Gemeenteblad van Súdwest-Fryslân
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Súdwest-Fryslân | Gemeenteblad 2022, 484997 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Súdwest-Fryslân | Gemeenteblad 2022, 484997 | beleidsregel |
Beleidsregels boete sociale zekerheidswetten gemeente Súdwest-Fryslân 2022
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Súdwest-Fryslân;
gelet op de artikelen 17 lid 1 en 18a van de Participatiewet, de artikelen 13 lid 1 en 20a van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ), de artikelen 13 lid 1 en 20a van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) en het Boetebesluit socialezekerheidswetten;
vast te stellen de Beleidsregels boete sociale zekerheidswetten gemeente Súdwest-Fryslân 2022.
Alle begrippen die in deze beleidsregels gebruikt worden en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Algemene wet bestuursrecht (Awb), de Participatiewet, de IOAW en IOAZ en het Boetebesluit socialezekerheidswetten (Boetebesluit).
Artikel 2 Geen boetewaardig gedrag
Indien wel sprake is van boetewaardig gedrag, wordt beoordeeld of het niet of niet voldoende nakomen van de inlichtingenplicht in het individuele geval betekent dat het opleggen van een boete evenredig is. Hierbij wordt gekeken naar de ernst van de gedraging, de mate van verwijtbaarheid en de omstandigheden van betrokkenen.
Het college volstaat met een schriftelijke waarschuwing als:
betrokkene wel inlichtingen heeft verstrekt, maar deze onjuist of onvolledig waren, of anderszins een wijziging van omstandigheden niet direct heeft gemeld, en deze gebreken op eigen initiatief binnen 60 dagen heeft hersteld. Van eigen initiatief is geen sprake als de gemeente informatie heeft opgevraagd. In die situatie kan wel een boete worden opgelegd.
Artikel 6 Afstemming van de boete op de mate van verwijtbaarheid
Het college stemt de hoogte van de boete af op de mate van verwijtbaarheid van de gedraging. Hierbij geldt het volgende:
Artikel 7 Afstemming van de boete op de financiële omstandigheden
Indien bij een belanghebbende ten tijde van het opleggen van de boete vermogen is aangetoond, wordt dit vermogen geheel aangewend om de boete zoals vastgesteld op grond van artikel 2 van het Boetebesluit te voldoen. Het deel van de boete dat het totaalbedrag van het vermogen overschrijdt kan op grond van a tot en met e van dit artikel worden afgestemd.
Indien de belanghebbende ten tijde van het opleggen van de boete een uitkering heeft op grond van de IOAW of de IOAZ, wordt voor de toepassing van dit artikel uitgegaan van de bijstandsnorm die op belanghebbende van toepassing zou zijn indien belanghebbende een uitkering op grond van de Participatiewet zou ontvangen.
Deze beleidsregels zijn ook van toepassing op alle boete-onderzoeken waarbij het college op de datum van inwerkingtreding nog geen besluit heeft genomen, inclusief een besluit op bezwaar of beroep.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2022-484997.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.