Inleiding
|
Deze beleidsregels bevatten het afwegingskader voor de beoordeling van aanvragen voor bijzondere bijstand.
Deze regels gaan over de ingangsdatum, draagkracht, bezit en voorliggende voorzieningen. De regels gelden voor alle kostensoorten, behalve als dit anders wordt aangegeven. Bij de beoordeling van een aanvraag worden alle vragen doorlopen.
Bij het verstrekken van bijzondere bijstand geldt het individualiseringsprincipe, dit betekent dat er altijd gekeken wordt naar de specifieke situatie van de aanvrager.
|
Beoordelen aanvraag
|
Bij het beoordelen van een aanvraag bijzondere bijstand moeten steeds de vier volgende vragen worden beantwoord:
|
- 1.
Doen de kosten zich voor?
|
De kosten moeten daadwerkelijk zijn gemaakt. Als de kosten al zijn betaald is er geen aanleiding om bijzondere bijstand toe te kennen. In de regeling zelf kunnen uitzonderingen zijn opgenomen.
|
- 2.
Zijn de kosten in het individuele geval noodzakelijk?
|
Er is in ieder geval geen noodzaak aanwezig als:
- a.
er sprake is van een goedkopere adequate voorziening en/of;
- b.
als de kosten voorkomen konden worden en/of;
- c.
als er een alternatief aanwezig is.
- d.
als er sprake is van eigen keuze.
Dit is geen limitatieve opsomming maar slechts een aantal voorbeelden voor het vaststellen van de noodzaak.
|
- 3.
Vloeien de kosten voort uit bijzondere individuele omstandigheden?
|
Beoordeeld moet worden of er sprake is van bijzondere omstandigheden die in het individuele geval de kosten noodzakelijk maken.
|
- 4.
Kunnen de kosten worden voldaan uit de aanwezige middelen?
|
Beoordeeld wordt of de kosten kunnen worden voldaan uit het inkomen; vermogen en eventueel IIT als aanvrager daar recht op heeft. Bij vermogen wordt uitgegaan van vrij te laten vermogen (artikel 34 Participatiewet).
Bij bewindvoering, mentorschap, curatele en inkomensbeheer wordt uitgegaan van het vermogen boven de voor aanvrager van toepassing zijnde bijstandsnorm.
|
Voorliggende voorzieningen
|
Als er een voorliggende voorziening bestaat waaruit de bijzonder noodzakelijke kosten kunnen worden vergoed, bestaat er geen recht op bijzondere bijstand op grond van artikel 15 van de Participatiewet. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan studiefinanciering, een (zorg)verzekering, Wmo of WLZ.
|
Draagkracht in inkomen
|
Bij berekening van de draagkracht wordt eerst een berekening gemaakt van de incidentele kosten per jaar. Uit de draagkracht die daarna overblijft worden de periodieke kosten per maand berekend.
Al het inkomen boven 110% van de toepasselijke bijstandsnorm exclusief vakantiegeld wordt aangemerkt als draagkracht.
|
Uitzonderingen
|
Op de algemene regel van 110% bestaan voor enkele kosten soorten uitzonderingen. Voor deze kosten wordt 100% gehanteerd
Het gaat hier om:
- •
beschermingsbewind, mentorschap en curatele
- •
- •
bijzondere bijstand voor levensonderhoud
|
Vrij te laten inkomsten
|
Een vrijwilligersvergoeding wordt niet meegenomen bij het vaststellen van de draagkracht. Ook de vrijlating van inkomsten op grond van artikel 31 lid 2 van de Participatiewet wordt niet mee genomen in de draagkrachtberekening.
|
Wisselende inkomsten
|
Bij wisselende inkomsten wordt uitgegaan van het gemiddelde inkomen over de laatste 6 maanden voorafgaand aan de aanvraag om bijzondere bijstand.
|
|
Kosten hoger dan draagkracht
|
Wanneer de kosten hoger zijn dan de draagkracht dan komt het meerdere van de kosten in aanmerking voor bijzondere bijstand.
|
Incidentele kosten
|
De draagkracht wordt vastgesteld per jaar. Als de kosten hoger zijn dan de draagkracht per jaar wordt het meerdere vergoed middels bijzondere bijstand.
|
Periodieke kosten
|
De draagkracht wordt vast gesteld per maand voor maximaal 3 jaar in geval van pensioengerechtigden, WAO- en Wajongers. Indien de aanvrager buiten deze doelgroepen valt dan wordt de draagkracht jaarlijks vastgesteld.
|
Geen draagkracht
|
Er is geen sprake van draagkracht in de volgende gevallen;
- •
als belanghebbende is toegelaten tot de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen (Wsnp);
- •
als er maximaal beslag ligt op het inkomen van belanghebbende;
- •
als voor belanghebbende een minnelijke schuldregeling is opgestart door een instelling genoemd in artikel 48 van de Wet op het consumentenkrediet.
|
Draagkracht in vermogen
|
Het vermogen zoals genoemd in artikel 34 van de Participatiewet wordt buiten beschouwing gelaten. Het meerdere vermogen is 100% draagkracht uit vermogen.
|
Uitzondering
|
Voor beschermingsbewind, mentorschap en curatele wordt het vermogen zoals genoemd in artikel 34 van de Participatiewet niet buiten beschouwing gelaten. In die gevallen wordt al het vermogen boven de voor aanvrager van toepassing zijnde bijstandsnorm beschouwd als draagkracht.
|
Ingangsdatum
|
In artikel 44 lid 1 van de Participatiewet staat dat er geen bijzondere bijstand wordt verstrekt voor kosten die zijn gemaakt vóór de aanvraagdatum. De aanvraagdatum is de datum waarop het college de aanvraag voor bijzondere bijstand schriftelijk heeft ontvangen.
|
Incidentele kosten
|
Voor deze kosten kan bijzondere bijstand kan worden verleend voor kosten die zijn gemaakt tot 3 maanden voor de meldingsdatum.
|
Periodieke kosten
|
Voor deze kosten kan geen bijzondere bijstand worden verleend voor kosten die zijn gemaakt voor de meldingsdatum. De eerste betaling voor periodieke bijzondere bijstand vindt plaats vanaf eerste dag van de maand waarin de aanvraag voor bijzondere bijstand is gedaan.
|
Uitzondering
|
Voor periodieke bijzondere bijstand voor de kosten van een bewindvoerder, curator of mentor geldt een uitzondering. Deze kosten kunnen worden vergoed voor zover zij zijn gemaakt tot 3 maanden voor de meldingsdatum.
|
Bewijsstukken
|
Belanghebbende heeft een aantoonplicht en zal bewijsstukken van de gemaakte kosten moeten inleveren. Dit kan bijvoorbeeld door middel van kopieën van nota’s.
|
Belanghebbende met bijstandsuitkering
|
Voor belanghebbenden die een uitkering op grond van de Participatiewet ontvangen geldt dat zij alleen een bewijs van de kosten waarvoor zij bijzondere bijstand aanvragen hoeven in te leveren.
|
|
Voor belanghebbenden die geen uitkering op grond van de Participatiewet ontvangen geldt dat zij de volgende bewijsstukken in ieder geval moeten inleveren;
- •
Kopie ID-bewijs (bij echtpaar/samenwonenden van beiden);
- •
Bankafschriften van de laatste maand voorafgaande aan datum aanvraag van al uw betaalrekening(en) en eventuele spaarrekening(en) met vermelding van naam; saldo en rekeningnummer;
- •
Bewijsstukken van eventuele schulden;
- •
De laatste salarisstrook en/of uitkeringsspecificatie van uw inkomsten. Bij wisselende inkomsten, alle specificaties van 6 maanden voorafgaande aan indiening aanvraag.
- •
Bewijsstuk van de kosten waarvoor bijzondere bijstand wordt gevraagd.
|
Uitzonderingen
|
Wanneer de aanvraag van belanghebbende valt binnen een periode waarvoor de draagkracht al eerder is vastgesteld, dan is het inleveren van alleen een bewijsstuk van de kosten voldoende.
Wanneer er andere bewijsstukken moeten worden ingeleverd dan hierboven vermeld, zal dit bij de betreffende kosten soorten worden benoemd.
|
Kosten
|
|
Babyuitzet
|
|
Algemeen
|
Het gaat hier om alle benodigdheden die noodzakelijk zijn voor de komst van een baby.
Hieronder valt niet de inrichting van de babykamer, zoals het bed, matras en commode.
|
Bijzondere bijstand
|
De kosten van een babyuitzet komen niet in aanmerking voor bijzondere bijstand. Deze kosten zijn incidentele algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan. Van belanghebbende mag worden verwacht dat deze worden betaald uit het inkomen, vermogen, lening of eventueel de individuele inkomenstoeslag. Voor deze kosten kan bijvoorbeeld worden gereserveerd. Of deze kunnen worden voldaan door gespreide betaling achteraf.
|
Uitzondering
|
In uitzonderlijke situaties waarbij sprake is van bijzondere omstandigheden kan bijzondere bijstand worden verstrekt. Hierbij wordt de hoogte van de bijzondere bijstand bepaald aan de hand van de NIBUD-norm voor een het basispakket voor een baby-uitzet (kleding en verzorging). Verstrekking is om niet.
Indien noodzakelijk kan de babykamer via duurzame gebruiksgoederen aangeschaft worden op basis van een renteloze lening.
|
Voorliggende voorziening
|
Is vader van het kind bekend en kan hij bijdragen in de kosten? De bijdrage van de vader wordt beschouwd als voorliggend op de bijzondere bijstand.
|
Bewijsstukken
|
Een verklaring van huisarts, vroedvrouw/verpleegkundige of ziekenhuis kan als bewijsstuk dienen dat de aanvrager in verwachting is.
|
Begrafenis en crematie kosten
|
|
Algemeen
|
Het gaat hier om alle kosten die verband houden met de begrafenis of crematie van een overledene voor zover deze kosten noodzakelijk zijn.
|
Bijzondere
bijstand
|
Bijzondere bijstand voor deze kosten is mogelijk. De kosten van een begrafenis of van een crematie behoren tot de passiva (schulden) van de nalatenschap en komen voor rekening van alle erfgenamen. Deze kunnen ieder voor zich en op persoonlijke titel bijzondere bijstand aanvragen, voor zover hun erfdeel niet toereikend is en het hen aan middelen ontbreekt om hun aandeel in deze kosten te kunnen voldoen.
De hoogte van de bijzondere bijstand wordt bepaald aan de hand van de richtprijzen volgens de NIBUD-prijzengids.
Algemene kosten:
- •
- •
basistarief uitvaart- verzorger
- •
overbrengen van overledene naar rouwcentrum of woonhuis
- •
laatste verzorging van overledene
- •
kist (spaanplaat eikenfineer)
- •
opbaren in uitvaartcentrum incl. condoleancebezoek
- •
Bij een begrafenis worden de kosten van een algemeen graf vergoed.
Bij een crematie wordt de technische crematie (zonder gebruik faciliteiten) vergoed.
|
Uitzonderingen
|
n.v.t.
|
Voorliggende voorziening
|
Uitvaart-, levens- of ongevallenverzekering of de nalatenschap van de overledene.
|
Bewijsstukken
|
Nota’s van begrafenisondernemer en van andere noodzakelijke uitvaartkosten.
|
Bijzonderheden
|
Indien deze richtbedragen worden overschreden wordt nagegaan in hoeverre de extra kosten reëel zijn.
|
Beschermingsbewind, curatele en mentorschap
|
|
Algemeen
|
Er kan alleen bijzondere bijstand worden verstrekt voor deze kosten als de tarieven zijn goedgekeurd door de kantonrechter. Dit moet zijn benoemd in de uitspraak van Onderbewindstelling /Curatele / Mentorschap. Of door een machtiging of goedkeuring van de rechter.
|
Bijzondere bijstand
|
Opstartkosten bij wijzigen van bewindvoerder of curator worden alleen vergoed wanneer aanvrager kan aantonen dat de vorige bewindvoerder of curator nalatig is geweest.
|
Uitzonderingen
|
Kosten van budgetbeheer komen niet voor vergoeding in aanmerking
|
Voorliggende voorziening
|
n.v.t.
|
Bewijsstukken
|
Beschikking van de rechter waarin de onderbewindstelling, curatele of mentorschap en het tarief is vastgelegd.
|
Bijzonderheden
|
100% van het inkomen wordt als draagkracht aangemerkt.
|
Bewassingskosten/slijtage
|
|
Algemeen
|
Het gaat hier om de extra kosten voor het wassen van kleding en beddengoed bij een bepaalde ziekte of handicap. Meegerekend zijn de kosten voor elektriciteit, water, waspoeder en afschrijving en onderhoud van de wasmachine. Slijtagekosten zijn de extra kosten die ontstaan door het extra wassen van de kleding.
De vergoeding wordt berekend volgens de NIBUD-prijzengids.
|
Bijzondere bijstand
|
Bijzondere bijstand is alleen mogelijk nadat de noodzaak van de kosten is vastgesteld in een door de consulent op te vragen onafhankelijk medisch advies.
|
Bijzonderheden
|
n.v.t.
|
Voorliggende voorziening
|
n.v.t.
|
Bewijsstukken
|
Bewijs bestaat uit een verklaring van een arts/behandelaar.
|
Dieetkosten
|
|
Algemeen
|
Het gaat om de meerkosten die ontstaan door het volgen van een medisch noodzakelijk dieet. Er dient sprake te zijn van meerkosten ten opzichte van normale voeding. Het feit dat een dieet door een diëtiste is opgesteld maakt nog niet dat een dieet medisch noodzakelijk is.
Bij diabetes/zoutarm/vetarm dieet is geen sprake van meerkosten. Dit is een dieet, dat iedereen geacht wordt te volgen om gezond te blijven.
|
Bijzondere bijstand
|
Er kan bijzondere bijstand worden verstrekt voor de meerkosten van een dieet. De hoogte wordt bepaald aan de hand van richtprijzen voor meerkosten van dieetvoeding volgens de NIBUD lijst.
|
Uitzonderingen
|
n.v.t.
|
Voorliggende voorzieningen
|
Wanneer het gaat om dieetpreparaten is de Zorgverzekering een voorliggende voorziening.
|
Bewijsstukken
|
Nota’s / betaalbewijzen.
|
Bijzonderheden
|
Extra kosten voor een dieet kunnen worden vergoed. Hiervoor is altijd een verklaring van een arts of een onafhankelijk medisch advies nodig om de medische noodzaak en de meerkosten van het dieet vast te stellen.
Wanneer bij de aangifte Belastingen ook dieetkosten als aftrekpost zijn opgevoerd wordt de teruggave van de Belastingdienst voor deze kosten in mindering gebracht op de bijzondere bijstand.
|
Duurzame gebruiksgoederen
|
|
Algemeen
|
Onder noodzakelijk duurzame gebruiksgoederen wordt o.a. verstaan; wasmachine, meubels en inrichtingskosten.
Deze gebruiksgoederen moeten worden betaald uit eigen middelen (inkomen, het aanwezige vermogen en eventueel individuele inkomenstoeslag als daar recht op is). Van belanghebbende mag worden verwacht dat hij voor deze kosten spaart, een lening afsluit of de individuele inkomenstoeslag hiervoor gebruikt.
|
Bijzondere bijstand
|
Alleen in bijzondere gevallen, wanneer bijvoorbeeld sprake is van onvoorziene omstandigheden kan bijzondere bijstand worden verleend. Wij gaan daarbij uit van de bedragen zoals die in de NIBUD lijst staan vermeld.
Deze bijzondere bijstand wordt in de vorm van een renteloze lening verstrekt.
Wanneer een aanvrager onder beschermingsbewind/mentorschap of curatele staat en zelf een aanvraag indient, dan moet de bewindvoerder vooraf toestemming te geven voor het aangaan van nieuwe schulden.
De hoogte van de bijzondere bijstand is gebaseerd op 55% van de normbedragen voor inventaris, zoals opgenomen in de NIBUD-prijzengids. Hierbij wordt steeds gekeken met hoeveel personen een huishouding wordt gevoerd.
De percentages zijn als volgt verdeeld:
- •
100%: Als een nieuwe woning moet worden betrokken en de belanghebbende heeft niet de beschikking over een eigen inboedel;
- •
50% en 75% wordt gebruikt in geval van beëindiging van de samenwoning. Uitgangspunt is dat de boedel wordt verdeeld en dat de belanghebbende over een deel van de boedel kan beschikken als hij een andere woning moet betrekken;
- •
75%: geldt als de belanghebbende in een andere woning moet gaan wonen;
- •
50%: geldt als de belanghebbende in de huidige woning blijft (en de helft van het meubilair opnieuw moet worden aangeschaft.
Leefsituatie
|
100%
|
75%
|
50%
|
25%
|
Alleenstaande
kamerbewoner
|
€ 1000
|
€ 750
|
€ 500
|
€ 250
|
Alleenstaande zelfstandig wonend
|
€ 3.648
|
€ 2.736
|
€ 1.824
|
€ 912
|
Gezin 2 personen
|
€ 4.271
|
€ 3.203
|
€2.135
|
€ 1.068
|
Gezin 3 personen
|
€ 4.743
|
€ 3.557
|
€ 2.371
|
€ 1.186
|
Gezin 4 personen
|
€ 5.350
|
€ 4.012
|
€ 2.675
|
€ 1.338
|
Gezin 5 personen
|
€ 5.822
|
€ 4.366
|
€2.911
|
€ 1.456
|
Gezin 6 personen
|
€6.380
|
€4.785
|
€3.190
|
€ 1.595
|
|
Uitzondering
|
- 1.
Stoffering valt niet onder duurzame gebruiksgoederen. Hiervoor wordt bijzondere bijstand om niet verstrekt tot een percentage van 25% van het bedrag van inventaris dat gehanteerd wordt.
Leefsituatie
|
25%
|
Alleenstaande kamerbewoner
|
€ 257,-
|
Alleenstaande zelfstandig wonend
|
€ 946,-
|
Gezin 2 personen
|
€ 1.098,-
|
Gezin 3 personen
|
€ 1.199,-
|
Gezin 4 personen
|
€ 1.338,-
|
Gezin 5 personen
|
€ 1.439,-
|
Gezin 6 personen
|
€ 1.571,-
|
Vanaf 7e persoon extra p.p.
|
€ 125,-
|
- 2.
Belanghebbenden die toegelaten zijn tot de Wsnp mogen geen nieuwe schulden maken. Daarom wordt de bijstand aan een belanghebbende die in de Wsnp zit om niet verstrekt. Zij hebben recht op maximaal 50 % van bovengenoemde bedragen. Alleen voor de kosten van de stoffering blijft de vergoeding 100% van de genoemde bedragen, te verstrekken als bijstand om niet. Alleen als de rechter-commissaris hiervoor toestemming geeft, kan de bijstand in de vorm van een geldlening worden verstrekt.
- 3.
Bij kamerbewoning kan normaal gesproken gebruik worden gemaakt van gezamenlijke voorzieningen zoals wasmachine en keuken. Heeft een kamerbewoner daadwerkelijk witgoed nodig (verifiëren) dan kan een hoger bedrag worden verstrekt. Tot maximaal € 500,- extra. Dit bedrag wordt als extra lening verstrekt
|
Voorliggende voorziening
|
Een lening bij team Schulddienstverlening van de gemeente Coevorden. Of een lening bij een commerciële bank. Als vooraf duidelijk is dat deze geen lening zullen verstrekken i.v.m. problematische schulden, dan hoeft er niet te worden doorverwezen.
|
Bewijsstukken
|
Een schriftelijk bewijsstuk zoals een offerte of een rekening moeten worden aangetoond.
|
Bijzonderheden
|
Er wordt altijd uitgegaan van 100% draagkracht.
Op grond van de Wet vereenvoudiging beslagvrije voet wordt uitgegaan van een afslossingsbedrag van 7,5% van de toepasselijke bijstandsnorm. Het uitgangspunt is dat belanghebbende niet langer dan 48 maanden terugbetaalt.
36 maanden (vóór 1 april 2022)
|
10%
|
48 maanden
|
7,5%
|
|
|
|
Algemeen
|
Het gaat hierbij om de eigen bijdrage die het college oplegt voor voorzieningen die zijn verstrekt op basis van de Wmo. Deze bijdrage wordt geïnd voor het Centraal Administratie Kantoor (CAK).
|
Bijzondere bijstand
|
De eigen bijdrage komt voor vergoeding in aanmerking.
|
Bijzonderheden
|
n.v.t.
|
Voorliggende voorziening
|
De Collectieve Zorgverzekering voor minima is een voorliggende voorziening.
|
Bewijsstukken
|
Nota’s CAK en de beschikking waaruit blijkt dat de eigen bijdrage wordt opgelegd voor Wmo-voorzieningen.
|
|
|
Algemeen
|
- 1:
Stookkosten:
De kosten van extra energieverbruik behoren, indien de medische noodzaak is aangetoond, tot de bijzondere noodzakelijke kosten van het bestaan. Een hogere temperatuur dan de normtemperatuur is slechts bij een zeer beperkt aantal (zeldzame) ziektebeelden noodzakelijk. Bij veel voorkomende gezondheidsproblemen als hartaandoeningen, Astma en COPD, vaat- en gewichtsproblemen bestaat geen medische noodzaak voor een verhoogde temperatuur in enige ruimte. Bij (zeldzame) temperatuurregulatiestoornissen (stoornis in de functie van bepaalde centra in de hersenen) of stofwisselingsstoornissen kunnen extra stookkosten soms wel geïndiceerd zijn. Ook personen die zichzelf niet kunnen voortbewegen c.q. geen spieractiviteit hebben kunnen een hogere omgevingstemperatuur nodig hebben (bijv. bij MS, ALS, paralysis e.d).
- 2:
Kosten elektra
De kosten van extra elektraverbruik behoren, als de medische noodzaak is aangetoond, tot de bijzondere noodzakelijke kosten van het bestaan. Het hogere verbruik moet verband houden met het gebruik van extra apparatuur in verband met het ziektebeeld.
|
Bijzondere bijstand
|
De meerkosten komen in aanmerking voor bijzondere bijstand. De meerkosten worden vastgesteld volgens de NIBUD-prijzengids
|
Uitzondering
|
n.v.t.
|
Voorliggende voorziening
|
n.v.t.
|
Bewijsstukken
|
De medische noodzaak voor extra energiekosten moeten worden aangetoond met een onafhankelijk medisch advies.
|
|
|
Algemeen
|
Kosten van een verhuizing worden in principe niet vergoed. Alleen bij een onvoorziene verhuizing is vergoeding mogelijk.
|
Bijzondere bijstand
|
Alleen de kosten van de huur van een (verhuis)busje voor 1 dag worden vergoed. Uitgegaan wordt van de goedkoopste oplossing. De bijzondere bijstand wordt om niet verstrekt.
|
Uitzonderingen
|
N.v.t.
|
Voorliggende voorziening
|
Wanneer er sprake is van medische noodzaak om te verhuizen is een vergoeding op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo) voorliggend.
|
Bewijsstukken
|
Bewijsstuk waaruit de kosten blijken.
|
- 10.
Leges voor aanvraag/verlenging verblijfsvergunning
|
|
Algemeen
|
Het gaat hierbij om de legeskosten van (verlenging van) een verblijfsvergunning.
|
Bijzondere bijstand
|
De legeskosten van (verlenging van) een verblijfsvergunning behoren tot de incidenteel voorkomende algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan die niet in aanmerking komen voor bijzondere bijstand. Voor deze kosten wordt men geacht te reserveren of een lening af te sluiten. Wanneer men niet in staat is geweest te reserveren voor deze kosten dan wel geen lening kan afsluiten, kan bijzondere bijstand worden verstrekt.
De kosten van (verlenging van) een verblijfsvergunning voor erkende vluchtelingen (verblijfsvergunning asiel bepaalde en onbepaalde tijd), staatlozen, B-9 situaties en op medische gronden (en hun kinderen) behoren wel tot de uit bijzondere omstandigheden voortvloeiende noodzakelijke kosten van het bestaan waarvoor bijstand kan worden verleend. De bijstand kan worden verleend onder aftrek van de kosten van een identiteitskaart.
|
Uitzonderingen
|
De kosten die gemaakt worden voor een vergunning tot verblijf bij de partner voor iemand die geen recht heeft op bijstand behoren ook niet tot de noodzakelijke kosten van bestaan van de partner.
|
Voorliggende voorziening
|
n.v.t.
|
Bewijsstukken
|
Bewijsstukken aanvraag verblijfsvergunning.
|
|
|
Algemeen
|
Het gaat hierbij om de meerkosten van het laten verzorgen en bezorgen van de maaltijd ten opzichte van het bereiden van de eigen maaltijd.
|
Bijzondere bijstand
|
Vergoeding via bijzondere bijstand is mogelijk voor de meerkosten. De kosten per maaltijd worden vergoed onder aftrek van de kosten van een zelfbereide warme maaltijd. Hierbij wordt de norm van de NIBUD-prijzengids gehanteerd.
|
Uitzonderingen
|
n.v.t.
|
Voorliggende voorziening
|
n.v.t.
|
Bewijsstukken
|
Er moet een advies worden opgevraagd bij een onafhankelijk medisch adviseur.
|
|
|
Algemeen
|
Voor belanghebbenden die een inkomen (vergelijkbaar) met zak- en kleedgeld ontvangen en die een woning is toegewezen worden de kosten van de eerste huur en voor de eerste weken levensonderhoud een overbruggingsuitkering verleend.
|
Bijzondere bijstand
|
De hoogte van de bijzondere bijstand bedraagt de van toepassing zijnde bijstandsnorm van één maand zonder vakantietoeslag.
|
Uitzonderingen
|
De bijstand wordt om niet verstrekt.
|
Voorliggende voorziening
|
n.v.t.
|
Bewijsstuk
|
Huurovereenkomst.
|
|
|
Algemeen
|
Het gaat hier om noodzakelijk pedicurebehandelingen die niet worden vergoed vanuit de zorgverzekeringswet.
|
Bijzondere bijstand
|
Er kan vanuit de bijzondere bijstand 6 keer per jaar een vergoeding worden verstrekt. Er wordt aangesloten bij de gemiddelde kosten voor een pedicurebehandeling.
|
Uitzondering
|
n.v.t.
|
Voorliggende voorziening
|
Zorgverzekeringswet
|
Bewijsstukken
|
Een verklaring van de huisarts waaruit de noodzaak van de pedicurebehandeling blijkt.
|
|
|
Algemeen
|
Het gaat hierbij om de abonnementskosten voor het personenalarm. Het alarmeringskastje wordt vergoed via de Zorgverzekeringswet.
|
Bijzondere bijstand
|
De abonnementskosten kunnen worden vergoed als de noodzaak is vast gesteld op grond van de Zorgverzekeringwet.
|
Uitzondering
|
n.v.t.
|
Voorliggende voorziening
|
Zorgverzekeringswet
|
Bewijsstukken
|
Bewijsstuk van de Zorgverzekeringswet waaruit de vergoeding van het alarmeringskastje blijkt.
|
|
|
Algemeen
|
Kleding hoort tot de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan waarvoor in beginsel geen bijzondere bijstand wordt vergoed. In sommige gevallen bestaat er een noodzaak voor een prothese BH of een prothese badpak of bikini.
|
Bijzondere bijstand
|
De meerkosten worden vergoed onder aftrek van de normale kosten voor een BH of badpak. Voor deze kosten wordt verwezen naar de NIBUD-normen.
|
Bijzonderheden
|
Er kan per jaar maximaal twee keer een vergoeding worden verstrekt voor een prothese BH. Voor een badpak kan maximaal 1 keer per 3 jaar een vergoeding worden verstrekt. De NIBUD-normen verschillen per maat. Er wordt niet gevraagd om welke maat prothese-BH het gaat, de kosten voor de grootste maat worden vergoed.
|
Uitzondering
|
n.v.t.
|
Voorliggende voorziening
|
n.v.t.
|
Bewijsstukken
|
Nota van de kosten.
|
- 16.
Rechtshulp en griffierechten
|
|
Algemeen
|
Het gaat hierbij om de eigen bijdrage voor de rechtshulp en griffierechten.
|
Bijzondere bijstand
|
Vergoeding via bijzondere bijstand is mogelijk mits er sprake is van een toevoeging van de Raad voor de Rechtsbijstand.
Via het juridisch loket kan men een korting krijgen op de eigen bijdrage via het diagnosedocument. Daar waar een diagnose document van het juridisch loket nodig is wordt rekening gehouden met deze korting. Als er geen toevoeging is moet de noodzaak worden onderzocht.
|
Uitzondering
|
De kosten die gemaakt worden voor een vergunning tot verblijf bij de partner voor een belanghebbende die geen recht heeft op bijstand behoren ook niet tot de noodzakelijke kosten van bestaan van de partner. Hiervoor wordt dan ook geen bijzondere bijstand verstrekt.
|
Voorliggende voorziening
|
Rechtsbijstandsverzekering.
|
Bewijsstukken
|
Toevoeging van de Raad voor Rechtsbijstand. Nota van de kosten.
|
|
|
Algemeen
|
Er kunnen reiskosten bestaan voor rechtbankbezoeken, ziekenhuisbezoeken en bijvoorbeeld voor bezoek aan familieleden. Reiskosten behoren in beginsel tot de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan.
|
Bijzondere bijstand
|
Er is vergoeding middels bijzondere bijstand mogelijk voor:
- 1.
Reiskosten naar de rechtbank
Er is bijzondere bijstand mogelijk voor reiskosten naar de rechtbank, als het verplicht of noodzakelijk is dat de belanghebbende op de zitting verschijnt. Rechtbankbezoeken zijn geen regelmatig terugkerende bezoeken en kunnen daarom bijzondere noodzakelijke kosten zijn.
- 2.
Detentie
Voor het bezoek aan partner en/of kinderen die in detentie verblijven kan bijstand worden verstrekt voor de reiskosten. Er wordt uitgegaan van maximaal één bezoek per twee weken. Bij meerderjarige kinderen wordt de noodzaak en de frequentie individueel vastgesteld.
- 3.
Reiskosten omgangsregeling minderjarige kinderen in een pleeggezin of gezinsvervangend tehuis
Er kan bijzondere bijstand worden verstrekt voor reiskosten voor het bezoek aan minderjarige kinderen die in een pleeggezin of gezinsvervangend tehuis wonen. Daarbij wordt uitgegaan van de door Jeugdzorg vastgestelde bezoekfrequentie. De reiskosten worden vergoed na indiening van een periodiek overzicht/ verklaring van Jeugdzorg met de bezoekdata aan het kind/de kinderen.
- 4.
Ziekenhuisbezoeken
Er kan bijzondere bijstand worden verstrekt voor reiskosten wanneer partner en/of minderjarige kinderen in het ziekenhuis zijn opgenomen. Daarbij wordt uitgegaan van maximaal 1 bezoek per dag. Bij levensbedreigende omstandigheden kan van een hogere bezoekfrequentie worden uitgegaan.
- 5.
Reiskosten medisch specialist
Voor het bezoek aan een medisch specialist wordt in principe geen vergoeding voor de reiskosten gegeven.
|
Bijzonderheden
|
Uitzondering op deze regel is: Wanneer er geen keuze is in verband met een medische noodzaak en men daardoor noodgedwongen naar een specialist moet in een andere woonplaats.
|
Uitzondering
|
Men moet wel gebruik maken van de dichtstbijzijnde specialist.
Voor alle kosten geldt dat er wordt uitgegaan van de goedkoopst mogelijke oplossing. Een belanghebbende mag wel met de eigen auto rijden maar als het openbaar vervoer goedkoper is dan wordt een bedrag ten hoogte van de kosten van het openbaar vervoer vergoed.
Voor alle kostensoorten geldt dat er geen vergoeding wordt verstrekt wanneer de enkele reisafstand minder dan 10 kilometer bedraagt.
|
Voorliggende voorziening
|
Zorgverzekeringswet ingeval van bezoek aan de medische specialist
|
Bewijsstukken
|
Bewijsstuk van de kosten.
|
|
|
Algemeen
|
Het gaat hierbij om alle soorten tandartskosten.
|
Bijzondere bijstand
|
De Zorgverzekeringswet wordt als een toereikende passende voorliggende voorziening gezien voor tandartskosten. Er kan voor deze kosten in principe geen bijzondere bijstand worden verstrekt. Alleen wanneer er sprake is van zeer dringende redenen kan hiervan worden afgeweken. Deze dringende redenen moeten blijken uit een advies van een onafhankelijk medisch advies orgaan.
|
Uitzondering
|
Op deze regel zijn een aantal uitzonderingen. Voor de volgende kosten wordt wel bijzondere bijstand verleend:
- -
- -
- -
trekken van tanden en kiezen;
- -
eigen bijdrage kunstgebit.
|
Voorliggende voorziening
|
De Zorgverzekeringswet.
|
Bewijsstukken
|
Nota’s.
|
Bijzonderheden
|
Er geldt altijd een individuele beoordeling.
|
|
|
Algemeen
|
Woonkosten behoren tot de noodzakelijke kosten van het bestaan. Het kan hier gaan om zowel huurwoning als koopwoning.
|
Bijzondere bijstand
|
Periodieke woonkosten zijn in beginsel algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan. Deze woonkosten worden in beginsel geacht uit een inkomen ter hoogte van de norm betaald te kunnen worden. Indien deze kosten echter hoger zijn dan hetgeen aan woonkosten betaald kan worden uit de norm, kan de verlening van bijzondere bijstand voor de kosten aan de orde komen. Ook als geen aanspraak kan worden gemaakt op huurtoeslag, kan aanspraak worden gemaakt op woonkosten toeslag. Voor de hoogte van de woonkostentoeslag wordt aangesloten bij de Wet op de huurtoeslag.
|
Voorliggende voorziening
|
Met betrekking tot periodieke woonkosten geldt de Wet op de huurtoeslag (WHT) als een voorliggende voorziening. Huurtoeslag kan worden verleend aan belanghebbende tot een bepaald inkomen en voorwoningen tot een bepaald huurbedrag.
|
Uitzondering
|
De WHT kan in ieder geval niet als voorliggende voorziening worden gezien als er sprake is van hoge woonkosten in verband met een eigen woning of een woonboot. Maar de WHT kan in bepaalde situaties ook niet passend en toereikend zijn in het geval van hoge woonkosten.
|
Bewijsstukken
|
Bewijs van de woonkosten.
|
Bijzonderheden
|
Er dient een nadere verplichting te worden opgelegd. Binnen een jaar na aanvraag dient de aanvrager op zoek te gaan naar andere woonruimte. Na een jaar wordt getoetst of er voldoende inspanningen zijn verricht. Hierbij kan worden gedacht aan het inschrijven bij wooncorporaties en het te koop aanbieden van de koopwoning. Alleen in uitzonderlijke gevallen kan na één jaar worden verlengd.
|