Burgemeester en Wethouders van Vaals :
Overwegende, dat het in het belang van de openbare orde, het voorkomen of beperken van overlast, het voorkomen of beperken van aantasting van het woon- en leefklimaat, de veiligheid van personen of goederen, de verkeersvrijheid of -veiligheid, de gezondheid of zedelijkheid en de arbeidsomstandigheden van de prostitué(e), geboden is de exploitatie van seksinrichtingen en escortbedrijven aan nadere regels te binden;
gelet op het bepaalde in artikel 3.1.3. van de Algemene Plaatselijke Verordening voor de gemeente Vaals;
BESLUITEN:
vast te stellen:
"Nadere regels ter uitvoering van artikel 3.1.3 APV."
Paragraaf 1. Inleidende bepalingen
Artikel 1. Begripsbepalingen
In deze nadere regels wordt verstaan onder:
- 1.
Inrichting: een seksinrichting en een escortbedrijf;
- 2.
Seksinrichting: de inrichting als bedoeld in artikel 3.1.1., onder d, APV, waaronder begrepen ook een prostitutiebedrijf;
- 3.
Escortbedrijf: het bedrijf als bedoeld in artikel 3.1.1, onder e, APV;
- 4.
Exploitant: de exploitant als bedoeld in artikel 3.1.1., onder g, APV;
- 5.
Beheerder: de beheerder als bedoeld in artikel 3.1.1., onder h, APV;
- 6.
Bouwwerk: een bouwwerk als bedoeld in artikel 1.1 van de Bouwverordening Gemeente Vaals;
- 7.
Werkruimte: de verblijfsruimte waar de feitelijke seksuele dienstverlening plaatsvindt;
- 8.
Verblijfsruimte: een besloten ruimte, bestemd voor het verblijven van mensen;
- 9.
Bouwbesluit: het Besluit als bedoeld in artikel 2 Woningwet houdende de technische voorschriften omtrent het bouwen van bouwwerken en de staat van bestaande bouwwerken;
- 10.
Bouwverordening: de Bouwverordening Gemeente Vaals (inclusief aanvullende wijzigingen) zoals door de gemeenteraad vastgesteld.
Paragraaf 2. lnrichtlngseisen
Artikel 2. lnrichtingseisen prostitutiebedri jven
- 1.
Tot een prostitutiebedrijf moeten tenminste behoren:
- a.
- b.
- c.
een kleedkamer met een afsluitbare hang/legkast;
- d.
een verblijfsruimte ingericht als dagverblijf met een oppervlakte van ten minste 3,6 m x 3,6 m.
- 2.
Samenvoeging van de keuken en het dagverblijf, dan wel de kleedkamer en het dagverblijf, is toegestaan als daarmee, naar het oordeel van burgemeester en wethouders, een gelijkwaardige situatie wordt bereikt.
- 3.
Het dagverblijf, de keuken en de kleedkamer mogen niet voor prostitutie - doeleinden worden gebruikt.
- 4.
Elke werkruimte moet voorzien zijn van een wasbak (dan wel andere wasgelegenheid) met warm en koud stromend water, een afsluitbare hang/leg kast en een vloeroppervlakte hebben van ten minste 9 m².
- 5.
In een prostitutiebedrijf moet uitsluitend ten behoeve van de prostitu(e)e en het overige personeel tenminste één toiletruimte en één badruimte aanwezig zijn.
Artikel 3. Overige voorzieningen prostitutiebedrijven
De werkruimten van een prostitutiebedrijf moeten gedurende de aanwezigheid van de prostitué(e), hetzij door daglicht, hetzij door kunstlicht, hetzij door beide, voldoende en doelmatig zijn verlicht.
Artikel 4. Veiligheidsvoorzieningenprostitué(e)
- 1.
Iedere werkruimte dient voorzien te zijn van een zogenaamd stil alarm.
- 2.
De toegangsdeur van een werkruimte mag niet van binnen uit afsluitbaar zijn.
- 3.
Het bepaalde in het vorige lid is niet van toepassing indien een toegangsdeur van een werkruimte is gelegen aan de weg.
Paragraaf 3. Brandveiligheidseisen prostitutiebedrijven
Artikel 5. Brandveiligheidsvoorschriften
Een prostitutiebedrijf dient te voldoen aan de desbetreffende eisen gesteld in het Bouwbesluit en de Bouwverordening (gebruiksvergunning).
Paragraaf 4. Gebruiks- gedrags- en gezondheidsvoorschriften
Artikel 6. Algemeen
De exploitant van een seksinrichting of escortbedrijf is verplicht maatregelen te treffen in het belang van de veiligheid, de hygiëne en de bescherming van de gezondheid van de in de inrichting of het bedrijf werkzame prostitué(e), alsmede de bescherming van de volksgezondheid
Artikel 7. Technische hygiënezorg
- 1.
De exploitant van een seksinrichting dient er voor zorg te dragen dat de inrichting voldoet aan de hygiëne - eisen die door de GGD worden gesteld, zoals vermeld in het hygiëne protocol GGD - en Limburg.
- 2.
De exploitant verleent aan de GGD toegang tot de seksinrichting en werkt mee aan het bezoek van de medewerker van de GGD die jaarlijks een technische - hygiëne inspectie uitvoert. Van deze hygiëne - inspectie wordt door de GGD een rapport gemaakt hetgeen wordt toegezonden aan de exploitant. Een afschrift van dit rapport wordt aan de gemeente gezonden.
Artikel 8. Preventie
- 1.
De exploitant van een inrichting verleent de GGD toegang tot de inrichting en verleent medewerking aan preventieactiviteiten van de GGD gericht op verbetering van de gezondheidssituatie van de bij hem werkzame prostitué(e)s.
- 2.
De exploitant van een inrichting voert een "veilig seks beleid". Hij ziet erop toe dat er geen onveilige seks wordt aangeboden en dat veilige seks wordt bewerkstelligd.
- 3.
De exploitant van een prostitutiebedrijf of escortbedrijf draagt zorg voor verspreiding onder de bij hem werkzame prostitué(e)s van voor hen toegankelijk en in begrijpelijke taal geschreven voorlichtings- en informatiemateriaal, over gezondheidsrisico's van hun werk, m.n. seksueel overdraagbare aandoeningen, en over de aanwezigheid en bereikbaarheid van gezondheidszorg- en hulpverleningsinstellingen.
- 4.
De exploitant van een prostitutiebedrijf of escortbedrijf dient zorg te dragen voor een lijst van hulpverleningsinstanties en belangenverenigingen voor prostitué(e)s die voor de werkzame prostitué(e)s steeds toegankelijk is.
- 5.
De exploitant van een prostitutiebedrijf stelt huisregels op om de klant te informeren over de toepassing van "veilig sekstechnieken" en het in de huisregels beschreven zelfbeschikkingsrecht van de prostitué(e)s. De huisregels dienen op een voor de klant duidelijk zichtbare plaats opgehangen te worden.
- 6.
In de onder lid 5 bedoelde huisregels wordt in ieder geval opgenomen:
- a.
de prostitué(e) mag klanten weigeren;
- b.
de prostitué(e) is niet verplicht als daarom wordt verzocht met de klant alcohol houdende dranken te drinken en andere verdovende middelen te gebruikten;
- c.
de prostitué(e) is niet verplicht om, als daarom wordt verzocht, zonder gebruik van een condoom te werken;
- 7.
De huisregels genoemd in het vorige lid gelden ten minste ook voor ieder escortbedrijf.
- 8.
De exploitant van een seksinrichting draagt er zorg voor dat op een voor de klant duidelijk zichtbare plaats actueel foldermateriaal ten aanzien van veilige seks en seksueel overdraagbare aandoeningen (SOA) ter inzage liggen.
- 9.
De exploitant van een seksinrichting draagt er zorg voor dat in de inrichting te allen tijde voldoende wettelijk goedgekeurde condooms voor gebruik beschikbaar zijn.
Artikel 9. Geneeskundig onderzoek
- 1.
De exploitant van een prostitutiebedrijf of escortbedrijf stelt de bij hem werkzame prostitué(e) in de gelegenheid zich vier keer per jaar op seksueel overdraagbare aandoeningen en overige aan het beroep gerelateerde klachten bij de GGD of bij een bij de GGD bekende arts geneeskundig te laten onderzoeken.
- 2.
Indien het in het vorige lid bedoelde onderzoek door een andere arts wordt verricht meldt de exploitant de GGD schriftelijk naam en adres van die arts.
Paragraaf 5. Overige verplichtingen van exploitant en beheerder
Artikel 10. Leeftijdsgrens bezoekers
De exploitant mag gedurende de uren dat de inrichting geopend is geen personen jonger dan 16 jaar in zijn inrichting toelaten.
Artikel 11. Bewoninqsverbod prostitutiebedrijf
- 1.
Het is verboden om het gedeelte van een gebouw dat door de exploitant bestemd is als prostitutiebedrijf als woonruimte in gebruik te nemen dan wel daarin te overnachten.
- 2.
De exploitant is verplicht op het bepaalde in het vorige lid toezicht uit te oefenen.
Artikel 12. Verboden reclame
Het is verboden voor een prostitutiebedrijf of escortbedrijf reclame te maken waarbij de garantie wordt gegeven of op andere wijze wordt aangegeven dat de in het prostitutiebedrijf of escortbedrijf werkzame prostitué(e)s vrij zijn van seksueel overdraagbare aandoeningen.
Artikel 13. Escortbedrijf
De exploitant van een escortbedrijf is verplicht aan de gemeente door te geven onder welke telefoonnummers het bedrijf haar diensten aanbiedt.
Artikel 14. Toelaten toezichthouders
De exploitant en beheerder zijn verplicht er voor zorg te dragen dat toezichthouders onmid dellijk en onbelemmerd toegang hebben tot de inrichting:
- a.
gedurende de tijd dat de inrichting voor bezoekers geopend is, dan wel;
- b.
gedurende de tijd dat de inrichting gesloten dient te zijn, indien die toezichthouders het vermoeden uiten dat daarin of aldaar bezoekers aanwezig zijn.
Paragraaf 6. Slotbepaling
Artikel 15. Slotbepaling
Deze nadere regels treden in werking met ingang van de eerste dag na die waarop dit besluit bekend is gemaakt.