Gemeenteblad van Almere
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Almere | Gemeenteblad 2022, 448620 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Almere | Gemeenteblad 2022, 448620 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Almere 2022
Hoofdstuk 1 Wat staat er in de verordening en voor wie is het?
Artikel 1.1 Wat staat er in deze verordening?
Deze verordening bevat de regels van de gemeente Almere voor de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo 2015) die de gemeenteraad heeft vastgesteld.
Alle in deze verordening niet nader omschreven begrippen, hebben dezelfde betekenis als in de wet; het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 en de Algemene wet bestuursrecht.
Algemeen gebruikelijk: een dienst, hulpmiddel, woningaanpassing of andere maatregel is algemeen gebruikelijk als deze: niet specifiek bedoeld is voor personen met een beperking; daadwerkelijk beschikbaar is; een passende bijdrage levert aan het realiseren van een situatie waarin de cliënt tot zelfredzaamheid of participatie in staat is en financieel gedragen kan worden met een inkomen op minimumniveau.
Dagbesteding: Begeleiding in groepsverband, ofwel een vorm van ondersteuning waarbij zorgprofessionals, eventueel met behulp van vrijwilligers en/of ervaringsdeskundigen, inwoners helpen bij het krijgen/behouden van een dagstructuur en het ontwikkelen, verbeteren of aanleren van (sociale) vaardigheden. Dagbesteding is er ook voor de ontlasting van mantelzorgers. Het is verder mogelijk om dagbesteding in te zetten om iemand voor te bereiden op doorstroom naar een passend re-integratietraject, een beschutte werkplek of vrijwilligerswerk.
Individuele begeleiding: het ondersteunen bij, aanleren van of, waar nodig, tijdelijk overnemen van activiteiten gericht op iemands zelfredzaamheid en/of participatie, waardoor een inwoner zo lang mogelijk thuis kan blijven wonen. Het betreft niet het structureel overnemen van de dagelijkse activiteiten en er is geen noodzaak tot 24-uurstoezicht.
Informele aanbieder: dit is een aanbieder die niet-professionele hulp verleent vanuit het sociale netwerk of iemand die door de cliënt zelf is gezocht en gevonden. Er hoeft tussen de cliënt en de hulpverlener geen bestaande relatie te zijn en de ondersteuning wordt niet verleend vanuit een hulpverlenend beroep.
Normaliseren: Almere werkt aan een inclusieve stad, waar mensen erbij horen, ertoe doen, meedoen en zelfredzaam zijn. Dit betekent in het gewone leven weer ruimte creëren voor afwijkingen van de norm tot een aanvaardbaar niveau. Inwoners hebben in het leven, wel eens tegenslag of hindernissen die bij het leven horen. Aanvaardbaar wil onder meer zeggen, dat de inwoner zich er soms bij neer moet leggen dat er belemmeringen blijven, of dat deze zich enige beperkingen zal moeten getroosten. Het betekent ook: gewone problemen, zo gewoon mogelijk oplossen.
Artikel 1.3 Voor wie is deze verordening?
cliënten die aanspraak maken op maatschappelijke opvang en vrouwenopvang, alleen als Flevoland de regio is waar de voorwaarden voor een succesvol traject voor de cliënt optimaal zijn of waar de cliënt aantoonbare binding mee heeft, dit te bepalen door de gemeente Almere in overleg met de gemeente van herkomst, in lijn met het convenant landelijke toegang Maatschappelijke Opvang.
Hoofdstuk 2 Procedure maatschappelijke ondersteuningsaanvraag
Artikel 2.3 Inzet voorzieningen
Een beslissing tot toekenning van een maatwerkvoorziening kan het college na heronderzoek intrekken, als blijkt dat de voorziening binnen drie maanden of een bij de toekenning genoemde andere termijn, niet is gebruikt of niet is gebruikt waarvoor het is bedoeld zoals omschreven in het vijfde en zesde lid van dit artikel.
De aangeboden maatschappelijke ondersteuning is altijd gericht op het normaliseren van de beperking van de inwoner, het versterken van de eigen kracht en de eigen kracht van het huishouden van de inwoner. Dit kan betekenen dat de cliënt zich er soms bij neer moet leggen dat er belemmeringen blijven, of deze zich enige beperkingen zal moeten getroosten.
Hoofdstuk 3 Beschikbare voorzieningen
Paragraaf 3.1 Overzicht beschikbare voorzieningen
Artikel 3.1.1 Beschikbare algemene voorzieningen
De volgende soorten algemene voorzieningen zijn voor inwoners van Almere in elk geval
Paragraaf 3.2 Voorwaarden en weigeringsgronden maatwerkvoorzieningen
Artikel 3.2.2 Redenen om een maatwerkvoorziening te weigeren
Het college kan een maatwerkvoorziening weigeren, als:
als de normale afschrijvingstermijn van de eerder vergoede of verstrekte gelijkwaardige voorziening nog niet is verstreken of deze technisch nog niet is afgeschreven, tenzij deze voorziening verloren is gegaan als gevolg van omstandigheden die niet aan de cliënt zijn toe te rekenen. Het college werkt de afschrijvingstermijnen voor een aantal veel voorkomende maatwerkvoorzieningen in de vorm van een goed, uit in nadere regels;
Paragraaf 3.3 Individuele begeleiding en dagbesteding
Artikel 3.3.1 Individuele begeleiding
Cliënten die in aanmerking komen voor individuele begeleiding, hebben ondersteuning nodig bij het aanleren van of, waar nodig, tijdelijke overnamen van activiteiten gericht op iemands zelfredzaamheid en/of participatie. Hierbij wordt onderscheid gemaakt in:
Individuele begeleiding specialistisch product 3 is vooral gericht op ondersteunings- en overnamedoelen om de situatie permanent stabiel te houden, escalaties te voorkomen en het ziekteverloop positief te beïnvloeden. Een cliënt komt in aanmerking voor individuele begeleiding specialistisch product 3, als deze doorgaans:
Cliënten die in aanmerking komen voor dagbesteding hebben ondersteuning nodig, bij het krijgen/behouden van een dagstructuur en het ontwikkelen, verbeteren of aanleren van (sociale) vaardigheden. Dagbesteding is er ook voor het ontlasten van mantelzorgers. Het is verder mogelijk om dagbesteding in te zetten om iemand voor te bereiden op doorstroom naar een passend re integratietraject, een beschutte werkplek of vrijwilligerswerk. Hierbij wordt onderscheid gemaakt in:
Dagbesteding basis product 2 is vooral gericht op ondersteunings- en overnamedoelen om samen met de cliënt om de situatie permanent stabiel te houden en escalaties te voorkomen. Een cliënt komt in aanmerking voor dagbesteding basis product 2, als deze voldoet aan de criteria genoemd in artikel 3.3.1 sub a.
Dagbesteding specialistisch product 4 is vooral gericht op ondersteunings- en overnamedoelen om de situatie permanent stabiel te houden, escalaties te voorkomen en het ziekteverloop positief te beïnvloeden. Een cliënt komt in aanmerking voor dagbesteding specialistisch product 4 als deze voldoet aan de criteria genoemd in artikel 3.3.1 sub b.
Paragraaf 3.6 Kortdurend verblijf, beschermd wonen en maatschappelijke opvang
Beschermd wonen hoog biedt voor de cliënt zeer intensieve ondersteuning, begeleiding, bescherming en stabiliteit in een veilige en weinig eisende woonomgeving. Deze intensieve ondersteuning is gericht op her(in de eerste instantie) overnemen van taken op alle levensterreinen, waar mogelijk leren omgaan met de beperkingen en het beheersbaar houden en gaandeweg doen afnemen·van de gedragsproblemen. ·
Paragraaf 3.7 Vervoersvoorzieningen
Artikel 3.7.1 Aanvullende criteria vervoersvoorzieningen
Een vervoersvoorziening stelt de cliënt in staat bestemmingen te bereiken in de directe woon- en leefomgeving. Het gaat om routine verplaatsingen, regelmatig terugkerende activiteiten als boodschappen doen, familie, vrienden en kennissen bezoeken en het 'buiten zijn' of activiteiten bereiken die nodig zijn om deel te nemen aan het maatschappelijk verkeer.
Artikel 3.7.3 Aanvullende criteria individuele vervoersvoorzieningen
Onder individuele vervoersvoorzieningen worden in ieder geval, maar niet uitsluitend, verstaan:, een scootmobiel, handbewogen rolstoel, elektrische rolstoel, driewielfiets of duofiets, handbike, rolstoelfiets, autoaanpassingen, een financiële tegemoetkoming sport vervoersvoorziening en een gesloten buitenwagen.
Artikel 3.7.12 Gesloten buitenwagen
is voor de overige vervoersbehoefte op de zeer korte afstand tot en met de middellange afstand, tot 35 kilometer actieradius, aangewezen op individueel vervoer, waarbij de client medisch noodzakelijk tegen de weersomstandigheden beschermd moet worden en gewone beschermende kleding hierbij niet voldoet.
Paragraaf 3.8 Woonvoorzieningen
Artikel 3.8.1 criteria woonvoorzieningen
Woonvoorzieningen hebben tot doel beperkingen, die het normale gebruik van de woonruimte door de cliënt met een beperking in de weg staan, zoveel als mogelijk weg te nemen, zodat de woonruimte bereikbaar, toe- en doorgankelijk en bruikbaar is. Woonvoorzieningen kunnen bouwkundig, woontechnisch en overig van aard zijn. Uitzondering op normaal gebruik van de woonruimte is de inrichting van een uitraaskamer waarin een cliënt met beperkingen die vanwege een gedragsstoornis ernstig ontremd gedrag vertoont, zich kan afzonderen of tot rust kan komen.
bij de woonruimte horen ook de toegang tot de woonruimte zelf, tot de tuin en tot het balkon, voor zover daarbij daadwerkelijk problemen worden ondervonden op het gebied van de toegankelijkheid. Reguliere parkeerplaatsen, stalling voor een vervoersvoorziening vallen echter niet onder het begrip 'woning', de toegang tot het trottoir evenmin.
In aanvulling op het derde lid onder e van dit artikel, geldt een uitzondering indien de woonruimte het ouderlijk huis betreft, van een cliënt die in een instelling verblijft, en die cliënt regelmatig in het ouderlijk huis op bezoek komt. In dat geval kan de ouderlijke woning bezoekbaar worden gemaakt, in die zin dat de entree, woonkamer in het ouderlijk huis, door de cliënt bereikt en gebruikt kunnen worden én toiletgang mogelijk wordt gemaakt als een andere maatwerkvoorziening(en) geen goedkoopste adequate oplossing biedt.
Het college verstrekt geen woonvoorziening voor algemene ruimtes én de toegang daartoe van appartementencomplexen, verblijf in een hotel, pension, trekkerswoonwagen, tweede woning of andere niet voor permanente bewoning bedoelde verblijven, instellingen onder de Wet langdurige zorg of een andere instelling gericht op het verstrekken van zorg. Het college werkt in nadere regels het beleid uit ten aanzien van de basisvoorzieningen van bijzondere woonruimtes.
Artikel 3.8.2 Financiële tegemoetkoming in verhuis- en herinrichtingskosten
Artikel 3.8.3 Financiële tegemoetkoming woningsanering
Wanneer sprake is van aantoonbare beperkingen ten gevolge van longziekten als bijvoorbeeld COPD, astma of allergie {zolang de allergie niet voortvloeit uit de aard van de gebruikte materialen in de woning of de bouwtechnische staat van de woning) waardoor vervanging van vloerbedekking of gordijnen noodzakelijk is, kan hiervoor een financiële tegemoetkoming worden verstrekt.
Artikel 3.8.4 Financiële tegemoetkoming rolstoelgeschikte vloerbedekking
Rolstoelgeschikte vloerbedekking is vloerbedekking waarbij het materiaal geen obstakel vormt voor het zelfstandig gebruik van een rolstoel, alleen in die woonvertrekken waarvan het intensief gebruik in het kader van het leven van alledag noodzakelijk is: de woonkamer, slaapkamer, keuken, gang, overloop en badkamer.
Artikel 3.8.5 Woningaanpassingen
Een woningaanpassing is een ingreep in of aan een woning waardoor deze weer bereikbaar, toegankelijk en bruikbaar is voor de cliënt en de woning hierna geen aantoonbare problemen in het normale gebruik voor cliënt oplevert. Met bereikbaar wordt bedoeld dat de cliënt zonder hulp vanaf de openbare weg tot de toegangsdeur van de woonruimte kan komen. Toegankelijk en doorgankelijk betekent dat de cliënt zonder hulp in de woonruimte kan komen. Met bruikbaar wordt bedoeld dat de cliënt zelfstandig alle binnen de woonruimte gebruikelijke activiteiten kan verrichten, zonder problemen te ondervinden veroorzaakt door de bouwkundige aard van de woning.
Een bouwkundige woonvoorziening bestaande uit een aanbouw aan of een aanzienlijke verbouwing van een woning zal in de vorm van een herplaatsbare losse woonunit worden verstrekt, tenzij daartegen bezwaren van overwegende aard bestaan. Het betreft een vooraf gefabriceerde ruimte, meestal natte tel en slaapkamer, die op de begane grond aan de woning · zelf, of middels een sluis aan de bestaande woning, gebouwd kan worden. Een woonunit kan maximaal twaalf jaar blijven staan.
Bij het overbruggen van hoogteverschillen bij het verplaatsen binnenshuis kan het installeren van meer dan één traplift een niet- adequate oplossing zijn. Uitgangspunt voor toekenning van de voorziening is dezelfde als bij de afweging aanpassen/verhuizen. Er worden geen trapliften geplaatst in gemeenschappelijke trapportalen.
Hoofdstuk 5 Een persoonsgebonden budget
Paragraaf 5.1 Algemene regels voor het persoonsgebonden budget
Artikel 5.1.1 Maatwerkvoorziening inkopen met een pgb
Indien de cliënt de maatwerkvoorziening wil ontvangen van een informele aanbieder of een leverancier zonder door het college erkend keurmerk, dient de cliënt te motiveren dat dit tot eenzelfde of beter resultaat leidt dan de inzet van een professional, formele of gecontracteerde aanbieder of een aanbieder met een door het college erkend keurmerk. Het college kan via een onafhankelijke deskundige laten toetsen of dit een zinvol alternatief kan bieden.
Indien de cliënt een wijziging aan wil brengen in het uitvoeringsplan of de lopende zorgovereenkomst(en), dan wordt de lopende voorziening door het college beëindigd op het moment dat een beschikking wordt afgegeven voor de nieuwe voorziening. Ten aanzien van de aanvangsdatum van de nieuwe voorziening geldt artikel 1.2 lid 13 van deze verordening.
Artikel 5.1.2 Weigering van een pgb
het persoonsgebonden budget gebruikt wordt voor het betalen van belangenbehartigers of een beheerder, of voor andere kosten dan het leveren van de maatwerkvoorziening. Onder andere kosten wordt ook verstaan reiskosten of begeleidings- of administratiekosten in verband met het beheren van een persoonsgebonden budget;
verwijtbaar onder toezicht staat of een bewindvoerder heeft, tenzij de bewindvoerder het volledige beheer van het persoonsgebonden budget op zich neemt. De kosten die hiermee gemoeid zijn komen ten laste van de cliënt. Onder verwijtbaar wordt verstaan dat de persoon handelingen heeft verricht of keuzes heeft gemaakt die ertoe hebben geleid dat toezicht of bewind voering noodzakelijk is;
onvoldoende in staat is om als werk- of opdrachtgever de aanbieders aan te sturen en aan te spreken op hun functioneren of levering; dit is in ieder geval de situatie als aanbieder en vertegenwoordiger pgb-zaken dezelfde zijn, in dat geval kan de aanbieder niet met voldoende afstand en kritisch de beheerstaken vervullen;
er sprake is van feiten en omstandigheden die erop wijzen of redelijkerwijs doen vermoeden dat de pgb-aanbieder en/of zijn directie en/of de aan hen gelieerde vennootschappen een zakelijk samenwerkingsverband onderhouden met derden die veroordeeld zijn voor strafbare feiten of daarvan momenteel worden verdacht;
Artikel 5.1.3 Voorwaarden vertegenwoordiger pgb-zaken
Een cliënt, de budgethouder persoonsgebonden budget, krijgt maximaal twee keer de mogelijkheid om een vertegenwoordiger pgb-zaken aan te dragen. Indien cliënt geen geschikte vertegenwoordiger pgb-zaken aandraagt, wijst het college de aanvraag voor een maatwerkvoorziening in de vorm van een persoonsgebonden af.
Paragraaf 5.2 Voorwaarden en hoogte pgb voor maatwerk in de vorm van een dienst
Artikel 5.2.1 Onderscheid formele aanbieder en informele aanbieder
personen die werkzaam zijn bij en werken in opdracht van een instelling die ten aanzien van de voor het persoonsgebonden budget uit te voeren taken/werkzaamheden, ingeschreven staat in het Handelsregister, met voor het verlenen van hulp zoals bedoeld in de Wmo 2015, relevante Standaard Bedrijfsindeling codes en aangesloten is bij een relevante branche organisatie;
personen die aangemerkt zijn als Zelfstandige Zonder Personeel (ZZP). Daarnaast moeten deze ten aanzien van de voor het persoonsgebonden budget uit te voeren taken/werkzaamheden ingeschreven staan in het Handelsregister, met voor het verlenen van hulp zoals bedoeld in de Wmo 2015, relevante Standaard Bedrijfsindeling codes.
Artikel 5.2.2 Nadere voorwaarden pgb voor maatwerk in de vorm van een dienst
als de ondersteuning die door één en dezelfde persoon wordt geleverd, wat betreft het aantal gewerkte en betaalde uren afwijkt van het Arbeidstijden besluit en als het Arbeidstijdenbesluit niet van toepassing is, meer bedraagt dan veertig uur per week. Bij het vaststellen of deze normen worden overschreden, wordt ook betrokken de hoeveelheid ondersteuning die deze persoon, al dan niet via een persoonsgebonden budget, levert aan andere personen of gezinsleden.
Bij verblijf in het buitenland langer dan 6 weken, verlaagt het college het persoonsgebonden budget als de cliënt verblijft in een land waar het kostenpeil lager ligt. Het college berekent de hoogte van het persoonsgebonden budget in het buitenland aan de hand van de formule in artikel 3.7.2 derde lid van het Besluit langdurige zorg.
Artikel 5.2.7 Besteding en verantwoording van het pgb voor een dienst
Het college kan nadere regels stellen voor het gebruik van, de controle op en de verantwoording van de besteding van het persoonsgebonden budget. Aanbieders dienen hiertoe afstemming over, overeenstemming met en verantwoording af te leggen inzake de kwaliteit en kwantiteit van de begeleiding, richting de cliënt of vertegenwoordiger pgb-zaken.
Paragraaf 5.3 Voorwaarden en hoogte pgb voor maatwerk in de vorm van een goed
Artikel 5.3.2 Hoogte van een pgb voor maatwerk in de vorm van een goed
In aanvulling op artikel 5.1.2 lid 1 van deze verordening, geldt dat als de naturaverstrekking een tweedehands voorziening betreft, het college de kostprijs daarop baseert. De looptijd is gelijk aan de verkorte termijn waarin het goed, technisch is afgeschreven. Hierbij wordt rekening gehouden met onderhoud en verzekering. Als de naturaverstrekking een nieuwe voorziening betreft, baseert het college de kostprijs daarop, rekening houdend met een eventueel door de gemeente te ontvangen korting en rekening houdend met onderhoud en verzekering, keuring en reparatie.
Ten behoeve van het bepalen van de hoogte van het persoonsgebonden budget, baseert het college, indien er geen vergelijkbare maatwerkvoorziening in natura kan worden verstrekt, de hoogte op basis van de geldende goedkoopste adequate offerte. Hiertoe vraagt de cliënt op basis van het door het college opgestelde programma van eisen dat is gebaseerd op het persoonlijk ondersteuningsplan, minimaal twee gespecificeerde offertes aan. Ook kan het college zelf een gelijkwaardige offerte opvragen. Het college accepteert de goedkoopste adequate offerte. Dit betekent dat een te verstrekken voorziening allereerst adequaat dient te zijn. Zijn er twee of meer maatwerkvoorzieningen adequaat, dan kiest het college de goedkoopste maatwerkvoorziening.
Hoofdstuk 6 Bijdrage voor het gebruik van voorzieningen
Artikel 6.2 Eigen bijdrage maatwerkvoorziening
Met uitzondering van beschermd wonen en maatschappelijke opvang, zijn de bijdragen voor maatwerkvoorzieningen of persoonsgebonden budget, gelijk aan de kostprijs, tot aan ten hoogste € 19,00 per maand voor de ongehuwde cliënt of de gehuwde Inwoners tezamen, tenzij overeenkomstig artikel 2.1.4.a, vijfde lid, van de wet, hoofdstuk 3 van het UitvoeringsbesbJit Wmo 2015 of het volgende lid geen of een lagere bijdrage is verschuldigd. Bij ministeriële regeling kan het bedrag per bijdrageperiode jaarlijks worden geïndexeerd aan de hand van de consumentenprijsindexcijfer alle huishoudens.
De bijdrage voor een maatwerkvoorziening of persoonsgebonden budget ten behoeve van een woningaanpassing voor een minderjarige cliënt is verschuldigd door de onderhoudsplichtige ouders, daaronder begrepen degene tegen wie een op artikel 394 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek gegrond verzoek is toegewezen, en degene die anders dan als ouder samen met de ouder het gezag uitoefent over een inwoner.
Artikel 6.5 Eigen bijdrage Vrouwenopvang
De eigen bijdrage is een vast bedrag per dag naar leeftijd van de cliënt en aantal kinderen dat mee verblijft in de opvang. Het bedrag dat overblijft, dient minimaal te voldoen aan de som van het de landelijke zak- en kleedgeldnorm, het verschil van de zorgtoeslag en de nominale premie zorgverzekering en gelden voor voeding, volgens artikel 3.20 lid 1 en 2 van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015.
Hoofdstuk 7 Inkoop, tarief en kwaliteitseisen
Artikel 7.1 Inkoop van maatwerkvoorzieningen in de vorm van een goed
Het college zorgt ervoor dat met de tarieven goederen en aanvullende diensten kunnen worden ingekocht die voldoen aan de kwaliteitseisen. Hierbij sluit het college zoveel als mogelijk aan bij artikel 3.1 van de Wet en de kwaliteits- en deskundigheidseisen die in de desbetreffende branche gelden. De gemeente zorgt er ook voor, dat de tarieven niet zo laag zijn, dat de ondersteuning tijdens de looptijd van het contract gevaar loopt.
Artikel 7.2 Inkoop van maatwerkvoorzieningen in de vorm van een dienst
Het college kan de uiteindelijk over een kalenderjaar te betalen vergoeding aan een aanbieder korten met maximaal het bedrag waarmee bezoldigingen en uitgekeerde ontslagvergoedingen aan al dan niet ingehuurde (deeltijd) medewerkers, bestuurders en toezichthouders over dat jaar (naar rato) meer bedragen dan de normen, zoals bedoeld in artikel 2.3 en 2.10, van de Wet normering topinkomens.
Het college ziet het op enige wijze onttrekken van bedragen aan de bedrijfsvoering op een voor de branche niet gebruikelijke, niet integere, dan wel niet marktconforme wijze, als schending van de integriteit. Het college accepteert niet dat aanbieders sterk afwijken van de in de branche gangbare bedrijfsresultaten (winsten hoger dan 3 tot 5 % rendement op Wmo-diensten), excessief hoge interne kosten, niet-marktconforme rentes en huren betalen, dividenden voor eigenaren/aandeelhouders en/of andere niet-branche conforme opbrengsten voor directie/bestuurders realiseren. Bij een winstrealisatie hoger dan het door het college vastgestelde percentage dient het meerdere bedrag aantoonbaar terug te vloeien naar de Wmo dienstverlening in Almere.
Artikel 7.3 Kwaliteitseisen gecontracteerde aanbieders maatwerkvoorzieningen in de vorm van een goed
legt zijn kwaliteitsborging vast in een toetsbaar uitvoeringsplan vertaald zo mogelijk vertaald naar praktische die passen bij de aard van de levering of het onderhoud daarvan. Op verzoek van de gemeenten overlegt de gecontracteerde aanbieder zijn plan en geeft de aanbieder inzicht in de daadwerkelijke uitvoering;
houdt rekening met de godsdienstige gezindheid, de levensovertuiging en de culturele achtergrond van cliënten. De aanbieder zorgt ervoor dat binnen de organisatie als vanzelfsprekend wordt omgegaan met verschillen in o.a. seksuele oriëntatie, genderdiversiteit en intersekse-conditie. De samenstelling van het team van medewerkers van de aanbieder past zo goed als mogelijk bij de diversiteit van (de vraag van) cliënten;
Artikel 7.4 Kwaliteitseisen gecontracteerde aanbieders maatwerkvoorzieningen in de vorm van een dienst
Het college contracteert alleen aanbieders die beschikken over een kwaliteitsmanagementcertificaat op basis van de norm ISO 9001 of indien van toepassing daarvan afgeleide EN 15224 (ISO voor zorg en welzijn), HKZ, PREZO, NIAZ of 'Kwaliteit Laat Je Zien'. Het college kan gelijkwaardige kwaliteitsmanagementcertificaten omschrijven in nadere regels.
Het college draagt er zorg voor dat aanbieders beschikken over kennis van de specifieke cliëntgroep of ondersteuningsvraag. Kennis wordt minimaal aangetoond door lid te zijn van een koepelorganisatie, kenniskring of andere vorm van een netwerkverband én specifieke aanvullende opleidingen van de ingeschakelde medewerkers blijkend uit het opleidingsplan van de aanbieder.
houdt rekening met de godsdienstige gezindheid, de levensovertuiging en de culturele achtergrond van cliënten. De aanbieder zorgt ervoor dat binnen de organisatie als vanzelfsprekend wordt omgegaan met verschillen in o.a. seksuele oriëntatie, genderdiversiteit en intersekse-conditie. De samenstelling van het team van hulpverleners past bij de diversiteit van (de vraag van) cliënten;
is bij eventuele onderaannemers, er voor verantwoordelijk dat de onderaannemer voldoet aan de kwaliteitseisen die het college aan de ondersteuning stelt en heeft en geeft inzicht tot op cliëntniveau, in de daadwerkelijke uitvoering door de onderaannemer. Dit houdt ook in betaling van een reëel tarief aan onderaannemers. Onder een reëel tarief wordt tenminste 80% van het met het college overeengekomen tarief verstaan. Niet-incidentele inzet van Zelfstandigen Zonder Personeel staat gelijk aan de inzet van een onderaannemer.
Artikel 7.6 Kwaliteitseisen informele aanbieder maatwerkvoorzieningen in de vorm van een dienst
Hoofdstuk 9 Handhaving kwaliteit en bestrijding misbruik en oneigenlijk gebruik
Artikel 9.1 Stimuleren rechtmatigheid, doelmatigheid en kwaliteit
Het college is gerechtigd tot het uitvoeren van controles waaronder materiële controle, kwaliteits- en fraudeonderzoek. Controle en onderzoek omvat ook de juiste digitale verwerking en beveiliging van cliënt gegevens, het waarborgen van privacy, de naleving van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG).
Het college kan, bij een ernstig vermoed van een omstandigheid, zoals bedoeld in artikel 2.3.10, eerste lid, onder a van de wet, indien van toepassing de Sociale verzekeringsbank gemotiveerd verzoeken te, beslissen tot een geheel of gedeeltelijke opschorting van betalingen uit het persoonsgebonden budget voor ten hoogste dertien weken.
Artikel 9.2 Melding incidenten, misstanden, calamiteiten, geweld, misbruik alsmede (seksueel-) grensoverschrijdend gedrag
Artikel 9.3 Tegengaan oneigenlijk gebruik, onderzoek en terugvordering bij aanbieders van maatwerkvoorzieningen
Hoofdstuk 10 Slot- en overgangsbepalingen
Artikel 10.2 Overgangsbepalingen
Een cliënt houdt recht op een verstrekte lopende voorziening, of kan tot uiterlijk 31-12-2022 nog een voorziening in de vorm van een ondersteuningsarrangement verstrekt krijgen, op grond van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Almere 2018, totdat het college een nieuw besluit heeft genomen waarbij het besluit waarmee deze voorziening is verstrekt, wordt ingetrokken.
Een cliënt die voor de inwerkingtreding van deze Verordening in aanmerking kwam voor een persoonsgebonden budget in begeleiding en/of huishoudelijke ondersteuning, én door de inwerkingtreding van deze verordening een lager persoonsgebonden tarief voor deze ondersteuningsvormen ontvangt, komt in aanmerking voor een overbruggingsperiode van 6 maanden om te wennen aan het nieuwe tarief en om in staat gesteld te worden onderhandelingen met de aanbieder te starten over het nieuwe tarief.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2022-448620.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.