Gemeenteblad van Dijk en Waard
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Dijk en Waard | Gemeenteblad 2022, 504219 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Dijk en Waard | Gemeenteblad 2022, 504219 | beleidsregel |
Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Dijk en Waard houdende regels omtrent laadmogelijkheden voor elektrische voertuigen in de openbare ruimte (Beleidsregel publieke oplaadinfrastructuur elektrische voertuigen gemeente Dijk en Waard 2022)
Datum collegevergadering: 25 oktober 2022
Het college van Dijk en Waard,
Overwegende dat het wenselijk is om een beleidsregel te geven over de locatiekeuze en procedure voor infrastructuur voor het opladen van elektrische voertuigen in de openbare ruimte;
Gelet op het bepaalde in artikel 4:81, lid 1 van de Algemene wet bestuursrecht;
Besluit tot vaststelling van deze
Beleidsregel publieke laadinfrastructuur elektrische voertuigen gemeente Dijk en Waard 2022.
De gemeente wil vervoer zonder emissies stimuleren, waaronder elektrisch (deel)vervoer. Hiermee wordt een bijdrage geleverd aan het behalen van (inter)nationale en lokale doelstellingen om emissieloos te rijden.
Voor het gebruik van elektrische voertuigen is het beschikbaar hebben van een oplaadmogelijkheid essentieel.
Voor zover deze oplaadmogelijkheid in de openbare ruimte moet worden gerealiseerd, is er behoefte aan duidelijke richtlijnen. Daarin voorziet deze beleidsregel. Deze richtlijnen geven duidelijkheid over het plaatsen en gebruiken van een oplaadpaal, waarbij de veiligheid in de openbare ruimte voorop staat. Verder bevatten deze richtlijnen criteria en voorwaarden voor de aanvraagprocedure en locatiebepaling van een oplaadpaal.
In deze beleidsregel wordt verstaan onder:
Elektrische voertuig: een motorvoertuig als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder c van de Wegenverkeerswet 1994 en nader bepaald in de Regeling auto, dat bij de RDW staat geregistreerd als auto en die geheel of gedeeltelijk – met een minimaal volledig elektrisch bereik van 45 km WLTP – door een elektromotor wordt aangedreven waarvoor de elektrische energie geleverd wordt door een batterij en waarvan de batterij (mede) kan worden opgeladen door middel van een voorziening buiten het voertuig.
Voor het stimuleren van elektrisch vervoer en de realisatie van Oplaadlocaties is de gemeente een samenwerking aangegaan met MRA-E. De samenwerking heeft betrekking op de procedure van het behandelen van een verzoek, de locatiebepaling, de inkoop van oplaadobjecten en het bijbehorend beheer, onderhoud en diensten en de onderlinge afspraken over de verdeling van de bijbehorende werkzaamheden. De ‘Voorwaarden deelname inkoop oplaadinfrastructuur MRA-Elektrisch 2019’ of een opvolger van deze voorwaarden zijn hierbij van toepassing.
De College heeft de mogelijkheid een Laadkaart vast te stellen. Bij het opstellen van een Laadkaart zijn voor de locatiebepaling van en besluitvorming over de verschillende Oplaadlocaties met bijbehorende parkeerplaatsen de artikelen 5, 6 en 7 van toepassing.
Het Verzoek voor plaatsing van een Oplaadobject kan zowel uitgaan van een Gebruiker als van het College en de Beheerder.
Voor een Verzoek dat is ingediend door een Gebruiker gelden voorwaarden voor een ontvankelijk verzoek. Het uitgangspunt is dat iedereen die over een Elektrisch voertuig beschikt of gaat beschikken, de mogelijkheid moet hebben om zijn/haar voertuig te kunnen opladen binnen een (loop)afstand van 200 meter van zijn/haar woning, deelauto-standplaats of bedrijf. Zo kan iedereen die in de gemeente woont of werkt dan wel een deelautodienst aanbiedt of wil bieden een Verzoek indienen om het openbare laadnetwerk in de buurt van het woon- of werkadres of ten behoeve van een deelauto-dienst uit te breiden. Dit verzoek wordt gedaan door het daarvoor bedoelde webformulier in het digitaal portaal van MRA-E in te vullen.
De ontvankelijkheid van een Verzoek van een Gebruiker, dat via het portaal wordt ingediend, wordt getoetst aan de voorwaarden die zijn opgenomen in bijlage 1 ‘Voorwaarden Verzoek Gebruiker 2019’ dan wel een opvolger van deze voorwaarden.
De gemeente of MRA-E namens de gemeente beoordeelt binnen 10 werkdagen het Verzoek op ontvankelijkheid namens het College. Bij niet ontvankelijkheid wordt het Verzoek niet geaccepteerd. De gemeente of MRA-E namens de gemeente bericht de Indiener hierover.
Een Verzoek van het College hangt samen met de wens om op een specifieke locatie een Oplaadobject te realiseren. Het College maakt het Verzoek bekend bij MRA-E.
Een Verzoek dat samenhangt met het (hoge) gebruik wordt getoetst aan de voorwaarden in bijlage 3 ‘Voorwaarden data-gestuurd bijplaatsen 2021’ dan wel een opvolger van deze voorwaarden.
Bij een Verzoek over een specifieke locatie wordt door MRA-E beoordeeld of het Verzoek past binnen de overeenkomst met beheerder en welke voorwaarden hieraan verbonden zijn. MRA-E adviseert hierover binnen 15 werkdagen aan de gemeente.
Een Verzoek van een Beheerder of MRA-E hangt samen met het (hoge) gebruik van een bestaand Oplaadobject. De Beheerder kan een Verzoek via MRA-E indienen bij de gemeente. Het verzoek wordt getoetst aan de voorwaarden in bijlage 3 ‘Voorwaarden data-gestuurd bijplaatsen 2021’ dan wel een opvolger hiervan.
Na acceptatie van een Verzoek wordt door de gemeente of door MRA-E namens de gemeente binnen 10 werkdagen een voorlopige Oplaadlocatie gekozen voor het realiseren van een Oplaadobject. Indien een Laadkaart is vastgesteld wordt in principe een Oplaadlocatie op deze Laadkaart gekozen.
De keuze voor een Oplaadlocatie hangt af van bepaalde criteria. Daarnaast wordt ook uitgegaan van een aantal voorwaarden wat betreft de plaatsing van een Oplaadobject. De criteria en voorwaarden zijn in bijlage 2 ‘Eisen en criteria locatiebepaling laadpalen 2021’ nader gespecificeerd.
Artikel 6 Advisering, inspraak en besluitvorming
MRA-E toetst de voorlopige Oplaadlocatie aan het bepaalde in artikel 4, overlegt met de Beheerder en Netbeheerder en adviseert het college binnen 15 werkdagen over de voorlopige locatie.
Het College bepaalt binnen 10 werkdagen na ontvangst van het advies van MRA-E over de voorlopige locatie. Als de voorlopige locatie door het College is bepaald worden de direct omwonenden binnen 10 werkdagen geïnformeerd over de beoogde locatie.
Gedurende een termijn van 2 weken worden de direct omwonenden in de gelegenheid gesteld om hierop te reageren (inspraak). Daarna beslist het College binnen 10 werkdagen over de definitieve Oplaadlocatie.
Indien door een omwonende middels inspraak een alternatieve locatie wordt aangedragen, zal hierover opnieuw advies worden gevraagd bij MRA-E, de Beheerder en netbeheerder. In dergelijke gevallen wordt door MRA-E binnen 15 werkdagen opnieuw advies uitgebracht aan het College. Vervolgens bepaalt het College binnen 10 werkdagen de definitieve locatie. De indieners van de inspraakreactie worden over dit besluit geïnformeerd.
Nadat het College heeft ingestemd met de definitieve locatiebepaling, zullen in de openbare ruimte in principe twee parkeervakken worden gereserveerd voor het laden van een Elektrisch voertuig. Deze reservering vindt plaats middels een verkeersbesluit volgens een procedure op grond van de wegenverkeerswetgeving. Het College neemt het verkeersbesluit binnen 10 werkdagen na het besluit over de definitieve locatiebepaling.
Voorwaarden beoordeling Verzoek Gebruiker 2019:
Daarnaast worden de volgende afwegingen gemaakt:
Eisen en criteria locatiebepaling laadpalen 2021
Eisen en criteria van MRA-Elektrisch en gemeenten bij het aanwijzen van een locatie voor een publieke laadpaal of het opstellen van een laadkaart.
Nadat de gemeente een verzoek van een (aanstaande) e-rijder of een datagestuurd verzoek ontvangt en deze goedkeurt, is het belangrijk een geschikte locatie te kiezen voor het realiseren van een laadpaal. Wanneer locatiebepaling proactief gebeurt en dus op basis van een laadkaart, gelden dezelfde criteria en eisen.
Bij de keuze voor een locatie dient er met een aantal veiligheids- en technische aspecten rekening gehouden te worden. Goed geplaatste laadpalen lopen ook minder risico op aanrijdingen en kunnen met minder moeite gerealiseerd worden.
Ook kan de locatie zodanig gekozen worden dat de gebruikersgroep die bediend wordt met de laadpaal zo groot mogelijk is. Het beoogt een betere acceptatie van laadpalen (er worden geen palen neergezet die nauwelijks gebruikt worden) en effectief gebruik van de openbare ruimte omdat met minder laadpalen meer mensen bediend kunnen worden. Daarnaast is deze benadering ook goed voor de exploitant, omdat zo een laadpaal een betere business case heeft.
Tezamen helpen de verschillende soorten eisen en criteria om de (maatschappelijke) kosten van de ontwikkeling van elektrisch vervoer te beheersen.
De laadpaal wordt geplaatst in het midden tussen twee parkeerplaatsen. Om doorlooptijden te versnellen en de kwaliteit van de laadlocaties te verhogen, dient bij het kiezen van een nieuwe oplaadlocatie rekening gehouden te worden met verschillende eisen en criteria. We maken een onderscheid tussen eisen en criteria voor de keuze van de locatie. Alle locaties moeten aan de eisen voldoen. De criteria sturen de afweging voor de juiste locatie. De eisen criteria zijn geordend volgens onderstaande thema’s. Daarnaast is achteraan dit document een aantal veel voorkomende opstellingsvoorbeelden ingevoegd.
Omdat niet in alle gevallen een laadoplossing de vorm van een laadpaal heeft (in de zin van een zuil of sokkel), verwijzen we in onderstaande lijst naar Oplaadobjecten in plaats van laadpalen.
Het belang van het efficiënt kunnen gebruiken van een openbaar oplaadnetwerk prevaleert boven een eventuele lokale parkeerdruk, waarbij;
In gebieden met een parkeerdruk van 90% of meer op maatgevende momenten (piekmomenten) wordt voor de laadpaal in de omgeving gezocht naar een locatie waar de parkeerdruk lager is. Als dit niet leidt tot een oplaadlocatie op een acceptabele loopafstand (max. 200 meter) dan wordt in overleg met MRA-e, Liander en de exploitant binnen het gebied met hoge parkeerdruk gezocht naar de meest geschikte locatie en start de gebruikelijke procedure voor verkeersbesluiten.
Oplaadobject dient niet aanrijdgevoelig opgesteld te worden;
Indien de gemeente een ander soort aanrijdbeveiliging wenst kan de gemeente hier zelf zorg voor dragen of de exploitant kan een andere optie aanrijdbeveiliging tegen een meerprijs laten uitvoeren. Indien gemeente meerwerk door de exploitant wil laten verzorgen, moet dit in de precheck van het locatievoorstel worden aangegeven (zie MRA-E portaal).
1.3 Gebruiksvriendelijkheid & veiligheid
Onderstaand het type vergunningen (inclusief doorlooptijden) waarmee rekening gehouden dient te worden in de locatiekeuze. Des te meer vergunningen noodzakelijk zijn, des te langer de doorlooptijd is tot realisatie Oplaadobject en des te hoger de onzekerheid over het verkrijgen van de nodige vergunningen.
Bij het opstellen van laadkaarten wordt een locatievoorstel niet naar aanleiding van een verzoek van een inwoner of bedrijf opgesteld. Hierdoor is bij de locatiebepaling het adres van het bedrijf of de inwoner niet vanzelfsprekend het startpunt voor het aanwijzen van een nieuwe laadlocatie. Ook is niet al vooraf bepaald of de e-rijder terecht kan bij een private parkeervoorziening. Daarom benoemen we hieronder de volgende aanvullende criteria bij het opstellen van laadkaarten:
Onderstaande opstellingsvoorbeelden zijn een concrete toepassing van de verschillende criteria en eisen, ze maken op zich geen onderdeel uit van het toetsingskader.
#1 - Opstellingsvoorbeeld: plaatsing Oplaadobject op trottoir
Toelichting minimale afmetingen zoals weergeven in afbeelding:
Minimale afmetingen parkeervak:500 x 250 cm1;
Oppervlak Oplaadobject:~1 stoeptegel22 (30 x 30 cm);
Let op: in nieuwbouwwijken kom het steeds vaker voor dat een stoep een afmeting heeft van max. 180 cm, in dit geval kan overwogen worden om toch de afstand van parkeervak tot laadpaal in te korten teneinde wel de beoogde doorloopruimte van 90 - 120 cm te bereiken, dit dient per geval te worden beoordeeld.
#2 - Opstellingsvoorbeeld #2: plaatsing Oplaadobject op vrije / groene ruimte
Toelichting minimale afmetingen zoals weergeven in afbeelding:
#3 - Opstellingsvoorbeeld: plaatsing Oplaadobject in parkeervak
Toelichting minimale afmetingen zoals weergeven in afbeelding:
#4 - Opstellingsvoorbeeld: plaatsing Oplaadobject bij langs parkeervakken
Toelichting minimale afmetingen zoals weergeven in afbeelding:
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2022-504219.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.