Tijdelijke Beleidsregel noodfonds energietoeslag gemeente Heerde

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heerde

 

gelet op:

 

  • artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • artikel 35 van de Participatiewet;

 

overwegende dat:

 

  • het college het noodzakelijk vindt om aan te geven in welke situaties en onder welke voorwaarden huishoudens in aanmerking kunnen komen voor energietoeslag vanuit het noodfonds dat gebaseerd is op de bijzondere bijstand;

  • het daarom wenselijk is voor dit doel een tijdelijke beleidsregel vast te stellen;

 

besluit:

 

vast te stellen de Tijdelijke beleidsregel noodfonds energietoeslag gemeente Heerde.

Artikel 1: Begripsbepalingen

In deze tijdelijke beleidsregel wordt verstaan onder:

  • a.

    wet: Participatiewet;

  • b.

    college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heerde;

  • c.

    inkomen: totaal van het inkomen, bedoeld in artikel 31, 32 en 33 van de Participatiewet met uitzondering van de inkomsten genoemd in artikel 31 lid 2;

  • d.

    peildatum: de datum waarop de aanvraag wordt gedaan;

  • e.

    referteperiode: periode van één maand voorafgaand aan de peildatum. Wanneer de inkomsten maandelijkse wisselen wordt uitgegaan van het gemiddelde inkomen over de afgelopen drie maanden direct voorafgaand aan de maand waarin de aanvraag wordt gedaan;

  • f.

    Huishouden: Een of meer personen die een gezamenlijk woonadres hebben en hiervoor een energienota ontvangen;

  • g.

    Laag inkomen: Een huishouden heeft een laag inkomen als gedurende de referteperiode het in aanmerking te nemen inkomen niet hoger is dan 120% van de toepasselijke bijstandsnorm;

  • h.

    Energiecoach: Een vrijwilliger die werkt vanuit de organisatie Heerde Energiek en die zijn opgeleid om te coachen en te adviseren over de verduurzaming van de woning.

  • i.

    Draagkracht: het in aanmerking te nemen bedrag waarmee het eigen inkomen de toepasselijke bijstandsnorm te boven gaat en het vermogen waarmee het bescheiden vermogen wordt overschreden.

  • j.

    Vrij te laten vermogen: het toepasselijke bedrag als bedoeld in artikel 34 lid 3 Participatiewet. Het vermogen uit roerende – en onroerende zaken (o.a. vermogen in eigen huis, waarde auto etc.) wordt buiten de vermogensvaststelling gehouden.

Artikel 2: Doelgroep energietoeslag

De energietoeslag is bedoeld voor huishoudens met hoge energiekosten en wordt als bijzondere bijstand verleend.

Artikel 3. Draagkrachtperiode

De draagkrachtperiode beslaat een tijdvak van één jaar en begint op de eerste van de maand waarin de betreffende kosten worden gemaakt.

Artikel 4. Vaststellen draagkracht

Voor de berekening van de draagkracht wordt in aanmerking genomen:

  • 1.

    35% van het in artikel 1 onder c genoemde inkomen waarmee 120% van de toepasselijke bijstandsnorm wordt overschreden.

  • 2.

    Het gehele eigen vermogen voor zover dit het vrij te laten vermogen als bedoeld in artikel 1 onder j te boven gaat.

Artikel 5: Voorwaarden

  • 1.

    Huishoudens dienen binnen een jaar na aanvraag een verslag van de energiecoaches te overleggen als deze wordt opgevraagd door de gemeente;

  • 2.

    Er moet sprake zijn van een noodsituatie dat wil zeggen dat er sprake moet zijn van risicovolle of problematische schulden.

    • Een huishouden heeft risicovolle schulden indien het achterstanden heeft bij de betaling van aflossingen en rente voor leningen en/of hypotheek of andere betalingsverplichtingen en/of er is een bedreigende schuld (een betalingsachterstand van minimaal twee maanden) in een of meer van de categorieën huur, hypotheek, energie, ziektekostenverzekering, WA-verzekering of inboedelverzekering.

  • 3.

    Huishoudens die op hun energiekosten kunnen besparen zullen eerst deze besparing moeten doorvoeren voordat zij volledig recht hebben op deze regeling, zie hiervoor artikel 7, lid 4;

  • 4.

    Huishoudens die het inkomen kunnen verhogen zullen hiervoor eerst de nodige acties moeten ondernemen voordat zij volledig recht hebben op deze regeling, zie hiervoor artikel 7, lid 4.

Artikel 6: Hoogte energietoeslag

  • 1.

    De hoogte van de energietoeslag is:

    • a.

      het verschil tussen de hoogte van de werkelijk betaalde voorschotbedragen van gas en elektra en de Energiequote van 8% van het inkomen;

    • b.

      onder aftrek van de reeds ontvangen energietoeslag.

Artikel 7: Vorm bijstandsverlening

  • 1.

    De energietoeslag wordt als bedrag om niet verstrekt.

  • 2.

    In 2022 wordt het bij artikel 5 berekende bedrag in een eenmalig bedrag uitbetaald;

  • 3.

    In 2023 wordt het bij artikel 5 berekende bedrag in maandelijkse termijnen uitbetaald.

  • 4.

    Op basis van artikel 5 lid 3 en lid 4 kan de gemeente besluiten om af te wijken van lid 2 en lid 3 van dit artikel. De gemeente kan besluiten om een lager bedrag te verstrekken of een tijdelijke regeling te treffen zodat het huishouden de tijd heeft om de nodige acties uit te zetten.

Artikel 8: Afwijken individueel geval.

Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen in deze tijdelijke beleidsregel, indien een onverkorte toepassing daarvan zou leiden tot onredelijkheid of onbillijkheid.

Artikel 9. Inwerkingtreding en duur tijdelijke beleidsregel

  • 1.

    Deze tijdelijke beleidsregel treedt met terugwerkende kracht in werking op 1 januari 2022

  • 2.

    Deze tijdelijke beleidsregel vervalt op 30 juni 2023, met dien verstande dat hij van kracht blijft voor de afwikkeling van aanvragen, bezwaar- of beroepsprocedures.

Artikel 10. Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als:

Tijdelijke beleidsregel noodfonds energietoeslag gemeente Heerde.

Aldus vastgesteld op 18 oktober 2022

Het college van burgemeester en wethouders,

secretaris, burgemeester

B. van Zuthem, drs. J.W. Wiggers

Naar boven