Besluit van de gemeenteraad van de gemeente Den Helder tot vaststelling van de Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing Den Helder 2023 (Verordening afvalstoffenheffing Den Helder 2023)

De raad van de gemeente Den Helder;

 

 

gelezen het voorstel 202-034284 van het college van burgemeester en wethouders van 6 september 2022;

 

 

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onder a en b van de Gemeentewet en artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;

 

 

 

kennisgenomen hebbende van het advies van de commissie Bestuur en Middelen van 13 oktober 2022;

 

 

besluit:

 

 

vast te stellen de volgende verordening

 

 

 

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing Den Helder 2023

 

Artikel 1 Definitie

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder ‘gebruik maken’: gebruik maken in de zin van artikel 15.33 Wet milieubeheer.

 

Artikel 2 Aard van de belasting en belastbaar feit

  • 1.

    Onder de naam 'afvalstoffenheffing' wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.

  • 2.

    De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik maken van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

     

Artikel 3 Voorwerp van de belasting

  • 1.

    Voorwerp van de belasting is een perceel.

  • 2.

    Als perceel wordt aangemerkt:

    • a.

      de onroerende zaak, bedoeld in artikel 16, onder a, c, d en f, van de Wet waardering onroerende zaken;

    • b.

      de roerende zaak, welke duurzaam aan een plaats gebonden is;

    • c.

      een gedeelte van een in onderdeel b bedoelde roerende zaak dat blijkens zijn indeling is bestemd om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt;

    • d.

      een samenstel van twee of meer in onderdeel b bedoelde roerende zaken of in onderdeel c bedoelde gedeelten daarvan die bij dezelfde belastingplichtige in gebruik zijn en die, naar de omstandigheden beoordeeld, bij elkaar behoren.

    • e.

      het binnen de gemeente gelegen deel van de in onderdeel b bedoelde roerende zaak, van een in onderdeel c bedoeld gedeelte daarvan of van een in onderdeel d bedoeld samenstel.

Artikel 4 Belastingplicht

De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

 

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1.

    De belasting bedraagt per belastingjaar per perceel € 475,00.

  • 2.

    Indien uit de Basisregistratie Personen blijkt dat het perceel wordt gebruikt door één persoon, bedraagt de belasting per belastingjaar per perceel € 313,00.

Artikel 6 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

 

 

Artikel 7 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

 

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4.

    Indien het aantal personen dat gebruik maakt van het perceel in de loop van het belastingjaar vermindert, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van het verschil in tarief voor een meerpersoonshuishouden en een eenpersoonshuishouden als er in dat jaar, na de wijziging van de gebruikssituatie nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 5.

    Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar van een ander perceel gebruik maakt.

  • 6.

    Voor belastingbedragen tot € 10,00 vindt geen invordering plaats. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt het totaal van op een aanslagbiljet verenigde verschuldigde bedragen afvalstoffenheffing of andere heffingen aangemerkt als één belastingbedrag.

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald binnen twee maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet of de schriftelijke kennisgeving.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid geldt, ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet één aanslag bevat, het bedrag daarvan meer is dan € 100,00 en minder is dan € 5.000,00 en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso kunnen worden afgeschreven, moeten de aanslagen worden betaald in 9 gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de tweede maand volgend op die welke in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen steeds één maand later.

  • 3.

    De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

     

Artikel 10 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De “Verordening afvalstoffenheffing 2022" van 3 november 2021 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2023.

  • 4.

    Deze verordening wordt aangehaald als "Verordening afvalstoffenheffing Den Helder 2023".

 

 

Aldus besloten in de raadsvergadering van 2 november 2022.

Voorzitter

J.A. (Jan) de Boer MSc

Griffier

mr. drs. M. (Menno) Huisman

Naar boven