Gemeenteblad van Ameland
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ameland | Gemeenteblad 2022, 492937 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ameland | Gemeenteblad 2022, 492937 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Verordening Precariobelasting Gemeente Ameland 2024
Onder de naam precariobelasting wordt een directe belasting geheven ter zake van het hebben van terrassen en/of uitstallingen op openbare gemeentegrond.
De belasting wordt geheven van degene die het terras of uitstalling op openbare gemeentegrond heeft, dan wel van degene ten behoeve van wie dat terras of die uitstalling op openbare gemeentegrond aanwezig zijn.
Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief
De belasting bedraagt voor het hebben van terrassen en/of uitstallingen op openbare gemeentegrond: € 50,- per m² per jaar.
Artikel 6 Berekening van de precariobelasting
De belasting wordt berekend naar de oppervlakte van de horizontale projectie op de grond van de terrassen en/of uitstallingen.
Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld
De precariobelasting is verschuldigd bij de aanvang van het kalenderjaar of, indien de belastingplicht in de loop van het kalenderjaar aanvangt, bij de aanvang van de belastingplicht.
‘Hebben’ kan onder meer zijn: bezitten, beschikken over, in het genot zijn van. Indien de wetgever hier eigendom of een beperkt recht zou hebben bedoeld, zou dit expliciet in artikel 228 van de Gemeentewet zijn opgenomen. Dit is bevestigd in de jurisprudentie. Hof Arnhem overwoog dat het begrip ‘hebben’ ingevolge de jurisprudentie ruim moet worden geïnterpreteerd, daarbij verwijzend naar het arrest van de Hoge Raad van 7 oktober 1998, nr. 33553, ECLI:NL:HR:1998:AA2314, Belastingblad 1998/883, BNB 1998/384 (Leiden). Daaronder moet niet alleen worden verstaan het hebben als eigenaar, maar ook het hebben als huurder of direct belanghebbende (Hof Arnhem 12 juni 2001, nr. 99/00264, ECLI:NL:GHARN:2001:AB2954, Belastingblad 2001, blz. 1152 (Nijmegen). In genoemd arrest ging het overigens om reclamebelasting.
Wat wordt er onder terrassen verstaan?
De Hoge Raad oordeelde dat het is toegestaan de oppervlakte van het gehele terras in de heffing te betrekken (HR 17 februari 2017, nr.16/02118, ECLI:NL:HR:2017:257 (Haarlem)). Het is in overeenstemming met de rechtsgrond van de precariobelasting om bij aaneengesloten horeca-terrassen de oppervlakte van het gehele terras in de heffing te betrekken en niet alleen de ruimte die in beslag wordt genomen door het terrasmeubilair. Van een willekeurige en onredelijke belastingheffing is naar het oordeel van de Hoge Raad geen sprake. Daarmee is achterhaald de uitspraak van Hof Amsterdam van 2 maart 1990, nr. 4211/88, Belastingblad 1991, blz. 42 (Amsterdam) dat heffing per afzonderlijk voorwerp dient plaats te vinden.
Wat wordt er onder uitstallingen verstaan?
Onder een uitstalling wordt ieder verplaatsbaar voorwerp verstaan, dat tijdelijk op of aan de weg wordt geplaatst, bedoeld om aandacht te vestigen op producten of diensten van een winkel of inrichting voor de verkoop ervan.
De terrassen en/of uitstallingen moeten worden aangetroffen op voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond. De grond moet in eigendom zijn van de gemeente (HR 17 februari 1932, WvhR nr. 12414; Hof Den Haag 25 oktober 1973, nr. 91/1973, BNB 1974/214 (Gorinchem)). Grond, welke eigendom is van de gemeente, is voor de openbare dienst bestemd indien die grond kan worden gebruikt tot algemeen nut en indien in beginsel een ieder bij die grond belang kan hebben. Niet relevant is de planologische bestemming van de grond (Hof Amsterdam 2 maart 1990, nr. 4211/88, Belastingblad 1991, blz. 42, BNB 1991/170 (Amsterdam) en Hof Den Haag 11 mei 1994, nr. 93/2846, FED 1995/4). Voor de vraag of de gemeente gerechtigd is tot het heffen van precariobelasting maakt het niet uit wat de aard van de civielrechtelijke gerechtigdheid is (Hof Arnhem-Leeuwarden 28-02-2017, nr. 16/00469, ECLI:NL:GHARL:2017:1608). In geval van de vestiging van een opstalrecht is niet de bloot eigenaar, maar de opstalhouder degene die op grond van zijn recht tot de grond het gebruik door een derde kan gedogen. De vestiging van een opstalrecht ten behoeve van de gemeente, of het voorbehoud daarvan bij verkoop van de grond, staat zodoende niet in de weg aan de heffing van precariobelasting; de grond dient alsdan te worden aangemerkt als gemeentegrond. Hetzelfde geldt volgens ons ook wanneer ten behoeve van de gemeente een recht van erfpacht is gevestigd.
Ingevolge artikel 217 van de Gemeentewet dient in de belastingverordening te worden vermeld wie de belastingplichtige is. Er is gekozen voor een ruime omschrijving van de belastingplicht, om te voorkomen dat in bepaalde situaties geen belastingplichtige aangewezen zou kunnen worden. In de eerste zinsnede is aangesloten bij het belastbaar feit voor de precariobelasting, te weten het hebben van voorwerpen. Het gebruik van de woorden ‘dan wel’ is bedoeld om te voorkomen dat terzake van hetzelfde belastbare feit van twee belastingplichtigen, te weten degene die voorwerpen heeft en degene ten behoeve van wie de voorwerpen aanwezig zijn, precariobelasting zal worden geheven.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2022-492937.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.