Wijzigingsverordening automatische actualisering boetebedragen Vlaardingen 2022

De gemeenteraad van Vlaardingen,

 

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 21 juni 2022;

 

Gelet op de artikelen 149, 154 en 154b van Gemeentewet

 

Overwegende:

  • -

    dat op verschillende plaatsen in de gemeentelijke verordeningen boetebedragen opgenomen staan welke hun basis vinden in het Besluit bestuurlijke boete overlast in de openbare ruimte;

  • -

    dat deze bedragen meestal jaarlijks gewijzigd worden door de rijksoverheid;

  • -

    dat op dit moment niet expliciet geregeld is dat waar mogelijk de lokale boetebedragen met deze jaarlijkse wijziging van het Rijk mee wijzigen zonder het wijzigen van de diverse verordeningen;

  • -

    dat het efficiënt en duidelijk is om op te nemen in de Verordening bestuurlijke boete overlast in de openbare ruimte Vlaardingen dat de hoogte van de boetes gelijk is aan de door het rijk bepaalde hoogtes;

  • -

    dat een deel van de boetebedragen niet door het Rijk wordt vastgesteld, maar dat bij het bepalen van de hoogte van deze bedragen wel de lijn van het Rijk wordt gevolgd;

  • -

    dat het daarom wenselijk is via deze verordening een aantal bedragen te actualiseren.

Besluit vast te stellen de:

 

Wijzigingsverordening actualisering en gedeeltelijke automatisering wijziging boetebedragen Vlaardingen 2022

Artikel I  

De Afvalstoffenverordening Vlaardingen 2014 wordt gewijzigd als volgt:

 

A. Artikel 25 komt te luiden:

‘Artikel 25 Boetebepaling bestuurlijke boete

  • 1.

    Overtreding door een natuurlijke persoon of rechtspersoon van de volgende artikelen kan worden bestraft met een bestuurlijke boete: 7, 8, 9, 10, 11, 12, 15, 16, 17, 18, 19, 20, 21, 22, 23, 24.

  • 2.

    De hoogte van de bestuurlijke boete bij overtreding wordt bepaald door de Verordening bestuurlijke boete overlast in de openbare ruimte Vlaardingen.’

B. Bijlage 1 als bedoeld in artikel 25, tweede lid, van de Afvalstoffenverordening vervalt.

 

C. In de toelichting komt de artikelsgewijze toelichting bij artikel 25 te luiden:

‘Artikel 25 Boetebepaling

 

Aanduiding overtreden voorschrift

 

Uit het stelsel van de Wet bestuurlijke boete overlast in de openbare ruimte (hierna: Wet BBOOR) volgt dat een overtreden voorschrift, dat toeziet op een gedraging die onder artikel 25 valt, bestuurlijk kan worden beboet. Voorwaarde daarvoor is dat de desbetreffende gedraging valt onder artikel 154 van de Gemeentewet.

 

Hoogte van de Bestuurlijke boete

 

Het Besluit BBOOR bepaalt de verschillende boetecategorieën en de hoogte van de bestuurlijke boete. Voor zover voor een voorschrift de boetecategorie en de hoogte van de boete niet bij het Besluit BBOOR zijn bepaald, stelt de gemeenteraad deze vast in de verordening. Zowel de koppeling met de bedragen opgenomen in het Besluit BBOOR als de bepaling van de boetebedragen welke niet zijn vastgesteld in het Besluit BBOOR zijn opgenomen in de Verordening bestuurlijke boete overlast in de openbare ruimte Vlaardingen.’

Artikel II  

De Algemene Plaatselijke Verordening Vlaardingen 2019 wordt gewijzigd als volgt:

 

A. Artikel 2:49f komt te luiden:

‘Artikel 2.49f Proeverijen in slijterijen

 

Met inachtneming van artikel 3, eerste lid van de Winkeltijdenwet is het toegestaan proeverijen in slijtlokaliteiten buiten de dagen en tijden dat de slijtlokaliteiten regulier zijn opengesteld te houden. Bij algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld waaraan een proeverij moet voldoen.’

 

B. Artikel 6.1a komt te luiden:

‘Artikel 6.1a Boetebepaling bestuurlijke boete

  • 1.

    Overtreding door een natuurlijke persoon of rechtspersoon van het bij of krachtens de volgende artikelen bepaalde of de op grond van artikel 1.4 daarbij gegeven voorschriften en beperkingen kan worden beboet met een bestuurlijke boete: 2.7, lid 1, 2.10, leden 1 en 2, 2.10a, leden 1 en 3, 2.11, lid 1, 2.13, lid 1, 2.14, lid 1, 2.16, leden 1, 2 en 3, 2.17, 2.18, 2.20, lid 1 sub a en sub b, 2.21, lid 1, 2.25a, 2.27 lid 1, 2.34, lid 1, 2.36, lid 2, 2.37, leden 1 en 2, 2.41, leden 1 en 10, 2.44, leden 1 en 2, 2.45b, 2.46, lid 2, 2.47, leden 1 en 2, 2.49c, leden 1 en 2, 2.49f, 2.55, leden 1 en 2, 2.56, leden 1, 2, 5 en 7, 2.57, lid 1, 2.60 leden 1a, 1b en 2, 2.64, leden 2 en 3, 2.66, leden 1a, 1b en 2, 2.67, 2.68, 2.69, 2.69a, 2.70, leden 1 en 2, 2.72 lid 1, 2.73 leden 1 en 5, 2.74, leden 1, 4 en 5, 2.75 lid 1, 2.76, lid 1, 2.77, leden 1a en 1b, 2.78, leden 1 en 2, 2.85, lid 1, 2.86, leden 1 en 2, 2.86a leden 2 en 3, 2.89 (slechts voor art. 3 Opiumwet), 2.89a, leden 1 en 2, 3.18, 3.19, 3.20, 3.21, 4.6, lid 1, 4.40, 4.41, 4.42, lid 1, 4.47, lid 1, 5.2, leden 3a en 3b, 5.3, lid 1, 5.4, 5.5, lid 1, 5.6, leden 1a, 1b en 1c, 5.7, lid 1, 5.8, leden 1 en 2, 5.9, lid 1, 5.10a, 5.11, lid 1, 5.12, 5.13, 5.15, lid 1, 5.18, lid 1, 5.22, 5.22a, 5.22b, 5.23, 5.24, 5.25, lid 1, 5.26, lid 1, 5.27, lid 1, 5.28, lid 1, 5.29, leden 1 en 3, en 5.30, lid 1.

  • 2.

    De hoogte van de bestuurlijke boete bij overtreding wordt bepaald door de Verordening bestuurlijke boete overlast in de openbare ruimte Vlaardingen.’

C. De bijlage als bedoeld in artikel 6.1A van deze verordening vervalt.

 

D. In de toelichting komt de artikelsgewijze toelichting bij artikel 6.1a te luiden:

‘Artikel 6.1a Boetebepaling bestuurlijke boete

Eerste lid

Uit het stelsel van de Wet bestuurlijke boete overlast in de openbare ruimte (hierna: Wet BBOOR) volgt dat een overtreden voorschrift, dat toeziet op een gedraging die onder artikel 6.1a valt, bestuurlijk kan worden beboet. Voorwaarde daarvoor is dat de desbetreffende gedraging valt onder artikel 154 van de Gemeentewet.

 

Tweede lid

Het Besluit BBOOR bepaalt de verschillende boetecategorieën en de hoogte van de bestuurlijke boete. Voor zover voor een voorschrift de boetecategorie en de hoogte van de boete niet bij het Besluit BBOOR zijn bepaald, stelt de gemeenteraad deze vast in de verordening. Zowel de koppeling met de bedragen opgenomen in het Besluit BBOOR als de bepaling van de boetebedragen welke niet zijn vastgesteld in het Besluit BBOOR zijn opgenomen in de Verordening bestuurlijke boete overlast in de openbare ruimte Vlaardingen.’

Artikel III  

De Verordening bestuurlijke boete overlast in de openbare ruimte Vlaardingen wordt gewijzigd als volgt:

 

A. Artikel 1 komt te luiden:

 

‘Artikel 1 Boetebepalingen

  • 1.

    Overtreding door een natuurlijk persoon of rechtspersoon van het bij of krachtens de volgende artikelen van de Algemene Plaatselijke Verordening Vlaardingen 2019 bepaalde of de op grond van artikel 1.4 daarbij gegeven voorschriften en beperkingen kan worden bestraft met een bestuurlijke boete: 2.7, eerste lid, 2.10, eerste en tweede lid, 2.10a, eerste en derde lid, 2.11, eerste lid, 2.13, eerste lid, 2.14, eerste lid, 2.16, eerste, tweede en derde lid, 2.17, 2.18, 2.20, eerste lid sub a en sub b, 2.21, eerste lid, 2.25a, 2.27 eerste lid, 2.34, eerste lid, 2.36, tweede lid, 2.37, eerste en tweede lid , 2.41, eerste en tiende lid, 2.44, eerste en tweede lid, 2.45b, 2.46, tweede lid, 2.47, eerste en tweede lid, 2.49c, eerste en tweede lid, 2:49f, 2.55, leden eerste en tweede lid, 2.56, eerste, tweede, vijfde en zevende lid, 2.57, eerste lid, 2.60 leden 1a, 1b en tweede lid, 2.64, tweede en derde lid, 2.66, leden 1a, 1b en tweede lid, 2.67, 2.68, 2.69, 2.69a, 2.70, eerste en tweede lid, 2.72, eerste lid, 2.73 eerste en vijfde lid, 2.74, eerste, vierde en vijfde lid, 2.75 eerste lid, 2.76, eerste lid, 2.77, leden 1a en 1b, 2.78, eerste en tweede lid, 2.85, eerste lid, 2.86, eerste en tweede lid, 2.86a tweede en derde lid, 2.89 (slechts voor art. 3 Opiumwet), 2.89a, eerste en tweede lid, 3.18, 3.19, 3.20, 3.21, 4.6, eerste lid, 4.40, 4.41, 4.42, eerste lid, 4.47, eerste lid, 5.2, leden 3a en 3b, 5.3, eerste lid, 5.4, 5.5, eerste lid, 5.6, leden 1a, 1b en 1c, 5.7, eerste lid, 5.8, eerste en tweede lid, 5.9, eerste lid, 5.10a, 5.11, eerste lid 1, 5.12, 5.13, 5.15, eerste lid, 5.18, eerste lid, 5.22, 5.22a, 5.22b, 5.23, 5.24, 5.25, eerste lid, 5.26, eerste lid, 5.27, eerste lid, 5.28, eerste lid, 5.29, eerste en derde lid, 5.30, eerste lid.

  • 2.

    Overtreding door een natuurlijk persoon of rechtspersoon van het bij of krachtens de volgende artikelen van de Afvalstoffenverordening Vlaardingen 2014 bepaalde kan worden bestraft met een bestuurlijke boete: 7, eerste lid, 8, 9, 10, eerste en tweede lid, 11, eerste, tweede en zesde lid, 12, tweede lid 2, 15, eerste en vijfde lid, 16, tweede lid, 17, eerste lid, 18, eerste en tweede lid, 19, eerste en tweede lid, 20, 21, 22, eerste en tweede lid, 23, eerste lid 1, 24.

  • 3.

    Overtreding door een natuurlijk persoon of rechtspersoon van het bij of krachtens de volgende artikelen van de Begraafplaatsverordening Vlaardingen 2004 bepaalde kan worden bestraft met een bestuurlijke boete: 3, derde en vierde lid, 4 eerste, tweede, derde, vijfde en zevende lid.

  • 4.

    Bij overtreding door een natuurlijk persoon van een voorschrift als genoemd in het eerste, tweede of derde lid van dit artikel is de hoogte van de bestuurlijke boete gelijk aan het bedrag dat is vermeld bij het betreffende voorschrift in de bijlage bij het Besluit bestuurlijke boete overlast in de openbare ruimte.

  • 5.

    Indien de bijlage bij het Besluit bestuurlijke boete overlast in de openbare ruimte geen bedrag bevat voor het overtreden van een voorschrift als genoemd in het eerste tot en met het derde lid van dit artikel dan is de hoogte van de bestuurlijke boete gelijk aan het bedrag dat in de bijlage bij deze verordening is vermeld bij het betreffende voorschrift.

  • 6.

    Bij overtreding door een rechtspersoon van een voorschrift als genoemd in het eerste tot en met het derde lid van dit artikel wordt de hoogte van de boete die geldt voor een natuurlijk persoon vermenigvuldigd met factor twee.

  • 7.

    Indien het boetebedrag hoger is dan het wettelijk maximum boetebedrag als bedoeld in artikel 154b, zesde lid, van de Gemeentewet, geldt het wettelijk maximum boetebedrag.’

B. Bijlage 1 komt te luiden:

‘Bijlage 1 als bedoeld in artikel 1, vijfde lid, van de Verordening Bestuurlijke Boete Overlast in de Openbare Ruimte Vlaardingen

APV Vlaardingen 2019

artikel

Onderwerp

Boete in euro’s

2.7, eerste lid

Beperking aanbieden e.d. van geschreven of gedrukte stukken of afbeeldingen

150

2.10, eerste en tweede lid

Straatartiest en straatmuzikant

200

2.10a, eerste en derde lid

Draaiorgel

200

2.11, eerste lid

Voorwerpen op, aan of boven de weg

250

2.13, eerste lid

Aanleggen, beschadigen, opbreken en veranderen van een weg

300

2.14, eerste lid

Maken, veranderen van een uitweg

300

2.16, eerste lid

Winkelwagentjes (rechthebbende op een bedrijf)

100

2.16, tweede en derde lid

Winkelwagentjes (gebruiker)

100

2.17

Hinderlijke beplanting of voorwerp

100

2.18

Openen straatkolken e.d.

100

2.20, eerste lid, sub a

Rookverbod in bossen en natuurterreinen

150

2.20, eerste lid, sub b

Rookverbod in bossen en natuurterreinen (brandende voorwerpen)

300

2.21, eerste lid

Gevaarlijk of hinderlijk voorwerp

100

2.25a

(Slaap)verblijf op de weg, in voertuigen en in kampeermiddelen

150

2.27, eerste lid

Vergunningplicht evenement

100

2.34, eerste lid

Exploitatievergunning horeca-inrichting

100

2.36, tweede lid

Exploitatie horeca-inrichting, niet meer voldoen aan eisen Alcoholwet

100

2.37, eerste lid

Toezicht in horeca-inrichting (afwezigheid ondernemer of leidinggevende)

415

2.37, tweede lid

Toezicht in de horeca-inrichting (voorkomen strafbare feiten)

415

2.41, eerste en tiende lid

Sluitingstijden

300

2.44, eerste lid

Aanwezigheid bezoekers in door burgemeester gesloten horeca-inrichting

100

2.44, tweede lid

Toelating bezoekers in door burgemeester gesloten horeca-inrichting

300

2.45b

Het bij zich hebben van lachgas in of om een openbare inrichting, om dit te verkopen of te gebruiken.

100

2.46, tweede lid

Handel in horeca-inrichting

100

2.47, eerste en tweede lid

Ordeverstoring en aanzegging

100

2.49c, eerste en tweede lid

Sluitingstijden inrichtingen van paracommerciële rechtspersonen

150

2.49f

Proeverijen in slijterijen

150

2.55, eerste lid

Betreden gesloten woning of lokaal (art. 174a Gemeentewet

100

2.55, tweede lid

Betreden gesloten woning of lokaal (art. 13b Opiumwet)

100

2.56, eerste lid

Plakken en kladden (algemeen)

150

2.56, tweede lid

Plakken en kladden (aanplakbiljet; met bepaalde stoffen)

150

2.56, vijfde lid

Plakken en kladden (handelsreclame)

150

2.56, zevende lid

Plakken en kladden (tonen schriftelijke toestemming)

100

2.57, eerste lid

Vervoer plakgereedschap e.d.

150

2.60, lid 1a

Hinderlijk gedrag op of aan de weg (klimmen op beeld, monument etc.)

100

2.60, lid 1b

Hinderlijk gedrag op of aan de openbare weg (zich ophouden, overig)

150

2.60, tweede lid

Verblijf op aangewezen plaatsen waar dit is verboden

150

2.64, tweede en derde lid

Verboden drankgebruik/bezit

100

2.66, lid 1a

Hinderlijk gedrag in portiek of poort

100

2.66, lid 1b

Hinderlijk gedrag in, op of tegen raamkozijn of drempel

100

2.66, tweede lid

Hinderlijk gedrag in voor gemeenschappelijk gebruik bestemde ruimte van een gebouw

100

2.67

Zich zonder redelijk doel en op een voor anderen hinderlijke wijze ophouden in een voor het publiek toegankelijke ruimte

150

2.67

Een voor het publiek toegankelijke ruimte verontreinigen

150

2.67

Een voor het publiek toegankelijke ruimte voor een ander doel gebruiken

100

2.68

Neerzetten van fietsen e.d.

50

2.69

Met een fiets of bromfiets op markten/kermisterrein e.d. zich bevinden

50

2.69a

Overig hinderlijk gedrag

100

2.70, eerste lid

Bespieden van personen (kennelijke bedoeling)

150

2.70, tweede lid

Bespieden van personen

150

2.72, lid 1a

Loslopende honden op kinderspeelplaats e.d.

150

2.72, lid 1b

Loslopende honden op een weg binnen de bebouwde kom

100

2.72, lid 1c

Loslopende honden op een aangewezen plaats buiten de bebouwde kom

100

2.72, lid 1d

Loslopende honden niet voorzien van halsband of ander identificatiekenmerk

100

2.73, eerste lid

Verontreiniging door honden

150

2.73, vijfde lid

Opruimmiddel bij zich dragen en niet tonen op eerste vordering

100

2.74, eerste lid

Gevaarlijke honden aanlijngebod en muilkorfgebod

250

2.74, vierde lid

Gevaarlijke honden microchip

250

2.74, vijfde lid

Hinderlijk gedrag hond; blaffen of janken

150

2.75, eerste lid

Houden van hinderlijke of schadelijke dieren

150

2.76, eerste lid

Loslopend vee

150

2.77, lid 1a

Bijen (bij woningen of gebouwen)

100

2.77, lid 1b

Bijen (bij de weg)

100

2.78, eerste en tweede lid

Voederverbod overlast gevende vogels

100

2.85, eerste lid

Ter beschikking stellen van consumentenvuurwerk zonder vergunning

250

2.86, eerste lid

Bezigen van consumentenvuurwerk tijdens de jaarwisseling (aangewezen gebied)

250

2.86, tweede lid

Bezigen van consumentenvuurwerk tijdens de jaarwisseling (schade, overlast e.d.)

250

2.86a, tweede lid

Verbod carbid schieten op een openbare plaats

250

2.86a, derde lid

Verbod materialen te vervoeren of voorhanden te hebben op een openbare plaats die klaarblijkelijk bestemd zijn voor het schieten van carbid.

200

2.89

Openlijk drugsgebruik (slechts artikel 3 Opiumwet)

100

2.89a, eerste lid

Overlast door lachgas

150

2.89a, tweede lid

In een aangewezen gebied, lachgas bij zich hebben, gebruiken, of voorbereidingen treffen voor het gebruik

100

3.18

Raamprostitutie

250

3.19

Straatprostitutie

250

3.20

Het geen gehoor geven aan een bevel van een politie agent of toezichthouder, gegeven met oog op de naleving van het verbod artikel 3.19 van de APV Vlaardingen 2019 om zich te verwijderen in een bepaalde richting

400

3.21

Verbodsbepalingen klanten

250

4.6, eerste lid

Overige geluidhinder

150

4.40

Natuurlijke behoefte doen

150

4.41

Toestand van sloten en andere wateren en niet openbare riolen en putten buiten gebouwen

100

4.42, eerste lid

Opslag voertuigen, vaartuigen, mest, afvalstoffen

150

4.47, eerste lid

Recreatief nachtverblijf buiten kampeerterreinen

150

5.2, lid 3a

Parkeren van voertuigen van autobedrijf e.d. (op de weg)

150

5.2, lid 3b

Parkeren van voertuigen van autobedrijf e.d. (gebruik weg als werkplaats)

150

5.3, eerste lid

Te koop aanbieden van voertuigen

250

5.4

Defecte voertuigen

150

5.5, eerste lid

Voertuigwrakken

410

5.6, lid 1a

Kampeermiddelen e.a. (langer dan drie achtereenvolgende dagen)

100

5.6, leden 1b en 1c

Kampeermiddelen e.a. (in strijd met belemmering uitzicht of uiterlijk aanzien gemeente)

100

5.7, eerste lid

Parkeren van reclamevoertuigen

250

5.8, eerste lid

Parkeren van grote voertuigen (strijd met uiterlijk aanzien gemeente)

100

5.8, tweede lid

Parkeren van grote voertuigen (verdeling beschikbare parkeerruimte)

100

5.9, eerste lid

Parkeren van uitzicht belemmerende voertuigen

100

5.10a

Parkeren anders dan op de rijbaan

100

5.11, eerste lid

Aantasting groenvoorziening door motorvoertuigen met twee of meer dan twee wielen

150

5.11, eerste lid

Aantasting groenvoorziening door bromfietsen of snorfietsen

100

5.11, eerste lid

Aantasting groenvoorziening door fietsers, bestuurders van gehandicaptenvoertuigen met of zonder motor en overige weggebruikers

60

5.12

Overlast van fiets of bromfiets op aangewezen plaatsen

50

5.13

Inzameling van geld of goederen

150

5.15, eerste lid

Venten op verboden plaats of tijd

150

5.18, eerste lid

Een standplaats innemen zonder vergunning

150

5.22

Beschadigen van waterstaatswerken

100

5.22a

Voorwerpen op, in of boven openbaar water

100

5.22b

Magneetvissen

150

5.23

Reddingsmiddelen

150

5.24

Zwemverbod

100

5.25, eerste lid

Veiligheid op het water

150

5.26, eerste lid

Overlast aan vaartuigen

100

5.27, eerste lid

Gemotoriseerd verkeer op crossterreinen

100

5.28, eerste lid

Beperking verkeer in natuurgebieden door motorvoertuigen met twee of meer dan twee wielen

150

5.28, eerste lid

Beperking verkeer in natuurgebieden door bromfietsen of snorfietsen

100

5.28, eerste lid

Beperking verkeer in natuurgebieden voor fietsers, bestuurders van gehandicaptenvoertuigen met of zonder motor en overige weggebruikers (waaronder onder andere wordt verstaan ruiter met paard)

60

5.29, eerste en derde lid

Verbod afvalstoffen te verbranden buiten inrichtingen of anderszins vuur te stoken

300

5.30, eerste lid

Reclameborden

250

Afvalstoffen-verordening Vlaardingen 2014 artikel

Onderwerp

Boete in euro’s

7, eerste lid

Inzamelverbod huishoudelijke afvalstoffen behoudens aanwijzing als inzamelaar

150

8

Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan anderen

100

9

Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen door anderen dan de gebruikers van percelen

100

10, eerste en tweede lid

Niet afzonderlijk ter inzameling aanbieden

100

11, eerste, tweede en zesde lid

Onjuist ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen

100

12, tweede lid

Op het verkeerde moment ter inzameling aanbieden

100

15, eerste en vijfde lid

Ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan de inzameldienst dan wel deze in strijd met de regels aanbieden

100

16, tweede lid

Het ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan een ander dan de inzameldienst in strijd met door het college gestelde regels.

100

17, eerste lid

Diffuse milieuverontreiniging

410

18, eerste en tweede lid

Achterlaten van straatafval

150

19, eerste en tweede lid

Het verstoren van reeds ter inzameling aangeboden afvalstoffen

150

20

Afvalbakken in inrichtingen voor het verbruiken van eet- en drinkwaren en het schoonhouden van de omgeving

150

 

 

 

21

Wegwerpen van reclamebiljetten of ander promotiemateriaal

150

22, eerste en tweede lid

Zwerfafval bij vervoeren, laden en lossen of overige werkzaamheden

150

23, eerste lid

Verbod opslag van afvalstoffen

250

24

Afgifte autowrakken afkomstig uit een huishouden

410

Begraafplaatsenverordening Vlaardingen 2004

Onderwerp

Boete in euro’s

3, derde lid

Zich op een gesloten begraafplaats bevinden, anders dan voor het bijwonen van een begrafenis of de bezorging van as

100

4, eerste lid

Het zonder toestemming van de beheerder verrichten van werkzaamheden aan grafbedekkingen voor derden

150

4, tweede lid

Het met een motorvoertuig rijden op de begraafplaats anders dan op de door beheerder aangewezen rijwegen, niet zijnde voor een begrafenis dan wel voor het vervoer van materialen

150

4, tweede lid

Het sneller dan stapvoets rijden op de begraafplaats.

100

4, derde lid

Het met zich voeren van een fiets, bromfiets of scooter dan wel hiermee rijden op een begraafplaats.

50

4, vijfde lid

Het bij zich hebben van een dier op de begraafplaats, anders dan een hulphond vanwege het hebben van een handicap.

150

4, zevende lid

Zich niet op aanzegging van de beheerder van de begraafplaats verwijderen.

200

Artikel IV  

De Begraafplaatsverordening Vlaardingen 2004 wordt gewijzigd als volgt:

 

A. Artikel 30 komt te luiden:

‘Artikel 30 Bestuurlijke boete

  • 1.

    Overtreding door een natuurlijke persoon of rechtspersoon van de volgende leden kan worden bestraft met een bestuurlijke boete: artikel 3, derde lid en artikel 4, eerste, tweede, derde, vijfde en zevende lid.

  • 2.

    De hoogte van de bestuurlijke boete bij overtreding wordt bepaald door de Verordening bestuurlijke boete overlast in de openbare ruimte Vlaardingen.’

B. Na artikel 30 wordt een nieuw artikel 30a toegevoegd, dit komt te luiden:

‘Artikel 30a Toezichthouders

  • 1.

    Met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens deze verordening bepaalde zijn belast de medewerkers van het team Toezicht en Handhaving.

  • 2.

    Het college kan daarnaast andere personen belasten met dit toezicht.’

Artikel V Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na publicatie van deze verordening.

Artikel VI  

Deze wijzigingsverordening wordt aangehaald als: “Wijzigingsverordening actualisering en gedeeltelijke automatisering wijziging boetebedragen Vlaardingen 2022”.

Aldus besloten in de openbare vergadering van de gemeenteraad van Vlaardingen, gehouden op

De griffier,

drs. J. Mimpen

De voorzitter,

drs. B. Wijbenga - van Nieuwenhuizen

Naar boven