Gemeenteblad van Zaanstad
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Zaanstad | Gemeenteblad 2022, 477195 | ander besluit van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Zaanstad | Gemeenteblad 2022, 477195 | ander besluit van algemene strekking |
Verordening nadeelcompensatie Zaanstad
Besluit van de raad van de gemeente Zaanstad tot vaststelling van de Verordening nadeelcompensatie Zaanstad.
De raad van de gemeente Zaanstad;
Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 21-06-2022 2022/9054;
Gelet op artikel 149 van de Gemeentewet, titel 4.5 van de Algemene wet bestuursrecht en afdeling 15.1 van de Omgevingswet;
Besluit vast te stellen de volgende verordening:
Deze verordening heeft betrekking op aanvragen om schadevergoeding als bedoeld in artikel 4:126, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, waarbij de aanvrager stelt dat die schade wordt veroorzaakt door een bestuursorgaan van de gemeente.
Deze verordening heeft geen betrekking op aanvragen om schadevergoeding waarop een bijzondere regeling van toepassing is.
Bij geheel of gedeeltelijke toewijzing van een aanvraag om schadevergoeding, wordt de toegewezen schadevergoeding uiterlijk betaald bij het onherroepelijk worden van het besluit op de aanvraag.
Toelichting op de Verordening nadeelcompensatie Zaanstad
Op [daum] is de nadeelcompensatieregeling, titel 4.5 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb), in werking getreden. In die regeling zijn bestaande regelingen voor nadeelcompensatie in verschillende wetten en buitenwettelijke regelingen samengevoegd en geharmoniseerd.
Titel 4.5 van de Awb voorziet in een algemene regeling in de Awb van de vergoeding (of tegemoetkoming) van schade door rechtmatig overheidshandelen. Daarbij kan worden gedacht aan verzoeken wegens winst- of inkomstenderving, gederfde huurinkomsten, of de lagere opbrengst bij de verkoop van een bedrijf of een onroerende zaak.
Op [datum] is ook de Omgevingswet in werking getreden. In de Omgevingswet is in hoofdstuk 15 een aantal specifieke regels opgenomen over nadeelcompensatie. Deze regels sluiten aan op de algemene regeling uit de Awb.
Vooropgesteld wordt dat de overheid niet verplicht is om iedere schade die zij in de rechtmatige
uitoefening van haar publieke taken veroorzaakt, in zijn geheel te vergoeden. Dat overheidshandelen of besluiten voor sommige burgers en ondernemingen nadelige gevolgen kan hebben is namelijk onvermijdelijk.
Tot op zekere hoogte moeten deze gevolgen dus worden geaccepteerd. Dit wordt normaal maatschappelijk risico genoemd. Degenen die door rechtmatig overheidsoptreden schade lijden dat uitgaat boven het normaal maatschappelijk risico én in vergelijking tot anderen onevenredig zwaar worden getroffen, kunnen desgevraagd schadevergoeding ontvangen (artikel 4:126 van de Awb). De hoogte daarvan moet in zo’n geval redelijk zijn. De schadevergoeding dekt dus niet de volledige schade. Een deel van de schade zal altijd voor eigen rekening blijven.
Deze verordening heeft betrekking op aanvragen om schadevergoeding vanwege een rechtmatige overheidsdaad. Het gaat om nadeelcompensatie als bedoeld in titel 4.5 van de Awb en afdeling 15.1 van de Omgevingswet. Het kan voorkomen dat schade door meerdere overheden wordt veroorzaakt, bijvoorbeeld zowel de gemeente als het waterschap. In deze bepaling wordt verduidelijkt dat de aanvrager in dat geval het loket kiest.
Het gaat om schade waarvan door de aanvrager wordt gesteld dat die wordt veroorzaakt door een bestuursorgaan van de gemeente.
Hierop bestaat een uitzondering. Dat betreft de situatie waarbij de aanvraag om schadevergoeding betrekking heeft op een besluit ter uitvoering van een projectbesluit. Het projectbesluit is een instrument van het Rijk, de provincies en de waterschappen. Op die situatie is de regeling van artikel 15.8 van de Omgevingswet van toepassing. Daarin is geregeld dat het bestuursorgaan dat het projectbesluit heeft vastgesteld het bestuursorgaan is dat de schadevergoeding toekent.
Deze verordening is niet van toepassing als er voor een onderwerp of een project een specifieke regeling is vastgesteld.
Zo heeft Zaanstad een schadevergoedingsregeling voor kabels en leidingen. Deze bijzondere regeling wordt behouden, omdat deze regels bevat die specifiek zijn toegesneden op kabels en leidingen.
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om schadevergoeding wordt een recht geheven.
De figuur van de heffing is in artikel 4:128 van de Awb geïntroduceerd om te voorkomen dat er al te lichtvaardig wordt overgegaan tot indiening van een aanvraag om schadevergoeding. Het recht bedraagt in Zaanstad € 500,-. Als het recht niet wordt voldaan, wordt de aanvraag op grond van artikel 4:5 van de Awb buiten behandeling gesteld. Bij toewijzen van de aanvraag wordt het toe te kennen bedrag verhoogd met het geheven recht (artikel 4:129, aanhef en onder c, van de Awb).
Met dit recht wordt een deel van de ambtelijke kosten opgevangen die de gemeente maakt bij het behandelen van een aanvraag voor nadeelcompensatie, die niet wordt toegewezen.
De artikelen 4:2 en 4:127 van de Awb bevatten aanvraagvereisten voor het in behandeling nemen van een aanvraag. Als niet aan de aanvraagvereisten wordt voldaan kan de aanvraag op grond van artikel 4:5 van de Awb buiten behandeling worden gesteld. In aanvulling hierop is in het eerste lid geregeld dat de aanvrager van schadevergoeding gebruik maakt van de door het bestuursorgaan vastgesteld digitale indieningsprocedure en aanvraagformulier.
Wanneer de aanvraag niet wordt aangeleverd via het digitale formulier, kan worden besloten de aanvraag niet in behandeling te nemen. Dat kan betekenen dat de aanvrager wordt verzocht de aanvraag nadeelcompensatie alsnog via het formulier in te dienen.
De beslistermijnen schorten op tot het moment dat de stukken op de juiste wijze zijn ingediend.
In artikel 4:2 van de Awb is vastgelegd dat een aanvraag wordt ondertekend en ten minste bevat:
In artikel 4:127 van de Awb is vastgelegd dat de aanvraag mede bevat:
Het gaat hier om gegevens en bescheiden die in ieder geval worden verstrekt. Het kan wenselijk zijn om dit voor aanvragen om schadevergoeding nader te specificeren. Uiteraard worden alleen gegevens gevraagd die noodzakelijk zijn voor de beoordeling van de aanvraag.
In dit lid zijn aanvullende eisen voor schadeclaims voor winst- of inkomstenderving of gederfde huurinkomsten opgenomen.
In dit artikel is voorzien in de mogelijkheid om de gemeentelijke deskundigheid naar aanleiding van een ingekomen aanvraag om schadevergoeding aan te vullen.
Uitgangspunt is dat in de gemeente voldoende deskundigheid aanwezig is om aanvragen om schadevergoeding te kunnen beoordelen.
Alleen als het nodig is, wordt advies ingewonnen bij een adviescommissie. Dit uitgangspunt komt ook tot uitdrukking in het tweede lid. Daarin is vastgelegd in welke situaties in ieder geval geen advies bij een adviescommissie wordt ingewonnen. Als een adviescommissie wordt ingeschakeld, betekent dit niet automatisch dat deze wordt gevraagd over de hele aanvraag te adviseren.
De adviseur(s) zijn adviseurs als bedoeld in artikel 3:5 van de Awb en vormen een adviescommissie als bedoeld in artikel 4:130 van de Awb. Dat betekent dat moet worden voldoen aan de vereisten van dat artikel, waaronder een onafhankelijk voorzitter. Bij het afhandelen van aanvragen waarbij adviseur(s) zijn aangewezen bedraagt de beslistermijn maximaal zes maanden in plaats van de reguliere termijn van acht weken. Die termijn kan eenmaal met ten hoogste zes maanden worden verdaagd (artikel 4:130 van de Awb).
De adviseur(s) maken geen deel uit van en zijn niet werkzaam onder verantwoordelijkheid van het bestuursorgaan en zijn niet betrokken bij de schadeveroorzakende gebeurtenis waarop de aanvraag betrekking heeft.
Een adviescommissie bestaat, afhankelijk van de behoefte van het bestuursorgaan, uit een of meer deskundige adviseur(s).
Bij zaken die betrekking hebben op inkomensderving kan worden gedacht aan deskundigheid op het gebied van accountancy of financieel economische bedrijfsvoering. En bij zaken die betrekking hebben op waardevermindering van een onroerende zaak aan extra deskundigheid op het gebied van taxaties.
Bij het te nemen besluit wordt de adviseur van het advies vermeld en het advies kan hierbij ter motivering worden gevoegd (artikel 3:8 van de Awb). Er kan in afwijking van het advies worden besloten. Dat moet dan wel goed worden gemotiveerd. Verder is het van belang dat het bestuursorgaan zich ervan vergewist, dat het onderzoek van de adviseur(s) op zorgvuldige wijze heeft plaatsgevonden (artikel 3:9 van de Awb).
Uit artikel 4:130, eerste lid, van de Awb volgt dat een bestuursorgaan een adviescommissie kan inschakelen voor het beoordelen van aanvragen om schadevergoeding die bij dit bestuursorgaan zijn ingediend. Voor gemeenten betekent dit dat het betreffende bestuursorgaan (burgemeester, burgemeester en wethouders of de gemeenteraad) een adviescommissie kan instellen. Er zijn twee mogelijkheden:
De procedure en bijbehorende beslistermijnen voor het tot stand komen van het besluit op de aanvraag om schadevergoeding zijn geregeld in de Awb. De genoemde beslistermijnen in de Awb zijn dwingend.
Aanvullend hierop is in dit artikellid vastgelegd dat het bestuursorgaan de aanvrager en belanghebbenden informeert als advies wordt ingewonnen bij een adviescommissie.
In dat geval is een langere beslistermijn toegestaan.
De opdracht aan de adviseur(s) kan ook worden ingetrokken. In dat geval worden de aanvrager en belanghebbenden daar ook over geïnformeerd.
Ook op de voorbereiding van het besluit op een aanvraag om schadevergoeding is de Awb van toepassing, waaronder de bepalingen over de voorbereiding van besluiten (hoofdstuk 4 van de Awb).
Dat betekent onder andere dat de artikelen 4:7 en 4:8 van de Awb van toepassing zijn. Op grond hiervan worden de aanvrager en eventuele belanghebbenden, binnen de daar opgenomen kaders, in de elegenheid gesteld om voorafgaand aan de beslissing op de aanvraag een zienswijze naar voren te brengen.
In het tweede lid is verduidelijkt welke partijen naast de aanvrager een zienswijze naar voren kunnen brengen. Dat zijn degenen met wie een schadeovereenkomst is gesloten en, als sprake is van een schadeveroorzakend besluit naar aanleiding van een aanvraag, de aanvrager van dat besluit of degene die de toegestane activiteit verricht.
Die zienswijze kan naar keuze schriftelijk of mondeling naar voren worden gebracht (artikel 4:9 van de Awb).
In deze bepaling is de uiterste betaaltermijn vastgelegd. Als een aanvraag om schadevergoeding geheel of gedeeltelijk wordt toegekend, wordt het betreffende bedrag uiterlijk bij het onherroepelijk worden van het toekenningsbesluit uitbetaald. Dus na afronding van eventuele bezwaar- en beroepsprocedures.
Artikel 7. Intrekking oude regelingen
De Verordening nadeelcompensatie treedt in de plaats van de Procedureverordening voor advisering tegemoetkoming in planschade gemeente Zaanstad.
Deze procedureverordening wordt daarom ingetrokken.
Deze procedureverordening kan vanwege het overgangsrecht nog wel relevant zijn voor het afhandelen van lopende planschadeverzoeken.
De Verordening nadeelcompensatie treedt ook in de plaats van de Algemene Verordening Nadeelcompensatie Zaanstad 2013.
Deze verordening wordt eveneens ingetrokken.
De verordening uit 2013 kan vanwege het overgangsrecht nog wel relevant zijn voor het afhandelen van de lopende aanvragen om schadevergoeding.
Artikel 8. Inwerkingtreding en citeertitel
De inwerkingtreding is gelijktijdig met de inwerkingtreding van de regeling in titel 4.5 nadeelcompensatieregeling van de Algemene wet bestuursrecht en met de Omgevingswet.
Titel 4.5 nadeelcompensatieregeling van de Awb voorziet in een algemene regeling in de Awb van de vergoeding (of tegemoetkoming) van schade door rechtmatig overheidshandelen. In titel 4.5 zijn de voormalige regelingen voor nadeelcompensatie in verschillende wetten en buitenwettelijke regelingen samengevoegd en geharmoniseerd.
In de Omgevingswet is een nadeelcompensatieregeling opgenomen die aansluit op de generieke regeling uit de Awb (hoofdstuk 15 van de Omgevingswet).
De citeertitel is de naam van de verordening: Verordening nadeelcompensatie Zaanstad.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2022-477195.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.