Gemeenteblad van Zandvoort
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Zandvoort | Gemeenteblad 2022, 453471 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Zandvoort | Gemeenteblad 2022, 453471 | beleidsregel |
Beleidsregels Re-integratie Participatiewet gemeente Zandvoort
Artikel 2 Evenwichtige verdeling
Het college bevordert dat er met betrekking tot het aanbieden van ondersteuning sprake is van een gelijke aandacht voor de in artikel 7, lid 1, sub a, van de wet genoemde groepen alsmede voor een evenwichtige verdeling binnen de te onderscheiden doelgroepen.
Artikel 4. Vrijlating van inkomsten uit deeltijdarbeid
De vrijlating van inkomsten uit deeltijdwerk als bedoeld in artikel 31 lid 2 onder n en r van de wet is van toepassing indien de arbeid volgens het college bijdraagt aan de arbeidsinschakeling. Het college is hierbij van oordeel dat alle arbeid als bedoeld onder dit lid bijdraagt aan arbeidsinschakeling,
Artikel 5. Tijdelijke loonkostensubsidie werkgever
De loonkostensubsidie bedraagt € 500,- per maand en wordt toegekend bij een rechtsgeldig dienstverband van minimaal 32 uur per week. De loonkostensubsidie wordt toegekend voor de duur van drie maanden. Op grond van individuele omstandigheden kan deze periode met maximaal drie maanden worden verlengd. Betaalbaarstelling zal plaatsvinden drie maanden na aanvang van het dienstverband en in geval van verlenging zes maanden na aanvang van het dienstverband.
Artikel 6. Scholing alleenstaande ouders
Aangaande het gestelde in artikel 9a lid 11 van de Participatiewet ( alleenstaande ouders die ontheven zijn van de verplichtingen tot arbeidsinschakeling en op verzoek scholing willen
Vrijwilligerswerk is onbetaald werk met een maatschappelijk of liefdadig doel, zonder commerciële belangen.
Voor wat betreft de maximale vrijlating van onkostenvergoedingen die belanghebbende van de instelling ontvangt, wordt aangesloten bij de bedragen die worden aangehaald in artikel 31 lid 2 onder k van de wet
Belanghebbende is verplicht te melden aan het college dat hij vrijwilligerswerk verricht. Het college verleent hiervoor toestemming tenzij;
Artikel 11. Persoonlijke ondersteuning/Jobcoach
Doelgroep. Een persoon zoals bedoeld in artikel 10 lid 1 die algemeen geaccepteerde arbeid - waaronder begrepen gesubsidieerde arbeid - verricht of gaat verrichten, dan wel met behoud van uitkering arbeid bij een werkgever verricht of gaat verrichten, die naar het oordeel van het college zodanige structurele functionele beperkingen heeft richting werk waardoor deze werkzaamheden zonder deze ondersteuning niet kunnen worden verricht.
Nadere voorwaarden en duur van voorziening:
De in het eerste lid bedoelde voorziening wordt alleen verstrekt indien de door de werkgever gecontracteerde coach werkzaam is bij een door het UWV erkende jobcoachorganisatie, of anderszins erkend of gecertificeerd is en het college van oordeel is dat de betreffende coach beschikt over voldoende kwaliteiten om de noodzakelijke ondersteuning te bieden en indien de persoon ten behoeve van wie subsidie wordt gevraagd daarvan op de hoogte is en instemt met de persoonlijke ondersteuning.
De hoogte van de in het derde lid onder a en b bedoelde subsidie bedraagt maximaal € 6.000,- per jaar bij een arbeidsovereenkomst voor een jaar of langer en voor 25 uur per week of meer. Bij een arbeidsovereenkomst voor minder dan 25 uur per week of voor korter dan een jaar, wordt de maximale hoogte van de subsidie naar rato naar beneden vastgesteld.
Iedere belanghebbende die aan de geldende voorwaarden voldoet en/of een aanvraag of een toekenningsbeschikking met betrekking tot een uitstroompremie, een overbruggingssubsidie of een besluit tot vergoeding van kosten inzake re-integratie heeft ingediend c.q. ontvangen, voor de datum van vaststelling van deze beleidsregels, kan hier nog aanspraak op maken.
Toelichting bij beleidsregels re-integratie
Artikel 1 Algemene bepalingen/begrippen
Artikel 2 Evenwichtige verdeling
Artikel 3 Subsidie en budgetplafonds
Artikel 4 Vrijlating van inkomsten uit deeltijdarbeid
Dit artikel beschrijft welke inkomsten uit deeltijd arbeid worden vrijgelaten door het college.
Vrijlating inkomsten gesubsidieerde arbeid
Vrijlating van inkomsten uit deeltijdwerk betreft ook de inkomsten uit gesubsidieerde arbeid. Onder gesubsidieerde arbeid wordt verstaan: arbeid waarbij de werkgever subsidie ontvangt van de gemeente om een (langdurig) werkloze persoon of iemand met een arbeidshandicap te werk te stellen. Vormen van gesubsidieerde arbeid zijn: werkstage, loonkostensubsidie, participatievoorziening beschut werk en leer-werktrajecten.
Melding inkomsten uit gesubsidieerde arbeid
Via het de inkomstenverklaring (IV) wordt duidelijk of iemand inkomsten heeft uit (gesubsidieerde) arbeid. Een belanghebbende die een uitkering ontvangt, is verplicht via dit formulier zijn inkomsten uit (gesubsidieerde) arbeid op te geven.
Artikel 5 Tijdelijke loonkostensubsidie werkgever
Onder een maatwerkovereenkomst wordt een arbeidsovereenkomst verstaan voor bepaalde of onbepaalde tijd. In deze overeenkomst maken werkgever en werknemer afspraken over bijvoorbeeld de hoogte van het loon en de duur van het contract.
Verplichtingen die aan de werkgever worden gesteld zijn:
Bij verlenging op grond van persoonlijke omstandigheden, kan bijvoorbeeld gedacht worden aan de omstandigheid dat een persoon buiten zijn/haar eigen toedoen (bv. Ziekte), de eerste termijn niet heeft kunnen volmaken. Er dient hierbij een individuele afweging te worden gemaakt. Ook voor wat betreft de termijn van de verlenging waarrbij een maximum van drie maanden geldt. De loonkostensubsidie wordt alleen verstrekt indien is voldaan aan de voorwaarden zoals gesteld in de EC vrijstellingsverordening werk en gelegenheidssteun (2204/2002, 12-12-02). Deze verordening meldt dat de subsidie alleen verstrekt wordt als die leidt tot:
Artikel 6 Scholingsplicht alleenstaande ouder
Een alleenstaande ouder kan in plaats van arbeid scholingsplicht krijgen. Dit is het geval als deze ouder niet over een startkwalificatie beschikt en een opleiding wil volgen die leidt tot meer kansen op de arbeidsmarkt.
Om ervoor te zorgen dat de werkstage gebruikt wordt als middel om werkervaring op te doen en de kans op verdringing te minimaliseren, is een limiet gesteld aan de lengte van de werkstage: 3 maanden. De werkstage mag eenmalig verlengd worden tot zes maanden.
Artikel 8 Participatievoorziening beschut werk
Onder beschut werk wordt een werkplaats verstaan die mensen met een lichamelijke of fysieke handicap tewerkstelt. Deze mensen kunnen niet terecht in een regulier bedrijf, maar hebben wel arbeidsvermogen. Indien nodig kunnen er aanpassingen op de werkplek of de werkomgeving vergoed worden, waardoor het mogelijk wordt gemaakt dat deze personen aan het werk kunnen en blijven.
Deze voorziening betreft niet de mensen met een SW-dienstverband. Voor hen verandert er de komende jaren niets. Voor de nieuwe voorziening beschut werk wordt met het oog op de te ontvangen middelen participatiebudget een plafond per jaar ingesteld.
De Rijksoverheid stelt in het ontschotte re-integratiebudget een fictief budget beschikbaar voor beschut werk. Hierbij gaat het Rijk uit van een maximale loonkostensubsidie, gefinancierd uit het inkomensdeel (BUIG-budget), van 70%. Het Rijk geeft hiermee impliciet aan dat beschut werk bedoeld is voor personen met een loonwaarde van minimaal 30%.
Vrijwilligerswerk- met behoud van uitkering- kan bijdragen aan een toename van de kansen op betaalde arbeid . Via het verrichten van vrijwilligerswerk wennen belanghebbenden aan aspecten die samenhangen met het verrichten van betaalde arbeid.
Vrijwilligerswerk mag op geen enkele wijze bijdragen aan verdringing van regulier werk op de arbeidsmarkt.
Voorbeelden van instanties in Zandvoort waar mensen zich kunnen aanmelden als vrijwilliger zijn onder meer: Stichting Pluspunt en de sportverenigingen.
Melding van het vrijwilligerswerk vindt bij voorkeur plaats middels de inkomstenverklaring of het mutatieformulier.
Een leerwerktraject wordt aangeboden aan jongeren die geen startkwalificatie (havo-, vwo diploma of mbo-diploma met niveau 2 of hoger ) hebben. Onder een startkwalificatie wordt het minimale onderwijsniveau verstaan dat nodig is om serieus kans te maken op duurzaam geschoold werk in Nederland.
Inzet van het instrument heeft onder andere als doel de schoolverlaters zonder startkwalificatie terug te krijgen in de schoolbanken om (jeugd)werkloosheid tegen te gaan.
Artikel 11 Persoonlijke ondersteuning/Jobcoach
Via een re-integratiebureau of een door UWV erkende jobcoach-organisatie kan een jobcoach aangesteld worden. Er wordt gewerkt met een lijst van erkende jobcoaches.
In dit artikel wordt de voorziening persoonlijke ondersteuning nader geduid. Het gaat dan om een voorziening zoals een jobcoach, die op vaste tijden en gedurende een langere periode de werknemer met beperkingen bij het verrichten van zijn taken ondersteunt. Het moet dan ook gaan om een systematische ondersteuning. Daarnaast moet de ondersteuning noodzakelijk zijn in die zin, dat de werknemer zonder die ondersteuning in redelijkheid niet zijn werkzaamheden zou kunnen verrichten. Persoonlijke ondersteuning heeft tot doel dat een werknemer wordt begeleid naar een situatie dat hij uiteindelijk zonder begeleiding via een dergelijke voorziening bij een reguliere werkgever werkzaam kan zijn.
Personen uit de doelgroep kunnen in aanmerking komen voor de voorziening ondersteuning bij leerwerktrajecten. Het college moet dan wel van oordeel zijn dat een leer-werktraject nodig is en de ondersteuning nodig moet zijn voor het volgen van dat leerwerktraject. Dit volgt uit artikel 10f van de Participatiewet.
Artikel 12 Werkplekaanpassingen
In dit artikel zijn de voorwaarden gesteld die verband houden met de aanspraak op de voorzieningen gericht op aanpassing van de werkplek. Deze (niet-meeneembare) voorzieningen zullen normaal gesproken door de werkgever worden aangevraagd, dan wel bij plaatsing van de werkzoekende worden ingezet.
In haar kamerbrief van 30 juni 2014 heeft de staatssecretaris het volgende opgenomen:
"Met de invoering van de Participatiewet zijn gemeenten ook verantwoordelijk voor de ondersteuning van voorzieningen voor mensen met een arbeidsbeperking. Het gaat hierbij om hulpmiddelen die niet standaard beschikbaar zijn binnen een bedrijf (de zogenoemde meeneembare voorzieningen), bijvoorbeeld orthopedische werkschoenen, specifieke bureau- en werkstoelen, of brailleapparatuur. Omdat het ook hier gaat om een klein aantal gebruikers en veelal zeer specifieke producten, hebben de leden van de VNG eveneens besloten om deze voorzieningen landelijk te coördineren."
Artikel 13 Onkostenvergoeding re-integratie
In principe komen alle kosten die een belanghebbende moet maken om deel te nemen aan een traject of uit te stromen naar werk, voor een vergoeding in aanmerking. Voorwaarde is wél dat in de toekenning voldoende duidelijk is gemaakt dat er een relatie is tussen de gemaakte kosten en re-integratie .Te denken valt bijvoorbeeld aan reiskosten en sollicitatiekosten, werkkleding, schoeisel.
Het uitgangspunt voor de beoordeling of de kosten al dan niet voor een vergoeding in aanmerking komen is het antwoord op de vraag:
Kan het niet vergoeden van de kosten leiden tot vertraging of zelfs beëindiging van het re- integratietraject? of;
Kan het niet vergoeden van de kosten ertoe leiden dat de betaalde arbeid niet of niet naar behoren kan worden uitgevoerd c.q verkregen ?
Gezien het aantal instrumenten dat in het kader van de Participatiewet kan worden ingezet ten behoeve van de re-integratie van belanghebbenden en de kosten die hiermee gemoeid zijn, zal de beleidsregel uitstroompremie worden ingetrokken. Er is wel sprake van overgangsrecht.
Iedere belanghebbende die een toekenningsbeschikking met betrekking tot een uitstroompremie heeft ontvangen, voor de datum van vaststelling van deze beleidsregels, kan hier nog aansprak op maken conform de voorwaarden van de beleidsregel uitstroompremie.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2022-453471.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.