Gemeenteblad van Aalten
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Aalten | Gemeenteblad 2022, 472624 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Aalten | Gemeenteblad 2022, 472624 | beleidsregel |
Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Aalten over levensloop/zorgwoningen
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Aalten;
gelet op hoofdstuk 2 van de de Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht en het besluit omgevingsrecht i.c. de bijlage II behorend bij art. 2.3, 2.5a en 2.7, de zogenaamde lijst met kruimelgevallen;
vast te stellen de Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Aalten over levensloop/zorgwoningen.
De huidige wetgeving biedt mogelijkheden voor het realiseren van mantelzorgwoningen. Maar dit kan alleen als er daadwerkelijk sprake is van (intensieve) mantelzorg. Vooruitlopend op een toekomstige zorgbehoefte wil de gemeente Aalten het mogelijk maken om hier in het stadium daarvoor al op in te spelen.
Wij ondersteunen de initiatieven van inwoners om zoveel mogelijk zelf te kiezen hoe men in de komende periode wil wonen. In een levensloop/zorgwoning kunnen inwoners van 70 jaar en ouder én mensen met een voortschrijdende aandoening in een vertrouwde omgeving blijven wonen, vooruitlopend op een situatie van intensievere mantelzorg. Inwoners met een voortschrijdende beperking zijn vaak mensen met een progressieve ziekte of volwassenen en jongeren met een beperking. De levensloop/zorgwoning maakt het mogelijk om zelfstandigheid en eigen regie te behouden in combinatie met informele zorg en het behoud van een thuissituatie.
De juridische grondslag voor de Beleidsregel Levensloop/zorgwoningen ligt in De Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht, hoofdstuk 2 en het Besluit Omgevings Recht i.c. de bijlage II behorend bij art. 2.3, 2.5a en 2.7, de zogenaamde lijst met kruimelgevallen.
Mantelzorg: intensieve zorg of ondersteuning, die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende, ten behoeve van zelfredzaamheid of participatie, rechtstreeks voortvloeiend uit een tussen personen bestaande sociale relatie, die de gebruikelijke hulp van huisgenoten voor elkaar overstijgt, en waarvan de behoefte met een verklaring van een huisarts, wijkverpleegkundige, gebiedsteammedewerker of andere door de gemeente aangewezen sociaal-medisch adviseur kan worden aangetoond.
Mantelzorgwoning: zelfstandige wooneenheid binnen de bestaande bebouwing, nieuw op te richten bebouwing of in een woonunit waar huisvesting in verband met mantelzorg plaatsvindt, die kan worden aangemerkt als een bijbehorend bouwwerk (bij de hoofdwoning) in de zin van Bijlage II van het Besluit Omgevings Recht (BOR).
Voortschrijdende aandoening: een voortschrijdende aandoening ofwel progressieve ziekte is een chronische ziekte die steeds ernstiger wordt. Dit proces kan langzaam of snel gaan. Afhankelijk van de ziekte en haar kenmerken kan de lichamelijke, verstandelijke of psychische toestand van een persoon slechter worden.
Artikel 2 Werkingsgebied en werkingsduur
Na afloop van de tijdelijke omgevingsvergunning, zonder voortzetting van mantelzorg in een vergunningsvrije mantelzorgwoning, of bij het verhuizen van de toekomstige zorgverlener of de zorgontvanger dient de levensloop/zorgwoning binnen 2 maanden verwijderd te worden. In bestaande bebouwing dient de bewoning van het levensloop/zorggedeelte van het pand gestaakt te worden. Het toegekende huisnummer zal worden ingetrokken.
Uit een schriftelijke verklaring blijkt dat de toekomstige zorgverleners mantelzorg verlenen zodra en zolang dat nodig is. Daarnaast wordt deze verklaring door alle, op het moment van aanvraag, betrokken bewoners ondertekend waarmee zij aangeven in te stemmen met de levensloop/zorgwoning. Met deze verklaring wordt de sociale relatie tussen de bewoners van de hoofdwoning en de levensloop/zorgwoning aangetoond.
De levensloop/zorgwoning wordt gebouwd op minimaal 1 meter achter de voorgevelrooilijn van de bestaande hoofdwoning en op een afstand van de perceelsgrens (zijdelingse en achter) van tenminste 1 meter of bij ramen aan de zijde van de perceelsgrenzen minimaal 2 meter. Bij hoekpercelen of anderzijds bijzondere situaties kan maatwerk geleverd worden. De afwijking en het besluit omgevingsvergunning wordt dan voldoende gemotiveerd.
Het gebruik van de levensloop/zorgwoning mag niet leiden tot overlast voor de openbare veiligheid, de openbare gezondheid, het woonmilieu, onevenredige afbreuk doen aan het (woon)karakter van de wijk of buurt en/of onevenredig afbreuk doen aan erfgoedwaarden, waardoor geen sprake is van een veilige fysieke leefomgeving en/of goede ruimtelijke ordening.
Hemelwater van het bouwoppervlak van de levensloop/zorgwoning en nieuwe verharding worden op eigen terrein geïnfiltreerd. Op het terrein moet een infiltratiecapaciteit worden aangelegd met een statische capaciteit van minimaal 40mm regenwater per m2 verhard oppervlak (daken en bestrating, mits de bestrating al afwatert op het perceel). Er moet rekening mee worden gehouden dat regenwater afkomstig van opritten niet mag worden afgevoerd richting openbaar terrein, maar wordt aangesloten op de eigen infiltratievoorziening.
Het doel van een omgevingsgesprek is het informeren van de buurt over de plannen en de buurt krijgt de mogelijkheid mee te denken over verbetering van het plan. De omgevingsvergunningsaanvraag bevat een verslag met daarin de resultaten van het omgevingsgesprek.
Indien vanwege omstandigheden een strikte toepassing van het bepaalde in deze beleidsregel zou leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard, kunnen burgemeester en wethouders afwijken van het bepaalde in deze beleidsregel.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2022-472624.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.