Gemeenteblad van Alkmaar
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Alkmaar | Gemeenteblad 2022, 48047 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Alkmaar | Gemeenteblad 2022, 48047 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Reglement van orde voor de vergaderingen van de gemeenteraad Alkmaar, 2022
Hoofdstuk 2 Commissies en subcommissies, taken en samenstelling
De raad kan het college verzoeken de gemeentesecretaris in de vergadering aanwezig te laten zijn en deel te laten nemen aan de beraadslagingen als bedoeld in dit reglement.
Hoofdstuk 2 Toelating van nieuwe leden; benoeming wethouders; fracties
Indien boven de kandidatenlijst een aanduiding was geplaatst, voert de fractie in de raad deze aanduiding als naam. Indien geen aanduiding boven de kandidatenlijst was geplaatst, deelt de fractie in de eerste vergadering van de raad aan de voorzitter mee welke naam deze fractie in de raad wil voeren.
Paragraaf 1 Tijdstip van vergaderen; voorbereidingen
Artikel 11 De voorlopige agenda
De voorlopige agenda met bijbehorende stukken, met uitzondering van de in artikel 25, eerste en tweede lid van de Gemeentewet bedoelde stukken, wordt tenminste 10 dagen vóór de raadsvergadering gepubliceerd.
De voorzitter kan namens de raad een of meer leden van het college uitnodigen om in de vergadering aanwezig te zijn en deel te nemen aan de beraadslagingen over een of meer in de uitnodiging vermelde agendapunten, voor zover het hun portefeuille betreft. De wethouder geeft zoveel als mogelijk gevolg aan de uitnodiging.
Paragraaf 2 Orde der vergadering
Bij binnenkomst in de vergaderzaal tekent ieder lid van de raad de presentielijst. Aan het einde van elke vergadering wordt die lijst door de voorzitter en de griffier door ondertekening vastgesteld.
Artikel 19 Primus bij hoofdelijke stemming
Indien besloten wordt tot hoofdelijke stemming wordt bij dat betreffende onderwerp bij loting een volgnummer van de presentielijst aangewezen; bij het daar genoemde lid begint de hoofdelijke stemming.
Artikel 20 Spreekrecht burgers
Elke spreker krijgt maximaal 3 minuten het woord. Voor het spreekrecht is per vergadering maximaal 30 minuten beschikbaar. De voorzitter verdeelt de spreektijd evenredig over de sprekers als er meer dan 10 sprekers zijn. De voorzitter kan tevens in bijzondere gevallen afwijken van de maximale lengte van de spreektijd.
een overzicht van het verloop van elke stemming, met vermelding bij hoofdelijke stemming van de namen van de leden die voor of tegen stemden, onder aantekening van de namen van de leden die zich overeenkomstig de Gemeentewet van stemming hebben onthouden of zich bij het uitbrengen van hun stem hebben vergist. Indien alle leden van een fractie bij een stemming op dezelfde wijze hebben gestemd, wordt volstaan met het vermelden van de naam van de fractie; bij stemming bij handopsteken wordt volstaan met het aantal voor en tegenstemmers, alsmede het aantal personen dat zich van stemming onthouden heeft;
Artikel 26 Handhaving orde; schorsing
Indien een spreker zich beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen veroorlooft, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Indien de betreffende spreker hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering, waarin zulks plaats heeft, over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.
Op verzoek van een lid van de raad of op voorstel van de voorzitter kan de raad besluiten de beraadslaging voor een door hem te bepalen tijd te schorsen teneinde het college of de leden de gelegenheid te geven tot onderling nader beraad. De beraadslagingen worden hervat nadat de schorsingsperiode verstreken is.
Na het sluiten van de beraadslaging en voordat de raad tot stemming overgaat heeft ieder lid van de raad het recht zijn uit te brengen stem kort te motiveren.
Paragraaf 3 Procedures bij stemmingen
Artikel 31 Algemene bepalingen over stemming
Heeft een lid zich bij het uitbrengen van zijn stem vergist, dan kan hij deze vergissing nog herstellen voordat het volgende lid gestemd heeft. Bemerkt het lid zijn vergissing pas later, dan kan hij nadat de voorzitter de uitslag van de stemming bekend heeft gemaakt wel aantekening vragen dat hij zich heeft vergist; in de uitslag van de stemming brengt dit echter geen verandering.
Indien de stemmen staken in een voltallige vergadering of in een ingevolge lid 9 opnieuw belegde vergadering, is het voorstel niet aangenomen. Onder een voltallige vergadering wordt verstaan een vergadering waarin alle leden waaruit de raad bestaat, voor zover zij zich niet van deelneming aan de stemming moesten onthouden, een stem hebben uitgebracht.
Artikel 33 Stemming over personen
Het stembureau onderzoekt of het aantal ingeleverde stembriefjes gelijk is aan het aantal leden dat ingevolge het tweede lid verplicht is een stembriefje in te leveren. Wanneer de aantallen niet gelijk zijn worden de stembriefjes vernietigd zonder deze te openen en wordt een nieuwe stemming gehouden.
Artikel 34 Herstemming over personen
Wanneer ook bij deze tweede stemming door niemand de volstrekte meerderheid is verkregen, heeft een derde stemming plaats tussen twee personen, die bij de tweede stemming de meeste stemmen op zich hebben verenigd. Zijn bij de tweede stemming de meeste stemmen over meer dan twee personen verdeeld, dan wordt bij een tussenstemming uitgemaakt tussen welke twee personen de derde stemming zal plaatshebben.
leder lid van de raad kan tot het sluiten van de beraadslagingen amendementen indienen. Een amendement kan het voorstel inhouden om een geagendeerd voorstel in één of meer onderdelen te splitsen, waarover afzonderlijke besluitvorming zal plaatsvinden. Alleen beraadslaagd kan worden over amendementen die ingediend zijn door leden van de raad, die de presentielijst getekend hebben en in de vergadering aanwezig zijn.
Na indiening bij de voorzitter:
heeft het college een termijn van in totaal dertig werkdagen om eventuele wensen en bedenkingen schriftelijk kenbaar te maken aan de voorzitter. Indien het geven van wensen en bedenkingen niet binnen deze termijn kan plaatsvinden, stelt het college de initiatiefnemer hiervan gemotiveerd in kennis, en geeft daarbij een zo kort mogelijke termijn waarbinnen het geven van wensen en bedenkingen zal plaatsvinden
en heeft de initiatiefnemer, in het geval van wensen en bedenkingen, eenentwintig dagen de tijd, vanaf het moment van ontvangst van de wensen en bedenkingen gerekend, om het voorstel in te trekken of (on)gewijzigd door te zetten. Indien de initiatiefnemer niet binnen eenentwintig dagen reageert wordt het voorstel als niet ingediend beschouwd.
Artikel 40 Voorstellen vanuit het college, het presidium en door de raad ingestelde werkgroepen
Het verzoek tot het houden van een interpellatie wordt, behoudens in naar het oordeel van de voorzitter spoedeisende gevallen, ten minste 48 uur voor de aanvang van de vergadering schriftelijk bij de voorzitter ingediend. Het verzoek bevat een duidelijke omschrijving van het onderwerp waarover inlichtingen worden verlangd alsmede de te stellen vragen.
De voorzitter brengt de inhoud van het verzoek zo spoedig mogelijk ter kennis van de overige leden van de raad en de wethouders. Bij de vaststelling van de agenda van de eerstvolgende vergadering na indiening van het verzoek wordt het verzoek in stemming gebracht. Voor inwilliging van het verzoek is tenminste eenvijfde van het aantal leden vereist. De raad bepaalt op welk tijdstip tijdens de vergadering de interpellatie zal worden gehouden.
Artikel 42 Schriftelijke vragen
Schriftelijke vragen aan het college worden kort en duidelijk geformuleerd. De vragen kunnen van een toelichting worden voorzien. Bij de vragen wordt aangegeven, of schriftelijke of mondelinge beantwoording wordt verlangd. Vragen die niet voldoen aan het hiervoor gestelde worden per omgaande aan de indiener teruggestuurd
Schriftelijke beantwoording vindt zo spoedig mogelijk plaats, in ieder geval binnen drie weken, nadat de vragen zijn binnengekomen. Mondelinge beantwoording vindt plaats tijdens het vragenhalfuur. Indien beantwoording niet binnen deze termijnen kan plaatsvinden, stelt het verantwoordelijk lid van het college of de burgemeester de vragensteller hiervan gemotiveerd in kennis, waarbij de termijn aangegeven wordt, waarbinnen beantwoording zal plaatsvinden.
De vragensteller kan, bij schriftelijke beantwoording in de eerstvolgende raadsvergadering en bij mondelinge beantwoording tijdens het vragenhalfuur, na de behandeling van de op de agenda voorkomende onderwerpen nadere inlichtingen vragen omtrent het door de burgemeester of door het college gegeven antwoord, tenzij de raad anders beslist.
Het lid van de raad dat tijdens het vragenhalfuur vragen wil stellen, meldt dit onder vermelding van het onderwerp ten minste 6 uur voor aanvang van het vragenuur aan de griffier. De voorzitter kan na overleg met de griffier weigeren een onderwerp tijdens het vragenhalfuur aan de orde te stellen indien hij het onderwerp niet voldoende nauwkeurig acht aangegeven, het onderwerp niet actueel of urgent is of indien het onderwerp in de raadsvergadering op diezelfde dag aan de orde komt.
Artikel 45 Verslag en verantwoording
Een wethouder, de burgemeester of de secretaris of een lid van de raad, die door de gemeenteraad is aangewezen tot lid van het algemeen bestuur van een openbaar lichaam of van een gemeenschappelijk orgaan, ingesteld op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen, heeft het recht om (in aansluiting op de behandeling van de lijst van ingekomen stukken óf voor het sluiten van de vergadering) verslag te doen over zaken die in het algemeen bestuur als bedoeld aan de orde zijn. Door de raad gewenste bespreking van dit verslag kan de voorzitter verwijzen naar de raadscommissie.
Wanneer een lid van de raad een persoon als bedoeld in het eerste lid ter verantwoording wenst te roepen over zijn wijze van functioneren als zodanig, besluit de raad over het toestaan daarvan. De regels voor het vragen van inlichtingen, vastgesteld in artikel 44, zijn van overeenkomstige toepassing.
Hoofdstuk 6 Besloten vergadering
Op een besloten vergadering zijn de bepalingen van dit reglement van overeenkomstig toepassing voor zover deze bepalingen niet strijdig zijn met het besloten karakter van de vergadering.
Voor de afloop van de besloten vergadering beslist de raad overeenkomstig artikel 25 eerste lid, van de Gemeentewet of omtrent de inhoud van de stukken en het verhandelde geheimhouding zal gelden. De raad kan besluiten de geheimhouding op te heffen.
Artikel 49 Opheffen geheimhouding
Indien de raad op grond van artikel 25, derde en vierde lid, artikel 55, tweede en derde lid, of artikel 86, tweede en derde lid, van de Gemeentewet voornemens is de geheimhouding op te heffen wordt, indien daarom wordt verzocht door het orgaan dat geheimhouding heeft opgelegd, in een besloten vergadering met het desbetreffende orgaan overleg gevoerd.
Hoofdstuk 7 Toehoorders en pers
Artikel 51 Geluid- en beeldregistraties
Degenen die in de vergaderzaal tijdens een openbare raadsvergadering geluid- dan wel beeldregistraties willen maken doen hiervan mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar zijn aanwijzingen. Deze aanwijzingen kunnen niet zover gaan dat zij de vrijheid van pers aantasten.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2022-48047.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.