Gemeenteblad van Geertruidenberg
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Geertruidenberg | Gemeenteblad 2022, 44606 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Geertruidenberg | Gemeenteblad 2022, 44606 | beleidsregel |
Beleidsregels ventilatie- en luchtbehandelingsinstallaties in gemeente Geertruidenberg
Beleidsregels ventilatie- en luchtbehandelingsinstallaties in gemeente Geertruidenberg
Het college van B&W van de gemeente Geertruidenberg, in zijn vergadering van 25 januari 2022:
gelet op artikel 4:81 Algemene wet bestuursrecht en bijlage II van het Besluit omgevingsrecht, artikel 2.1 lid 1 onder a van de Wabo, artikel 2.1 lid 1 onder f en artikel 2.15 van de Wabo voor rijksmonumenten en artikel 2.2 lid 1 onder b en artikel 2.18 van de Wabo voor gemeentelijke monumenten en beeldbepalende zaken, en de Erfgoedverordening Geertruidenberg 2017,
Beleidsregels ventilatie- en luchtbehandelingsinstallaties in gemeente Geertruidenberg
Bijlage I: Aanduiding van het deel van beschermd stadsgezicht Geertruidenberg waarvoor deel A van de beleidsregels geldt (naast monumenten en beeldbepalende zaken in heel de gemeente)
Bijlage II: kaartjes van de bebouwingstypen H1 en H2 volgens de welstandsnota 2012; dit in relatie met artikel 8.
Geertruidenberg had voorheen geen specifiek gemeentelijk beleid voor ventilatie- en luchtbehandelingsinstallaties, inclusief airco-installaties. Wel was en is er bestaand gemeentelijk beleid, dat dit onderwerp raakt:
In dat kader beoordeelde tot dan toe de Commissie ruimtelijke kwaliteit (voorheen de Monumentencommissie c.q. Welstandscommissie) per geval of deze installaties aanvaardbaar zijn.
Met dit beleid wordt voorzien in de wens voor een duidelijker beleidsbasis en toetsingskader, mede ter bescherming van de gewenste beeldkwaliteit. Het omvat een toetsingskader voor panden in beschermd stadsgezicht, voor monumenten en beeldbepalende panden, alsook voor andere panden.
Daarnaast geeft het beleid aan in welke gevallen airco-units vergunningsvrij zijn te achten binnen de gemeentelijke beleidsvrijheid hiervoor. Gezien de belangen van bewoners worden binnen bepaalde grenzen vanwege beeldkwaliteit kleine airco-units vergunningsvrij verklaard, mede gezien de huidige praktijk en de verwachte behoefte aan deze units in de toekomst.
De beleidsregels zijn aanvullend op het gemeentelijke welstandsbeleid. Per 2012 geldt de Welstandsnota 2012. Daarnaast zijn voor bepaalde gebieden beeldkwaliteitsplannen vastgesteld, die relevant zijn voor de welstandstoets. Er vindt geen toets aan deze beleidsregels plaats als het bouwwerk volgens het welstandsbeleid wordt gesitueerd in welstandsvrij gebied, mits het bouwwerk niet in het voorerfgebied is gesitueerd. Een airco-unit aan de voorgevel c.q. in het voorerfgebied is als uitgangspunt ongewenst en kan in voorkomende gevallen een welstandsexces opleveren.
In de oorspronkelijke staat wordt een monument op natuurlijke wijze geventileerd. Indien een monument wordt nageïsoleerd of gerestaureerd, moet grote zorg besteed worden aan de ventilatie. Zonder een goede ventilatie kan het nageïsoleerde monument grote schade ondervinden door te hoge vochtconcentraties in het pand. De voorzieningen mogen geen monumentale onderdelen aantasten of ontsierend werken.
Als sprake is van een spanningsveld tussen de mogelijkheden om te voldoen aan de milieu-eisen en de eisen op basis van het onderhavige beleid vanuit erfgoedzorg en welstandseisen kan in overleg worden getreden met de op die vakgebieden betrokken beleidsmedewerkers van de gemeente en andere belanghebbenden met het oog op het bereiken van een passende oplossing.
Het veranderen van een bouwwerk kan onder bepaalde voorwaarden vergunningsvrij zijn voor het bouwen op grond van artikel 3, onderdeel 8 van bijlage II van het Besluit omgevingsrecht. Een van de voorwaarden is dat het volume van het bouwwerk niet toeneemt. Op het moment dat een airco-installatie een buiten-unit heeft, dan neemt het volume van het bouwwerk toe bij plaatsing van de unit. Airco-installaties met buiten-units zijn dus in principe omgevingsvergunningsplichtig voor bouwen. In deel B van de beleidsregels worden onder voorwaarden buitenunits voor de desbetreffende gebouwen vergunningsvrij geacht.
De initiatiefnemer is zelf verantwoordelijk voor: een kwalitatief goede unit die voldoet aan de wettelijke eisen voor bouwtechniek en veiligheid, het voldoen aan geluidsnormen en het voorkomen van geluidsoverlast. Alle bouwwerken, ook omgevingsvergunningsvrije airco’s, dienen te voldoen aan de bij of krachtens het Bouwbesluit gegeven voorschriften, de Algemene Plaatselijke Verordening en de milieuregelgeving. Dit betreft onder meer artikel 3.9 Bouwbesluit, dat per 1-4-2021 is aangepast.
In deze beleidsregels wordt verstaan onder:
openbare ruimte: openbaar toegankelijk gebied, weg als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b, van de Wegenverkeerswet 1994, alsmede pleinen, parken, plantsoenen, openbaar vaarwater en ander openbaar gebied dat voor publiek algemeen toegankelijk is, met uitzondering van wegen uitsluitend bedoeld voor de ontsluiting van percelen door langzaam verkeer.
zijerf: gedeelte van het erf tussen een zijgevellijn en de aan die zijde van het gebouw gelegen erfgrens. In relatie met deze begripsbepaling wordt ervan uitgegaan dat een gebouw slechts één voorgevel heeft. In gevallen waar discussie kan ontstaan, wordt voor het bepalen welke gevel de voorgevel is, primair afgegaan op de ligging van de voorgevelrooilijn, zoals die in het bestemmingsplan of in de bouwverordening is aangegeven. Als ook dan nog twijfel bestaat zal de feitelijke situatie doorslaggevend zijn. Aanknopingspunten hiervoor zijn: de plaats waar zich het huisnummer bevindt, de zijde van het gebouw waar zich de voordeur of hoofdingang bevindt, de plaats waar de brievenbus is aangebracht en de plaats waar zich de hoofdontsluiting van het perceel bevindt.
Artikel 2 Toepasselijkheid; onderscheid in de beleidsregels
Dit beleid geldt voor ventilatie-, luchtbehandelings- en airconditioningsinstallaties in heel de gemeente Geertruidenberg. Hieronder vallen ook installaties voor warmte- of koudeopwekking.
Naast het algemene deel van de beleidsregels hiervoor gelden:
deel A van de beleidsregels (artikelen 6 en 7) voor:
en deel B van de beleidsregels (artikel 8 en 9) voor:
Artikel 3 De status van de beleidsregels, en het inwinnen van advies
Het betreft door ons op grond van art. 4:81 Awb vastgestelde beleidsregels met betrekking tot onze bevoegdheden voor de beoordeling, wat betreft welstand en erfgoedwaarden, van vergunningaanvragen voor de in artikel 2 genoemde installaties. De beleidsregels gelden aanvullend op het gemeentelijke welstandsbeleid. In het kader van dit beleid wordt over dergelijke aanvragen advies ingewonnen bij de Commissie ruimtelijke kwaliteit. Er vindt geen toets aan deze beleidsregels plaats als het bouwwerk volgens het welstandsbeleid wordt gesitueerd in welstandsvrij gebied, mits het bouwwerk niet in het voorerfgebied is gesitueerd.
Deze beleidsregels zijn nog niet van toepassing op vergunde bestaande situaties die op het moment van inwerkingtreding van dit beleid in strijd zijn met de hierin opgenomen regels. Voor de realisatie van nieuwe installaties en voor de vervanging van installaties door nieuwe installaties in bestaande situaties, na de datum van inwerkingtreding van dit beleid geldt het onderhavige beleid. Voor bestaande situaties, die vooraf aan de inwerkingtreding van dit beleid omgevingsvergunningsplichtig waren en waarvoor niet zo’n vergunning is verleend, geldt eveneens dit beleid en geen overgangsrecht.
Voor het aangeduide deel van het beschermd stadsgezicht en voor de monumenten en beeldbepalende panden in de gemeente
Artikel 6 Over vergunningsplicht (voor de in deel A bedoelde gebouwen)
Of voor een installatie een omgevingsvergunning nodig is (activiteit bouwen of wijzigen monument), wordt bepaald door de landelijke en lokale regelgeving.
Een buitenunit van een airco, van een warmtepomp of van een andere installatie waarvoor dit beleid geldt, wordt in elk geval vergunningsplichtig geacht, indien deze aan een gevel of op een dak wordt aangebracht van de hier bedoelde gebouwen.
Er kan ook een vergunningsplicht zijn vanwege het bestemmingsplan.
Artikel 7 Algemene uitgangspunten bij vergunningsplicht (deel A)
De volgende algemene uitgangspunten gelden voor ventilatie- en luchtbehandelingsinstallaties voor monumenten en beeldbepalende panden in de gemeente Geertruidenberg en voor alle gebouwen in het desbetreffende deel van het beschermd stadsgezicht van Geertruidenberg, tenzij anders aangegeven.
De bedoelde installaties mogen geen onevenredige afbreuk doen aan monumentale en beeldbepalende waarden en waarden van beschermd stadsgezicht. Wat betreft het aspect zichtbaarheid hierbij, geldt dit uitgangspunt zowel voor het zicht vanaf de openbare ruimte als voor het zicht door buren en omwonenden vanuit hun bebouwing en tuin.
De Commissie ruimtelijke kwaliteit geeft aan B&W advies over a. en b. Zij gebruikt daarbij als richtlijn: dit beleid, waaronder naar analogie de in artikel 8 genoemde afstandsmaten, en het overige gemeentelijke welstandsbeleid, waaronder de gebiedscriteria en algemene welstandscriteria ervan. De commissie betrekt, indien van toepassing, in haar advies de mogelijkheid tot planaanpassing ter verbetering, waaronder een andere situering, het visueel wegwerken en een ander kleur.
Afzuiginstallaties en de pijpen voor de horeca moeten zoveel mogelijk uit het zicht van de openbare ruimte en omwonenden worden aangebracht. De installaties moeten zoveel mogelijk in het pand zelf worden weggewerkt. Nieuwe technieken zoals koolstoffilters maken hoge pijpen steeds vaker overbodig. Wanneer toch een afvoerpijp buiten het pand aangebracht moet worden, moet deze worden gemoffeld in een donkere, onopvallende kleur, passend bij de bestaande kleuren van de omliggende bebouwing. De pijpen mogen geen waardevolle historische constructieonderdelen verstoren.
Voor gebouwen in de gemeente buiten het aangeduide deel van het beschermd stadsgezicht, en die geen aangewezen monument of beeldbepalend gebouw zijn.
Artikel 8 Over vergunningsplicht (voor de in deel B bedoelde gebouwen)
Of voor een installatie een omgevingsvergunning nodig is (activiteit bouwen of afwijken van bestemmingsplan), wordt als uitgangspunt bepaald door de landelijke en lokale regelgeving, behoudens het bepaalde in lid 2 dat alleen betrekking heeft op airco’s bij woningen (buiten beschermd stadsgezicht en niet zijnde monument of beeldbepalend pand).
In geval van woningen (woongebouwen uitgesloten) is voor het plaatsen van een buitenunit voor een airco geen omgevingsvergunning nodig voor wat betreft de activiteit bouwen, indien sprake is van een van de volgende gevallen a t/m d. Er kan in deze gevallen nog wel sprake zijn van een vergunningsplicht vanwege het bestemmingsplan. Alle bouwwerken, ook omgevingsvergunningsvrije airco’s in de navolgende zin, dienen te voldoen aan de bij of krachtens het Bouwbesluit gegeven voorschriften, de Algemene Plaatselijke Verordening en de milieuregelgeving.
Artikel 9 Algemene uitgangspunten bij vergunningsplicht (deel B)
1.De bedoelde installaties mogen geen onevenredige afbreuk doen aan de gewenste beeldkwaliteit ter plaatse. Wat betreft het aspect zichtbaarheid hierbij geldt dit uitgangspunt voor het zicht vanaf de openbare ruimte. Installaties worden als uitgangspunt zo geplaatst, dat deze niet of zo min mogelijk zichtbaar zijn vanaf de openbare ruimte.
Deze zijn als uitgangspunt niet zichtbaar vanaf de openbare ruimte. Als deze wel zichtbaar zijn vanaf de openbare ruimte, geldt het volgende:
De Commissie ruimtelijke kwaliteit geeft aan B&W advies over a. en b. Zij gebruikt daarbij als richtlijn: dit beleid, waaronder naar analogie de in artikel 8 genoemde afstandsmaten, en het overige gemeentelijke welstandsbeleid, waaronder de gebiedscriteria en algemene welstandscriteria ervan. De commissie betrekt, indien van toepassing, in haar advies de mogelijkheid tot planaanpassing ter verbetering, waaronder een andere situering, het visueel wegwerken en een ander kleur.
Aldus besloten in de openbare vergadering van het college, gehouden op 25 januari 2022.
Het college van Geertruidenberg,
de secretaris, de burgemeester
R.C.J. Nagtzaam M. Witte
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2022-44606.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.