Nadere regel subsidie kelders wervengebied pilotfase 2022-2024 gemeente Utrecht

Burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht;

  • gelet op artikel 156 lid 3 Gemeentewet;

  • gelet op artikel 3 lid 2 van de Algemene Subsidieverordening gemeente Utrecht;

  • en (eventueel) gelet op het [door de gemeenteraad vastgestelde beleidskader/nota].

  • Overwegende dat de eigenaren van (monumentale) werf-, kluis- en straatkelders in het wervengebied een subsidie kunnen krijgen voor het groot onderhoud, herstel van schade en/of waterdicht maken van aan kelders;

 

Besluiten vast te stellen de volgende Nadere regel subsidie kelders Wervengebied pilotfase 2022-2024 gemeente Utrecht.

 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Definities

Deze nadere regel verstaat onder:

  • a.

    burgemeester en wethouders: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht;

  • b.

    eigenaar of keldereigenaar: natuurlijke persoon of rechtspersoon die het recht van eigendom, een opstalrecht of een recht van erfpacht heeft op het object waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft (de kelder);

  • c.

    herstelplan: plan als bedoeld in leidraad eisen aan herstelplan;

  • d.

    inspectierapport: rapport dat de technische of fysieke staat van de kelder beschrijft, en dat is opgesteld door een ter zake deskundige persoon of instantie;

  • e.

    kelder: een (werf-, straat-, kluis- en/of wees-) kelder of het gedeelte van een kelder die in de openbare weg ligt, behorende bij een woonhuis of ander gebouw met een uniek adres;

  • f.

    leidraad eisen aan herstelplan: Leidraad eisen aan herstelplan;

  • g.

    leidraad subsidiabele kosten: Leidraad subsidiabele kosten voor het opstellen en uitvoeren van een herstelplan;

  • h.

    monument: een onroerende zaak die is opgenomen in het monumentenregister zoals bedoeld in de Monumentenwet 1988, danwel een onroerende zaak die is geplaatst op de gemeentelijke monumentenlijst zoals bedoeld in de vigerende monumentenverordening;

    • a.

      rijksmonument: een object, dat is aangewezen conform artikel 3.1 van de Erfgoedwet;

    • b.

      gemeentelijk monument: een object dat is opgenomen in het monumentenregister als bedoeld in artikel 3, lid 9 van de Monumentenverordening Utrecht;

    • c.

      beeldbepalend pand: een object, niet vallend onder f.1. of f.2. van dit lid, dat een kenmerkend onderdeel vormt van een beschermd stads- of dorpsgezicht dat is vastgesteld conform artikel 35 van de Monumentenwet 1988 en dat voorkomt op de gemeentelijke lijst me beeldbepalende panden.

  • i.

    nadere regel: Nadere regel subsidie kelders wervengebied gemeente Utrecht pilotfase 2022-2024;

  • j.

    programma Werk aan de Werf: uitvoeringsprogramma voor het wervengebied, dat zich richt op het behouden van het erfgoed en het verbeteren van de staat van het erfgoed door het uitvoeren van groot onderhoud aan de wal- en kluismuren en het herstellen van ontstane schade.

  • k.

    wervengebied: het gebied aangemerkt als het rijksmonument ‘Stadsbinnengrachten en Werven’, met de middeleeuwse kelders in de nabijheid van de werven. Tot het wervengebied wordt mede gerekend enkele delen van straten waarin straatkelders zijn gelegen voorzover die straten expliciet als zodanig op de overzichtskaart ‘kelders in het wervengebied’ zijn aangegeven. De overzichtskaart is niet limitatief en wordt periodiek aangevuld met nieuw ontdekte kelders;

  • l.

    woonhuis: rijksmonument, gemeentelijk monument of beeldbepalend pand dat in oorsprong is vervaardigd voor bewoning of dat voor meer dan de helft van de oppervlakte voor bewoning in gebruik is.

 

Artikel 2 Doel

Deze nadere regel heeft als doel regels te stellen aan het verstrekken van subsidie, bedoeld om een bijdrage te leveren aan het behoud en herstel van in de openbare weg gelegen (veelal) monumentale kelders in het wervengebied.

 

De centrale opgave van het programma Werk aan de Werf is een samenhangend en gezamenlijk herstel en behoud van het wervengebied, en kent de volgende vijf onderliggende doelen:

  • 1.

    herstel van schade aan erfgoed;

  • 2.

    voorkomen van schade aan erfgoed;

  • 3.

    beheren van het wervengebied;

  • 4.

    voorkomen van onveilige situaties;

  • 5.

    het beter invullen van de burenplicht en de maatschappelijke zorgplicht.

 

De nadere regel heeft voorts als doel het regelen van de samenwerking en het toekomstig beheer en onderhoud van kelders en het vastleggen van de eigendomsverhoudingen.

 

Deze nadere regel dient als een pilot, om meer kennis en ervaring te verwerven over het onderhoud en herstel van kelders, de kosten en oorzaken van schade.

 

 

Hoofdstuk 2 Subsidieverstrekking voor onderhoud en herstel

Paragraaf 2.1 Algemeen

Artikel 3 Reikwijdte

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen gedurende de looptijd van het programma Werk aan de Werf op aanvraag eenmalig subsidie verstrekken per kelder voor het opstellen van een herstelplan en het uitvoeren van daarvoor benodigde onderzoeken.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen gedurende de looptijd van het Programma Werk aan de Werf op aanvraag eenmalig subsidie verstrekken per kelder in het wervengebied voor onderhoud, herstel of het waterdicht maken van die kelder voor ingrijpende maatregelen.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders kunnen gedurende de looptijd van het Programma Werk aan de Werf op aanvraag eenmalig verstrekken per kelder in het wervengebied voor onderhoud, herstel of het waterdicht maken van die kelder, voor beperkte maatregelen met subsidiabele kosten tot € 10.000 inclusief btw.

 

Artikel 4 Subsidiabele activiteiten

  • 1.

    In de volgende gevallen kan voor het opstellen van een herstelplan en de daarvoor benodigde onderzoeken, en het uitvoeren van het herstelplan, ten behoeve van het onderhoud, het herstel of het waterdicht maken van kelders in het wervengebied, door de eigenaar subsidie worden aangevraagd voor:

    • a.

      kelders die gelijktijdig met het herstel van wal- of kluismuren worden hersteld, zoals opgenomen in het Uitvoeringsprogramma Werk aan de Werf;

    • b.

      kelders met urgente problemen, zoals ernstige lekkage of ernstige constructieve gebreken, en als zodanig bij de gemeente Utrecht bekend;

    • c.

      kelders waarvoor uitvoering van het kelderonderhoud geschied in clusters van ten minste drie aaneengesloten buurkelders;

    • d.

      kelders waarbij voor onderhoud, herstel en waterdicht maken beperkte maatregelen nodig zijn, en de kosten maximaal € 10.000 inclusief btw bedragen.

  • 2.

    Er kan geen subsidie worden verleend als de kosten voor onderhoud, herstel en waterdicht maken van een kelder hoger zijn dan € 250.000 inclusief btw

  • 3.

    De kosten voor de in het eerste lid bedoelde activiteiten zijn uitsluitend subsidiabel voor zover zij voldoen aan criteria omschreven in de leidraad subsidiabele kosten die als bijlage bij deze regeling is opgenomen.

 

Artikel 5 Subsidieplafond

  • 1.

    Voor de subsidieverlening is gedurende de pilotfase van 1 november 2022 tot 1 juli 2024, het volgende bedrag beschikbaar:

    • a.

      voor subsidies voor de kosten voor onderhoud, herstel en het waterdicht maken van een kelder in het kader het uitvoeren van een herstelplan, waarbij ingrijpende maatregelen nodig zijn, geldt per tranche zoals bedoeld in artikel 8 lid 1, een subsidieplafond van € 950.000 inclusief btw per tranche en derhalve van € 3,8 miljoen inclusief btw in totaal;

    • b.

      voor subsidies voor de kosten voor onderhoud, herstel en het waterdicht maken van een kelder in het kader het uitvoeren van een herstelplan, waarbij geen ingrijpende maatregelen nodig zijn en waarvan de kosten minder dan € 10.000 inclusief btw bedragen, geldt per tranche zoals bedoeld in artikel 8 lid 1, een subsidieplafond van € 50.000 inclusief btw per tranche en derhalve van € 200.000 inclusief btw in totaal.

    • c.

      voor subsidies voor het opstellen van een herstelplan en uitvoeren van onderzoeken behoeve van het herstelplan geldt geen subsidieplafond.

  • 2.

    Indien in enig tranche met de verlening van subsidies het subsidieplafond niet wordt bereikt, wordt het resterende bedrag aan het subsidieplafond voor de volgende tranche toegevoegd. Burgemeester en wethouders kunnen de hoogte van het subsidieplafond bij afzonderlijk besluit wijzigen.

 

Artikel 6 Subsidiabele kosten en maximale hoogte van de subsidie voor het opstellen van het herstelplan

  • 1.

    Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor de kosten voor het opstellen van een herstelplan met betrekking tot de kelder en de daarvoor noodzakelijke onderzoeken, mits de subsidiabele kosten voldoen aan de criteria uit de leidraad subsidiabele kosten, met dien verstande dat:

    • a.

      kosten uitsluitend subsidiabel zijn voor zover werkzaamheden:

    • b.

      bijdragen aan de constructieve veiligheid van de kelder;

    • c.

      bijdragen aan de instandhouding van erfgoed;

    • d.

      doelmatig en proportioneel zijn;

    • e.

      technisch noodzakelijk zijn.

    • f.

      kosten voor het geschikt maken of houden van de kelder als woon- of bedrijfsruimte zijn niet subsidiabel.

  • 2.

    Niet subsidiabel zijn kosten waarvan de dekking anderszins verzekerd is. Kosten zijn in ieder geval anderszins verzekerd indien voor de subsidiabele activiteiten een subsidie van een ander bestuursorgaan of een bijdragen van derden, is of kan worden verkregen, waaronder begrepen subsidies voor de instandhouding van rijksmonumenten op grond van het bepaalde in artikel 7.3 van de Erfgoedwet.

  • 3.

    Het subsidiebedrag dat wordt verleend bedraagt 100% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 5.000,00 inclusief btw per herstelplan.

  • 4.

    Indien uit onderzoek en/of naar oordeel van het college blijkt dat er sprake is van een complexe schade- of constructieproblematiek die gespecialiseerd advies vergt, is het college bevoegd om in afwijking van het tweede lid een hogere subsidie te verlenen. Het besluit tot subsidieverlening wordt in dat geval aangepast met een aanvullende aanvraag.

 

Artikel 7 Subsidiabele kosten en maximale hoogte van de subsidie voor het uitvoeren van het herstelplan

  • 1.

    Subsidiabel zijn de kosten van onderzoeken, werkzaamheden, maatregelen en voorzieningen ten behoeve van onderhoud, herstel en het waterdicht maken van kelders in het wervengebied, voor zover dat is bepaald in leidraad subsidiabele kosten, met dien verstande dat:

    • a.

      kosten uitsluitend subsidiabel zijn voor zover werkzaamheden:

    • b.

      bijdragen aan de constructieve veiligheid van de kelder;

    • c.

      bijdragen aan de instandhouding van erfgoed;

    • d.

      doelmatig en proportioneel zijn;

    • e.

      technisch noodzakelijk zijn.

    • f.

      kosten voor het geschikt maken of houden van de kelder als woon- of bedrijfsruimte zijn niet subsidiabel.

  • 2.

    Niet subsidiabel zijn kosten waarvan de dekking anderszins verzekerd is. Kosten zijn in ieder geval anderszins verzekerd indien voor de subsidiabele activiteiten een subsidie van een ander bestuursorgaan of een bijdrage van derden, is of kan worden verkregen, waaronder begrepen subsidies voor de instandhouding van rijksmonumenten op grond van het bepaalde in artikel 7.3 van de Erfgoedwet.

  • 3.

    De subsidie bedraagt het volgende percentage van de subsidiabele kosten:

    • a.

      Voor subsidiabele kosten tot een bedrag van € 50.000 inclusief btw, wordt 50% van de subsidiabele kosten vergoed.

    • b.

      Voor subsidiabele kosten vanaf een bedrag van € 50.000 inclusief btw, wordt het volgende percentage van de subsidiabele kosten vergoed:

    • c.

      100% van deze subsidiabele kosten voor onderhoud, herstel en waterdicht maken, die eenduidig en zonder uitgebreid technisch onderzoek aan gemeente Utrecht toe te schrijven zijn; en

    • d.

      90% van deze subsidiabele kosten voor onderhoud, herstel en waterdicht maken, die niet eenduidig en zonder uitgebreid technisch onderzoek aan gemeente en niet aan de eigenaar toe te schrijven zijn;

    • e.

      er wordt geen subsidie verleend voor de kosten voor onderhoud en herstel die eenduidig en zonder uitgebreid technisch onderzoek aan de keldereigenaar toe te schrijven zijn.

  • 4.

    Tevens kan subsidie worden verstrekt voor de kosten voor het treffen van maatregelen tijdens de werkzaamheden in de openbare ruimte in verband met bereikbaarheid, overlast en veiligheid, mits de kosten voldoen aan de criteria uit de leidraad subsidiabele kosten. De subsidie bedraagt 100% van deze kosten, met een maximum van € 10.000 inclusief btw per kelder. Indien een loopbrug onderdeel is van de treffen maatregelen bedraagt de subsidie maximaal € 50.000 inclusief btw per kelder.

Paragraaf 2.2 Aanvraag

Artikel 8 Indieningstermijn subsidieaanvraag voor het uitvoeren van een herstelplan

  • 1.

    Een subsidieaanvraag voor het uitvoeren van een herstelplan kan worden ingediend bij burgemeester en wethouders binnen de volgende vier aanvraagperiodes (tranches):

    • a.

      tranche 1: 1 november 2022 tot en met 28 februari 2023;

    • b.

      tranche 2: 1 maart 2023 tot en met 31 augustus 2023;

    • c.

      tranche 3: 1 september 2023 tot en met 31 januari 2024;

    • d.

      tranche 4: 1 februari 2024 tot en met 30 juni 2024.

  • 2.

    Een subsidieaanvraag voor het opstellen van een herstelplan kan altijd ingediend worden gedurende de looptijd van de nadere regel.

 

Artikel 9. Volgorde van behandeling en verdeling beschikbare subsidie

  • 1.

    Het binnen een subsidieplafond als bedoeld in artikel 5, eerste lid sub a, beschikbare subsidie wordt verdeeld op de manier zoals beschreven in lid twee tot en met vijf en lid zeven van dit artikel.

  • 2.

    Per tranche wordt, behoudens het geval in lid 7 van dit artikel en onverminderd het bepaalde in lid 4 van dit artikel, enkel subsidie verleend voor het opstellen van een herstelplan met prioriteit of het uitvoeren van een herstelplan met prioriteit. Het voor een tranche op grond van het subsidieplafond beschikbare bedrag wordt verdeeld op volgorde van binnenkomst van de volledige aanvragen. Aanvragen die aan de indieningsvereisten voldoen worden op volgorde van binnenkomst behandeld. Op aanvragen kan reeds worden beslist voor de einddatum van de betreffende tranche.

  • 3.

    Aanvragen krijgen prioriteit als bedoeld in het tweede lid van dit artikel in de volgende gevallen:

    • a.

      kelders die gelijktijdig met de wal-of kluismuren kunnen worden hersteld, zoals bepaald in het Uitvoeringsprogramma Werk aan de Werf;

    • b.

      kelders met urgente problemen wegens ernstige lekkage of ernstige constructieve gebreken; en

    • c.

      kelders die gelijktijdig met naastgelegen kelders met urgente problemen worden hersteld, zoals bedoeld in het derde lid sub b van dit artikel. Het cluster van kelders wordt dezelfde prioritering toegekend.

  • 4.

    Indien ná de einddatum van een tranche het voor die tranche op grond van het subsidieplafond beschikbare bedrag nog niet volledig is verdeeld nadat op alle aanvragen met prioriteit is beslist, komen aanvragen zonder prioriteit als bedoeld in het tweede lid van dit artikel voor subsidie in die tranche in aanmerking, voor zover daarmee het subsidieplafond niet wordt overschreden, in de volgende gevallen:

    • a.

      kelders waarvan het onderhoud en herstel geschiedt in een cluster van drie of meer naast elkaar liggende kelders, en

    • b.

      als het gelet op de doelstellingen en uitgangspunten van het Programma Werk aan de Werf, wenselijk is snel tot uitvoering van het herstel als omschreven in de aanvraag en het overgelegde herstelplan over te gaan, zoals bij kelders waarbij werk met werk kan worden gemaakt, kelders die gelijktijdig met de uitvoering van kabel- en leidingwerkzaamheden kunnen worden hersteld, of kelders die door een eigenaar gelijktijdig met een ingrijpend renovatie van het pand kunnen worden hersteld.

  • 5.

    Aanvragen zoals bedoeld in het vierde lid van dit artikel worden ná de einddatum van de betreffende tranche beoordeeld op volgorde van binnenkomst van de aanvragen die aan de indieningsvereisten voldoen.

  • 6.

    Op aanvragen met prioriteit zoals bedoeld in het tweede en derde lid kan reeds worden beslist voor de einddatum van de betreffende tranche.

  • 7.

    In afwijking van de wijze van verdeling en de volgorde van behandelen van aanvragen uit lid twee tot en met zes van dit artikel wordt een aanvraag voor het uitvoeren van een herstelplan dat zodanig urgent is dat uitstel van het herstel niet aanvaardbaar is, met voorrang op alle andere aanvragen behandeld en kan daarvoor met voorrang op alle andere aanvragen subsidie worden verleend.

 

Artikel 10. Wijze van indiening

Een aanvraag kan elektronisch worden ingediend met DigiD en/of e-herkenning via www.utrecht.nl/subsidie. In uitzonderingsgevallen kan, mits vooraf afgestemd met het subsidiebureau via subsidie@utrecht.nl, een aanvraag schriftelijk worden ingediend via Gemeente Utrecht, t.a.v. Subsidiebureau, Postbus 2158, 3500 GD Utrecht

 

Artikel 11. Subsidie opstellen herstelplan

  • 1.

    Een keldereigenaar kan per e-mail via werven@utrecht.nl melden dat hij in aanmerking wenst te komen voor ondersteuning bij het aanvragen van subsidie voor het opstellen van een herstelplan.

  • 2.

    Uiterlijk binnen 3 weken na het doen van een melding ontvangt de keldereigenaar van burgemeester en wethouders een uitnodiging voor een keukentafelgesprek.

  • 3.

    In het keukentafelgesprek wordt de opzet van herstelplan besproken, welke onderzoeken daarvoor nodig zijn, en welke samenwerkingsafspraken tussen de keldereigenaar en de gemeente Utrecht zullen worden gemaakt.

  • 4.

    De keldereigenaar kan een subsidieaanvraag voor het opstellen van een herstelplan en de daarvoor benodigde bij burgemeester en wethouders indienen. Bij het indienen van de aanvraag om een subsidie voor het opstellen van een herstelplan wordt een offerte van een gespecialiseerd bureau of gespecialiseerde aannemer overgelegd;

  • 5.

    Het opstellen van het herstelplan en de daarvoor benodigde onderzoeken zijn subsidiabel voor zover de aanvraag voldoet aan de criteria opgenomen in de leidraad subsidiabele kosten herstel die als bijlage bij deze regeling is opgenomen;

  • 6.

    De subsidie wordt in ieder geval geweigerd als de kelder niet voldoet aan de prioriteitscriteria genoemd in artikel 9 lid 3 en 4, of urgentie als bedoeld in artikel 9 lid 7.

  • 7.

    Uiterlijk binnen 4 weken na ontvangst van een subsidieaanvraag voor het opstellen van een herstelplan die aan alle indieningsvereisten voldoet beslissen burgemeester en wethouders op de subsidieaanvraag voor het opstellen van het herstelplan en de bijbehorende onderzoeken.

 

Artikel 12 Vooroverleg subsidieaanvraag voor uitvoering herstelwerkzaamheden

  • 1.

    Na het verkrijgen van de in artikel 11 bedoelde subsidie stelt de keldereigenaar een herstelplan op.

  • 2.

    De keldereigenaar wordt verzocht het concept herstelplan per e-mail via werven@utrecht.nl toe te sturen naar burgemeester en wethouders zodra het herstelplan gereed is.

  • 3.

    De keldereigenaar stuurt waar mogelijk de volgende bescheiden toe, tezamen met het concept herstelplan:

    • a.

      concept subsidie aanvraag;

    • b.

      projectbegroting, bestaande uit een kostenraming, kostenverdeling en een dekkingsplan;

    • c.

      concept samenwerkingsovereenkomst;

    • d.

      concept vergunning aanvraag;

    • e.

      eigendomsakte.

  • 4.

    Uiterlijk binnen 3 weken na het toesturen van de in artikel 12, lid 3, genoemde documenten ontvangt de keldereigenaar een uitnodiging voor een inhoudelijke bespreking van het herstelplan en de overige documenten.

  • 5.

    In de fase van het vooroverleg geven burgemeester en wethouders de keldereigenaar ondersteuning bij het opstellen van de documenten die nodig zijn om een volledige subsidieaanvraag voor het uitvoeren van het herstel van de kelder in te kunnen dienen.

  • 6.

    Voorts maken de gemeente Utrecht en de keldereigenaar afspraken over de samenwerking bij uitvoering van de onderhouds- en herstelwerkzaamheden aan kelder van de keldereigenaar en de werf- of kluismuur en hemelwaterafvoerinstallatie van de gemeente Utrecht, en de overige in artikel 13 genoemde onderwerpen.

 

Artikel 13 Aanvraag subsidie voor het uitvoeren van een herstelplan

  • 1.

    Bij een aanvraag om subsidie voor het uitvoeren van een herstelplan wordt per kelder gebruik gemaakt van een hiervoor door burgemeester en wethouders vastgesteld aanvraagformulier.

  • 2.

    Bij het indienen van de aanvraag om een subsidie voor het uitvoeren van een herstelplan wordt overgelegd:

    • a.

      het herstelplan dat voldoet aan de eisen omschreven in de leidraad eisen aan herstelplan indien en voor zover de kosten voor onderhoud, herstel en waterdicht maken zijn geraamd op meer dan € 10.000 inclusief btw. Indien de hiervoor genoemde kosten zijn geraamd op € 10.000 inclusief btw of minder volstaat een offerte van een gecertificeerde aannemer en een werkbeschrijving als zijnde het herstelplan;

    • b.

      een actuele rapportage met relevante onderzoeken zoals bedoeld in leidraad eisen aan herstelplan waaruit de technische of fysieke staat van de kelder nauwkeurig blijkt en waarmee de noodzaak van de ingrepen voldoende wordt onderbouwd. Het rapport dient actuele overzichts- en detailfoto’s te bevatten die een duidelijke indruk geven van de staat van kelder en zijn gebreken. Indien kosten lager zijn dan €10.000 inclusief btw volstaat een werkbeschrijving van de aannemer inclusief actuele overzichts- en detailfoto’s;

    • c.

      een projectbegroting, bestaande uit een kostenraming, kostenverdeling en een dekkingsplan, van de kosten voor onderhoud, herstel en waterdicht maken van de kelder. De projectbegroting dient aan te sluiten op het overzicht van de activiteiten. In deze begroting staat per activiteit opgenomen welke personele en materiele middelen nodig zijn voor de activiteiten;

    • d.

      een overzicht van andere subsidies voor dezelfde activiteit, waarbij wordt aangegeven voor welke onderdelen hoeveel subsidie is verstrekt dan wel is of zal worden aangevraagd. In voorkomend geval wordt tevens vermeld wat de stand van zaken is met betrekking tot de indiening of beoordeling van die aanvragen;

    • e.

      een document waaruit blijkt dat de aanvrager de eigenaar is van de kelder, bijvoorbeeld de akte van levering.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders kunnen voor de beoordeling van een aanvraag nadere gegevens opvragen bij de eigenaareigenaar over onder meer:

    • a.

      de mogelijkheid voor de eigenaar om in aanmerking te komen voor subsidies van andere overheden of publiekrechtelijke instellingen voor de uitvoering van werkzaamheden aan de kelder;

    • b.

      de aard en oorzaak van problemen en de beoogde wijze van herstel.

 

Paragraaf 2.3 Verlening

Artikel 14 Adviescommissie

  • 1.

    Met de vaststelling van deze nadere regel wordt een onafhankelijke adviescommissie ingesteld, waarvan de leden door burgemeester en wethouders worden benoemd en ontslagen.

  • 2.

    De adviescommissie bestaat uit zes of meer leden, onderverdeeld in behandelingskamers van drie leden, waaronder altijd één, door de leden aangewezen, voorzitter. Deelname aan een adviescommissie is beperkt tot een periode van maximaal 4 aaneengesloten jaren.

  • 3.

    De adviescommissie stelt voor haar werkwijze een reglement vast, welk reglement ter goedkeuring moet worden voorgelegd aan burgemeester en wethouders. Het reglement bevat in ieder geval bepalingen over de door de Adviescommissie te volgen procedure bij een adviesverzoek van burgemeester en wethouders, waaronder begrepen het horen van de eigenaar en een mogelijkheid voor de eigenaar en burgemeester en wethouders om een reactie te geven op een concept van het advies van de adviescommissie.

  • 4.

    Burgemeester en wethouders vragen alvorens een besluit te nemen op een aanvraag advies aan de adviescommissie, indien het voorlopig oordeel van burgemeester en wethouders afwijkt van het standpunt van de eigenaar, met betrekking tot de vraag of:

    • a.

      de kosten waarvoor subsidie wordt aangevraagd, geheel of gedeeltelijk subsidiabel is; of

    • b.

      de gebreken wel of niet, eenduidig en zonder uitgebreid technisch onderzoek, aan de gemeente of de keldereigenaar zijn toe te schrijven.

 

Artikel 15 Voorwaarden aan subsidie: samenwerkingsovereenkomst

  • 1.

    Aan de subsidieverlening wordt de opschortende voorwaarde verbonden dat er een samenwerkingsovereenkomst tussen de eigenaar en de gemeente Utrecht tot stand komt.

  • 2.

    De samenwerkingsovereenkomst dient onder meer een regeling te bevatten voor:

    • a.

      de samenwerking tussen gemeente Utrecht en keldereigenaar bij de uitvoering van onderhouds- en herstelwerkzaamheden aan werf-, straat-, of kluiskelder van een keldereigenaar en aan de werf- of kluismuur en de hemelwaterafvoerinstallatie van de gemeente. Uitgangspunt is dat de werkzaamheden voor keldereigenaar en de gemeente Utrecht zoveel mogelijk gelijktijdig door dezelfde aannemer worden uitgevoerd;

    • b.

      de opdrachtverstrekking voor de uitvoering van werkzaamheden voor de gemeente door de keldereigenaar, of voor de keldereigenaar door de gemeente Utrecht;

    • c.

      afspraken over de technische eisen van die werkzaamheden;

    • d.

      de planning van de werkzaamheden;

    • e.

      de aanneemsom;

    • f.

      afspraken over toezicht en directievoering, oplevering, onderhoudstermijn, garanties en cessies;

    • g.

      medewerking bij het uitvoeren van de werkzaamheden;

    • h.

      toestemming voor het aanpassen /wijzigen eigendommen keldereigenaar en gemeente (kelders, muren, weg en hemelwaterafvoerinstallatie);

    • i.

      meewerken aan onderzoek naar schade en schadeoorzaken;

    • j.

      een beëindigingsregeling;

    • k.

      een regeling voor het in goede staat van onderhoud houden van de werf-, straat-, of kluiskelder en de werf- of kluismuur;

    • l.

      het notarieel vastleggen van de eigendomsverhoudingen waarbij de onderhoudsplicht nader wordt uitgewerkt.

 

Artikel 16 Beslistermijn subsidie uitvoeren herstelplan

  • 1.

    Burgemeester en wethouders beslissen binnen 13 weken na ontvangst van een aanvraag voor het uitvoeren van een herstelplan, of binnen 19 weken als de adviescommissie wordt ingeschakeld zoals beschreven in artikel 14 lid 4, mits de aanvraag tijdig en volledig is ontvangen.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen de beslissing op een aanvraag voor de duur van maximaal vier weken verdagen. Burgemeester en wethouders delen de verdaging mee aan de eigenaar.

 

Artikel 17 Weigeringsgronden

Een subsidieaanvraag wordt, onverminderd het bepaalde in artikel 4:25 Awb, artikel 4:35 Awb en de ASV van de gemeente Utrecht, geheel of gedeeltelijk geweigerd voor zover:

  • 1.

    de aanvraag betrekking heeft op een kelder buiten het wervengebied zoals gedefinieerd in Artikel 1;

  • 2.

    de aanvraag niet voldoet aan de criteria zoals omschreven in artikel 9;

  • 3.

    de aanvraag niet voldoet aan de indieningsvereisten genoemd in artikel 9 lid 4 of artikel 13;

  • 4.

    de kosten niet subsidiabel zijn;

  • 5.

    de werkzaamheden naar het oordeel van burgemeester en wethouders niet of onvoldoende bijdragen aan de constructieve veiligheid van de kelder en de daarboven liggende weg of andere infrastructuur van de gemeente Utrecht;

  • 6.

    de werkzaamheden naar het oordeel van burgemeester en wethouders niet of onvoldoende bijdragen aan het behoud van erfgoed;

  • 7.

    voor de kosten waarvoor subsidie wordt gevraagd subsidie van andere overheden of publiekrechtelijke instellingen kan worden verkregen;

  • 8.

    de voorgestelde werkzaamheden naar het oordeel van burgemeester en wethouders onvoldoende bijdragen aan het doel van deze nadere regel.

 

Artikel 18 Aanpassing van het verleende subsidiebedrag

  • 1.

    Als de in de projectbegroting opgenomen post onvoorzien niet toereikend is om de kosten van onvoorziene noodzakelijke afwijkingen van het herstelplan te dekken, kan de keldereigenaar, mits hij vooraf schriftelijk goedkeuring van burgemeester wethouders heeft verkregen, een meerwerkopdracht te verstrekken, tot een maximum van € 5.000 inclusief btw, zolang de subsidie nog niet is vastgesteld, burgemeester en wethouders verzoeken in een herziene beslissing op de aanvraag, het verleende subsidiebedrag te verhogen, met inachtneming van de leidraad subsidiabele kosten en het maximaal te subsidiëren bedrag.

  • 2.

    Wanneer de openbare weg is open gegraven doen burgemeester en wethouders een onderzoek naar de schade en stellen daarvan een inspectierapport op. Dit inspectierapport wordt binnen acht weken naar de keldereigenaar toegezonden. Indien uit de inspectie blijkt dat de schade, zonder nader technisch onderzoek, eenduidig aan de gemeente is toe te schrijven, kan de keldereigenaar burgemeester en wethouders vragen de subsidiebeschikking op dit punt aan te passen. Alvorens een besluit te nemen op het verzoek van de keldereigenaar, vragen burgemeester en wethouders advies aan de adviescommissie indien naar hun voorlopig oordeel het verzoek geheel of gedeeltelijk moet worden afgewezen.

 

Artikel 19 Uitstapregeling

  • 1.

    Als na het open graven van de kelder blijkt dat de kosten voor het onderhoud, herstel en waterdicht maken aanzienlijk hoger zijn dan in het herstelplan geraamd, waardoor de eigen bijdrage aan een keldereigenaar aanzienlijk hoger wordt dan verwacht, heeft de keldereigenaar het recht de werkzaamheden tussentijds te beëindigen, en behoeft hij de subsidie niet volledig terug te betalen.

  • 2.

    Er is sprake van een aanzienlijke hogere eigen bijdrage als:

    • a.

      in het geval de geraamde herstelwerkzaamheden lager waren dan € 50.000 inclusief btw: de eigen bijdrage van de keldereigenaar € 5.000 inclusief btw hoger wordt;

    • b.

      in het geval de geraamde herstelwerkzaamheden tussen de € 50.001 inclusief btw en € 100.000 inclusief btw liggen: de eigen bijdrage van de keldereigenaar met meer dan € 10.000 inclusief btw toeneemt;

    • c.

      in het geval de geraamde herstelwerkzaamheden tussen de € 100.001 inclusief btw en € 250.000 inclusief btw liggen: de eigen bijdrage van de keldereigenaar met meer dan € 20.000 inclusief btw toeneemt.

  • 3.

    Keldereigenaar kan in het geval van het eerste lid van dit artikel burgemeester en wethouders verzoeken de subsidiebeslissing te herzien. De herziening heeft een terugwerkende kracht tot het moment dat de keldereigenaar burgemeester en wethouder heeft verzocht de subsidie vanwege de beëindiging van de werkzaamheden te willen beëindigen. Burgemeester en wethouders zullen in haar beslissing vaststellen welk deel subsidie – mede gelet op de kosten die ten behoeve van het beëindiging van de werkzaamheden nog moeten worden gemaakt – dient te worden terugbetaald.

  • 4.

    Als na het open graven van een kelder blijkt dat de kosten voor het onderhoud, herstel en waterdicht maken van die kelder aanzienlijk hoger liggen dan geraamd - te weten 20 % hoger blijken te zijn dan € 250.000 – kunnen burgemeester en wethouders de subsidie intrekken, en de met de keldereigenaar gesloten samenwerkingsovereenkomst beëindigen.

 

Paragraaf 2.4 Verplichtingen van de subsidieontvanger

Artikel 20 Onderzoek schade

De keldereigenaar zal op verzoek van burgemeester en wethouder meewerken aan een onderzoek naar de schade aan een kelder.

 

Artikel 21 Opdrachtgeverschap

De keldereigenaar is zelf verantwoordelijk voor het uitvoeren van onderhoud, herstel en waterdicht maken van zijn kelder. Een uitzondering is mogelijk wanneer er gelijktijdig met het herstel van een kelder ingrijpend herstel van kluismuren of muren van bruggen in eigendom van de gemeente Utrecht plaatsvindt zoals opgenomen in het Uitvoeringsprogramma Werken aan de Werf. In dit specifieke geval kan de gemeente Utrecht het opdrachtgeverschap voor het herstel van de kelder op zich nemen, waarbij de gemeente Utrecht op eigen naam voor rekening van de keldereigenaar optreedt als opdrachtgever richting de aannemer. Nadere afspraken tussen gemeente Utrecht en keldereigenaar worden vastgelegd in de samenwerkingsovereenkomst.

Hoofdstuk 3 Slotbepalingen

Artikel 22 Verkrijgen van subsidie met terugwerkende kracht

Voor onderhoud, herstel en waterdicht maken van een kelder dat is gestart niet eerder dan 20 december 2019 en niet later dan drie maanden na de inwerkingtreding van de nadere regel is het mogelijk subsidie met terugwerkende kracht aan te vragen. De volgende eisen zijn van toepassing:

  • 1.

    de eigenaar maakt aannemelijk dat gebreken aan de kelder van dusdanige aard waren, dat uitstel van de werkzaamheden niet kon wachten tot inwerkingtreding van de nadere regel;

  • 2.

    de eigenaar voldoet aan de gestelde eisen van de nadere regel;

  • 3.

    in afwijking van het tweede lid behoeft de eigenaar geen inspectierapport, herstelplan en financieel overzicht in te dienen;

  • 4.

    de eigenaar dient wel een ondertekende samenwerkingsovereenkomst in te dienen;

  • 5.

    de eigenaar toont met een gespecificeerde offerte aan dat de werkzaamheden zijn uitgevoerd door aannemer. De offerte van de aannemer vervangt het inspectierapport en herstelplan;

  • 6.

    er is alleen recht op subsidie als de in het vijfde lid bedoelde werkzaamheden voldoen aan de eisen voor subsidiabele activiteiten zoals omschreven in artikel 4;

  • 7.

    de eigenaar dient voor werkzaamheden na de inwerkingtreding van de nadere regel in het bezit te zijn van een opbreekvergunning;

  • 8.

    voor kelders, waarbij de kosten voor onderhoud, herstel en waterdicht maken maximaal

  • 9.

    € 10.000 inclusief btw bedragen, wordt geen subsidie met terugwerkende kracht verstrekt;

  • 10.

    Het subsidieplafond is niet van toepassing op deze aanvragen.

 

Artikel 23 Inwerkingtreding

Deze nadere regel geldt van 1 november 2022 tot en met 30 juni 2024.

 

Artikel 24 Evaluatie

De subsidieregeling betreft een pilot. Het beleid waarvoor op grond van deze nadere regel subsidie wordt verleend, wordt periodiek geëvalueerd. De evaluatie kan leiden tot tussentijdse aanpassing van deze nadere regel en de bijbehorende leidraad subsidiabele kosten en de leidraad eisen aan herstelplan. Leereffecten uit de pilot worden voorts meegenomen in de totstandkoming van de nieuwe nadere regel voor het subsidiëren van het onderhoud en herstel van kelders die deze nadere regel zal vervangen.

 

Artikel 25 Citeertitel

Deze nadere regel wordt aangehaald als Nadere regel subsidie kelders wervengebied pilotfase 2022-2024 gemeente Utrecht.

 

 

 

 

 

Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht, in de vergadering van 1 november 2022

De burgemeester

Sharon A.M. Dijksma

De secretaris,

Gabrielle G.H.M. Haanen

Bijlage 1: Leidraad subsidiabele kosten

 

Leidraad subsidiabele kosten voor het opstellen en uitvoeren van een herstelplan

 

Met de subsidieregeling kelderherstel wervengebied kunnen keldereigenaren subsidie aanvragen voor onderhoud, herstel en waterdicht maken van hun kelders. Er kan subsidie worden gevraagd voor het opstellen van een herstelplan en de voor noodzakelijke onderzoeken. Daarnaast kan subsidie worden gevraagd voor de uitvoering van het herstelplan. In deze leidraad is nader beschreven welke kosten wel en niet subsidiabel zijn.

 

1. Algemene bepalingen subsidiabele kosten

 

Subsidiabel zijn de kosten van onderzoeken, werkzaamheden, maatregelen en voorzieningen ten behoeve van onderhoud, herstel en het waterdicht maken van kelders in het wervengebied, voor zover dat is bepaald in deze bijlage:

 

  • 1.

    kosten zijn uitsluitend subsidiabel voor zover de werkzaamheden:

  • a.

    bijdragen aan de constructieve veiligheid van de kelder;

  • b.

    bijdragen aan de instandhouding van erfgoed;

  • c.

    doelmatig en proportioneel zijn;

  • d.

    technisch noodzakelijk zijn.

 

  • 2.

    kosten voor het geschikt maken of houden van de kelder als woon- of bedrijfsruimte zijn niet subsidiabel.

 

2. Uitwerking algemene bepalingen

 

Algemeen

De ‘Leidraad subsidiabele kosten voor het opstellen en uitvoeren van een herstelplan’ (hierna: leidraad) is een bijlage van de ‘Nadere regel subsidie kelders wervengebied gemeente Utrecht pilotfase 2022-2024’. Met de leidraad wordt gestreefd naar een efficiënte behandeling van subsidieaanvragen en subsidievaststellingen. In hoofdstuk 1.1 staan algemene bepalingen ten aanzien van subsidiabele kosten. Deze bepalingen gelden voor alle subsidiabele kosten, genoemd in deze leidraad.

 

In het herstelplan, met name in de werkomschrijving en in de kostenraming, moeten de onderdelen zoals genoemd in deze leidraad terug te vinden zijn. In een aantal gevallen is aangegeven welke kosten niet subsidiabel zijn. Deze niet-subsidiabele kostenposten zijn bedoeld ter verduidelijking en als afbakening om aan te geven waar de grens tussen subsidiabel en niet-subsidiabel ligt, maar zijn niet limitatief.

 

De leidraad maakt geen onderscheid tussen onderhoud en herstel. Voor veel werkzaamheden geldt dat voor het maken van onderscheid tussen onderhoud en herstel met percentages moeten worden gewerkt. In veel gevallen levert dat een arbitraire grens op en dat is onwenselijk.

 

Pilotregeling

Een belangrijk doel van de pilot is kennis en ervaring op te doen. De opgedane lessen worden benut bij de toepassing van de Nadere regel en deze Leidraad. Burgemeester en wethouders kunnen de Leidraad aanpassen. De aangepaste Leidraad is van toepassing op nieuwe subsidieaanvragen.

 

Technisch noodzakelijk, doelmatig en proportioneel

De werkzaamheden voor het herstel, onderhoud of waterdicht maken van kelders dienen doelmatig, proportioneel en technisch noodzakelijk te zijn en gericht op behoud van het wervengebied. Doelmatig en proportioneel houdt in dat de werkzaamheden moeten bijdragen aan de constructieve veiligheid van de kelder (en de daarboven liggende weg) en zijn monumentale waarde. Mede gelet op de beperkte subsidiegelden moet er een verantwoorde balans zijn tussen de hoogte van de herstelkosten en hun bijdrage aan de eerder genoemde doelen. De werkzaamheden moeten op een vakkundige wijze worden uitgevoerd. Behoud gaat hierbij vóór herstel, herstel vóór vervanging en vervanging vóór reconstructie.

 

Zelfwerkzaamheid

Voor het uitvoeren van herstel, onderhoud en waterdicht maken van de kelder is specifiek vakmanschap noodzakelijk. In het algemeen geldt dat de kosten van ‘zelfwerkzaamheid’ alleen dan subsidiabel zijn indien de eigenaar achteraf kan aantonen (bijvoorbeeld met een accountantsverklaring) hoeveel uren door hemzelf of zijn personeel binnen het kader van een door hem gedreven onderneming zijn besteed aan subsidiabele werkzaamheden. Uren die zijn besteed buiten het kader van de door hem gedreven onderneming gelden als ‘doe-het- zelf’-uren. Deze zijn niet subsidiabel.

 

Meerwerk

Tijdens de uitvoering van het herstelplan kunnen onverwacht gebreken aan het licht komen, waardoor extra werkzaamheden noodzakelijk zijn om de kelder in stand te kunnen houden. Mits het subsidiabele instandhoudingswerkzaamheden betreft, kan de begrotingspost ‘onvoorzien’ worden gebruikt om deze kosten te dekken.

 

3. Subsidiabele kosten

 

In de onderstaande tabel staat welke kosten subsidiabel zijn. Per kelderonderdeel zijn de type werkzaamheden en de kostenverdeling, 100% voor gemeente, 100% voor keldereigenaar of kosten te verdelen, aangeduid. In de nadere regel is aangegeven hoe deze kosten worden verdeeld (welk percentage van toepassing is). In de tabel is per type werkzaamheden aangegeven welke kosten wel en niet subsidiabel zijn. Deze lijst is niet uitputtend. De lijst subsidiabele kosten kan worden gewijzigd. De niet-subsidiabele kostenposten zijn bedoeld ter verduidelijking en als afbakening om aan te geven waar de grens tussen subsidiabel en niet-subsidiabel ligt.

 

Kosten zijn niet subsidiabel voor zover bij andere overheden of publiekrechtelijke instellingen subsidie wordt verkregen of kan worden verkregen voor het uitvoeren van het onderhoud, herstel en het waterdicht maken van een kelder. Of kosten subsidiabel zijn op grond van de nadere regel bij derden is niet aangegeven in deze lijst. Dit mogelijke verschil wordt duidelijk bij de kostenraming en kostenverdeling die als bijlage in het herstelplan komen.

 

De omzetbelasting (btw) is tot een maximum van 21%, tenzij deze voor de keldereigenaar fiscaal verrekenbaar is.

 

Lijst met subsidiabele kosten

 

Nr.

Werkzaamheden

Kosten te verdelen te verdelen

Kosten 100% gemeente

Kosten 100% eigenaar

1

Opstellen herstelplan en de daarvoor benodigde onderzoeken

 

inspectie van kelder en muur

 

x

 

 

archeologisch bureauonderzoek en advies (alleen als in kelder wordt gegraven)

 

x

 

 

bureauonderzoek kabels en leidingen (KLIC-melding)

 

x

 

 

funderingsonderzoek

 

x

 

 

nader veldonderzoek kabels en leidingen (graven proefsleuven)

 

x

 

 

kernboringen metselwerk (bepaling dikte metselwerk, opbouw en samenhang)

 

x

 

 

sterkteberekeningen aan de kelder voor dragen van de maximale aslast

 

x

 

 

2

Algemeen

 

voorbereiden en begeleiden uitvoering / directievoeren en toezicht houden

x

 

 

 

nader onderzoek tijdens uitvoering

 

x

 

 

ontruimen van de kelder en opslag goederen

 

 

x

 

tijdelijke maatregelen bij onveilige kelder (onderstempelen)

x

 

 

 

3

Bouwplaats voorzieningen

 

inzet steigermateriaal

x

 

 

 

verkeersvoorzieningen

 

x

 

 

afzetten bouwplaats

x

 

 

 

aanbrengen tijdelijke onderstempeling gewelf

x

 

 

 

4

Grondwerk

 

ontgraven grond en afvoeren

x

 

 

 

grond terugplaatsen en/of zand aanvullen, en verdichten

x

 

 

 

5

Terreinverharding

 

opnemen en tijdelijk opslaan bestrating

x

 

 

 

herstraten bestaande bestrating

x

 

 

 

invegen voegen met zand

x

 

 

 

6

Buitenriolering, hemelwaterafvoer en drainage

 

verwijderen van oude drainage

 

x

 

 

afwatering spuwers herstellen

 

x

 

 

werkzaamheden t.b.v. waterafvoer

 

x

 

 

afvoer hemelwater dak pand

x

 

 

 

7

Openbare Ruimte

 

trappen naar de werf

 

x

 

 

straatlantaarnpalen

 

x

 

 

8

Gewelf, boog/ toog

 

schoonspuiten en borstelen voor waterdichte laag

x

 

 

 

aanbrengen waterdichte laag

x

 

 

 

reparatie scheuren

x

 

 

 

afdichten doorvoeringen

x

 

 

 

metselwerk

x

 

 

 

herstel pleisterwerk

 

 

x

 

 

9

Dragende wanden en steunbeer

 

reparatie scheuren

x

 

 

 

herstel pleisterwerk

 

 

x

 

10

Wanden (niet dragend)

 

reparatie scheuren

x

 

 

 

herstel pleisterwerk van muren

 

 

x

 

11

Werf- of kluismuur

 

afvoegen

 

x

 

 

metselwerk

 

x

 

 

kozijnen, ramen en deuren (binnen)

 

 

x

 

kozijnen, ramen en deuren (buiten)

 

x

 

 

hang en sluitwerk ramen en deuren

x

 

 

 

ruiten

 

x

 

 

schilderwerk binnenkant

 

 

x

 

waterdicht maken van de werfmuur (verblijffunctie)

 

 

x

 

voeg muur en kelder

x

 

 

 

herstellen waterdichte aansluiting op zaken leidingen waterafvoer, L-wand, voeg

x

 

 

 

herstellen pleisterwerk

 

 

x

 

12

Pandgevel

 

uitvlakken van keldergewelf voor waterdichte laag

x

 

 

 

uitvlakken van muur pand voor waterdichte laag

 

 

x

 

13

 Vloer

 

waterdicht maken van de vloer

 

 

x

 

vloerverwarming

 

 

x

 

herstel vloertegelwerk

 

 

x

 

geschikt maken voor woon- of werkfunctie

 

 

x

 

14

Geschikt maken voor woon- of werkfunctie

 

luchtbehandelingssysteem

 

 

x

 

ventilatiesysteem

 

 

x

 

15

 Beplanting

 

beschermen aanwezige beplanting

 

x

 

 

Bijlage 2: Leidraad herstelplan

 

1. Onderzoek

 

Om een werf-, kluis- of straatkelder te herstellen, is een herstelplan nodig. Hier leest u welke onderzoeken nodig zijn om een herstelplan te maken, welke doelen het herstel dient en welke eisen daarom aan het herstel worden gesteld. We geven ook een overzicht van wat er in het herstelplan moet staan. Een herstelplan is een voorwaarde om subsidie te kunnen vragen voor een deel van de herstelkosten.

 

Om het herstelplan te kunnen maken en beoordelen is een beeld nodig van de staat van de kelder. Het herstelplan begint daarom met onderzoek. De onderzoeksrapporten komen als bijlage bij het herstelplan. Minimaal nodig zijn:

  • 1.

    Inspectie van kelder en muur.

  • 2.

    Archeologisch bureauonderzoek en advies (alleen als in kelder wordt gegraven).

  • 3.

    Bureauonderzoek kabels en leidingen (KLIC-melding).

  • 4.

    Soms, bijvoorbeeld als er vermoedens zijn van grotere schade of gebreken in de constructie, is het nodig om nader specialistisch onderzoek te doen. De keldereigenaar en gemeente spreken dan af welke aanvullende onderzoeken nog nodig zijn voor het opstellen van een herstelplan. Voorbeelden van specialistisch onderzoek zijn:

  • 5.

    Funderingsonderzoek om inzicht te krijgen in de funderingsopbouw van naastgelegen kelders of panden, als er geen of onvoldoende informatie voorhanden is.

  • 6.

    Nader veldonderzoek naar kabels en leidingen. Dan graven we proefsleuven.

  • 7.

    Kernboringen metselwerk. Daarmee bepalen we de dikte van metselwerk, opbouw en samenhang.

  • 8.

    Sterkteberekeningen aan de kelder voor het dragen van de maximale aslast.

 

Alle onderzoekskosten en de kosten voor het maken van het herstelplan zijn voor rekening van de gemeente. De keldereigenaar vraagt hiervoor een subsidie aan van maximaal

€ 5.000 bij de gemeente. Als de kelder een rijksmonument is, dan worden deze kosten ook vergoed door de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed (RCE) vanuit de subsidieregeling voor instandhouding van monumenten.

 

2. Doelen, eisen aan herstel

 

Het herstel van de kelder dient de volgende doelen:

  • 1.

    De kelder is na herstel voldoende veilig en belastbaar.

  • 2.

    Het erfgoed wordt behouden.

  • 3.

    De kelder is geschikt voor het huidige gebruik.

  • 4.

    De uitvoering van het herstel is van voldoende kwaliteit.

  • 5.

    Tijdens het herstelwerk wordt overlast voor de omgeving zoveel mogelijk voorkomen.

 

Per doel stelt de gemeente daarom eisen aan het herstel:

 

1. Voldoende veilig en belastbaar

De kelder dient (minimaal) de huidige belasting van de weg en het verkeer te kunnen dragen. Er blijft een aslastbeperking van 2 ton gelden in het gebied. De belangrijkste eisen zijn:

  • Kelder moet na het herstel weer zo sterk zijn als ze ooit is gebouwd.

  • De kelder moet een verkeersbelasting aankunnen die hoort bij het aslast beperkingsbord C20 van 3,0 ton zoals die in de NEN 8701 is opgenomen. Dit is de laagste aslastbeperking die door het Bouwbesluit wordt toegelaten en is nodig als veiligheidsmarge voor de incidentele zwaardere belasting door bijzonder verkeer, zoals de brandweer.

  • Constructieve schade moet zijn hersteld. Dat geldt ook voor ernstige lekkages omdat deze op den duur de constructie van de kelder aantasten.

 

2. Behoud van erfgoed

De kelders zijn onderdeel van het historische erfgoed van de stad. Een deel van de kelders heeft een beschermde status als rijksmonument of gemeentemonument. De werven en de stadsbinnengrachten zijn rijksmonument én beschermd stadsgezicht. Belangrijkste eisen:

  • Het onderhoud en herstel van de kelder dienen tot instandhouding van het monument en zijn gericht op maximaal behoud van de aanwezige monumentale waarden: in het bijzonder historische materialen en constructies. Deze eisen zijn gesteld om de originele kenmerken van het monument zo gaaf mogelijk te behouden. Het gaat om kenmerken zoals het oorspronkelijke uiterlijk, de toegepaste bouwwijze en gebruikte materialen.

  • De herstelde kelder dient te voldoen aan de regelgeving op het gebied van het erfgoed. Zie de Erfgoedwet en Monumentenverordening Utrecht.

    • Voor het behoud van het erfgoed moeten ernstige lekkages worden hersteld. Dat voorkomt aantasting van de constructie.

    • Kelders die vanuit het pand geen monumentale status hebben, worden als monument behandeld voor het benodigde herstel.

 

3. Geschikt voor huidig gebruik

Het herstelplan is bedoeld om schades aan de kelder en muur te herstellen, voor het dragen van de bovenliggende straat en de kelder waterdicht te maken voor het huidig gebruik. Het wijzigen van de gebruiksfunctie van de kelder – bijvoorbeeld van opslag in woonruimte – valt niet onder het herstelplan. Dat is een ander traject met een vergunningaanvraag en een controle op het bestemmingsplan. Belangrijkste eisen:

  • De kelder voldoet aan wettelijke regelingen zoals de Woningwet (artikel 2) en het Bouwbesluit. Daarin staan onder meer technische eisen waaraan de kelder moet voldoen als deze wordt gebruikt als opslagruimte, woonruimte, werkruimte of horecagelegenheid.

  • Het gebruik na herstel mag niet strijdig zijn met het bestemmingsplan.

 

4. Uitvoering van voldoende kwaliteit

Voor de uitvoering van het herstelwerk geven we randvoorwaarden mee voor de aannemer. Belangrijkste eisen:

  • De herstelwerkzaamheden in het herstelplan zijn voldoende uitgewerkt om een offerte te vragen bij een of meer aannemers.

  • Als een kelder is hersteld, dan moet deze weer voor lange tijd geschikt zijn om de huidige functie te vervullen.

  • De kelder wordt in de originele haar staat hersteld, met toevoeging van een waterdichte laag aan de bovenzijde van het gewelf.

  • De voorzorgsmaatregelen worden benoemd die nodig zijn om schade voor omliggende gebouwen en constructies zoveel mogelijk te voorkomen, en als ze optreden deze direct te kunnen signaleren en melden.

  • De vrijgekomen grond moet worden afgevoerd. Deze kan als vervuild worden aangemerkt.

 

5. Overlast beperken

Doel van deze afspraken is om de overlast in de omgeving te beperken. In het herstelplan staan uitgangspunten over de bereikbaarheid, leefbaarheid, verkeer en communicatie tijdens de uitvoering. Dat noemen we een BLVC plan. De aannemer wordt gevraagd het BLVC plan met maatregelen uit te werken en op te nemen in offerte. De uitgangspunten komen vooral van de gemeente. Belangrijkste eisen:

  • De eisen aan bereikbaarheid tijdens de uitvoering worden door de gemeente opgegeven.

  • De belangrijkste maatregelen om overlast voor de omgeving te voorkomen of te beperken.

  • In het herstelplan staan uitgangspunten en hieruit volgen afspraken tussen keldereigenaar, gemeente en/of aannemer over wie verantwoordelijk is voor de onderdelen van het BLVC plan. Nadere afspraken zijn nodig voor de uitvoering begint.

 

3. Inhoud van het herstelplan

 

Het herstelplan is als volgt opgebouwd:

 

1. Inleiding: aanleiding en doel van het herstelplan.

 

2. Algemene gegevens kelder zoals:

  • Adres.

  • Eigenaar.

  • Eventuele huurder kelder.

  • Huidige monumentale status.

  • Huidig gebruik.

  • Huidige functie volgens bestemmingsplan.

  • Onderhoudsgeschiedenis: wanneer is de kelder waterdicht gemaakt, eventueel vermelding van andere onderhoudswerkzaamheden (klein en groot) en eerdere inspecties.

 

3. Technische inspectie volgens CUR 117 (contractuele vooropname B3) met:

  • Actuele overzichts- en detailfoto’s die een duidelijke indruk geven van de schades aan de kelder.

  • Tekening met schades op schaal (gepresenteerd op een uitslag van de kelder).

  • Omvang van alle schades (lengte, breedte en/of oppervlakte). Hierbij de kelderonderdelen volgend zoals ze in de bijgaande illustratie staan vermeld.

 

4. Analyse en keuze welke schades of gebreken worden hersteld:

  • Bepalen voorkeursoplossing: moet de hele kelder worden vrij gegraven en opnieuw waterdicht gemaakt of heeft gedeeltelijk herstel van de waterdichte laag de voorkeur?

  • Onderbouwing van de keuze waarom de schade hersteld moet worden: constructief noodzakelijk, constructief wenselijk, behoud erfgoed, functioneel gewenst vanuit bewoners, functioneel gewenst vanuit gemeente.

 

5. Hersteladvies:

  • Beschrijving van werkzaamheden van meest naar minst omvangrijk.

  • Werkomschrijving: per schade specifiek (dus nummering op tekening volgend) het herstel voorschrijven, inclusief materiaalgebruik en uitvoeringsmethode. Dit is inclusief de aanpak van kabels en leidingen.

 

6. Voorstel hoe om te gaan met mogelijke toekomstige schades die vanuit de binnenzijde niet of onvoldoende in beeld kunnen worden gebracht.

 

7. Projectbegroting met kostenraming, kostenverdeling en dekking:

  • Posten in de kostenraming sluiten aan bij het overzicht van herstelwerkzaamheden. De verschillende kostenposten uit de raming zijn herleidbaar en de prijseenheden zijn actueel. Actueel betekent niet ouder dan 2 jaar.

  • Kostenverdeling is volgens de leidraad subsidiabele kosten. In de kostenverdeling staat in een aparte kolom welke kosten naar verwachting worden gesubsidieerd door de Rijksdienst van Cultureel Erfgoed vanuit subsidieregeling voor instandhouding van monumenten.

  • De dekking bestaat uit een overzicht van inkomsten van verwachte subsidies van gemeente en eventueel rijk. Ook staan hier de verwachte uitgaven voor de keldereigenaar en eventuele lening.

 

8. BLVC plan (bijlage):

  • Toelichten keuze welke voorzieningen nodig zijn om bij de uitvoering overlast voor de omgeving te beperken. Het gaat hier om bereikbaarheid, leefbaarheid, verkeer en

  • communicatie tijdens uitvoering (BLVC). Denk aan bereikbaarheid (loopbrug) en tijdelijk opslag. De kosten voor de BLVC maatregelen worden opgenomen in de kostenraming.

 

4. Tot besluit

 

Voor beperkte herstelmaatregelen aan een kelder is een herstelplan niet nodig is. Tot € 10.000,- euro spreken we van klein herstel. Een offerte van de aannemer is voor klein herstel voldoende. De gemeente toetst de offerte van de aannemer aan dezelfde doelen en eisen als bij een herstelplan, zoals ze in deze bijlage zijn beschreven.

 

De subsidieregeling kelderherstel wervengebied is een tijdelijke regeling, als voorloper op de definitieve regeling die in 2024 van kracht wordt. De komende tijd is bedoeld voor gemeente en keldereigenaren om stapsgewijs te leren aan welke eisen een herstelde kelder moet voldoen. Op basis van de ervaringen die we samen opdoen, kan deze bijlage bij het ingaan van iedere periode van subsidieverstrekking worden aangescherpt.

Naar boven