Vierde wijziging van de Regeling kwijtschelding gemeentelijke belastingen 2019

DE RAAD DER GEMEENTE EPE

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders, nr. 468617;

 

BESLUIT

 

Vast te stellen de vierde wijziging van de Regeling kwijtschelding gemeentelijke belastingen 2019.

Artikel I Wijziging aanhef

In de aanhef wordt <<Nadere regels kwijtschelding gemeentelijke en waterschapsbelastingen>> vervangen door: <<Regeling kwijtschelding belastingen medeoverheden>>.

Artikel II Wijziging artikelen

  • 1.

    In artikel 1, eerste lid, onderdeel b, onder 2 wordt <<€ 68,23>> vervangen door: <<€ 69,48>>.

  • 2.

    Artikel 2, tweede lid komt als volgt te luiden:

    2. Onverminderd het bepaalde in het eerste lid wordt overeenkomstig artikel 3 van de Regeling kwijtschelding belastingen medeoverheden voor de vaststelling van de kosten van bestaan van pensioengerechtigden het netto-ouderdomspensioen gehanteerd.

  • 3.

    Artikel 3 komt als volgt te luiden:

    Artikel 3 Extra toegestane financiële middelen

    In afwijking van artikel 12, tweede lid, onderdeel d, van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 wordt het totale bedrag aan financiële middelen, bedoeld in dat onderdeel, verhoogd met het toepasselijke maximumbedrag als bedoeld in artikel 4 van de Regeling kwijtschelding belastingen medeoverheden.

Artikel III Wijziging toelichting

De laatste zin van de nota-toelichting komt als volgt te luiden:

Dit vindt zijn weerslag in de gekozen percentages van 100% van de toepasselijke normen, het meerekenen van de eigen bijdrage kinderopvang, het verlenen van kwijtschelding aan kleine ondernemers en het toepassen van de verruimde vermogensnorm.

Artikel IV Overgangsrecht

Artikel 1, eerste lid, onderdeel b, onder 2 zoals dat luidde op de dag voor die van de inwerkingtreding van dit besluit blijft van kracht op verzoeken om kwijtschelding die zien op belastbare feiten die zich voor de datum van inwerkingtreding van dit besluit hebben voorgedaan.

Artikel V Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2023.

Epe, 10 november 2022

De raad voornoemd,

de voorzitter voornoemd,

Dhr. dr. T.C.M. Horn

De griffier,

Mw. J. Kattenberg

Toelichting 4e wijziging Regeling kwijtschelding gemeentelijke belastingen 2019

Algemeen

Op 5 september 2022 is de Regeling kwijtschelding belastingen medeoverheden vastgesteld. Deze rijksregeling komt in de plaats van de Nadere regels kwijtschelding gemeentelijke en waterschapsbelastingen. De nieuwe regeling bouwt grotendeels voort op die oude regeling. De aanleiding voor de wijziging is de wens om de vermogensnorm te verhogen. Voor een uitgebreide toelichting verwijzen wij naar de toelichting op die regeling. Aanvankelijk was het de bedoeling dat alleen AOW-ers en duurzaam arbeidsongeschikten daarvoor in aanmerking zouden komen. Met name vanwege uitvoeringsproblemen die in de praktijk voorzien werden, is gekozen voor een algemene verhoging van de vermogensnorm. De rijksregeling maakt de verhoging mogelijk. Het is vervolgens aan de raad om te besluiten die verhoging ook daadwerkelijk toe te passen.

 

De raad van Epe had op 11 november 2021 al besloten om de verhoogde norm toe te passen. Toen nog in de veronderstelling dat het alleen om AOW-ers en duurzaam arbeidsongeschikten zou gaan. Omdat de rijksregeling waarin dit is geregeld is gewijzigd, is het nodig om de gemeentelijke kwijtscheldingsregeling aan te passen. Het beleid van de gemeente is om zo ruimhartig mogelijk kwijtschelding te verlenen. Daarom wordt het maximaal mogelijke van de verhoogde vermogensnorm toegepast. Daarbij is verwezen naar de rijksregeling voor wat betreft de normen. Zo werkt een eventuele wijziging van die normen in de toekomst automatisch door in de gemeente.

 

De rijksregeling heeft terugwerkende kracht tot 1 januari 2022. Dat betekent dat het theoretisch mogelijk is om ook voor 2022 nog de verhoogde norm toe te passen. Tribuut heeft verreweg de meeste verzoeken om kwijtschelding dit jaar al afgehandeld. Het zou een tweede beoordeling vragen van veel verzoeken als in de gemeentelijke regeling ook voor terugwerkende kracht zou worden gekozen. In veel gevallen zal de belastingschuld inmiddels (deels) zijn betaald. Wij achten het gezien de hoeveelheid werk niet doelmatig om terugwerkende kracht te verlenen en laten de regeling daarom op 1 januari 2023 in werking treden.

 

 

Artikelsgewijs

Artikel I

De nieuwe rijksregeling een nieuwe naam heeft gekregen. In die regeling is weliswaar voorzien in overgangsrecht, zodat de gemeentelijke regeling wordt geacht te berusten op die nieuwe rijksregeling. Voor de duidelijkheid kiezen wij ervoor om de aanhef aan te passen, zodat daar ook direct naar de nieuwe regeling wordt verwezen.

 

 

Artikel II

1. De verhoging van het bedrag heeft te maken met de indexering van de tarieven afvalstoffenheffing.

2. Artikel 2 brengen we tekstueel in overeenstemming met de nieuwe rijksregeling. Inhoudelijk wijzigt er niets.

3. Hiermee verhogen we de vermogensnorm.

 

 

Artikel III

De toelichting brengen we in overeenstemming met de nieuwe tekst van de gemeentelijke regeling.

 

 

Artikel IV

De afrekeningen diftar vinden doorgaans in het jaar na het belastingjaar plaats. Daarom is het nodig in overgangsrecht te voorzien. Zo blijft het maximale kwijt te schelden bedrag aan diftar gekoppeld aan het tarief voor dat belastingjaar.

 

 

Artikel V

Geen nadere toelichting.

 

Naar boven