Wijzigingsbesluit Nota Bodembeheer Amsterdam 2022

Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam,

 

gelet op

Hoofdstuk 1 van de Nota Bodembeheer Gemeente Amsterdam 2019 (voor zover hier van belang)

en

Artikel 28 van de Wet algemene regels herindeling

 

besluit:

Artikel I  

De Nota Bodembeheer wordt als volgt gewijzigd:

 

a. Aan het Voorwoord wordt toegevoegd: ‘De voorliggende Nota bodembeheer 2022 bevat een aanpassing vanwege het toetreden van de gemeente Weesp tot de gemeente Amsterdam. De bodemkwaliteitskaart is hierop aangepast en heeft tevens een update gekregen, tevens zijn enkele tekstuele wijzigingen in de Nota doorgevoerd. Er zijn geen beleidswijzigingen ten opzichte van de Nota uit 2019.’

 

b. Aan het einde van het Voorwoord wordt ‘13 december 2013’ vervangen door ‘7 november 2019’.

 

c. Aan het begin van de Samenvatting wordt ‘ 13 december 2013. Het document bouwt voort op zijn voorganger, maar incorporeert een aantal noodzakelijke actualiseringen op het gebied van regelgeving en bevat enkele aanscherpingen of juist versoepelingen van het beleid. Daarnaast wordt het beheergebied uitgebreid en worden bodemkwaliteitskaarten van omliggende gemeenten (Haarlemmermeer, Aalsmeer, Amstelveen, Diemen, Uithoorn en Ouder-Amstel) geaccepteerd als bewijsmiddel voor de kwaliteit van toe te passen grond. Dit vormt de opmaat naar uniformering van het bodembeleid in het hele werkgebied van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied.’ vervangen door ‘7 november 2019. Het document is inhoudelijk niet veranderd ten opzichte van zijn voorganger, herziening was noodzakelijk vanwege uitbreiding van het beheergebied door de toetreding van Weesp tot de gemeente Amsterdam.’

 

d. Aan het einde van de samenvatting wordt ‘als losse folders te downloaden van de website van de gemeente Amsterdam’ vervangen door ‘als afbeelding in de Nota opgenomen’.

 

e. In hoofdstuk 1 wordt onder het kopje aanleiding ‘2013’ vervangen door ‘2019’.

 

f. In hoofdstuk 1 wordt onder het kopje bodemkwaliteitskaart ‘In 2018 was de vigerende bodemkwaliteitskaart van Amsterdam 5 jaar oud en moest daarom worden geactualiseerd, want in de’ vervangen door ‘In 2022 is Weesp onderdeel geworden van de gemeente Amsterdam. Het was dus nodig om de bodemkwaliteitskaart aan te vullen met bodeminformatie van Weesp en dit gebied onderdeel te maken van de kaart. De’.

 

g. In hoofdstuk 1 wordt onder het kopje Bodem in de Omgevingswet ‘2021’ vervangen door ‘2023’. De alinea wordt aangevuld met ‘Het beleid uit deze Nota bodembeheer wordt zo beleidsneutraal mogelijk vertaald naar een gemeentelijk bodembeleidskader, een overzicht van zowel de landelijk geldende bodemregels als het Amsterdamse bodembeleid onder de Omgevingswet. Dit bodembeleidskader zal zo spoedig mogelijk na de ingangsdatum van de Omgevingswet in werking treden en deze Nota bodembeheer vervangen. Op enkele punten wordt in deze Nota alvast de nieuwe terminologie van de Omgevingswet gevolgd, bijvoorbeeld in plaats van de benaming Achtergrondwaarde (AW) wordt al gesproken van kwaliteitsklasse Landbouw/natuur.’.

 

h. In hoofdstuk 1 wordt onder het kopje bestuurlijke vaststelling na ‘en dit wordt ook in deze nieuwe Nota gecontinueerd.’ ingevoegd ‘Omdat de Nota bodembeheer 2022 geen beleidswijziging bevat is vaststelling door het college van B&W voldoende, conform genoemde delegatie.’ In de volgende alinea wordt ’13 december 2013’ vervangen door ‘7 november 2019’ en wordt ‘2013’ vervangen door ‘2019’.

 

i. In hoofdstuk 1 wordt onder het kopje draagvlak gemeentelijke spelers na ‘met gemeentelijke organisaties en is de Nota’ ingevoegd ‘in 2019’.

 

j. In hoofdstuk 2 wordt tabel 2.2 vervangen door

Tabel 2.2 De bodemkwaliteitszones met aanwezige bodemfuncties en gemiddelde bodemkwaliteit in de bodemlagen 0-0,5 m-mv, 0,5-1 m-mv, 1-2 m-mv en dieper dan 2 m-mv (zie voor meer info par 7.4 en Bijlage 3 en 4 voor kaarten en statistische kenmerken)

 

 

k. In hoofdstuk 2 wordt tabel 2.3 vervangen door

 

l. In hoofdstuk 3 vervalt onder het kopje Amsterdamse Richtlijn Verkennend Onderzoek (ARVO) ‘2019’ in de eerste en in de laatste zin.

 

m. In hoofdstuk 3 wordt onder het kopje Onderzoek bij asbest in of op het maaiveld ‘bijlage 8’ vervangen door ‘bijlage 9’.

 

n. In hoofdstuk 3 wordt na figuur 3.3 ingevoegd ‘In onderstaande infographic wordt als voorbeeld schematisch het proces weergegeven bij het uitgraven van een kelder.

Infographic 3.1 Werkproces uitgraven kelder

 

 

o. In hoofdstuk 3 wordt onder het kopje Bodemkwaliteitskaart van de openbare weg het volgende vervangen:

  • -

    ‘2018’ door ‘2022’

  • -

    ‘2013’ door ‘2019’

  • -

    ‘bijlage 6’ door ‘bijlage 5’

  • -

    ‘Het vooroorlogse deel van de stad laat een zeer heterogene bodemkwaliteit zien, met naast veel schone en licht verontreinigde bodemmonsters, ook veel sterke verontreinigingen. Dit gebied is gekarakteriseerd als zone C. Westpoort laat een vrij homogene bodemkwaliteit zien. Veel wegen zijn hooguit licht verontreinigd, maar er worden ook hogere gehalten aan minerale olie en PCB gemeten, waardoor deze zone gemiddeld in de klasse Industrie valt. Dit gebied is gekarakteriseerd als zone D.’ door ‘Westpoort, een deel van Amsterdam Noord, Oud-Zuid en het landelijk gebied van Weesp laat een vrij homogene bodemkwaliteit zien. Veel wegen zijn hooguit licht verontreinigd, maar er worden ook hogere gehalten gemeten, waardoor deze zone gemiddeld in de klasse Industrie valt. Dit gebied is gekarakteriseerd als zone C. Het vooroorlogse deel van de stad laat een zeer heterogene bodemkwaliteit zien, met naast veel schone en licht verontreinigde bodemmonsters, ook veel sterke verontreinigingen. Dit gebied is gekarakteriseerd als zone D.’.

p. In hoofdstuk 3 wordt onder het kopje Vrijstelling voor bodemonderzoek bij werken aan de openbare weg de verwijzing naar zone D vervangen door een verwijzing naar zone C.

 

q. In hoofdstuk 3 wordt in en onder het kopje Graafwerk in zone C: met BUS-Tijdelijk Uitplaatsen (TU) of 10 m3-regeling, iedere verwijzing naar zone C vervangen door zone D. Figuur 3.4 wordt vervangen door

 

r. Tabel 3.1 wordt vervangen door

 

 

s. In hoofdstuk 3 wordt onder het kopje Arbeidsomstandigheden in de laatste zin de verwijzing naar bijlage 5 vervangen door bijlage 4. Daarna wordt ingevoegd: ‘Amsterdam maakt, als opdrachtgever en werkgever, zelf gebruik van de P90, als extra veiligheidswaarborg. De P90-waarde wordt gebruikt als invoerparameter in de CROW400 webtool ‘Bepaling veiligheidsklasse’. Zie ook Bijlage 14.’.

 

t. Tabel 4.2 wordt vervangen door: Tabel 4.2 De bodemkwaliteitszones met bodemfunctie, kwaliteit ontvangende bodem, ontgravingskwaliteit en gebiedsspecifieke toepassingseis. Laag 1 = 0-0,5 m-mv, laag 2 = 0,5-1,0 m-mv, laag 3 = 1,0-2,0 m-mv en laag 4 = dieper dan 2,0 m-mv.

 

 

u. In hoofdstuk 4 wordt na het kopje zone 5 ‘de toplaag en diepe laag’ vervangen door ‘de laag 0-0,5 m-mv en de laag 0,5-1,0 m-mv’ en ‘het oorspronkelijk maaiveld’ door ‘de laag dieper dan 1,0 m-mv’.

 

v. In hoofdstuk 4 wordt na het kopje Zone C (BKK Openbare weg) de tekst ‘vanwege de sterke heterogeniteit ……dan kan een BUS-melding achterwege blijven.’ vervangen door ‘vrij worden toegepast in de zones C en D van de openbare weg en in de zones 3 t/m 7 met de bodemfuncties Ander groen, bebouwing, infrastructuur en industrie. Echter, toepassen van grond binnen sterk verontreinigde zones (4 t/m 7) wordt gezien als een ‘saneringshandeling’. Een melding conform de Wet bodembescherming is noodzakelijk.’. In de laatste zin wordt ‘D’ vervangen door ‘C’.

 

w. In hoofdstuk 4 wordt na het kopje Zone D (BKK Openbare weg) de tekst ‘de toplaag en … is noodzakelijk’ vervangen door ‘.zone D van de BKK Openbare weg mag vanwege de sterke heterogeniteit niet zonder onderzoek elders worden toegepast. Als een partijkeuring uitwijst dat de grond toch voldoet aan de gebiedsspecifieke norm van de toepassingslocatie, of aan het generieke toetsingskader in een toepassingsgebied met generiek beleid, dan is toepassing alsnog toegestaan. Grond afkomstig uit de openbare weg van zone D mag zonder partijkeuring alleen opnieuw worden toegepast binnen hetzelfde werk (zonder tussentijdse bewerking, onder dezelfde condities, op of nabij de plaats van vrijkomen) of worden teruggestort in de sleuf/wegcunet waar het uit komt. Hierbij is een BUS-melding Tijdelijk Uitplaatsen of, indien van toepassing, een melding volgens de 10 m3-regeling noodzakelijk. Als op de projectlocatie reeds bodemonderzoek is uitgevoerd, waaruit blijkt dat de bodem beneden de Interventiewaarde is verontreinigd, dan kan een BUS-melding achterwege blijven.’. In de laatste zin wordt ‘D’ vervangen door ‘C’.

 

x. Na figuur 4.1 wordt infographic 4.1 ingevoegd

Infographic 4.1 Stappenplan toepassen van grond binnen Amsterdam

 

 

y. Tabel 4.3 wordt vervangen door

 

 

z. In hoofdstuk 4 wordt onder het kopje Wegbermen de verwijzing naar bijlage 6 vervangen door bijlage 5. Zone ‘D’ wordt vervangen door zone ‘C’. Zone ‘C’ wordt vervangen door zone ‘D’.

 

aa . Aan het einde van hoofdstuk 4 wordt infographic 4.2 ingevoegd. Infographic 4.2 Werkinstructie voor een bewoner die zijn tuin wil ophogen’

 

bb. In hoofdstuk 5 wordt aan het einde van de subparagraaf Amsterdam neemt geen risico, infographic 5.1 ingevoegd: Infographic 5.1 Werkwijze in geval van lood in de tuin

 

 

cc. In hoofdstuk 7 wordt onder Opstellen programma van eisen bij het 4e bolletje ‘(land)bodemlaag van 0,0 tot 2,0 meter onder maaiveld. Daarbij wordt onderscheid gemaakt in bovengrond (0,0 – 0,5 meter -mv), ondergrond (0,5 – 2,0 meter -mv) en oorspronkelijk maaiveld (dieper dan 2,0 meter -mv)’ vervangen door ‘(land)bodemlagen van 0,0 tot 0,5 meter onder maaiveld, van 0,5 tot 1,0 meter onder maaiveld, van 1,0 tot 2,0 meter onder maaiveld en dieper dan 2,0 meter onder maaiveld’.

 

dd. In hoofdstuk 7, onder het kopje Wat valt niet onder de bodemkwaliteitskaart vervalt de zin ‘Daarom is aan deze Nota ook een lijst met kaart toegevoegd van locaties met puntbronnen die zijn uitgesloten van de bodemkwaliteitskaart (zie Bijlage 4).’.

 

ee. In hoofdstuk 7 onder het kopje Selecteren beschikbare gegevens wordt het volgende gewijzigd:

  • -

    ‘van de afgelopen 5 jaar’ wordt vervangen door ‘met een onderzoeksdatum van na 1 januari 2016’

  • -

    De woorden ‘uitgevoerd tussen begin 2013 en maart 2018’ vervallen.

  • -

    De zin ‘Zie Bijlage 4 voor een lijst van uitgesloten locaties.’ vervalt.

  • -

    ‘2013’ wordt vervangen door ‘2016’.

ff. In hoofdstuk 7 onder het kopje Dataset bodemkwaliteitskaart wordt het volgende gewijzigd:

  • -

    ‘drie’ wordt vervangen door ‘vier’

  • -

    ‘toplaag, diepere bodemlaag en oorspronkelijk maaiveld’ wordt vervangen door ‘de laag van 0 tot 0,5 m-mv, de laag van 0,5 tot 1,0 m-mv, de laag van 1,0 tot 2,0 m-mv en de laag dieper dan 2,0 m-mv’.

  • -

    ‘bijlage 5’ wordt ‘bijlage 4’

  • -

    ‘bijlage 6’ wordt ‘bijlage 5’

gg. In hoofdstuk 7, onder het kopje Vergelijking met de voorgaande bodemkwaliteitskaart wordt de gehele alinea vervangen door: ‘Na analyse van de geactualiseerde dataset (met gegevens van de laatste vijf jaar) moest worden geconcludeerd dat sommige gebieden tegenwoordig in een sterker verontreinigde kwaliteitsklasse vallen dan in de vorige bodemkwaliteitskaart. Een groot deel van Zuidoost is van zone 1 naar zone 2 gegaan. In Noord vallen delen van Tuindorp-Oostzaan nu in zone 7 (eerst 3). Een deel van West en de Watergraafsmeer is van 2 naar 3 verschoven. Nieuw in de kaart van 2022 is Weesp, sinds april 2022 onderdeel van de gemeente Amsterdam. Het grootste deel van Weesp, het landelijk gebied, is schoon en valt in de kwaliteitsklasse Landbouw/natuur (zone 1). De jongere woonwijken vallen in zone 2 en het oude centrum is sterk verontreinigd en valt in zone 5. De boerenerven vallen in zone 3.’.

 

hh. In hoofdstuk 7, onder het kopje Definitieve gebiedsindeling wordt het volgende gewijzigd:

  • -

    ‘2013’ wordt ‘2019’

  • -

    ‘2019’wordt ‘2022’

  • -

    Tabel 7.1 wordt vervangen door:

Tabel 7.1 Definitieve zone-indeling BKK 2022

Zone

Bodemkwaliteitsklasse bovengrond 2022

Toelichting

1

Landbouw/natuur

Naoorlogse en jonge woonwijken, volkstuinparken, polders Osdorp, havengebied Westpoort, landelijk gebied Weesp

2

Wonen

Naoorlogse woonwijken, volkstuinparken en delen landelijk gebied (Noord) en Zuidoost

3

Industrie

Vooroorlogse woonwijken Noord, Bos en Lommer, de Baarsjes, Sloterdijk, lint-bebouwing Osdorp en Weesp, Rivierenbuurt, Watergraafsmeer

4

>Interventiewaarde

Grachtengordel, oude binnenstad, Oostelijke Eilanden en Kadijken

5

>Interventiewaarde

Oude industriegebieden langs de IJ-oevers (oa NDSM-terrein), sportpark de Schinkel, oude dorpskern en industriegebied Weesp

6

Industrie

Oud-West, Oud-Zuid, de Pijp, Oost, Schinkel- en Hoofddorppleinbuurt, Nieuwendammerham en Schellingwoude, gebied Jollenpad

7

>Interventiewaarde

Brettenzone, delen Kadoelen, delen Overhoeks

A openbare weg

Landouw/natuur

Naoorlogse wijken Nieuw-West, Buitenveldert,Zuidoost, IJburg, delen Noord, Watergraafsmeer en Weesp

B openbare weg

Wonen

West, Oud-Zuid, naoorlogse gebieden Noord, Oostzanerwerf, delen Oost en Watergraafsmeer, Driemond

C openbare weg

Industrie

Vooroorlogse wijken Noord, Oud-Zuid, de Pijp, Westpoort, landelijk gebied Weesp

D openbare weg

Industrie

Grachtengordel en oude binnenstad, Oud-West, Staatsliedenbuurt, deel Nieuwendam, IJ-oevers, deel Kadoelen, landelijk Noord, Brettenzone, Sloten, oude kern Weesp

 

ii. In hoofdstuk 8 wordt in tabel 8.2 in de eerste kolom ‘zone C’ tweemaal vervangen door ‘zone D’.

 

jj. In Bijlage 1 wordt onder het kopje Berekeningen Risicotoolbox de tekst ‘bestaat er kans dat sterk…..V00r aanvoer van grond moet voldaan worden aan de toepassingseisen’ vervangen door ‘dat in de bodemkwaliteitszone grond voorkomt die leidt tot een overschrijding van het saneringscriterium. Daarom schrijft de Richtlijn Bodemkwaliteitskaarten [Lit. 4] voor dat in dergelijke zones de P95-waarde wordt getoetst met de Risicotoolbox. Anders wordt mogelijk zonder onderzoek grond toegepast, met een onaanvaardbaar humaan risico als gevolg.

Grond uit zone 3 komt voor hergebruik in aanmerking zonder bodemonderzoek, de ontgravingskwaliteit (80-percentiel) voldoet aan klasse industrie. Om te onderzoeken voor welke functies hierdoor een onaanvaardbaar humaan risico zou kunnen optreden wanneer deze grond vrij wordt toegepast, zijn berekeningen gedaan met de Risicotoolbox . In praktijk leidt lood het snelste tot een risico, daarom is lood gebruikt als maatgevende parameter . Zie Tabel B.1.2 voor het resultaat van deze berekeningen. De conclusie is dat wanneer sprake is van de functies ‘wonen met tuin’, ‘plaatsen waar kinderen spelen’, ‘landbouw’ en ‘moestuin/volkstuin’ er sprake kan zijn van een onaanvaardbaar humaan risico bij toepassing van grond uit deze zone. Daarom moet de grond voor toepassing op deze bodemfuncties worden onderzocht en getoetst aan de toepassingseis. Dit is dezelfde eis als in de Nota verwoord: Voor toepassing van grond uit zone 3 op deze functies moet onderzoek worden gedaan, omdat de ontgravingskwaliteit van deze BKK-zone (klasse industrie) niet voldoet aan de toepassingseis voor deze bodemfuncties (landbouw/natuur en wonen). Zie ook Tabel 2.3 van de Nota bodembeheer.

De ontgravingskwaliteit van grond uit de laag van 1,0 tot 2,0 m-mv van zone 5 en de laag dieper dan 2,0 m-mv van zone 6 en 7 voldoet aan klasse industrie en zou eventueel, bij apart ontgraven, ook kunnen worden hergebruikt zonder onderzoek, maar gezien de sterk verontreinigde lagen hierboven is dit een theoretisch scenario. Er is voor deze bodemlagen daarom geen risicobeoordeling uitgevoerd.’.

De daarna volgende tabel B.1.2. wordt vervangen door:

‘Tabel B.1.2 Risicobeoordelingen op basis van lood in zone 3 in relatie tot verschillende bodemfuncties op basis van P95, waarbij de P95 van de dieptelagen (zoals onderdeel van Bijlage 4) zijn teruggerekend naar een absolute meetwaarde. De getallen geven een risico-index aan, een getal > 1 betekent dat er sprake is van een onaanvaardbaar humaan risico op basis van standaard modelinvoer voor de bodemfunctie.

 

Bodemfunctie

Lood

456 (meetwaarde)

509

606

842

0-0,5 m-mv

0,5-1 m-mv

1-2 m-mv

>2 m-mv

H=5,5, L=5,8

H=6,6, L=6,6

H=7,9, L=8,9

H=10,9, L=11,0

Wonen met tuin

0,84

0,94

1,12

1,55

Plaatsen waar kinderen spelen

0,80

0,90

1,07

1,49

Moestuin/volkstuin

1,17*

1,31

1,56

2,16

Landbouw

0,84

0,94

1,12

1,55

Groen met natuurwaarden

0,16

0,18

0,21

0,30

Natuur

0,16

0,18

0,21

0,30

Ander groen, bebouwing, infrastructuur en industrie

0,16

0,18

0,21

0,30

 

* De standaard modelinvoer voor deze bodemfunctie gaat uit van een consumptie uit eigen tuin van 50% van het totaal aan blad- en knolgewassen op jaarbasis.’

 

kk. In Bijlage 2 wordt tabel 2.1 onderaan aangevuld met :

 

Weesp

1

Landbouw/natuur

Landelijk gebied (Bloemendalerpolder, Reaalspolder, Keverdijkse Polder, Aetsveldse Polder, de Horn, Volkstuinen Kweeklust en van Houten

 

ll. In bijlage 2 wordt de bodemfunctie kaart vervangen door:

 

mm. In Bijlage 3 wordt gewijzigd:

  • -

    onder het kopje Voorbereiding en bewerking data, in het derde bolletje ‘drie bodemlagen….maaiveld aanwezig is’ wordt vervangen door ‘vier bodemlagen, namelijk de laag vanaf maaiveld tot 0,5 m-mv, de laag van 0,5 tot 1,0 m-mv, de laag van 1,0 tot 2,0 m-mv en de laag dieper dan 2,0 m-mv (veelal de oude oorspronkelijke maaiveldlaag, onder de ophooglaag)’.

  • -

    onder het kopje Voorbereiding en bewerking data, in het vijfde bolletje: ‘2013’ wordt tweemaal vervangen door ‘2016’.

  • -

    onder het kopje Voorbereiding en bewerking data, in het zesde bolletje: de tekst ‘Achtergrondwaarden en de Maximale Waarden voor de kwaliteitsklassen Wonen en Industrie’ wordt vervangen door ‘kwaliteitsklassen landbouw/natuur, wonen, industrie, matig verontreinigd (> klasse industrie) en sterk verontreinigd (> interventiewaarde)’.

  • -

    De ongenummerde tabel wordt vervangen door tabel B3.1: Eindoordeel bodemkwaliteitszones (laag 1= 0 tot 0,5 m-mv, laag 2= 0,5 tot 1,0 m-mv, laag 3= 1,0 tot 2,0 m-mv en laag 4= dieper dan 2 m-mv)

  • -

    In het onderschrift met ** wordt ‘Bijlage 5’ gewijzigd in ‘Bijlage 4’.

nn. De afbeeldingen in Bijlage 3A t/m 3D Kaarten BKK worden vervangen door

 

 

oo. Bijlage 4 vervalt inhoudelijk. De bijlagen daarna zijn hernummerd.

 

pp. Bijlage 5 wordt hernoemd tot Bijlage 4 Berekende statistische kentallen

De inhoud van de bijlage wordt integraal vervangen door onderstaande tekst en tabellen:

 

De berekening van de heterogeniteitsindex is (P95-P5)/(I-landbouw/natuur)

 

 

qq. Bijlage 6 wordt hernoemd tot Bijlage 5 Bodemkwaliteitskaart van de openbare weg. De afbeelding wordt vervangen door:

 

 

rr. Bijlage 6a wordt hernoemd tot Bijlage 5a Berekende statistische kentallen van de openbare weg en inhoudelijk integraal vervangen door de volgende tekst en tabellen:

 

 

Toelichting:

De bodemkwaliteitskaart van de openbare weg is op dezelfde manier samengesteld als de ‘gewone’ bodemkwaliteitskaart. Echter de zone-indeling is anders bepaald, gezien het feit dat criteria als functie en bodemopbouw hier niet gelden. De bodem onder de openbare weg is op een andere manier opgebouwd, met onder andere een funderingslaag en een laag goed verdichtbaar zand. Wegen zijn vaak veel later aangelegd dan de periode waarin de wijk is opgebouwd. De bodemonderzoeken laten zien dat de bodemkwaliteit in veel straten schoner is dan in de omringende percelen. Ook is te zien dat de gemiddelde kwaliteit in oudere wijken slechter is dan in nieuwere wijken, ophooggeschiedenis is daarom zeker een criterium. De aangetroffen verontreinigingsgraad en ophooggeschiedenis zijn als belangrijkste criteria gebruikt voor het indelen van de kaart van Amsterdam in bodemkwaliteitszones.

Uit de berekeningen en toetsing blijkt dat de openbare wegen van Amsterdam in vier verschillende zones onderverdeeld kunnen worden, namelijk een zone met grond die gemiddeld voldoet aan de kwaliteitsklasse landbouw/natuur (zone A), een zone die voldoet aan kwaliteitsklasse wonen (zone B) en twee zones die voldoen aan de kwaliteitsklasse industrie (zones C en D). De zones C en D verschillen van elkaar op meerdere vlakken. Zone C betreft de vooroorlogse wijken in Noord, Oud-Zuid, de Pijp, Westpoort en het landelijk gebied van Weesp. Hier valt de grond in de kwaliteitsklasse industrie, maar de kwaliteit is qua verontreiniging redelijk homogeen. De laag vanaf 2 m-mv voldoet aan kwaliteitsklasse wonen.

Zone D betreft de grachtengordel en oude binnenstad en de oudere vooroorlogse wijken in de rest van de stad. Maar ook landelijk Noord, de Brettenzone, Sloten en de oude kern van Weesp vallen onder zone D. Alle lagen vallen in kwaliteitsklasse industrie. De zone is qua verontreiniging erg heterogeen, er is schone grond aanwezig, maar ook op veel plaatsen sterk verontreinigde grond.

 

ss. Bijlage 7 wordt hernoemd naar bijlage 6, bijlage 8 wordt hernoemd naar bijlage 7, bijlage 9 wordt hernoemd naar bijlage 8, bijlage 10 wordt hernoemd naar bijlage 9.

 

tt. Bijlage 11 wordt hernoemd naar bijlage 10 Kaart met vooroorlogse en naoorlogse gebieden.De afbeelding wordt vervangen door:

 

 

uu. Bijlage 12 wordt hernoemd naar bijlage 11, bijlage 13 wordt hernoemd naar bijlage 12, bijlage 14 wordt hernoemd naar bijlage 13

 

vv. Bijlage 14 Gebruik van de bodemkwaliteitskaart bij CROW400 wordt toegevoegd:

De publicatie van de CROW400 ‘Werken in en met verontreinigde bodem’ [15] biedt ruimte om een veiligheidsklasse vast te stellen op basis van de bodemkwaliteitskaart. Het gebruik van de bodemkwaliteitskaart voor het vaststellen van een veiligheidsklasse biedt enkele beperkingen:

  • De bodemkwaliteitskaart maakt gebruik van som-parameters voor PAK en PCB’s;

  • De bodemkwaliteitskaart doet geen uitspraak over asbest en minder voorkomende parameters;

  • De bodemkwaliteitskaart doet geen uitspraak over grondwater.

Vanzelfsprekend is ook in dit geval het gebruik van de bodemkwaliteitskaart alleen toegestaan nadat met een vooronderzoek is komen vast te staan dat op de locatie geen sprake is van een puntbron en waarbij aandacht is voor bovengenoemde beperkingen.

De CROW400 schrijft voor dat minimaal gebruik wordt gemaakt van de P80. Amsterdam maakt, als opdrachtgever en werkgever, zelf gebruik van de P90, als extra veiligheidswaarborg. De P90-waarde wordt gebruikt als invoerparameter in de CROW400 webtool ‘Bepaling veiligheidsklasse’. De webtool toetst de ingevoerde waarde aan de SRC-arbo. Is de ingevoerde waarde kleiner dan 75% van de SRC-arbo, dan geldt de basishygiëne. Boven 75% van de SRC-arbo geldt veiligheidsklasse oranje, boven (100% van) de SRC-arbo waarde geldt veiligheidsklasse rood of zwart.

Bij de eerstvolgende update (najaar 2022) wordt in de webtool een wijziging doorgevoerd wat betreft bodemtypecorrectie: voor de blootstellingsroutes ingestie (incl. inhalatie stof) en dermale opname speelt de relatie met bodemtype geen rol voor de mate van blootstelling. Omdat de bodemkwaliteitskaart wordt gemaakt met gehalten omgerekend naar standaardbodem, is het nodig terug te rekenen naar waarden zonder bodemtypecorrectie om de toetsing goed uit te voeren. Het resultaat van het terugrekenen van de P90 wordt, als service, weergegeven in onderstaande tabellen, per zone en per dieptelaag. Hierbij is gebruik gemaakt van het gemiddelde lutum- en humusgehalte per zone en per dieptelaag. De wel gestandaardiseerde P90 is onderdeel van Bijlage 4 en 5A.

Er is voor gekozen om in deze bijlage geen daadwerkelijke toetsing op te nemen van de P90 aan de SRC-arbo waarden. Dit omdat SRC-arbo waarden kunnen wijzigen en omdat ook blootstellingsprofielen (een werknemer in een sleuf wordt meer blootgesteld dan een werknemer in een overdrukcabine) worden verwerkt in de webtool en daarom van invloed zijn op de uitkomst van de toetsing.

 

Tabel B14.1 P90 zonder bodemtypecorrectie ten behoeve van invoer in online webtool Bepaling Veiligheidsklasse, horend bij CROW400 voor de laag 0 tot 0,5 m-mv

Zone

0-0,5 m-mv

3

4

5

6

7

A

B

C

D

stoffen

Barium

177

227

330

311

328

60

71

92

110

Cadmium

0,8

0,9

1,6

1,3

1,2

0,2

0,3

0,4

0,4

Cobalt

7,2

9,7

12,8

9,1

10,0

3,9

4,2

4,5

4,8

Koper

55,1

118,5

268,8

84,7

110,0

16,5

23,3

28,8

45,2

Kwik

0,8

2,4

0,7

1,8

2,5

0,2

0,3

0,5

0,7

Lood

270

965

575

667

380

42

71

127

230

Molybdeen

1,1

1,5

3,9

1,6

2,2

1,1

1,1

1,1

1,1

Nikkel

17,8

19,8

31,4

20,9

25,6

10,4

11,7

12,5

13,6

Zink

423

641

795

827

507

77

106

170

214

PAK 10

9,7

12,0

5,6

16,7

39,4

1,0

1,6

3,6

5,1

M.O.

206

289

255

252

665

83

96

118

182

PCB (som7)

0,028

0,024

0,097

0,029

0,172

0,016

0,017

0,022

0,024

 

Tabel B14.2 P90 zonder bodemtypecorrectie ten behoeve van invoer in online webtool Bepaling Veiligheidsklasse, horend bij CROW400 voor de laag 0,5 tot 1 m-mv

Zone

0,5-1 m-mv

3

4

5

6

7

A

B

C

D

stoffen

Barium

173

237

462

331

386

42

62

92

121

Cadmium

0,8

0,9

1,5

1,4

1,3

0,1

0,3

0,4

0,5

Cobalt

7,7

13,0

16,6

11,3

12,4

3,9

4,3

5,7

6,0

Koper

59

154

349

111

113

13

24

36

70

Kwik

0,9

3,0

1,8

2,5

1,9

0,1

0,4

1,0

1,2

Lood

326

1060

701

797

382

33

94

193

377

Molybdeen

1,5

1,8

4,6

1,8

2,7

1,1

1,1

1,1

1,1

Nikkel

18,2

23,7

53,2

24,4

31,8

9,8

12,1

14,8

15,6

Zink

392

609

1000

890

549

63

115

198

247

PAK 10

11,7

13,7

9,9

21,7

103,7

0,6

1,8

3,6

7,8

M.O.

275

358

542

366

1254

73

85

120

222

PCB (som7)

0,026

0,024

0,128

0,025

0,331

0,012

0,012

0,014

0,021

 

Tabel B14.3 P90 zonder bodemtypecorrectie ten behoeve van invoer in online webtool Bepaling Veiligheidsklasse, horend bij CROW400 voor de laag 1 tot 2 m-mv

Zone

1-2 m-mv

3

4

5

6

7

A

B

C

D

stoffen

Barium

143

222

347

297

499

39

58

103

131

Cadmium

0,6

0,8

1,3

1,1

1,1

0,2

0,2

0,4

0,5

Cobalt

8,4

13,5

14,7

11,4

14,2

4,4

4,8

7,4

7,5

Koper

65

185

278

122

103

14

24

49

113

Kwik

1,4

4,3

1,6

3,0

2,2

0,2

0,5

1,5

2,3

Lood

377

1123

498

845

494

40

111

264

567

Molybdeen

1,6

2,2

4,0

2,0

2,7

1,1

1,1

1,1

1,6

Nikkel

18,9

25,1

34,8

23,3

35,2

12,4

13,3

17,3

18,7

Zink

296

587

736

741

616

57

106

207

291

PAK 10

10,2

14,8

7,4

20,6

110,0

0,6

2,2

4,4

9,6

M.O.

277

457

301

351

2297

80

101

153

264

PCB (som7)

0,021

0,021

0,125

0,024

0,157

0,012

0,010

0,011

0,019

 

Tabel B14.4 P90 zonder bodemtypecorrectie ten behoeve van invoer in online webtool Bepaling Veiligheidsklasse, horend bij CROW400 voor de laag dieper dan 2 m-mv

Zone

>2 m-mv

3

4

5

6

7

A

B

C

D

stoffen

Barium

151

210

182

198

365

60

71

96

160

Cadmium

0,4

0,4

1,0

0,6

1,0

0,3

0,2

0,3

0,4

Cobalt

10,1

15,3

8,8

12,0

15,5

7,2

6,0

9,5

10,8

Koper

77

217

73

131

91

22

29

47

164

Kwik

1,7

5,2

1,2

3,2

2,1

0,4

0,6

1,7

3,8

Lood

360

1062

190

829

494

90

131

184

715

Molybdeen

2,0

2,6

2,2

2,2

1,8

1,1

1,3

1,2

2,2

Nikkel

22,7

26,3

26,3

21,2

28,0

19,2

17,4

25,3

26,1

Zink

243

417

361

373

416

69

100

148

308

PAK 10

9,6

18,2

5,7

15,9

52,3

0,9

2,4

2,8

11,9

M.O.

315

610

274

418

981

184

157

211

424

PCB (som7)

0,027

0,039

0,112

0,047

0,087

0,031

0,020

0,018

0,022

 

Artikel II

De bodemfunctiekaart van Weesp (vastgesteld door het college van Weesp op 12 november 2008, dossier PZ07/2008/11222) wordt ingetrokken.

Artikel III

Deze regeling treedt in werking met ingang van 16 november 2022.

Artikel IV

Deze regeling wordt aangehaald als Wijzigingsbesluit Nota Bodembeheer 2022.

Aldus vastgesteld in de vergadering van 1 november 2022

De voorzitter

Femke Halsema

De gemeentesecretaris

Peter Teesink

Toelichting

Met dit wijzigingsbesluit wordt de bodemkwaliteitskaart en de bodemfunctiekaart, als onderdeel van de Nota Bodembeheer, vernieuwd.

Het beheergebied van de bodemkwaliteitskaart en van de bodemfunctiekaart is met deze wijziging uitgebreid door het toevoegen van Weesp.

Naar boven