Gemeenteblad van Noord-Beveland
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Noord-Beveland | Gemeenteblad 2022, 49072 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Noord-Beveland | Gemeenteblad 2022, 49072 | beleidsregel |
Nota Grondbeleid gemeente Noord-Beveland
De raad van de gemeente Noord-Beveland;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 21 december 2021
gelet op artikel 108 gemeentewet
Bijgevoegde concept Nota Grondbeleid gemeente Noord-Beveland, versie 18 januari 2022, vast te stellen.
Doel en inhoud Nota Grondbeleid
Grondbeleid is een afgeleide van ruimtelijke en maatschappelijke doelstellingen en schetst de instrumenten die door de overheid worden ingezet om deze doelstellingen te verwezenlijken. Het grondbeleid bevat de beleidsmatige en financiële kaders voor het toepassen van het grondinstrumentarium dat de gemeente ter beschikking staat.
Op 30 oktober 2015 is door de raad een integrale Nota Grondbeleid vastgesteld. Met deze Nota zijn kaders gesteld die meerjarig gelden. Een belangrijke keuze in 2015 was de keuze voor een ‘faciliterend’ grondbeleid. Dit hield in dat de gemeente in principe geen nieuwe gronden meer aankocht voor ruimtelijke ontwikkelingen, eerst de gronden reeds in eigendom wenste te ontwikkelen en nieuwe initiatieven en projecten aan de markt wenste over te laten. Dit tegen de achtergrond van een economische crisis, de bestaande grondposities en een (veronderstelde) beperkte woningbouwopgave.
De raad heeft het college gevraagd de Nota uit 2015 te actualiseren. Aanleidingen zijn ondermeer de veranderende marktsituatie en de gewijzigde regelgeving voor grondexploitaties vanuit de Commissie BBV. In de Nota worden opnieuw de ‘spelregels’ bepaald waarbinnen de gemeente kan handelen bij het realiseren van de ruimtelijke en maatschappelijke doelstellingen. De Nota omvat de kaders om flexibel in te kunnen spelen op ontwikkelingen in de markt. De Nota verschaft zowel intern als extern transparantie over kaders waarbinnen grondexploitatieprojecten mogelijk gemaakt worden. Tot slot komen de raad en het college middels de Nota overeen welke informatie de raad wanneer en op welke wijze krijgt.
De Nota treedt in werking de dag na de datum van bekendmaking in het Gemeenteblad en op Overheid.nl.
De Nota is bewust kort en bondig weergegeven met daarin alleen de noodzakelijke kaders voor de gemeente Noord-Beveland. Deze beleidsinhoudelijke kaders komen in hoofdstuk 1 aan bod. De wettelijke kaders voor het grondbeleid zijn bewust niet uitvoerig uitgelegd in de Nota. Reden hiervoor is dat er betere en meer toegankelijkere alternatieven zijn in diverse handboeken en/of publicaties. Uitgangspunt is om de Nota toegankelijk te houden en toe te snijden op de specifieke situatie in Noord-Beveland.
In Hoofdstuk 1 is een samenvatting van de ruimtelijke opgave en ambities van de gemeente Noord-Beveland opgenomen. De kaders omtrent het grondbeleid zijn afhankelijk van de ruimtelijke opgave en ambities van de gemeente. In Hoofdstuk 2 wordt ingegaan op de hoofdkeuze in het grondbeleid van de gemeente en wordt een afwegingskader gegeven om op projectniveau de gewenste rol te bepalen. Vervolgens wordt in Hoofdstuk 3 het instrumentarium dat de gemeente kan en wenst in te zetten behandeld. Tenslotte wordt in Hoofdstuk 4 ingegaan op de financiële verantwoording, de rolverdeling tussen raad en college en de informatievoorziening.
1. Ruimtelijke opgave en ambities
De gemeente Noord-Beveland heeft verschillende beleidsuitgangspunten en doelstellingen vastgesteld voor de ruimtelijke ontwikkelingen binnen de gemeente. Dit doet de gemeente onder andere met de Omgevingsvisie. De Omgevingsvisie die in 2021 is vastgesteld geeft de langjarige visie weer op de ruimtelijke doelstellingen. Ruimtelijke initiatieven worden getoetst aan de Omgevingsvisie en moeten daar binnen passen. In deze paragraaf wordt de ruimtelijke visie van de verschillende vastgoedsegmenten besproken.
Op 1 januari 2020 woonden in de gemeente Noord-Beveland 7.371 inwoners. Op 1 januari 2021 was het inwoneraantal van de gemeente Noord-Beveland 7.574 en op 1 januari 2022 was dit 7.670. Het merendeel van deze inwoners woont in de 6 kernen: Geersdijk, Kamperland, Wissenkerke, Kortgene, Colijnsplaat en Kats.
Tabel 1: Woningbehoefte Noord-Beveland (diverse bronnen, zie tekst hierna)
De woningbehoefte (zie Tabel 1) is een afgeleide van het bestaande woningtekort en de huishoudensgroei. Op dit moment is er volgens de berekening van ABF research geen woningtekort in de woningmarktregio Middelburg (vrijwel geheel Zeeland). De huishoudensgroei tot en met 2030 is volgens de CBS-prognose nihil. Volgens de Primos-prognose groeit het aantal huishoudens tot en met 2030 met circa 180. Volgens de Provinciale prognose is er een groei van 2.697 huishoudens in de regio Bevelanden (t/m 2028), waarvan er naar rato dan ca. 213 in Noord-Beveland zouden komen. Geëxtrapoleerd naar 2030 is dit een groei met circa 255 huishoudens.
Figuur 1: Woningbehoefte Noord-Beveland (Bron: Provinciale bevolkings- en huishoudensprognose 2019 voor de regio Bevelanden, naar rato van het aantal huishoudens omgerekend naar een prognose voor Noord-Beveland)
Het was volgens de prognoses de verwachting dat het aantal inwoners de komende jaren licht zou gaan dalen, maar het aantal inwoners is licht gaan stijgen, net als het aantal huishoudens. De gemeente constateert dat de marktvraag al jaren hoger ligt dan de woningbehoefte zoals die volgt uit demografische prognoses. Kijkende naar het (zeer) beperkte aanbod in de gemeente (momenteel 29 woningen te koop c.q. ‘beschikbaar’ op Funda) bestaat de indruk dat er nog altijd veel vraag is naar woningen.
Ten opzichte van de huishoudensgroei c.q. verwachte woningbehoefte wordt gestreefd naar circa 30% overcapaciteit in het totale woningbouwprogramma (gemeentelijk en privaat tezamen), om flexibel in te kunnen spelen op de marktvraag en daarmee voldoende woningaanbod in de gemeente te waarborgen.
Het woningbouwprogramma in de gemeente telt op dit moment op tot circa 592 woningen t/m 2030, zie Bijlage 1. De woningbouwplannen voorzien daarmee meer dan voldoende in de nieuwbouwbehoefte van de gemeente in de komende jaren. Desalniettemin wil de gemeente flexibel kunnen inspelen op ontwikkelingen in de markt.
Het woningbouwbeleid is erop gericht de woningmarktontwikkelingen in de gemeente en de regio te volgen en hier flexibel op in te kunnen spelen. |
Toekomstvisie Noord-Beveland 2030
De basis voor de Omgevingsvisie is de Toekomstvisie Noord-Beveland 2030, een strategische visie waarin de kernkwaliteiten en de ambities voor Noord-Beveland zijn beschreven. In de Toekomstvisie heeft de gemeente ambities geformuleerd die leiden tot een aantal opgaven. Deels zijn deze vertaald naar het uitvoeringsprogramma van de Toekomstvisie:
Omgevingsvisie Noord-Beveland 2030
De omgevingsvisie is een integrale visie voor de fysieke leefomgeving. De gemeente geeft daarin aan waar ze voor staat en waar ze naar toe wil in de toekomst. De gemeente wil belangrijke waarden behouden en waar mogelijk versterken en ook nieuwe doelen bereiken om een antwoord te geven op allerlei nieuwe opgaven op het gebied van o.a. klimaat, energie, landbouw en mobiliteit. Deze uitdagingen zijn vertaald in ambities. De combinatie van ambities, waarden en thema's bepaalt de ontwikkelrichting en de mogelijkheden voor nieuwe initiatieven in de verschillende deelgebieden binnen de gemeente. Bij de uitvoering betrekt de gemeente de stakeholders, neemt de regie waar nodig en faciliteert waar dit kan, waarbij stimuleren de rode draad is. De gemeente werkt de omgevingsvisie verder uit in een omgevingsplan en programma’s..
Het woonbeleid van de gemeente is vastgelegd in de Woonvisie 2019-2023 van regio de Bevelanden en is gericht op het stimuleren van kwalitatieve ontwikkelingen en het beheersen van kwantitatieve ontwikkelingen. Hierbij is de raad van mening dat wonen primair in de woonkernen dient plaats te vinden, waarbij in de flanken van de woonkernen wel ruimte is voor bijzondere woonmilieus. Het beleid is erop gericht om op de vier grote kernen te focussen voor de ontwikkelingsmogelijkheden. In de Toekomstvisie Noord-Beveland 2030 ligt deze focus op alle kernen gezien de verwachte inwonersgroei. De ontwikkelingen moeten passend zijn bij de omvang en het karakter van de betreffende kern. De focus voor nieuwbouw ligt op de kernen met de meeste voorzieningen (zoals Kortgene).
Versterking van (bestaande) verscheidenheid en behoud van de basiskwaliteit in elke kern is richtinggevend. Wonen dient primair in de woonkernen plaats te vinden. |
Doelgroepenbeleid en betaalbaarheid
De gemeente streeft naar aanleiding van vragen van de gemeenteraad vooral naar voldoende betaalbare woonruimte voor iedereen maar er is specifiek aandacht voor de doelgroep starters. Bij nieuwbouw wordt vooral ingezet op betaalbare woningen omdat hier volgens de gemeente de meeste vraag naar is en dit aansluit bij de woonvisie en groeiambitie. Samen met de corporatie wil de gemeente sturen op de verhouding grondgebonden woningen versus appartementen. Levensloopbestendige woningen zijn vooral vanuit strategisch oogpunt in het beleid opgenomen om ruimte voor zowel potentiële starters als ouderen in Noord-Beveland te behouden en aan te trekken. Het uitgangspunt is om zo veel mogelijk doorstroming te stimuleren en huisvesting in nieuwe woonvormen als ‘Tiny Houses’ te organiseren.
Er wordt vooral ingezet op betaalbare woningen. De focus ligt op woningen voor ouderen en zorgwoningen en specifiek voor starters. |
Bedrijventerreinen en huisvestingsverordening
Momenteel beschikt de gemeente over één of meer kleinschalige bedrijventerreinen bij elk van de vier grotere kernen: Kamperland, Wissenkerke, Kortgene en Colijnsplaat. Op dit moment heeft de gemeente geen harde plancapaciteit meer beschikbaar voor uitgifte. Wel beschikt de gemeente over strategische voorraad achter het Rip te Kamperland die op basis van het bestemmingsplan nog niet gereed is voor ontwikkeling. In de gemeente is nog steeds behoefte aan (kleinschalige) bedrijfslocaties. De Gemeente Noord-Beveland streeft er dan ook naar om bij elk van de grotere kernen over voldoende aanbod te beschikken om de lokale markt te bedienen. Gelet op de huidige vraag naar bedrijfsgrond heeft de gemeente voorlopig voldoende aanbod om de markt daarmee te bedienen.
Huisvestingsverordening tweede woningen
In de Huisvestingsverordening tweede woningen heeft de gemeente een verbod voor recreatieve verhuur en deeltijd wonen opgenomen binnen de bebouwde kommen van de 6 kernen op Noord-Beveland. Reden hiervoor is om de leefbaarheid in de kernen in stand te houden. Een uitzondering hierop zijn aangewezen gebieden binnen de kernen en de reeds vergunde gevallen.
Mobiliteit, energie en klimaat
Noord-Beveland is goed ontsloten en bereikbaar over zowel land als water. Dit zorgt ervoor dat inwoners, bedrijven en toeristen zich makkelijk kunnen verplaatsen en de voorzieningen goed bereikbaar zijn. De 3 hoofdontsluitingen zijn de N256-, de Oost-Westweg (N255) en de N57 en de overige wegen hebben met name een ontsluitingsfunctie. Het fiets- en wandelnetwerk vormt een belangrijke recreatieve factor voor de beleving van Noord-Beveland. De vaarwegen zijn belangrijke schakels in de economie en het vervoer.
De gemeente zet zich in voor verbetering van de (zomerse) doorstroming en verkeersveiligheid van de N256 en daarmee ook de bereikbaarheid. De toename van elektrische auto’s en fietsen vraagt om een goede laadinfrastructuur, maar kan ook tot een andere inrichting van de openbare ruimte en de infrastructuur leiden, door bijvoorbeeld de aanleg van snelfietspaden en knooppunten (hubs) van openbaar vervoer. Meerdere vervoersvormen vragen ook om verkeersveilige routes. Oplossingen moeten worden gezocht om conflicten tussen landbouwverkeer, autoverkeer recreatief (fiets) verkeer te voorkomen. Het elektriciteitsnetwerk zal voor 2030 aanpassing behoeven om te kunnen voorzien in de opgaven en behoefte daarna.
Er is een energietransitie gaande van fossiele brandstoffen en grondstoffen naar een meer hernieuwbare energiehuishouding. In het Zeeuws Energieakkoord (februari 2017) is afgesproken om de particuliere woningvoorraad te verduurzamen en uiterlijk in 2045 energieneutraal te maken. Met de samenwerking in Zeeland is het Regionale Energie Strategie (RES) gereed. Als onderdeel van deze RES wordt verkend hoe samen met partners het verduurzamen van bedrijventerreinen, recreatief vastgoed, huurwoningen en maatschappelijk vastgoed kan worden gestimuleerd. Sinds 1 juli 2018 moeten alle nieuwbouwwoningen in Nederland aardgasvrij zijn: er is een verbod op de aansluiting op aardgas. Ook de bestaande bouw staat voor een verduurzamingsopgave.
Het uitgangspunt van de gemeente Noord-Beveland is energie- en CO2-neutraal in 2050. Op dit moment voldoet Noord-Beveland aan de doelstellingen voor 2030. Dit biedt enige ruimte om weloverwogen keuzes te maken in de komende jaren en invulling te geven aan de Regionale Energie Strategie Zeeland (RES 1.0). .
De koers van Noord-Beveland op het gebied van de energietransitie is te onderscheiden in een besparingsstrategie en een opwekkingsstrategie.
Het beleid voor de opwekking van energie is gericht op:
De besparingsstrategie is gericht op het stimuleren van de isolatie van woningen, door:
Daarnaast is de focus van de gemeente het:
Ambities gemeente Noord-Beveland
De doelstelling van het grondbeleid is het faciliteren en sturen van bestuurlijk en maatschappelijk gewenste ruimtelijke ontwikkelingen.
Grondbeleid staat ten dienste van ruimtelijke en sociale doelstellingen en schetst de instrumenten die door de overheid worden ingezet om deze doelstellingen te verwezenlijken. Ook bevat het de wettelijke, beleidsmatige en financiële kaders voor activiteiten van de gemeente op de grondmarkt.
In de onderhavige Nota is het grondbeleid van de gemeente uiteengezet rekening houdend met de gewijzigde economische situatie en ruimtelijke opgave ten opzichte van het moment van vaststelling van de vorige nota, rekening houdende met de in 2017 gewijzigde regelgeving vanuit de Commissie Besluit Begroting en Verantwoording (BBV), de nieuwe Omgevingsvisie en de invoering van de Omgevingswet per 1 juli 2022.
Deze Nota treedt in de plaats van de Nota grondbeleid uit 2015.
Er zijn verschillende hoofdkeuzes die gemaakt kunnen worden in het grondbeleid..
Faciliterend grondbeleid is min of meer hetzelfde als passief grondbeleid, met een belangrijk accentverschil: hoewel de gemeente geen gronden aankoopt stelt zij zich niet passief, maar juist faciliterend op richting initiatiefnemers of probeert deze zelfs (proactief) te stimuleren/verleiden om tot ontwikkeling over te gaan.
Veel gemeenten hebben (al dan niet in het verleden) een ‘actief grondbeleid’ gevoerd, ofwel gronden aangekocht voor gebiedsontwikkeling en grondexploitaties gevoerd, zo ook de gemeente Noord-Beveland. Van grondaankopen door de gemeente is sinds de economische crisis 2008-2013 niet of nauwelijks meer sprake, mede als gevolg van het faciliterende grondbeleid dat de gemeente in de afgelopen jaren heeft gevoerd.
Op de volgende pagina zijn de criteria uitgewerkt om op projectniveau voor één van de drie rollen en daarmee voor een actief of meer faciliterend grondbeleid te kiezen.
Tabel 2: Die smaken in het grondbeleid van Noord-Beveland
Toepassing criteria op projectniveau
De gemeente Noord-Beveland past bovenstaande criteria toe op projectniveau om te bepalen of er wel/niet gekozen wordt voor een sturende rol en/of actief grondbeleid. Als één of meer van de vier vragen met ‘JA’ worden beantwoord is dit aanleiding om een actievere sturings- en/of grondrol te overwegen. De weging van de criteria kan van geval tot geval verschillen en wordt per project beargumenteerd bij de besluitvorming.
Instrumentarium gemeente Noord-Beveland
Planmatige en strategische grondverwerving
Indien in een project, of anticiperend op een mogelijk project, gekozen wordt voor actief grondbeleid kunnen verwervingen van grond en vastgoed aan de orde zijn. Strategische verwerving kan aan de orde zijn in bijzondere situaties en/of bij gelegenheid, gerelateerd aan de realisatie van de Omgevingsvisie 2021. Door het innemen van strategische grondposities kan de sturingsmogelijkheid worden vergroot, zowel ten behoeve van commerciële als maatschappelijke bestemmingen, waarbij zicht moet zijn op financieel en/of maatschappelijk rendement op langere termijn.
Bij strategische verwervingen loopt de gemeente risico’s. De mogelijkheid bestaat immers dat het verworven bezit op termijn weer moet worden afgestoten met een negatief resultaat. Daarom dient aan strategische verwervingen een bedrijfseconomische afweging ten grondslag te liggen, omvattende het risicoprofiel en de dekking. Om te voorkomen, dat onverantwoorde risico’s ontstaan, moeten deze in beeld worden gebracht en gemonitord.
Om te bepalen wat het risico is, dat de gemeente loopt bij een strategische aankoop, wordt het aankoopbedrag gerelateerd aan de verwachte verkoopwaarde indien de verwachte bestemming niet wordt gerealiseerd, alsmede de extra investeringslasten en beheerkosten indien realisatie langer op zich laat wachten dan gepland. Het zo berekende risico moet worden afgedekt binnen de gemeentebegroting.
Bij zowel planmatige als strategische verwerving dient de marktconformiteit te worden onderbouwd, in de regel door middel van een taxatie, maar andere (goed gedocumenteerde) onderbouwingen zijn niet uitgesloten.
Inzet Wet voorkeursrecht gemeenten (Wvg) en onteigening
De Wet voorkeursrecht gemeenten verschaft de gemeente de mogelijkheid om af te dwingen dat een eigenaar, bij een voorgenomen verkoop van grond (al dan niet met opstal), deze eerst aan de gemeente moet aanbieden. De gemeente en de eigenaar dienen overeenstemming te bereiken over de koopprijs.
Het instrument kan anticiperend worden ingezet in gebieden waar planvorming wordt voorbereid om speculatie en prijsopdrijving tegen te gaan.
Het instrument onteigening kan enerzijds worden ingezet als middel om gronden te verwerven en/of overdracht aan derden te voorkomen. Anderzijds kan het dienen als drukmiddel in onderhandelingen over minnelijke aankoop van grond. Het instrument zal enkel worden ingezet indien de gemeente voldoende pogingen heeft gedaan om de gronden minnelijk te verwerven en het bereiken van overeenstemming niet mogelijk, maar wel noodzakelijk, is.
De gemeente acht de toepassing van de instrumenten van het voorkeursrecht en onteigening alleen noodzakelijk bij een zwaarwegend publiek belang. |
Het grondprijsbeleid gaat over de wijze waarop de gemeente de prijs waarvoor de gemeente haar gronden uitgeeft bepaalt en waarop zij de kaders, uitgangspunten en randvoorwaarden vaststelt die daaraan ten grondslag liggen.
Het grondprijsbeleid is een instrument dat een belangrijke bijdrage levert aan het voeren van het grondbeleid. Het grondprijsbeleid wordt in een afzonderlijke nota grondprijzen vastgelegd en wordt tevens aan het einde van het jaar in de jaarrekening opgenomen. Een jaarlijkse herziening van de nota grondprijzen zorgt voor actueel beleid en een marktconforme grondprijswaardering.
De door het college vastgestelde uitgifteprijzen worden 1 maal per jaar ter kennisneming aan de raad gepresenteerd. |
Beleidsuitgangspunten gemeente Noord-Beveland
Bij het uitvoeren van projecten van initiatiefnemers maakt de gemeente kosten. Deze kosten betaalt de initiatiefnemer. Hiertoe worden afspraken vastgelegd in een (anterieure) overeenkomst met deze initiatiefnemer. Lukt dit niet, dan kan de gemeente met kostenverhaalsregels in het omgevingsplan (voorheen: exploitatieplan bij het bestemmingsplan) de kosten alsnog (achteraf) verhalen.
In de Omgevingsvisie Noord-Beveland 2030 zijn kaders opgenomen die gelden voor nieuwe ontwikkelingen. In een aantal gevallen vraagt de gemeente initiatiefnemers om een vrijwillige bijdrage ex. artikel 6.24 Wro, dan wel het daarvoor in de plaats getreden artikel 6.20 Omgevingsbesluit.
Jaarlijks actualiseert de gemeente Noord-Beveland de grondexploitaties, de risicoanalyses, de benodigde verliesvoorzieningen, de tussentijds te nemen winsten en het weerstandsvermogen voor de grondexploitaties, namelijk bij het aanbieden van de programmarekening. Het college rapporteert hierover in de paragraaf grondbeleid.
In 2016 zijn de verslagleggingsregels voor grondexploitaties gewijzigd door de Commissie BBV. Deze regels zijn opgenomen in de Notitie grondexploitaties 2016, de Notitie faciliterend grondbeleid 2016 en geüpdatet in de Notitie grondbeleid 2019. De belangrijkste wijzigingen zijn:
De gemeente Noord-Beveland zal in lijn met deze regels en voorschriften de grondexploitaties opstellen en actualiseren.
Het BBV bepaalt dat in de toekomst verwachte verliezen op grondexploitaties genomen moeten worden zodra ze bekend zijn. Voor het verwachte resultaat van de verlieslatende grondexploitaties wordt daarom door de gemeente een verliesvoorziening getroffen. Het verlies wordt voorzien op basis van het verwachte resultaat op netto contante waarde (waarde anno nu). Jaarlijks wordt, op grond van de herziening van de grondexploitatie en het verwachte resultaat daarvan, de voorziening aangevuld of kan deze deels vrijvallen. Boekhoudkundig kan het verwachte verlies gelijk worden afgeboekt op de boekwaarde of kan een verliesvoorziening worden getroffen. Een verliesvoorziening kan bij een verwachte verbetering van het resultaat op de grondexploitatie weer (deels) vrijvallen. Bij 'harde' afboekingen kan dit niet. Met het treffen van voorzieningen wordt de transparantie van de verwachte verliezen vergroot en ontstaat er meer flexibiliteit.
De gemeente treft haar tussentijdse verliesnemingen ten laste van de risicoreserve (‘bestemmingsreserve bestemmingsplannen’) |
De gemeente volgt voor (tussentijdse) winstneming de, sinds 2016 verplichte, voorschriften van de commissie BBV. Winstneming vindt plaats volgens de ‘percentage of completion’-regel; POC-methode. Hierbij geldt dat aan alle drie de onderstaande voorwaarden moet zijn voldaan.
Bij de herziening van de grondexploitaties actualiseert de gemeente ook de (tussentijdse) winstnemingen en past deze eventueel aan.
Aan het uitvoeren van grondbeleid zijn risico’s verbonden. Deze risico’s worden beheerst door middel van risicomanagement. Risicomanagement is het proces van identificeren en beheersen van risico’s. Dit is geen eenmalige exercitie. Het in beeld krijgen, monitoren, beheersen en verantwoorden van en over risico’s is een dynamisch en interactief proces. Om risico’s te beheersen worden deze regelmatig concreet gemaakt en gemonitord. Grofweg onderscheidt de gemeente twee soorten risico’s:
Projectspecifieke risico’s mogen op basis van de Notitie grondbeleid van de Commissie BBV in mindering worden gebracht op de tussentijds te nemen winst. Daarmee is er een relatie tussen de risicoanalyse en winstnemingen op grondexploitaties.
Het weerstandsvermogen is de relatie tussen risico’s en de weerstandscapaciteit. De weerstandscapaciteit is het totaal aan beschikbare middelen en mogelijkheden om financiële tegenvallers op te vangen. Hoe het weerstandsvermogen van de gemeente Noord-Beveland precies wordt bepaald staat beschreven in de Nota Weerstandsvermogen en is hier verder buiten beschouwing.
Voor wat betreft het grondbeleid dient het berekende risico op de grondexploitaties afgedekt te worden door de risicoreserve (‘bestemmingsreserve bestemmingsplannen’) |
Jaarlijks wordt er op meerdere manieren over de grondexploitaties aan de raad gerapporteerd.
Er wordt jaarlijks in de paragraaf grondbeleid in de begroting expliciet ingegaan op nieuwe ontwikkelingen in de markt en eventuele te maken beleidskeuzes over vernieuwing, toevoeging en uitneming van de programmering zodat de raad op de hoogte is van de meest recente ontwikkelingen.
In de paragraaf grondbeleid bij de jaarrekening wordt jaarlijks verantwoording afgelegd over de aankopen die hebben plaats gevonden, inclusief de waardering van de bestaande voorraad aan strategisch verworven gronden. De jaarstukken bieden inzicht in de gerealiseerde kosten en opbrengsten van de door de raad vastgestelde grondexploitaties (en afwijkingen) en geactualiseerde prognoses. Het college legt in de paragraaf grondbeleid verantwoording af over het gevoerde beleid. Er wordt onder andere ingegaan op marktontwikkelingen, de vraag- en aanbodverhoudingen, risico’s, winst en verliesnemingen, reserves en het weerstandsvermogen.
In de tussentijdse bestuursrapportages wordt standaard gerapporteerd over afwijkingen. Dit om de informatietoevoer richting de raad te beperken. Voor kleinere effecten, vindt de verantwoording achteraf plaats via de jaarrekening. De raad ontvangt dan geen tussentijds bericht.
Veranderingen die niet direct invloed hebben op het resultaat van de grondexploitatie dienen ook te worden verantwoord aan de raad. Soms blijft het plansaldo dan gelijk. Dit kunnen echter wel bestuurlijk relevante mutaties zijn die gemeld moeten worden. Majeure afwijkingen ten opzichte van eerdere ramingen voor verwerving, bouw- en woonrijp maken of gronduitgifte worden apart gemeld. Als tussentijds wordt besloten om de inrichtingskwaliteit van de openbare ruimte (straatverlichting, verharding, straatmeubilair, etc.) te verhogen en daarvoor extra kosten gemaakt dienen te worden, is dat een bestuurlijke afweging.
Verdeling verantwoordelijkheden
De raad stelt de kaders vast waarbinnen het college uitvoering geeft aan de verwezenlijking van de gestelde doelen. De uitvoering van het beleid vindt plaats door het ambtelijk apparaat; de afdeling grondzaken. Op basis van bestuurlijk goedgekeurde plannen/exploitaties of projectdocumenten worden de overeengekomen activiteiten uitgevoerd. De rolverdeling binnen de gemeente tussen de raad en het college staat in onderstaand schema weergegeven:
Tabel 3: Verdeling verantwoordelijkheden raad en college
Er is bij de gemeente sprake van een gestructureerde projectorganisatie. Elke grondexploitatie kent zijn eigen projectleider die verantwoordelijk is voor het beheersen van de acties in het totale proces. Eenmaal per twee weken wordt een integraal projectenoverleg gehouden met de portefeuillehouder en alle projectleiders, waarbij acties, risico’s en knelpunten worden besproken. Uit de bevoegdhedenverdeling blijkt welke taken er zijn binnen het proces, welke functionaris voor welk onderdeel verantwoordelijk is, op welk moment welke acties dienen te worden uitgevoerd en welke maatstaven worden gehanteerd.
Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Noord-Beveland
in zijn openbare vergadering van 27 januari 2022
De Griffier
C.H. Poortvliet
De voorzitter
drs. G.L. Meeuwisse
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2022-49072.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.