de overeenkomst tussen dienstverleners en de Gemeente Breda en de zelfredzaamheidsmatrix. De items kunnen gescoord worden op slecht, matig en goed. Indien het item met slecht gescoord wordt, dient de generalist een inschatting te maken of de begeleiding welke geboden zal worden zwaar zal zijn voor een periode langer dan drie maanden. De score van ieder item is verbonden aan punten dat hieraan is toegekend. Het totaal van de punten zal uiteindelijk bepalen of er sprake is van een lichte of middel (of zwaar bij de bouwsteen zinvolle daginvulling) indicatie. Een zware indicatie in het kader van persoonlijke begeleiding vindt plaats op basis van inschatting van de generalist, verhoudingsgewijs is dit een dusdanig klein aantal dat het aanvragen van een offerte meer doelmatig lijkt. Dit zal dan plaatsvinden op basis van inschatting van de generalist.
Bij het scoren van de items dienen onderstaande overwegingen in ogenschouw genomen te worden:
Eigen kracht: Cliënt beschikt over voldoende capaciteiten om de ervaren problemen betreffende de activiteit zelfstandig al dan niet met behulp van inschakelen sociaal netwerk op te lossen of voldoende te verminderen.
Voorliggende oplossingen zijn beschikbaar om de ervaren problemen betreffende de activiteit op te lossen of voldoende te verminderen. Denk bijvoorbeeld aan vrijwilligerswerk of MEE. Eveneens dient gekeken te worden of de ervaren belemmeringen door voorliggende regelgeving al wordt opgelost of kan worden. Hierbij kan gedacht worden aan Persoonlijke Verzorging vanuit de Zorgverzekeringswet (2015).
Mantelzorg: Cliënt beschikt over voldoende mantelzorgers om de ervaren problemen betreffende de activiteit aan te pakken of voldoende te verminderen, zonder dat er sprake is van (potentiële) overbelasting van mantelzorger(s).
Indien één van bovenstaande opties tot de mogelijkheden behoort, dient het item met een goed gescoord te worden. Indien geen van bovenstaande mogelijk lijkt, is (tijdelijke) inzet van maatwerk noodzakelijk en zal geïndiceerd worden naar aanleiding van het verdere invullen van de werkinstructie.
Uitzondering hierop is 1a Ondersteuning bij zinvolle daginvulling. Hierin scoor je de cliënt zonder zijn netwerk.
Zodra er bij 1 met nee kan worden geantwoord, gaat de generalist door naar 1A, want dan zal de bouwsteen ‘zinvolle daginvulling’ worden ingezet. De score op 1A geldt voor het indelen van de cliënt onder ‘zinvolle dag invulling’ licht of zwaar.
Als je 1A invult is er altijd sprake van bouwsteen licht onder de 20 punten en bij 20 punten en hoger is er sprake van de bouwsteen zwaar.
Hierna bepaalt de generalist of de persoonlijke begeleiding in de thuissituatie daarnaast noodzakelijk is. Indien dit het geval is dit standaard licht. In uitzonderingssituaties kan de generalist hiervan gemotiveerd afwijken.
Alle items krijgen punten toegekend, behalve de eerste twee; lichamelijke gezondheid en geestelijke gezondheid. Deze items worden immers al in kaart gebracht gedurende vraagverhelderingsgesprek en kunnen niet direct verbeterd of gestabiliseerd worden door begeleiding. Om de volledigheid te waarborgen en de mogelijkheid een matrix te integreren in de afwegingstool, zijn deze echter wel toegevoegd.
Een item goed gescoord is 0 punten, matig 5 punten, slecht 10 punten en slecht intensief 15 punten. In het uiterste geval scoort een cliënt 220 punten.
< 70 punten = lichte indicatie
> 70 punten = middel indicatie
> 150 punten = zwaar indicatie
Daarnaast nog indicatie op offertebasis.
Belangrijk is dat de score die volgt uit de afwegingstool een richtlijn is. De expertise van generalist blijft doorslaggevend.
Offerte: In specifieke situaties die meer vragen dan de categorie “zwaar” blijft het mogelijk om op offertebasis zorg in te zetten. Beoordeling ligt ook hier bij de generalist van het wijkteam.
Aanvullende items Beschermd Wonen
Voor beschermd wonen wordt een andere richtlijn gehanteerd. Deze richtlijn is gebaseerd op Faqt -V, de richtlijn voor onderzoek en normering begeleiding volwassenen, van Adviesbureau Factum. Met behulp van de onderzoeksmethodiek van FAQT-V kan de ondersteuningsbehoefte van volwassenen en hun omgeving in kaart worden gebracht. Ook dient het als richtlijn om de omvang van de begeleiding te bepalen. Het college onderzoekt welke aandachtsgebieden er zijn per resultaatgebied, welke resultaten moeten worden bereikt, hoeveel tijd dat kost en hoe vaak dit moet worden gedaan. De richtlijn helpt daarbij een juiste afweging te maken. Dit alles op basis van de persoonlijke omstandigheden en kenmerken van de cliënt. Daar waar de individuele situatie dat noodzaakt kan gemotiveerd van de richtlijn worden afgeweken.
Het college geeft in het gespreksverslag gemotiveerd aan op welk resultaat of welke resultaten wordt gefocust, zodat haalbare resultaten (met bijbehorende inzet) voor een bepaalde periode in samenspraak met cliënt worden opgesteld.
In de beschikking wordt de categorie middel, zwaar of intensief opgenomen. Uitgangspunt is dat de cliënt altijd de ondersteuning ontvangt die noodzakelijk is gelet op zijn beperkingen op het gebied van zelfredzaamheid en participatie.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2022-51005.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.