Gemeenteblad van Heerenveen
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Heerenveen | Gemeenteblad 2022, 453621 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Heerenveen | Gemeenteblad 2022, 453621 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Algemene Plaatselijke Verordening Heerenveen
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
In afwijking van het tweede lid is artikel 3.9 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht van toepassing als beslist wordt op een aanvraag om een vergunning als bedoeld in de artikel 2.10, vierde lid, een vergunning als bedoeld in artikel 2.11, tweede lid, of een vergunning als bedoeld in artikel 4.11.
Artikel 1:5 Persoonlijk karakter van vergunning of ontheffing
De vergunning of ontheffing is persoonlijk, tenzij bij of krachtens deze verordening anders is bepaald.
Artikel 1:6 Intrekking of wijziging van vergunning of ontheffing
De vergunning of ontheffing kan worden ingetrokken of gewijzigd als:
Hoofdstuk 2 Openbare orde en veiligheid, volksgezondheid en milieu
Afdeling 1 Voorkomen of bestrijden van ongeregeldheden
Het is verboden zich vermomd, gemaskerd of op andere wijze onherkenbaar gemaakt op een openbare plaats te bevinden met het kennelijke doel de openbare orde te verstoren.
Artikel 2:3 Kennisgeving betogingen op openbare plaatsen
Degene die het voornemen heeft op een openbare plaats een betoging te houden, waaronder begrepen een samenkomst als bedoeld in artikel 3 van de Wet openbare manifestaties, geeft daarvan voor de openbare aankondiging en ten minste 48 uur voordat de betoging wordt gehouden, schriftelijk kennis aan de burgemeester.
Artikel 2:6 Verspreiden geschreven of gedrukte stukken of afbeeldingen
Het verbod geldt voorts niet als de verspreider de stukken, afbeeldingen en/of handelsreclame direct opruimt of laat opruimen, als deze in de omgeving van de plaats van uitreiking op de weg of een andere voor het publiek toegankelijke plaats door het publiek worden weggeworpen of daar achterblijven.
Afdeling 2 Bruikbaarheid, uiterlijk aanzien en veilig gebruik van openbare plaatsen
Artikel 2:10 Gebruik openbare plaats
Van een belemmering voor de bruikbaarheid van de openbare plaats is in ieder geval sprake wanneer niet ten minste een vrije doorgang van 1,50 strekkende meter wordt gelaten op voetpaden en een doorrijdbreedte van 4.20 meter en een hoogte van 3.50 meter op de rijbaan overblijft voor ambulances en voertuigen van politie en brandweer en ander verkeer.
Artikel 2:11 (Omgevings)vergunning voor het aanleggen, beschadigen en veranderen van een weg
Het is verboden zonder of in afwijking van een vergunning van het bevoegde bestuursorgaan een weg aan te leggen, de verharding daarvan op te breken, in een weg te graven of te spitten, aard of breedte van de wegverharding te veranderen of anderszins verandering te brengen in de wijze van aanleg van een weg.
Artikel 2:15 Hinderlijke beplanting of gevaarlijk voorwerp
Het is verboden beplanting of een voorwerp aan te brengen of te hebben op zodanige wijze dat aan het wegverkeer het vrije uitzicht wordt belemmerd of voor het wegverkeer hinder of gevaar ontstaat.
Artikel 2:16 Open straatkolken
Het is aan degene die daartoe niet bevoegd is verboden een straatkolk, rioolput, brandkraan of een andere afsluiting die behoort tot een openbare nutsvoorziening, te openen, onzichtbaar te maken of af te dekken.
Afdeling 2a Veiligheid op het ijs
IJswegencentrale: de bij de Friesche IJsbond aangesloten binnen het grondgebied van de gemeente werkzame organisaties voor het bevorderen van de veiligheid op het ijs en voor het stimuleren van de schaatssport op natuurijs en gerechtigd zijn de daartoe benodigde werkzaamheden uit te voeren op de openbare wateren binnen de gemeente;
Artikel 2:23b Veiligheid op het ijs
De gebruiker – of bij het ontbreken daarvan de rechthebbende – van een inrichting voor afvoer van water is, wanneer het ijs in of nabij een ijsvlakte of ijsweg voor uitstorting van dit water onbetrouwbaar is, verplicht onverwijld de gevaarlijke plaats aan te duiden door bakens, planken, palen of andere voorwerpen op opvallende wijze langs de rand daarvan te plaatsen.
Artikel 2:25 Vergunning evenementen
Bij de indiening van de vergunningaanvraag worden de gegevens, bedoeld in artikel 2.3 van het Besluit brandveilig gebruik en basishulpverlening overige plaatsen, aangeleverd, voor zover voor het evenement een gebruiksmelding zou moeten worden gedaan op grond van artikel 2:1, eerste lid van het Besluit brandveilig gebruik en basishulpverlening overige plaatsen.
Voor zover de aanvraag betrekking heeft op een wedstrijd of toertocht op de schaats, dient bij de aanvraag om vergunning een verklaring over de betrouwbaarheid van het ijs te worden aangeleverd van de IJswegencentrale(s) binnen wiens werkgebied de wedstrijd of toertocht op de schaats wordt gehouden;
Afdeling 3a Betaald voetbalwedstrijden
Artikel 2:26b Aanwijzingen aan de organisator
De burgemeester kan ter voorkoming van de verstoring van de openbare orde aanwijzingen geven verband houdende met de voetbalwedstrijd, zoals o.a. de aanvang van de wedstrijd, toeloop en vertrek van het publiek, aantallen bezoekers, inzet en inrichting van verlichting, parkeren. Indien de organisator die aanwijzingen niet opvolgt of blijk geeft die niet op te volgen kan de burgemeester overgaan tot het verbieden, zoals bedoeld in artikel 2:26c, van de wedstrijd.
Artikel 2:26d Aanwijzingen aan supporters
Een aanwijzing voor een supporter die in het bezit is van een geldig toegangsbewijs kan inhouden onmiddellijk en rechtstreeks naar het stadion te gaan na aankomst in de gemeente en, indien hij niet in de gemeente woont, onmiddellijk en rechtstreeks na afloop van de wedstrijd de gemeente te verlaten en indien hij wel in de gemeente woont, zich niet te begeven naar/in een omschreven gebiedsdeel van de gemeente, tenzij hij daar woont.
Artikel 2:26da Verwijderplicht supporters
Personen die zich door kleding, uitrusting of gedragingen manifesteren als voetbalsupporters en tegen wie het vermoeden bestaat dat zij op enige wijze de orde verstoren of de kennelijke bedoeling hebben deze te verstoren of wiens aanwezigheid een gevaar op escalatie vergroot, zijn verplicht zich op een daartoe strekkend bevel van een ambtenaar van politie met inachtneming van diens aanwijzingen, naar een in het bevel aangegeven plaats, dan wel buiten de gemeentegrenzen te begeven.
Artikel 2:26g Geringe verstoringen
Als geringe verstoringen van de openbare orde worden in ieder geval beschouwd de volgende gedragingen:
Artikel 2:26h Beperkte verstoringen
Als beperkte verstoringen van de openbare orde worden in ieder geval beschouwd de volgende gedragingen:
Artikel 2:26i Ernstige verstoringen
Als ernstige verstoringen van de openbare orde worden in ieder geval beschouwd de volgende gedragingen:
Artikel 2:26j Gewelddadige en voor personen gevaarlijke verstoringen
Als zeer ernstige verstoringen van de openbare orde worden in ieder geval beschouwd de volgende gedragingen:
Artikel 2:26k Gewelddadige en voor personen zeer gevaarlijke verstoringen
Als buitengewoon ernstige verstoringen van de openbare orde worden in ieder geval beschouwd de volgende gedragingen die zwaar lichamelijk letsel veroorzaken:
Artikel 2:26l Voor personen fatale verstoringen
Als buitengewoon zeer ernstige verstoringen van de openbare orde worden in ieder geval beschouwd de volgende gedragingen met de dood van een ander ten gevolge:
Artikel 2:26m Stadionomgevingsverbod
Indien de betrokkene tijdens de looptijd van het stadionomgevingsverbod of binnen een periode van twee jaren erna de openbare orde opnieuw verstoort, kan de burgemeester voor die gedraging een stadionomgevingsverbod opleggen van de dubbele tijdsduur van de categorie waarbinnen de verstoring van openbare orde valt.
Afdeling 4 Toezicht op openbare inrichtingen
In deze afdeling wordt onder openbare inrichting verstaan een hotel, restaurant, pension, café, waterpijpcafé, cafetaria, snackbar, discotheek, buurthuis of clubhuis of elke andere voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was logies wordt verstrekt of dranken worden geschonken of spijzen voor directe consumptie ter plaatse worden bereid of verstrekt.
Een buiten de in het eerste lid bedoelde besloten ruimte liggend deel daarvan waar sta- of zitgelegenheid kan worden geboden en waar tegen vergoeding dranken kunnen worden geschonken of spijzen voor directe consumptie ter plaatse kunnen worden bereid of verstrekt, waaronder in ieder geval een terras, maakt voor de toepassing van deze afdeling deel uit van die besloten ruimte;
Artikel 2:28 Exploitatie openbare inrichting
Bij de toepassing van de in het derde lid genoemde weigeringsgrond houdt de burgemeester rekening met het karakter van de straat en de wijk, waarin de openbare inrichting is gelegen of zal zijn gelegen, de aard van de openbare inrichting en de spanning, waaraan het woonmilieu ter plaatse reeds blootstaat of bloot zal komen te staan door de exploitatie van de openbare inrichting.
Het is de houder van een openbare inrichting aan wie geen vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Alcoholwet is verleend, maar aan wie wel een gedoogbeschikking voor het verstrekken van zogenaamde softdrugs is verstrekt, verboden die openbare inrichting voor bezoekers geopend te hebben of aldaar bezoekers toe te laten of te laten verblijven tussen 00.00 en 12.00 uur.
In afwijking van het gestelde in lid 1 is het de houder van een openbare inrichting die gelegen is in de stadionomgeving, zoals omschreven in 2:27 lid 3 sub f, aan wie een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Alcoholwet of een vergunning ingevolge artikel 2:28 lid 1 is verleend, verboden die openbare inrichting geopend te hebben of aldaar bezoekers toe te laten of te laten verblijven tussen 01.00 en 08.00 uur;
Artikel 2:29a Sluitingstijd terrassen
In afwijking van het gestelde in lid 1 is het de houder van een openbare inrichting die is gelegen in de stadionomgeving ,zoals omschreven in 2:27 lid 1 sub f, aan wie een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Alcoholwet of een vergunning ingevolge artikel 2:28 lid 1 is verleend, verboden op donderdag, vrijdag, zaterdag en zondag bezoekers op het terras toe te laten of te laten verblijven tussen 01.00 tot 08.00 uur;
Artikel 2:32 Handel binnen openbare inrichtingen
De exploitant van een openbare inrichting staat niet toe dat een handelaar, aangewezen bij algemene maatregel van bestuur op grond van artikel 437, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht, of een voor hem handelend persoon in die inrichting enig voorwerp verwerft, verkoopt of op enige andere wijze overdraagt.
Afdeling 5 Regulering paracommerciële rechtspersonen en overige aangelegenheden uit de Alcoholwet
Artikel 2:34c Bijeenkomsten paracommerciële rechtspersonen
Indien binnen de bebouwde kom van een plaats, waarbinnen een paracommercieel rechtspersoon gevestigd is, wel een commercieel horecabedrijf aanwezig is, kan deze rechtspersoon maximaal 6 keer per jaar alcoholhoudende drank verstrekken tijdens bijeenkomsten zoals genoemd in het eerste lid, mits tijdens deze bijeenkomsten samenwerking tussen de paracommerciële rechtspersoon en de plaatselijke commerciële horeca plaatsvindt.
Afdeling 7 Toezicht op speelgelegenheden
In deze afdeling wordt onder speelgelegenheid verstaan een voor het publiek toegankelijke gelegenheid waar bedrijfsmatig of in een omvang alsof deze bedrijfsmatig is de mogelijkheid wordt geboden enig spel te beoefenen, waarbij geld of in geld inwisselbare voorwerpen kunnen worden gewonnen of verloren.
Afdeling 8 Maatregelen ter voorkoming van overlast, gevaar of schade
Artikel 2:44 Vervoer inbrekerswerktuigen en hulpmiddelen voor winkeldiefstal
Het verbod is niet van toepassing als de bedoelde werktuigen niet zijn gebruikt of niet zijn bestemd om zich onrechtmatig de toegang tot een gebouw of erf te verschaffen, onrechtmatig sluitingen te openen of te verbreken, diefstal door middel van braak te vergemakkelijken of het maken van sporen te voorkomen.
Artikel 2:50 Hinderlijk gedrag in voor publiek toegankelijke ruimten
Het is verboden zich zonder redelijk doel op een voor anderen hinderlijke wijze op te houden in of op een voor het publiek toegankelijke ruimte, dan wel deze te verontreinigen of te gebruiken voor een ander doel dan waarvoor deze ruimte is bestemd. Onder deze ruimten worden in elk geval verstaan: portalen, telefooncellen, wachtlokalen voor het openbaar vervoer, parkeergarages en rijwielstallingen.
Artikel 2:51 Neerzetten van fietsen e.d.
Het is verboden op een openbare plaats een fiets of een bromfiets te plaatsen of te laten staan tegen een raam, een raamkozijn, een deur, de gevel van een gebouw of in de ingang van een portiek als dit in strijd is met de uitdrukkelijk verklaarde wil van de gebruiker van dat gebouw of dat portiek of als daardoor die ingang versperd wordt.
Artikel 2:59 Gevaarlijke honden
Het is de eigenaar of houder van een hond die is opgeleid voor bewakings-, opsporings- en verdedigingswerk, verboden deze hond op een openbare plaats of op het terrein van een ander te laten verblijven of te laten lopen zonder muilkorf wanneer de hond niet wordt ingezet voor bewakings-, opsporings- en verdedigingswerk
Artikel 2:59a Gevaarlijke honden op eigen terrein
Het is de eigenaar of houder van een hond verboden deze hond op zijn terrein zonder muilkorf te laten loslopen als de burgemeester een aanlijngebod of een aanlijn- en muilkorfgebod heeft opgelegd als bedoeld in artikel 2:59, dan wel als de hond is opgeleid voor bewakings-, opsporings- en verdedigingswerk.
De rechthebbende op herkauwende of eenhoevige dieren of varkens (vee) die zich bevinden in een weiland of op een terrein dat niet van die weg is afgescheiden door een deugdelijke veekering, is verplicht ervoor te zorgen dat zodanige maatregelen getroffen worden dat dit vee die weg niet kan bereiken.
Afdeling 9 Bestrijding van heling van goederen
Artikel 2:68 Voorschriften als bedoeld in artikel 437 ter, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht
De handelaar of een voor hem handelend persoon is verplicht:
de onder a bedoelde functionaris onder aanbieding van zijn register(s) onverwijld doch in ieder geval binnen drie dagen, schriftelijk in kennis te stellen van een verandering van zijn woonadres, als ook van het adres of de adressen van een bij hem ten behoeve van zijn onderneming in gebruik zijnde lokaliteit;
Artikel 2:69 Vervreemding van door opkoop verkregen goederen
Het is de handelaar of een voor hem handelend persoon verboden enig door opkoop verkregen goed gedurende de eerste drie dagen dat het onder zijn berusting is, over te dragen of daarin enige wijziging aan te brengen tenzij deze wijziging van geen invloed is op de herkenbaarheid van het goed.
Artikel 2:74 Drugshandel op straat
Onverminderd het bepaalde in de Opiumwet is het verboden op of aan een openbare plaats post te vatten of zich daar heen en weer te bewegen en zich op of aan openbare plaatsen in of op een voertuig- of vaartuig te bevinden of daarmee heen en weer of rond te rijden, met het kennelijke doel om middelen als bedoeld in artikel 2 of 3 van de Opiumwet, of daarop gelijkende waar, dan wel slaapmiddelen, kalmeringsmiddelen of stimulerende middelen, al dan niet tegen betaling af te leveren, aan te bieden of te verwerven, daarbij behulpzaam te zijn of daarin te bemiddelen.
Artikel 2:74a Openlijk drugsgebruik
Het is verboden op een openbare plaats of in een voor publiek toegankelijk gebouw middelen als bedoeld in de artikelen 2 of 3 van de Opiumwet of daarop gelijkende waar, dan wel slaapmiddelen, kalmeringsmiddelen of stimulerende middelen, te gebruiken, toe te dienen, dan wel voorbereidingen daartoe te verrichten of ten behoeve van dat gebruik voorwerpen of stoffen voorhanden te hebben.
Afdeling 12 Bijzondere bevoegdheden van de burgemeester
Artikel 2:75 Bestuurlijke ophouding
De burgemeester kan overeenkomstig artikel 154a van de Gemeentewet besluiten tot het tijdelijk doen ophouden van door hem aangewezen groepen van personen op een door hem aangewezen plaats als deze personen het bepaalde in artikel 2:1, 2:10, 2:11, 2:16, 2:44, 2:47, 2:48, 2:49, 2:50, 2:73, 2:73a, 2:74, 2:74a, 2:74b of 5:34 van deze verordening groepsgewijs niet naleven.
Artikel 2:76 Veiligheidsrisicogebieden
De burgemeester kan overeenkomstig artikel 151b van de Gemeentewet bij verstoring van de openbare orde door de aanwezigheid van wapens, dan wel bij ernstige vrees voor het ontstaan daarvan, een gebied, met inbegrip van de daarin gelegen voor het publiek openstaande gebouwen en daarbij behorende erven, aanwijzen als veiligheidsrisicogebied.
Artikel 2:78 Gebiedsontzeggingen
De burgemeester kan in het belang van de openbare orde, het voorkomen of beperken van overlast, het voorkomen of beperken van aantastingen van het woon- of leefklimaat, de veiligheid van personen of goederen, de gezondheid of de zedelijkheid aan een persoon die strafbare feiten of openbare orde verstorende handelingen verricht een bevel geven zich gedurende ten hoogste 72 uur, al dan niet aaneengesloten, niet in een of meer bepaalde delen van de gemeente op een openbare plaats op te houden.
Met het oog op de in het eerste lid genoemde belangen kan de burgemeester aan een persoon aan wie ten minste eenmaal een bevel als bedoeld in dat lid is gegeven en die opnieuw strafbare feiten of openbare orde verstorende handelingen verricht, een bevel geven zich gedurende ten hoogste 8 weken niet in een of meer bepaalde delen van de gemeente op een openbare plaats op te houden.
Artikel 2:79 Woonoverlast als bedoeld in artikel 151d Gemeentewet
Degene die een woning of een bij die woning behorend erf gebruikt of tegen betaling in gebruik geeft, draagt er zorg voor dat gedragingen in of vanuit die woning of dat erf of in de onmiddellijke nabijheid van die woning of dat erf geen ernstige en herhaaldelijke hinder voor omwonenden wordt veroorzaakt.
Artikel 2:80 Sluiting van voor het publiek openstaande gebouwen
De burgemeester kan een voor het publiek openstaand gebouw of een bij dat gebouw behorend erf als bedoeld in artikel 174 van de Gemeentewet in het belang van de openbare orde, veiligheid, gezondheid of zedelijkheid of als er naar zijn oordeel sprake is van bijzondere omstandigheden voor een bepaalde duur geheel of gedeeltelijk sluiten.
Een sluiting kan op aanvraag van belanghebbenden door de burgemeester worden opgeheven, wanneer later bekend geworden feiten en omstandigheden hiertoe aanleiding geven en naar zijn oordeel voldoende garanties aanwezig zijn, dat geen herhaling van de gronden die tot de sluiting hebben geleid, zal plaatsvinden.
Hoofdstuk 3 Seksinrichtingen, straatprostitutie e.d.
In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:
seksinrichting: de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub of een prostitutiebedrijf waaronder tevens begrepen een erotische-massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;
Artikel 3:2 Bevoegd bestuursorgaan
In dit hoofdstuk wordt verstaan onder bevoegd bestuursorgaan: het college of voor zover het betreft voor het publiek openstaande gebouwen en daarbij behorende erven als bedoeld in artikel 174 van de Gemeentewet, de burgemeester.
Het college kan voor seksinrichtingen nadere regels stellen in het belang van de vrijheid, de veiligheid, de gezondheid of de arbeidsomstandigheden van de prostituees, de volksgezondheid, het voorkomen van strafbare feiten, het voorkomen of beperken van overlast of het voorkomen van aantasting van het woon- en leefklimaat.
Afdeling 2 Seksinrichtingen, straatprostitutie en dergelijke
Artikel 3:4a Verplicht bedrijfsplan
Bij het indienen van een aanvraag voor een vergunning voor een seksinrichting wordt naast het aanvraagformulier een bedrijfsplan overgelegd, waarin het bedrijfsbeleid wordt beschreven ten aanzien van de hygiëne, de gezondheid, het zelfbeschikkingsrecht, de zelfredzaamheid, de veiligheid en de arbeidsomstandigheden van de in het bedrijf werkzame prostituees, alsmede de veiligheid en de gezondheid van klanten.
Artikel 3:5 Gedragseisen exploitant en beheerder
Onverminderd het bepaalde in het eerste lid, zijn de exploitant en de beheerder niet:
binnen de laatste vijf jaar onherroepelijk veroordeeld tot een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van zes maanden of meer door de rechter in Nederland, inclusief de drie openbare lichamen Bonaire, Saba en Sint-Eustatius, Aruba, Curaçao en Sint Maarten, dan wel door een andere rechter wegens een misdrijf waarvoor naar Nederlands recht een bevel tot voorlopige hechtenis ingevolge artikel 67, eerste lid van het Wetboek van Strafvordering is toegelaten;
binnen de laatste vijf jaar bij tenminste twee rechterlijke uitspraken onherroepelijk veroordeeld tot een onvoorwaardelijke geldboete van 500 euro of meer of tot een andere hoofdstraf als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder a van het Wetboek van Strafrecht , wegens dan wel mede wegens overtreding van:
De exploitant of de beheerder zijn binnen de laatste vijf jaar geen exploitant of beheerder geweest van een seksinrichting of escortbedrijf die voor ten minste een maand door het bevoegde bestuursorgaan is gesloten, of waarvan de vergunning bedoeld in artikel 3:4, eerste lid, is ingetrokken, tenzij aannemelijk is dat hem ter zake geen verwijt treft.
Artikel 3:8 Aanwezigheid van en toezicht door exploitant en beheerder
De exploitant en de beheerder zien er voortdurend op toe dat in de seksinrichting:
geen strafbare feiten plaatsvinden, waaronder in ieder geval de feiten genoemd in de titels XIV (misdrijven tegen de zeden), XVIII (misdrijven tegen de persoonlijke vrijheid), XX (mishandeling), XXII (diefstal) en XXX (heling) van het Tweede Boek van het Wetboek van Strafrecht , in de Opiumwet en in de Wet wapens en munitie;
Afdeling 3 Beslissingstermijn; weigeringsgronden
Artikel 3:13 Weigeringsgronden
Afdeling 4 Beëindiging exploitatie; wijziging beheer
Het beheer kan worden uitgeoefend door een nieuwe beheerder, indien het bevoegd bestuursorgaan op aanvraag van de exploitant heeft besloten de verleende vergunning overeenkomstig de wijziging in het beheer te wijzigen. Het bepaalde in artikel 3:13, eerste lid, aanhef en onder a, is van overeenkomstige toepassing.
Hoofdstuk 4 Bescherming van het milieu en het natuurschoon en zorg voor het uiterlijk aanzien van de gemeente
Afdeling 1 Voorkomen of beperken geluidhinder
Artikel 4:3 Incidentele festiviteiten
Behoudens het bepaalde in lid 2 is het een inrichting in de gebieden buiten Heerenveen-Centrum toegestaan maximaal 8 incidentele festiviteiten per kalenderjaar te houden, waarbij de geluidsnormen als bedoeld in artikelen 2.17, 2.19, 2.20 van het Besluit niet van toepassing zijn, mits de houder van de inrichting ten minste twee weken voor de aanvang van de festiviteit het college daarvan in kennis heeft gesteld.
Afdeling 2 Bodem-, weg- en milieuverontreiniging
Artikel 4:8 Natuurlijke behoefte doen
Het is verboden binnen de bebouwde kom op een openbare plaats zijn natuurlijke behoefte te doen buiten de daarvoor bestemde plaatsen.
Artikel 4:9 Toestand van sloten en andere wateren en niet openbare riolen en putten buiten gebouwen
Sloten en andere wateren en niet openbare riolen en putten buiten gebouwen mogen zich niet bevinden in een toestand die gevaar oplevert voor de veiligheid, nadeel voor de gezondheid of hinder voor de gebruikers van de gebouwen of voor anderen.
Afdeling 3 Het bewaren van houtopstanden
Artikel 4:12 Herplant/instandhoudingsplicht
Indien een houtopstand waarop het verbod tot vellen van toepassing is, zonder vergunning is geveld, dan wel op andere wijze teniet is gegaan, kan het college aan de zakelijk gerechtigde tot de grond waarop zich de houtopstand bevond dan wel aan degene die uit andere hoofde tot het treffen van voorzieningen bevoegd is, de verplichting opleggen te herplanten overeenkomstig de door hen te geven aanwijzingen binnen een door hen te stellen termijn.
Indien niet ter plaatse kan worden herplant, kan aan een vergunning het voorschrift worden verbonden dat een geldelijke bijdrage, die naar redelijkheid kan worden vastgesteld, dient te worden gestort ten gunste van de gemeente. De financiële bijdrage wordt uitsluitend gebruikt ter versterking van het gemeentelijk bomenbestand.
Indien houtopstand waarop het verbod tot vellen van toepassing is in het voortbestaan ernstig worden bedreigd, kan het college aan de zakelijk gerechtigde tot de grond waarop zich de houtopstand bevindt dan wel aan degene die uit andere hoofde tot het treffen van voorzieningen bevoegd is, de verplichting opleggen om overeenkomstig de door hen te geven aanwijzingen binnen een door hen te stellen termijn voorzieningen te treffen, waardoor die bedreiging wordt weggenomen.
Artikel 4:12a Bestrijding van boomziekten
Indien zich op een terrein één of meer bomen bevinden die naar het oordeel van het college gevaar opleveren van verspreiding van een boomziekte of voor vermeerdering van de ziekteverspreiders zoals insecten, is de rechthebbende, indien hij daartoe door het college gezag is aangeschreven, verplicht binnen de bij aanschrijving vast te stellen termijn:
Afdeling 5 Kamperen buiten kampeerterreinen
In deze afdeling wordt verstaan onder:
kampeermiddel: een tent, tentwagen, kampeerauto of caravan dan wel enig ander onderkomen of enig ander voertuig waarvoor geen omgevingsvergunning voor het bouwen in de zin van artikel 2.1, eerste lid onder a van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is vereist, dat bestemd of opgericht is dan wel gebruikt wordt of kan worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.
Artikel 4:18 Recreatief nachtverblijf buiten kampeerterreinen
Het is verboden ten behoeve van recreatief nachtverblijf kampeermiddelen te plaatsen of geplaatst te houden buiten een kampeerterrein dat als zodanig in het bestemmingsplan, exploitatieplan of een voorbereidingsbesluit is bestemd of mede bestemd of waarvoor een ontheffing van het bestemmingsplan ten behoeve van kleinschalig kamperen is afgegeven.
Hoofdstuk 5 Andere onderwerpen betreffende de huishouding van de gemeente
Artikel 5:4 Defecte voertuigen
Het is verboden een voertuig waarmee als gevolg van andere dan eenvoudig te verhelpen gebreken niet kan of mag worden gereden, langer dan drie achtereenvolgende dagen op de weg te parkeren.
Artikel 5:6 Kampeermiddelen en andere voertuigen
Het is verboden een voertuig dat voor recreatie of anderszins voor andere dan verkeersdoeleinden wordt gebruikt langer dan op drie achtereenvolgende dagen te plaatsen of te hebben op een weg, waar dit naar het oordeel van het college buitensporig is met het oog op de verdeling van beschikbare parkeerruimte of schadelijk is voor het uiterlijk aanzien van de gemeente.
Artikel 5:9 Uitzichtbelemmerende voertuigen
Het is verboden een voertuig dat, met inbegrip van lading, een lengte heeft van meer dan 6 meter of een hoogte van meer dan 2,4 meter, op de weg te parkeren bij een voor bewoning of ander dagelijks gebruik bestemd gebouw op zodanige wijze dat daardoor het uitzicht van bewoners of gebruikers vanuit dat gebouw op hinderlijke wijze wordt belemmerd of hen anderszins hinder of overlast wordt aangedaan.
Artikel 5:12 Overlast van fietsen of bromfietsen
Het is verboden op door het college in het belang van het uiterlijk aanzien van de gemeente, ter voorkoming of opheffing van overlast of ter voorkoming van schade aan de openbare gezondheid aangewezen plaatsen fietsen of bromfietsen onbeheerd buiten de daarvoor bestemde ruimten of plaatsen te laten staan.
Artikel 5:13 Inzameling geld of goederen of leden- of donateurwerving
Het is verboden te collecteren of geld in te zamelen, dan wel in het openbaar leden of donateurs te werven als daarbij te kennen wordt gegeven of de indruk wordt gewekt dat de opbrengst geheel of ten dele voor een liefdadig of ideëel doel is bestemd, op, door het college in het belang van openbare orde, aangewezen plaatsen, dagen en uren.
Onder een inzameling als bedoeld in het eerste lid wordt mede verstaan het aanvaarden van geld of goederen bij het aanbieden van diensten of goederen, waartoe ook worden gerekend geschreven of gedrukte stukken, als daarbij te kennen wordt gegeven of de indruk wordt gewekt dat de opbrengst geheel of ten dele voor een liefdadig of ideëel doel is bestemd.
Afdeling 6 Openbaar water en waterstaatswerken
In deze afdeling wordt verstaan onder:
aanleggen: het afmeren en vervolgens het voor beperkte tijd doen of laten liggen van een vaartuig aan of op de oever, aan de oeverbescherming, aan of op een natuurlijke of een voor dit doel aangebrachte voorziening of aan een ander vaartuig, gedurende de tijd die daadwerkelijk gebruikt wordt voor recreatief verblijf op of in de omgeving van het vaartuig;
Bruin schip: vaartuigen, die oorspronkelijk ten behoeve van de handelsvaart zijn gebouwd, maar die thans zonder dat daaraan ingrijpende uitwendige voorzieningen zijn getroffen – uitsluitend voor permanente bewoning worden gebruikt en ten aanzien waarvan – blijkens de aard van het vaartuig, de daarop aanwezige voorzieningen, de wijze van voortstuwing, zo mogelijk de wijze van gebruik of andere omstandigheden – vast staat, dat de gebruikers daarvan normaliter niet gedurende het hele jaar dezelfde ligplaats innemen.
Artikel 5:24 Voorwerpen op, in of boven openbaar water
Het is verboden een voorwerp, niet zijnde ene vaartuig, op, in of boven openbaar water te plaatsen, aan te brengen of te hebben als dit door zijn omvang of vormgeving, constructie of plaats van bevestiging gevaar oplevert voor de bruikbaarheid van het openbaar water of voor het doelmatig en veilig gebruik daarvan dan wel een belemmering vormt voor het doelmatig beheer en onderhoud van het openbaar water.
Artikel 5:25 Ligplaats woonschepen en bruine schepen
Artikel 5:27 Verbod innemen Ligplaats
Het is verboden een ligplaats in te nemen, te hebben of beschikbaar te stellen of aan te leggen in strijd met het krachtens artikel 5:26, tweede lid bepaalde.
Artikel 5:28 Beschadigen van waterstaatswerken
Het is verboden schade toe te brengen aan of veranderingen aan te brengen in de toestand van openbare wateren, havens, dijken, wallen, kaden, trekpaden, beschoeiingen, oeverbegroeiing, bruggen, zetten, duikers, pompen, waterleidingen, gordingen, aanlegpalen, stootpalen, bakens of sluizen die bij de gemeente in beheer zijn.
Artikel 5:30 Veiligheid op het water
Het is aan een ieder die zich als bader of zwemmer in het openbaar water ophoudt, verboden zich zodanig te gedragen dat het scheepvaartverkeer daarvan hinder of gevaar kan ondervinden.
Artikel 5.31b Hogere regelgeving
De verboden in artikelen 5:24, 5.25, 5:25a, 5:28, 5:30 en het gestelde in het eerste en tweede lid van artikel 5:26 zijn niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht, de Wet milieubeheer, de Scheepvaartverkeerswet, de Wet Beheer Rijkswaterstaatswerken, het Binnenvaartpolitiereglement, de Waterwet, de Vaarwegenverordening Fryslân 2014 of de Provinciale landschapsverordening.
Afdeling 7 Crossterreinen en gemotoriseerd en ruiterverkeer in natuurgebieden
Het is verboden op enig terrein, geen weg zijnde, met een motorvoertuig of een bromfiets te crossen buiten wedstrijdverband, een wedstrijd dan wel, ter voorbereiding van een wedstrijd, een trainings- of proefrit te houden of te doen houden dan wel daaraan deel te nemen, dan wel een motorvoertuig of een bromfiets met het kennelijke doel daartoe aanwezig te hebben.
HOOFDSTUK 6 Straf-, overgangs- en slotbepalingen
Artikel 6:3 Binnentreden woningen
Zij die belast zijn met het toezicht op de naleving of de opsporing van een overtreding van de bij of krachtens deze verordening gegeven voorschriften die strekken tot handhaving van de openbare orde of veiligheid of bescherming van het leven of de gezondheid van personen, zijn bevoegd tot het binnentreden in een woning zonder toestemming van de bewoner.
Artikel 6:4 Intrekking oude verordeningen
De Algemene Plaatselijke Verordening Heerenveen zoals vastgesteld op 10 juni 2021 wordt ingetrokken.
Besluiten, genomen krachtens de verordeningen bedoeld in artikel 6:4, die golden op het moment van de inwerkingtreding van deze verordening en waarvoor deze verordening overeenkomstige besluiten kent, gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2022-453621.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.