Gemeenteblad van Lelystad
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Lelystad | Gemeenteblad 2022, 482740 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Lelystad | Gemeenteblad 2022, 482740 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Subsidieregeling Peuteropvang en Onderwijsachterstandenbeleid Lelystad 2023
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
Jeugdgezondheidszorg: instelling die indicatie en toeleiding van doelgroeppeuters doet en/of toezicht houdt op voorschoolse educatie en een instelling die een adviserende instaptoets doet bij kinderopvangorganisaties die voor het eerst voor subsidie voor voorschoolse educatie in aanmerking willen komen;
Pedagogisch beleidsmedewerker/coach VE: een coach die pedagogisch medewerkers, die met VE werken, helpt en coacht. De pedagogisch beleidsmedewerker/coach VE heeft HBO werk- en denkniveau, gelijk aan de eisen zoals gesteld in de Wet IKK en zoals ze zijn uitgewerkt in de CAO Kinderopvang en de CAO Sociaal werk;
Rijksregeling: het rijk biedt via de belastingdienst kinderopvangtoeslag aan. Deze toeslag is inkomensafhankelijk, waardoor ouders netto een inkomensafhankelijke bijdrage betalen voor de kinderopvang. Het rijk hanteert hierbij een maximum uurtarief waarover ouders toeslag ontvangen, deze wordt jaarlijks aangepast;
Talentgroepen: een (pilot) groep met een intensief en kwalitatief hoogstaande vorm van voorschool, die zich onderscheidt van reguliere voorschoolse educatie door intensievere ouderbetrokkenheid en waarbij de VVE-adviseur extra wordt ingezet als coach gedurende de uitvoering op de groep OF
een (pilot) groep, die zich onderscheidt van reguliere voorschoolse educatie doordat kinderen een aangepast aanbod krijgen, er een intensieve begeleiding van een hoog niveau wordt gegeven en waar meerdere disciplines worden geïntegreerd.
Het bepaalde in deze subsidieregeling is enkel van toepassing op de verstrekking van subsidies per kalenderjaar door het college voor de in artikel 2.1, artikel 3.1.1, artikel 3.2.1, artikel 4.1 en artikel 5.1 bedoelde activiteiten in het kader van Peuteropvang en Onderwijsachterstandenbeleid die plaatsvinden in de periode van 1 januari 2023 tot en met 31 december 2023.
De subsidie wordt aangevraagd door de houder van het geregistreerde kindercentrum, instelling voor jeugdgezondheidszorg of bestuurder van een school of meerdere scholen voor primair onderwijs.
Artikel 1.4 Subsidieaanvraag en subsidieplafonds
Alleen volledige subsidieaanvragen worden in behandeling genomen. Indien een onvolledige aanvraag is ingediend, wordt de aanvrager op grond van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een redelijke hersteltermijn geboden om de aanvraag te completeren. Wordt binnen de hersteltermijn het gevraagde niet aangeleverd, dan wordt de aanvraag niet in behandeling genomen.
Artikel 1.6 Bijzondere verplichtingen
De subsidieontvanger dient medewerking te verlenen aan de onderzoeken die gerelateerd zijn aan het monitoren van de resultaten van de activiteiten in het kader van het onderwijsachterstandenbeleid, onder meer, maar niet uitsluitend, door aan de gemeente dan wel aan een door de gemeente aangewezen instantie de voor deze monitoring relevante gegevens te leveren.
Artikel 1.7 Eindverantwoording van subsidies
Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 6 van de ASVL bevat de aanvraag tot vaststelling tevens een financiële verantwoording waarin, indien van toepassing, een onderscheid wordt gemaakt tussen de subsidie ontvangen voor peuteropvang en voorschoolse educatie. Voorts vindt de inhoudelijke verantwoording plaats op de onderdelen als bij de aanvraag genoemd in artikel 1.4 lid 1, al naar gelang welke van toepassing is.
Subsidie inzake Peuteropvang wordt uitsluitend verleend voor activiteiten voor:
peuteropvang in een geregistreerd kindercentrum van kinderen waarvan de ouders geen aanspraak kunnen maken op kinderopvangtoeslag.
De activiteiten in artikel 2.1 dienen te voldoen aan de Wet kinderopvang en de Wet innovatie en kwaliteit kinderopvang.
Voor peuteropvang wordt subsidie verstrekt aan in Lelystad gevestigde:
in het LRK geregistreerde kindercentra, voor activiteiten zoals benoemd in artikel 2.1.
Artikel 2.5 Hoogte van de subsidie
De subsidie per kindplaats in de peuteropvang bedraagt het aantal af te nemen uren kinderopvang met een maximum van 320 uur per jaar vermenigvuldigd met het maximum uurtarief uit de rijksregeling minus de ouderbijdrage.
Artikel 2.6 Berekening van ouderbijdrage en subsidie
De ouderbijdrage voor de activiteiten in artikel 2.1 wordt als volgt berekend:
Ouders betalen voor peuteropvang voor elk uur een inkomensafhankelijke ouderbijdrage aan het kindercentrum. Deze ouderbijdrage is het door het kindercentrum gehanteerde uurtarief minus toelage die een ouder in de rijksregeling zou krijgen.
Hoofdstuk 3 Voorschoolse educatie
Paragraaf 3.1 Voorschoolse educatie
Subsidie inzake Voorschoolse educatie wordt uitsluitend verleend voor:
uren pedagogisch beleidsmedewerker/coach VE1 , met HBO werk- en denkniveau, en
Artikel 3.1.5 Hoogte van de subsidie
De subsidie per kindplaats in de voorschoolse educatie bedraagt het aantal af te nemen uren kinderopvang met een maximum van 16 uur per week waarvan maximaal 8 uur per week wordt vermenigvuldigd met het maximum uurtarief uit de rijksregeling minus de ouderbijdrage en de uren die deze 8 uur te boven gaan met een maxiumum van 8 uur per week wordt vermenigvuldigd met € 9,68 in 2022 en in de volgende jaren geïndexeerd conform indexatie van fiscale maximale KOT-tarief. Kosten die dit maximum overschrijden worden afgewezen.
De hoogte van de subsidie voor de uren van de pedagogisch beleidsmedewerker/coach VE 2 , met HBO werk- en denkniveau, wordt gebaseerd op het door de aanvrager bij de aanvraag ingediende (project)plan en begroting.
Artikel 3.1.6 Berekening van ouderbijdrage en subsidie
De subsidie voor activiteiten in artikel 3.1.1 onder a wordt als volgt berekend: Aantal bezette kindplaatsen voorschoolse educatie x 8 uur per week(A) maal het maximum uurtarief uit de rijksregeling (B) minus de ouderbijdrage (C) plus aantal bezette kindplaatsen voorschoolse educatie maal 8 uur per week (D) maal € 9,30 (voor 2020 en het dan geldende bedrag voor volgende jaren). (A x B – C) + (D x 9,30) = subsidie.
De subsidie wordt verstrekt aan in Lelystad gevestigde:
in het LRK geregistreerde kindercentra, voor activiteiten zoals benoemd in artikel 3.2.1 onder a, b en c.
Artikel 3.2.4 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen
Bij activiteiten in artikel 3.2.1 onder a en b kunnen ook bijkomende kosten behorend bij Talentgroepen worden vergoed.
Artikel 3.2.5 Hoogte van de subsidie
De hoogte van de subsidie voor de talentgroepen wordt gebaseerd op het door de aanvrager bij de aanvraag ingediende (project)plan en begroting, waaruit blijkt hoe de activiteit bijdraagt aan de taalontwikkeling en ontplooiing van kinderen in de basisschoolleeftijd.
Hoofdstuk 4 Schoolse educatie in het primair onderwijs
Subsidie inzake schoolse educatie in het primair onderwijs wordt uitsluitend verleend voor activiteiten voor:
ontwikkeling en kennisdeling door het (generieke) opleidingsdeel binnen de gekozen maatregelen voor alle scholen met achterstandsleerlingen conform CBS-systematiek beschikbaar te stellen, cq. kennisdeling van scholen met relatief veel achterstanden en een intensievere aanpak naar scholen met minder achterstanden en minder specifieke deskundigheid en
De activiteiten in artikel 4.1 onder a t/m c dienen aanvullend te zijn op de reguliere wettelijke verantwoordelijkheid
Voor activiteiten in de basisschoolperiode, zoals benoemd in artikel 4.1 onder a t/m c, wordt subsidie verstrekt aan in
Lelystad gevestigde schoolbesturen en samenwerkingsverbanden van:
scholen in het primair onderwijs in Lelystad die met achterstanden te maken hebben conform CBS-systematiek.
Artikel 4.5 Hoogte van de subsidie
De hoogte van de subsidie voor de schoolse educatie in het primair onderwijs wordt gebaseerd op het door de aanvrager bij de aanvraag ingediende (project)plan en begroting, waaruit blijkt hoe de activiteit bijdraagt aan de opgestelde werkagenda voor dat jaar en aan de gestelde schooldoelen, als bepaald in artikel 1.4 lid 1 onder e.
De activiteiten in artikel 5.1 dienen aanvullend te zijn op de reguliere wettelijke verantwoordelijkheid van de onderwijspartners.
Voor activiteiten in de basisschoolperiode, zoals benoemd in artikel 5.1, wordt subsidie verstrekt aan in Lelystad gevestigde
schoolbesturen en samenwerkingsverbanden van:
scholen in het primair onderwijs in Lelystad die met achterstanden te maken hebben conform CBS-systematiek.
Artikel 5.5 Hoogte van de subsidie
De hoogte van de subsidie voor de brede school wordt gebaseerd op het door de aanvrager bij de aanvraag ingediende (project)plan en begroting, waaruit blijkt hoe de activiteit bijdraagt aan de taalontwikkeling en ontplooiing van kinderen in de basisschoolleeftijd en die in samenwerking wordt georganiseerd met een andere basisschool (scholen) en/of andere partners.
Hoofdstuk 6 Overige bepalingen
Het college beslist in alle voorkomende gevallen waarin deze nadere regels niet voorzien. Daarnaast is het college bevoegd om in bijzondere gevallen van hardheid gemotiveerd van deze regeling af te wijken.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2022-482740.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.