Gemeenteblad van Tytsjerksteradiel
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Tytsjerksteradiel | Gemeenteblad 2022, 491985 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Tytsjerksteradiel | Gemeenteblad 2022, 491985 | beleidsregel |
Beleidsregels Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004
Sinds 2004 voert Bureau Zelfstandigen Fryslân (BZF), als onderdeel van de gemeente Leeuwarden, voor onze gemeente de zelfstandigenregelingen uit, zoals het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 (Bbz 2004), de Inkomensvoorziening Oudere en gedeeltelijk Arbeidsongeschikte gewezen Zelfstandigen (IOAZ) en, tijdens de Corona-pandemie, de Tijdelijke Overbruggingsregeling Zelfstandig Ondernemers (TOZO). Het mandaat hiertoe voor het college van de gemeente Leeuwarden en de onder hen ressorterende medewerkers is geregeld in het Mandaatbesluit.
Ten aanzien van de Bbz was tot 1 januari 2020 nagenoeg alles ten aanzien van de uitvoering geregeld in deze AMvB. Sinds genoemde datum is dit niet meer het geval en moet aanvullende regelgeving worden vastgesteld. In de gemeente Leeuwarden zijn sindsdien beleidsregels opgesteld.
Deze beleidsregels voorzien in regelgeving voor met name het verlenen, het onderzoeken en het terugvorderen van bijstand, leenbijstand en leningen in de vorm van bedrijfskapitaal door BZF ten behoeve van onze gemeente.
Voor het nemen van rechtsgeldige besluiten ten behoeve van onze gemeente is het nodig dat het college van onze gemeente deze vaststelt.
Artikel 6 Herziening en intrekking toekenningsbesluit
Het college maakt gebruik van de bevoegdheid tot het herzien of intrekken van het toekenningsbesluit ingevolge artikel 54, lid 3 en 4 PW. Toepassing van deze bevoegdheid beperkt zich niet tot situaties waarin sprake is van schending van de inlichtingenplicht.
Artikel 11 Kwijtschelding (leen)bijstand en/of bedrijfskapitaal in verband met een schuldregeling
In aanvulling op artikel 42 Bbz 2004 kan het college op verzoek van de belanghebbende besluiten gedeeltelijk van terugvordering of gedeeltelijk van verdere invordering van bijstand af te zien, indien:
Artikel 14: Relatie met overige beleidsregels
Indien de Beleidsregels Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 afwijken van hetgeen is bepaald in algemene beleidsregels aangaande de Participatiewet, dan prevaleren de Beleidsregels Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004.
Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Tytsjerksteradiel op 1 november 2022,
de secretaris,
(H.M. van Gils)
de burgemeester,
(Drs. L.J. Gebben)
Dit artikel geeft aan wat onder de verschillende begrippen moet worden verstaan,
Deze artikelen behoeven geen nadere toelichting.
De startende en gevestigde ondernemers kunnen maximaal 36 respectievelijk 12 maanden algemene bijstand voor levensonderhoud ontvangen. Deze bijstand wordt toegekend in periodes van 6 maanden. Redenen voor toekenning per 6 maanden is dat er op deze wijze meerdere beoordelingsmomenten van de levensvatbaarheid mogelijk zijn en er zicht blijft op de ontwikkeling en/of veranderingen van het bedrijf. Ook wordt op deze wijze de verantwoordelijkheid voor het voortzetten van de bijstand (een lening) bij de ondernemer gelegd. Budgettaire overwegingen, het tijdig stopzetten van bijstand aan een niet-levensvatbaar bedrijf, spelen eveneens een rol. Tot slot wordt met deze systematiek aangesloten bij de regionale en landelijk toegepaste werkwijze.
Deze artikelen behoeven geen nadere toelichting.
In dit artikel is aangegeven dat het college gebruik maakt van de bevoegdheid om leenbijstand en leningen ten behoeve van bedrijfskapitaal terug te vorderen in de diverse situaties die worden omschreven in de PW en het Bbz 2004.
Het is een verplichting om het aflossingsbedrag te voldoen. We hebben dan ook te maken met een betalingsverplichting. Het aflossingsbedrag dat is opgenomen in een terugbetalingsbesluit, of dat is afgesproken met de belanghebbende en schriftelijk is bevestigd, geldt als een betalingsverplichting.
De kosten verbonden aan dwanginvordering worden vastgesteld op een percentage van 15% met een maximum van € 375,00 per vordering. Rente en kosten van een aanmaning en een dwangbevel worden geacht in dit percentage te zijn verdisconteerd en worden niet afzonderlijk bij de klant in rekening gebracht.
De termijn die in artikel 11, lid 1, sub a wordt gesteld, voordat wordt overgegaan tot ambtshalve kwijtschelding, bedraagt 60 maanden. Deze termijn hangt ten eerste samen met de aard van de bijstand. Het betreft hier namelijk terugvordering van bijstand die als lening is verstrekt en voor een lening geldt in zijn algemeenheid dat deze moet worden terugbetaald. In de tweede plaats is de termijn op 60 maanden gesteld in verband net het ontstaan van de vordering. De lening voor levensonderhoud moet alleen dan (geheel of gedeeltelijk) worden terugbetaald als er sprake is geweest van een netto-inkomen boven de bijstandsnorm (artikel 12, lid 2, sub c). de aard van de bijstand en het ontstaan van de vordering rechtvaardigen het aanhouden van een relatief lange periode waarin onafgebroken en naar draagkracht aflossing wordt verlangd, voordat van ambtshalve kwijtschelding sprake kan zijn.
Voordat tot kwijtschelding kan worden overgegaan moet de afweging worden gemaakt of de belanghebbende zijn schuld op enig moment zal kunnen afbetalen. Hiervan kan sprake zijn als op andere schulden wordt afgelost of in de toekomst aanspraken ontstaan op inkomen of uitkering, waarmee het vooruitzicht bestaat dat aan de betalingsverplichting kan worden voldaan.
Als gedurende 5 jaar inspanningen zijn verricht om in te vorderen en belanghebbenden geen enkele aflossing (meer) heeft verricht, en ook niet te verwachten valt dat in de toekomst nog aflossing gaat plaatsvinden, dan kan van (verdere) invordering worden afgezien. Hierbij valt te denken aan de situatie dat de verblijfplaats van een persoon onbekend is of dat een persoon zich definitief heeft gevestigd in een ander land waardoor inning onevenredig hoge kosten met zich mee zal brengen.
Deze artikelen behoeven geen nadere toelichting.
Dit artikel verwijst naar een dringende reden als bedoeld in artikel 58, lid 8 PW. Uit jurisprudentie kan worden opgemaakt dat sprake is van dringende redenen als terugvordering te ernstige gevolgen voor de belanghebbende of de gezinssituatie heeft. Het moet dan gaan om iets bijzonders of uitzonderlijks van immateriële aard en wel zodanig dat terugvordering voor de betrokkene(n) tot onaanvaardbare sociale en/of financiële consequenties leidt. Nadrukkelijk geldt dat steeds van geval tot geval aan de hand van alle omstandigheden de situatie van de belanghebbende(n) moet worden beoordeeld.
De werking van deze beleidsregels heeft voorrang ten opzichte van de algemene beleidsregels op het gebied van de Participatiewet. Dit is vanwege de aard van de vorderingen op het gebied van leenbijstand en leningen ten behoeve van bedrijfskapitaal, de wijze waarop de vorderingen tot stand komen, alsmede de beginselplicht tot terugbetaling die hieruit voortvloeit.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2022-491985.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.