Subsidieregeling sportevenementen Amsterdam 2023

Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam,

 

gelet op Gemeentewet, art. 160 eerste lid , Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013,

besluit de volgende regeling vast te stellen:

 

Subsidieregeling sportevenementen Amsterdam 2023

 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:

  • a.

    ASA 2013: Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013, www.amsterdam.nl/subsidies;

  • b.

    Breedtesportevenement: sportevenement anders dan een topsportevenement of reguliere competitiewedstrijd, dat eenmalig of jaarlijks terugkerend plaatsvindt;

  • c.

    College: burgemeester en wethouders van Amsterdam;

  • d.

    Gemeentelijk speerpunt: een gemeentelijke beleidsdoelstelling die in het betreffende begrotingsjaar van toepassing is op sportevenementen;

  • e.

    Gemeentelijk sportbeleid: het sportbeleid met gemeentelijke (maatschappelijke) sportdoelstellingen, zoals meest recent vastgelegd in de ‘Sportvisie Amsterdam 2025’ (2016, Gemeenteblad afd. 1, nr. 1592) en de bijbehorende uitwerking van het college in de ‘Agenda Urban Sports’ (2021, juni, ZD2021-013468), de Agenda Topsport en Evenementen 2025’ (2018, 13 februari, ZD2018-000435) en de ‘Agenda Sporten en Bewegen 2019-2022’ (2019, 12 november, ZD2019-006795). De sportbeleidsdoelstellingen die van toepassing zijn op sportevenementen zijn toegelicht in het collegebesluit van 25 augustus 2020 (ZD2020-008133). De genoemde sportbeleidsdocumenten zijn vindbaar op www.amsterdam.nl/sociaaldomein/sportbeleid/;

  • f.

    Maatschappelijk: op de samenleving betrekking hebbend;

  • g.

    Side-eventprogramma: een of meerdere maatschappelijke (sport)activiteiten die voorafgaand of tijdens het topsportevenement door de aanvrager georganiseerd worden ten behoeve van de Amsterdammers;

  • h.

    Sportevenement: een specifieke sport gerelateerde en georganiseerde gebeurtenis van beperkte duur, waaronder begrepen Urban sportevenementen, te onderscheiden in de categorieën topsportevenementen en breedtesport evenementen, met een eenmalig of terugkerend grootstedelijk karakter, dat gericht is op een relatief groot deelnemersveld;

  • i.

    Stichting Topsport Amsterdam (TA): de vaste partner voor de uitwerking en uitvoering van de gezamenlijke gemeentelijke ambities voor topsport, herkenning sporttalent en talentontwikkeling in de stad en is het aanspreekpunt voor de nationale sportkoepel NOC*NSF, internationale en landelijke sportbonden, topsportclubs in groot Amsterdam en topsporters;

  • j.

    Topsportevenement: een sportevenement waarbij onder auspiciën van de betreffende (inter)nationale sportbond gestreden wordt om officiële nationale en internationale kampioenschappen en toernooien voor senioren en junioren in die takken van sport die voorkomen op de lijst Topsport- en Internationale wedstrijdsportdisciplines van NOC*NSF, en dat publiek trekt; een topsportevenement en gaat vergezeld van een sportief maatschappelijk side-eventprogramma;

  • k.

    Urban sports: alle vormen van sporten en bewegen waarbij spektakel, uitdaging en het demonstreren van je fysieke vaardigheden een belangrijke rol spelen, met de stedelijke omgeving als decor en podium. Urban sports worden voor een belangrijk deel door jonge Amsterdammers beoefend, staan vaak in verbinding met mode, muziek, dans of andere kunstvormen en bestaan vooral rondom communities van gelijkgestemden.

Artikel 2 Toepasselijkheid Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013

De Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013 (ASA 2013) is van toepassing, tenzij daarvan in deze regeling uitdrukkelijk wordt afgeweken.

Artikel 3 Doel subsidieregeling

Deze subsidieregeling heeft tot doel het bevorderen van grootstedelijke, publiekstrekkende en maatschappelijk relevante topsport- en breedtesportevenementen, die worden georganiseerd in de gemeente Amsterdam en die aansluiten bij het gemeentelijk sportbeleid.

Artikel 4 Subsidiabele activiteiten en kosten

  • 1.

    Het college kan een eenmalige subsidie van maximaal €100.000,00 verstrekken als tegemoetkoming in de kosten verbonden aan de organisatie van, respectievelijk in de directe organisatiekosten van een sportevenement.

  • 2.

    Verplichtingen die zijn aangegaan of betalingen die daadwerkelijk zijn verricht vóór het moment van het indienen van de subsidieaanvraag, kunnen slechts onder voorwaarden in aanmerking komen voor subsidie.

  • 3.

    Horecakosten tellen mee als subsidiabele kosten in de begroting en dat tot een bedrag van maximaal € 50.000,-.

  • 4.

    De volgende kosten komen niet in aanmerking voor subsidie:

    • a.

      Start- en prijzengeld;

    • b.

      Reis- en verblijfskosten van deelnemers/teams;

    • c.

      Overhead- en huisvestingskosten van bestaande evenementen-organisatie;

    • d.

      Side-events die geen maatschappelijk doel beogen;

    • e.

      Een of meerdere festiviteiten voor eigen organisatie.

  • 5.

    Niet-subsidiabele kosten op de begroting worden in mindering gebracht op de totaalbegroting voor de berekening van de hoogte van de toe te kennen subsidie.

Hoofdstuk 2 Subsidieplafond en verdeelsleutel

Artikel 5 Subsidieplafond

  • 1.

    Het college stelt jaarlijks voor de activiteiten die volgens deze subsidieregeling voor subsidie in aanmerking komen een subsidieplafond vast voor respectievelijk:

    • a.

      Eenmalige of jaarlijks terugkerende topsportevenementen met een side-events programma;

    • b.

      Eenmalige of jaarlijks terugkerende breedtesportevenementen met een grootstedelijke uitstraling;

    • c.

      Eenmalige of jaarlijks terugkerende urban sportevenementen, zowel top- als breedtesport.

Artikel 6 Rangschikking aanvragen, hoogte subsidie, afwijzing bij gelijke aanvragen, verdeelsleutel subsidieplafond

  • 1.

    Het college rangschikt de aanvragen die voor subsidie als bedoeld in deze regeling in aanmerking komen op een prioriteitenlijst.

  • 2.

    De subsidie bedraagt een percentage van de begroting van het sportevenement met een maximumbedrag van € 100.000,-.

  • 3.

    De rangschikking op de prioriteitenlijst en de hoogte van de subsidie worden bepaald door het de hoogte van het totaalaantal punten dat aan een aanvraag wordt toegekend, waarbij de aanvraag met het hoogste aantal punten bovenaan de prioriteitenlijst komt te staan en bij aanvragen met een gelijk puntenaantal gekeken wordt naar de hoogte van het aangevraagde subsidiebedrag waarbij de aanvraag met het lagere aangevraagde subsidiebedrag hoger dan wordt geplaatst op de prioriteitenlijst.

  • 4.

    Indien in twee of meerdere tegelijkertijd te beoordelen aanvragen dezelfde tak van sport centraal staat en deze gericht zijn op dezelfde doelgroep, dan wordt de aanvraag met de meeste punten op de prioriteitenlijst geplaatst en wordt de andere aanvraag, respectievelijk worden de andere aanvragen afgewezen.

  • 5.

    De hoogte van het aantal te behalen punten wordt bepaald op basis van de volgende criteria, hieronder in willekeurige volgorde:

    • i.

      de mate waarin wordt voldaan aan de doelstellingen, van het gemeentelijk sportbeleid, waarbij per gemeentelijke sportdoelstelling maximaal 50 punten kan worden behaald, in totaal maximaal 50 punten voor breedtesportevenementen en 150 punten voor topsportevenementen;

    • ii.

      de mate waarin wordt ingespeeld op de gemeentelijke speerpunten waarbij maximaal 10 punten per aangehaald gemeentelijk speerpunt kan worden behaald, in totaal maximaal 80 punten;

    • iii.

      de mate waarin wordt bijgedragen aan een divers scala van sportevenementen in de stad, waarbij voor diversiteit aan sporten 10 punten kan worden behaald, 5 punten kan worden behaald voor diversiteit aan doelgroepen en 5 punten voor de spreiding van het evenement door het jaar, tezamen in totaal maximaal 20 punten;

    • iv.

      de mate waarin blijk wordt gegeven van doorontwikkeling van het evenement en innovatieve manieren van werken (10 punten).

  • 6.

    De nadere specificatie van de criteria met betrekking tot het te behalen aantal punten is als volgt:

    voor de criteria genoemd in 6.5.i worden oplopend bij elkaar opgeteld toegekend: waarbij voor zowel top- als breedtesportevenementen doelstelling 1: ‘vergroten structurele sportparticipatie’ meetelt en voor topsportevenementen tevens doelstelling 2: ‘podium bieden aan Amsterdamse topsporters/talenten’ en doelstelling 3: ‘profileren van Amsterdam als (top) sportstad ’meetellen:

    • i.

      0 punten toegekend indien in de aanvraag een aparte paragraaf of uitgebreide alinea over de aansluiting op het sportbeleid ontbreekt;

    • ii.

      10 punten per sportdoelstelling gegeven voor een opgenomen aparte paragraaf of uitgebreide alinea met een beschrijving hoe het evenement zal aansluiten op de betreffende gemeentelijke sportdoelstelling ten aanzien van het te organiseren sportevenement;

    • iii.

      maximaal 40 punten per sportdoelstelling additioneel toegekend voor een in die paragraaf of uitgebreide alinea opgenomen relevante, smart geformuleerde doelstelling van de organisator voor het te organiseren sportevenement, rekening houdend met de betreffende gemeentelijke sportdoelstelling. Zie toelichting voor wijze van toekenning;2.

      een en ander met een totaal van maximaal 50 punten.

    • b.

      voor de criteria genoemd in artikel 6.5.ii worden oplopend bij elkaar opgeteld toegekend:

      • i.

        0 punten per speerpunt als in de aanvraag een aparte paragraaf of uitgebreide alinea met toelichting op hoe bij de organisatie zal worden ingespeeld op dit gemeentelijk speerpunt ontbreekt;

      • ii.

        4 punten per speerpunt voor een opgenomen aparte paragraaf of uitgebreide alinea met toelichting op hoe bij de organisatie zal worden ingespeeld op dit gemeentelijke speerpunt;

      • iii.

        6 punten per speerpunt additioneel voor een in die paragraaf of uitgebreide alinea met toelichting op hoe bij de organisatie zal worden ingespeeld op dit gemeentelijke speerpunt door middel van relevante, smart geformuleerde doelstellingen.

        een en ander met een totaal van maximaal 80 punten.

    • c.

      voor de criteria genoemd in artikel 6.5.iv:

      • i.

        5 punten als in de aanvraag wordt gemeld wat de doorontwikkeling of vernieuwing is ten opzichte van de voorgaande editie(s). Deze voorgaande editie(s) hoeft/hoeven niet persé in Amsterdam te zijn georganiseerd);

      • ii.

        5 punten als in de aanvraag innovatieve manieren van werken /de organisatie van het evenement wordt beschreven en als zodanig ook worden benoemd.

  • 7.

    Indien het subsidieplafond wordt overschreden door honorering van alle aanvragen op de prioriteitenlijst, worden aanvragen in de volgorde van de rangschikking gehonoreerd tot dat het plafond wordt overschreden.

Artikel 7 Honorering aanvragen, hoogte subsidie, verdeelsleutel subsidieplafond

  • 1.

    De aanvragen worden gehonoreerd naar de volgorde op de prioriteitenlijst met inachtneming van de volgende bepalingen.

  • 2.

    Voor alle subsidieaanvragen geldt dat voor breedtesportevenementen het totale puntenaantal hoger dan 89 moet zijn en voor topsportevenementen moet het totale punten aantal hoger zijn dan 189.

  • 3.

    De hoogte van de subsidie voor sportevenementen worden als volgt bepaald:

    • a.

      Voor breedtesportevenementen:

      Voor een totaalscore van 90 punten krijgt men 11%, en dat daarna toenemend met telkens per vijf punten een procentpunt meer tot een maximum van 25%, van de begroting bij een totaal van 160 punten.

    • b.

      Voor topsportevenementen:

      Voor een totaalscore van 190 punten krijgt men 11%, en dat daarna toenemend met telkens per vijf punten een procentpunt meer tot een maximum van 25%, van de begroting bij een totaal van 260 punten.

    • c.

      Voor urban breedtesportevenementen:

      Voor een totaalscore van 90 punten krijgt men 22%, en dat daarna toenemend met telkens per vijf punten twee procentpunten meer tot een maximum van 50%, van de begroting bij een totaal van 160 punten.

    • d.

      Voor urban topsportevenementen:

      Voor een totaalscore van 190 punten krijgt men 22%, en dat daarna toenemend met telkens per vijf punten twee procentpunten meer tot een maximum van 50%, van de begroting bij een totaal van 260 punten.

  • 4.

    Indien na de honorering van de subsidieaanvragen die vóór 18 oktober van het betreffende jaar zijn ingediend het plafond nog niet is bereikt, komen de resterende middelen beschikbaar voor de aanvragen die op of na 18 oktober van dat jaar zijn ingediend.

  • 5.

    De subsidieaanvragen die op of na 18 oktober zijn ingediend worden in afwijking van het in artikel 7 lid 1 bepaalde niet gerangschikt maar op volgorde van feitelijke binnenkomst in behandeling genomen en gehonoreerd, mits deze aanvragen minimaal 3 maanden voor het betreffende evenement zijn ingediend en dat zolang er binnen het plafond middelen beschikbaar zijn

  • 6.

    Indien een aanvraag die op of na 18 oktober wordt ingediend betrekking heeft op een evenement van/voor een tak van sport in combinatie met een doelgroep waarvoor voor hetzelfde jaar al een aanvraag voor evenement is gehonoreerd, wordt deze aanvraag geweigerd.

Hoofdstuk 3 Subsidieaanvraag

Artikel 8 De aanvrager

Subsidie kan uitsluitend worden aangevraagd door een rechtspersoon.

Artikel 9 Bij de subsidieaanvraag in te dienen gegevens

In aanvulling op artikel 5, tweede lid, van de ASA 2013 worden bij de subsidieaanvraag de volgende stukken geleverd:

  • a.

    Een activiteitenplan waarin is opgenomen:

    • i.

      Een gedegen beschrijving van het sportevenement waarin de aard (bijvoorbeeld top- of breedtesport), omvang en smart geformuleerde doelen duidelijk naar voren komen;

    • ii.

      Een schets van de organisatiestructuur van het evenement;

    • iii.

      In geval van een topsportevenement dient het advies van Stichting Topsport Amsterdam te zijn verwerkt in de aanvraag;

    • iv.

      In het geval van een topsportevenement dient het advies van Stichting Topsport Amsterdam separaat te zijn toegevoegd bij de aanvraag;

    • v.

      Per gemeentelijke sportdoelstelling en per gemeentelijk speerpunt: een aparte paragraaf of uitgebreide alinea met daarin de toelichting of en hoe het evenement hier concreet aan bijdraagt, wat de prognose is van het bereik van de doelstellingen en welke activiteiten daarvoor ingezet worden. Wanneer dit niet van toepassing is voor een bepaald gemeentelijk speerpunt, dient dit ook kort toegelicht te worden;

    • vi.

      Een aparte paragraaf of uitgebreide alinea met daarin een schets van de doorontwikkeling of innovatie van het evenement zelf of de manier van werken/de organisatie ten opzichte van de voorgaande editie(s) indien van toepassing;

    • vii.

      Een aparte paragraaf over communicatie, waaruit blijkt hoe het evenement bij de Amsterdammers en in Amsterdam zichtbaar gemaakt wordt;

    • viii.

      In geval van een vechtsportevenement moet een akkoord van de Nederlandse Vechtsportautoriteit (VA) worden bijgevoegd (zie toelichting voor de voorwaarden).

  • b.

    Een separate en gedetailleerde begroting,

    • i.

      waarin de gevraagde bijdragen aan de gemeente, en eventueel ook de provincie en het Rijk aan de inkomstenkant apart herkenbaar terugkomen;

    • ii.

      die bij een terugkerend evenement zichtbaar is gerelateerd aan de realisatiecijfers van de voorgaande editie. Grote afwijkingen ten opzichte van de vorige editie dienen tekstueel te worden toegelicht in de begroting of in het activiteitenplan.

Artikel 10 Beslistermijn

  • 1.

    Met betrekking tot de aanvragen die vóór 18 oktober 2022 zijn ingediend voor het kalenderjaar 2023, waarin het sportevenement plaatsvindt, beslist het college, in afwijking van artikel 8 van de ASA 2013, vóór 1 januari 2023.

  • 2.

    Aanvragen voor het kalenderjaar 2023 ingediend na 17 oktober worden, in afwijking van het in de ASA 2013 bepaalde, pas in behandeling genomen na 31 december 2022 en dat indien het plafond voor 2023 niet reeds is overschreden door het honoreren van de aanvragen die voor 18 oktober 2022 zijn ingediend.

  • 3.

    Met betrekking tot de aanvragen voor de jaren 2024 en later die vóór 1 oktober van het aan evenement voorafgaande jaar zijn ingediend, beslist het college, in afwijking van artikel 8 van de ASA 2013, vóór 1 januari van het kalenderjaar waarin het evenement plaatsvindt.

  • 4.

    Aanvragen voor de jaren 2024 en later, ingediend na 30 september van het jaar voorafgaand aan het kalenderjaar waarin het sportevenement plaatsvindt, worden in afwijking van de ASA 2013 pas in behandeling genomen na 31 december van dat jaar en dat indien het plafond voor dat kalenderjaar niet reeds is overschreden door het honoreren van de aanvragen die voor 1 oktober van het jaar zijn ingediend.

Hoofdstuk 4 Weigering van de subsidie

Artikel 11 Weigeringsgronden

  • 1.

    In aanvulling op artikel 9, tweede lid, van de ASA 2013 weigert het college de subsidie wanneer de aanvraag:

    • a.

      Niet aansluit bij een van de gemeentelijke sportdoelstellingen;

    • b.

      Niet past niet binnen de ‘Sportvisie Amsterdam 2025’, de ‘Agenda Topsport en Evenementen 2025’ en niet binnen de ’Agenda Urban Sports’;

    • c.

      Voor een breedtesportevenement een puntentotaal van 89 of minder heeft;

    • d.

      Voor een topsportevenement een puntentotaal van 189 of minder heeft;

    • e.

      In vergelijking met een andere aanvraag waarin dezelfde tak van sport centraal wordt gesteld en gericht is op dezelfde doelgroep, een lager puntentotaal scoort of bij een gelijk aantal punten een hogere subsidiebijdrage vraagt.

  • 2.

    In aanvulling op artikel 9, tweede lid, van de ASA 2013 kan het college besluiten de subsidie geheel of gedeeltelijk te weigeren wanneer de aanvraag:

    • a.

      In de begroting de kostenposten die betrekking hebben op projectmanagement (personeel en uren voor marketing en communicatie) gezamenlijk meer dan 20% van de totale begroting bedragen; de totale overheidssubsidie (lokaal + provincie + Rijk) meer dan 50 % van het totaal aan inkomsten bedraagt;

    • b.

      Voor de promotie van het evenement in Amsterdam minder dan 10% van de gevraagde subsidie wordt begroot; dit geldt voor subsidieaanvragen voor bedragen hoger dan € 20.000,00.

Hoofdstuk 5 Verplichtingen van de subsidieontvanger

Artikel 12 Aanvullende verplichtingen

Naast de verplichtingen op grond van artikel 10 en 11 van de ASA 2013, zijn aan de subsidieverlening de volgende aanvullende verplichtingen verbonden:

  • a.

    De subsidieontvanger zorgt dat op een sportevenement dat gericht is op kinderen in de leeftijd t/m 12 jaar, of dat naar verwachting meer dan 25% toeschouwers trekt in de leeftijd t/m 12 jaar, er geen marketing, promotie en sponsoring gevoerd wordt van voedingsproducten die niet voorkomen op de Schijf van Vijf van het Voedingscentrum en daarmee niet voldoen aan de Richtlijnen Goede Voeding 2015 van de Gezondheidsraad;

  • b.

    De subsidieontvanger zorgt dat op het sportevenement ook een aanbod van eten en drinken gepresenteerd wordt dat voldoet aan de Richtlijn Gezondere Eetomgeving 2019 van het Voedingscentrum en bij voorkeur tevens het aanbieden van en promotie van alcoholvrije dranken, met name in het geval van een sportevenement genoemd onder b in het onderhavige artikel;

  • c.

    De subsidieontvanger zorgt voor voldoende tappunten voor gratis (kraan)water;

  • d.

    De subsidieontvanger zorgt ervoor dat het sport- en evenemententerrein rookvrij is en geeft dit duidelijk zichtbaar aan.

Hoofdstuk 6 Verantwoording en vaststellen subsidie

Artikel 13 Aanvullende verplichtingen bij de verantwoording voor subsidies

In aanvulling op artikel 14, tweede lid, van de ASA 2013 bevat de subsidieverantwoording:

  • a.

    Bij een gemeentelijke bijdrage vanaf € 5.000 een inhoudelijk verslag met een opgave van

    • i.

      onder andere in het kader van het gestelde in artikel 12 lid 1 sub a en b welke sponsors en partners aan het evenement verbonden en zichtbaar zijn geweest;

    • ii.

      de georganiseerde activiteiten die gerelateerd zijn aan de gemeentelijke speerpunten en de behaalde resultaten.

  • b.

    De subsidieontvanger rapporteert hoeveel jeugd in de categorie t/m 12 jaar concreet aan het evenement heeft deelgenomen;

  • c.

    De subsidieontvanger rapporteert hoeveel jeugd in de categorie 13 t/m 18 jaar concreet aan het evenement heeft deelgenomen;

  • d.

    De subsidieontvanger overlegd een overzicht met daarop de aan het sportevenement verbonden sponsors en partners, zeker wanneer deze zich richten op marketing en voeding;

  • e.

    Bij een gemeentelijke bijdrage hoger dan € 75.000,- naast de informatie die in artikel 14 onder b, c en d wordt genoemd, tevens een sociaal, maatschappelijke- en economische impactrapportage. Het onderzoek dient te worden uitgevoerd door een onafhankelijk bureau en is gericht op de impact in Amsterdam. Bij jaarlijks terugkerende evenementen wordt deze rapportage eens in de vier jaar verlangd;

  • f.

    De inhoudelijke en separaat toegevoegde financiële verantwoordingen dienen aan te tonen dat de activiteiten waarvoor de subsidie is toegekend hebben plaatsgevonden. Alle gemeentelijke sportdoelstellingen en speerpunten moeten inhoudelijk en smart geformuleerd teruggekoppeld worden.

Hoofdstuk 7 Slotbepalingen

Artikel 14 Vervallen Subsidieregeling sportevenementen Amsterdam

De Subsidieregeling sportevenementen Amsterdam zoals vastgesteld in de collegevergadering van 15 maart 2022 vervalt per 1 november 2022. De bepalingen van de Subsidieregeling sportevenementen Amsterdam blijven van toepassing op subsidies die op basis van deze regeling zijn verleend en nog moeten worden vastgesteld.

Artikel 15 Inwerkingtreding en looptijd regeling

Deze regeling treedt in werking een dag na publicatie in het Gemeenteblad voor een onbepaalde duur.

Artikel 16 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: ‘Subsidieregeling sportevenementen Amsterdam 2023’.

Aldus vastgesteld in de vergadering van 27 september 2022

De burgemeester

Femke Halsema

De gemeentesecretaris

Peter Teesink

Bijlage 1 Gemeentelijke speerpunten voor sportevenementen

De organisatoren moeten met hun evenement aansluiten bij het gemeentelijk sportbeleid en bij de organisatie van het evenement inspelen op gemeentelijke speerpunten. De acht gemeentelijke speerpunten die nu van toepassing zijn op de Subsidieregeling sportevenementen Amsterdam, worden hieronder vermeld. Per gemeentelijk speerpunt is tevens een toelichting gegeven, die richting zou kunnen bieden aan de nadere uitwerking van de organisator in de subsidieaanvraag.

Voor ieder opgenomen en uitgewerkt speerpunt met tevens een of meerdere passende smart geformuleerde doelstellingen wordt maximaal 10 punten verstrekt. Indien de uitwerking van alle gemeentelijke speerpunten naar tevredenheid worden beschreven in de aanvraag, kan er maximaal 80 punten worden toegekend.

 

1. ´Toegankelijkheid en integratie van gehandicapte sporters´

Amsterdam vindt het belangrijk dat sporters met een handicap mee moeten kunnen doen aan de sportevenementen die in Amsterdam plaatsvinden. Denk aan het succesvol georganiseerde WK basketball 3x3 in 2019 of EK Atletiek in 2016. Ambieer of integreer daarom als het kan officiële wedstrijdonderdelen voor gehandicapte sporters in het officiële wedstrijdprogramma. Indien dat niet mogelijk is (onderbouwd met argumenten) kan gedacht worden om de sporttak in aangepaste vorm als side-event aan te bieden, of door een demonstratie in het hoofdprogramma op te nemen. Indien sporters met een handicap op een andere manier betrokken kunnen worden bij het betreffende sportevenement, kan dat ook worden benoemd. Formuleer - ook als het een sportevenement betreft dat primair gericht is op sporters met een beperking - een passende smart geformuleerde doelstelling.

 

2. ‘Aandacht voor specifieke doelgroepen of -sporten, zoals benoemd in de ‘Sportvisie Amsterdam 2025’ en in de ‘Agenda Sporten en Bewegen 2019-2022’

Bij de samenstelling van het Amsterdamse sportstimuleringsprogramma wordt bijvoorbeeld extra aandacht besteed aan wijken met een lage sportparticipatie en aan doelgroepen die nu nog ondervertegenwoordigd zijn. Voor sportevenementen heeft het een maatschappelijke meerwaarde wanneer er los van de beoogde doelgroep, in het officiële wedstrijdprogramma en/of een side-event, ook aandacht wordt besteed aan een andere sport of specifieke doelgroep - niet zijnde mensen met een handicap. Denk daarbij bijvoorbeeld aan activiteiten specifiek voor meiden, kinderen uit gezinnen met een stadspas, aan kwetsbare groepen als dak- en thuislozen en vluchtelingen (statushouders) en aan urban -en/of vechtsportonderdelen of ‘nieuwe’ sporten die aansluiten bij de belevingswereld van Amsterdamse jongeren en jongvolwassenen. Formuleer een doelstelling die smart is.

 

3. ´Gezonde en actieve leefstijl promotie´

Vanuit de regeling moet ieder sportevenement gericht op kinderen in de leeftijd tot en met 12 jaar, of dat meer dan 25% toeschouwers met een leeftijd tot en met 12 jaar aantrekt sowieso een gezonde sportomgeving bieden.

Uiteraard hecht de gemeente er belang aan dat op het sportevenement ook onder de overige doelgroepen die het evenement aantrekt een gezonde en actieve leefstijl wordt gepromoot. Een rookvrije omgeving geldt bijvoorbeeld voor alle doelgroepen. Alcohol schenken aan jongeren tot 18 jaar is bij wet verboden. Het aanbieden en de promotie van 0,0% dranken voor volwassenen wordt aanbevolen. Omschrijf in de aanvraag hoe u de gezonde en actieve leefstijl op uw evenement gaat promoten. Formuleer in deze paragraaf een of meerdere smart geformuleerde en passende doelstellingen. Zie toelichting voor toepassingsmogelijkheden op uw evenement.

 

4. ´Duurzaamheid´, verduurzaming van evenementen

De gemeente Amsterdam wil graag dat alle evenementen met meer dan 2000 bezoekers duurzaam worden georganiseerd. In de aanvraag zet u alles wat u gaat doen om het evenement zo duurzaam mogelijk te maken. Denk aan:

  • a.

    Duurzaamheid op het vlak van sportparticipatie. Het aansporen van de Amsterdammers door middel van laagdrempelige side-events en de stimulans om wekelijks te gaan sporten. Bijvoorbeeld door het via verenigingen aanbieden van trainingen en de nazorg, geïnteresseerde deelnemers en bezoekers wegwijs maken naar de vereniging, zodat het bewegen van de recreanten na het evenement niet ophoudt.

  • b.

    Duurzaamheid op het vlak van inkoop, het reduceren van afval, de duurzame verwerking van afval, afvalscheiding, uitgifte plastic bekers, energie, gebruik aggregaten en schone mobiliteit. Onderschrijf het belang van dit speerpunt en formuleer een of meerdere passende smart geformuleerde doelstellingen.

5. ´Veilig sportklimaat inclusief LHBTIQ+- acceptatie´

Iedere Amsterdammer moet zich welkom voelen in de sport, wat zijn of haar afkomst, cultuur of geaardheid ook is. Met programma’s en trainingen wordt ongewenst gedrag (zoals discriminatie, seksuele intimidatie, kwetsende spreekkoren) tijdens het sporten tegengegaan, met speciale aandacht voor de LHBTIQ+-doelgroep. LHBTIQ+ staat hierbij voor lesbische vrouwen, homoseksuele mannen, biseksuele mannen & vrouwen, transgenders, mensen met een intersekse-conditie, queer en alle andere variaties die niet heteroseksueel en/of cisgender zijn en/of geslachtskenmerken hebben die binnen de gebruikelijke definities van ‘vrouwelijk’ of ‘mannelijk’ vallen. Ook sportevenementen creëren maatschappelijke meerwaarde door hierop in te spelen. Benoem in de aanvraag te organiseren activiteiten waarmee:

  • a.

    Fairplay wordt nagestreefd;

  • b.

    Deelnemers, bezoekers en overige betrokken zich tijdens het sportevenement fysiek en sociaal veilig en welkom zullen voelen. Dit kan bijvoorbeeld door in publicaties en op sociale media duidelijk aan te geven dat echt iedereen zich tijdens het evenement veilig en welkom kan voelen, door een specifieke media-actie hierop in te richten, het ophangen van de regenboogvlag tijdens het evenement, aanvoerders van teams met een regenboogbandje om hun arm te laten sporten, of bijvoorbeeld een workshop als side-event (georganiseerd door partners als John Blankenstein Foundation, St. Pride en Sports, Anne Frankstichting. Onderschrijf het belang van dit speerpunt en formuleer een of meerdere passende smart geformuleerde doelstellingen.

6. ´De inzet van Amsterdamse studenten bij de organisatie van het evenement’

De gemeente hecht er belang aan wanneer binnen de organisatie van het evenement een of meerdere stage-leerwerkplekken aanboden worden, voor bijvoorbeeld Amsterdamse mbo en hbo-studenten van een opleiding sport- of vrijetijdsmanagement. Dat zijn immers de eventorganisatoren van de toekomst en kunnen zodoende relevante ervaring opdoen. Formuleer een passende doestelling die smart is. Geef daarbij ook de beoogde kennisinstelling, functie of activiteit aan.

 

7. ‘Het betrekken van de buurt’

De gemeente hecht er belang aan dat evenementen voor de buurt waarin het evenement plaatsvindt wordt betrokken en de nadelige impact op de woon-werk omgeving wordt beperkt. Uit de aanvraag moet dan ook blijken hoe de buurt wordt betrokken bij het evenement. Te denken valt aan de organisatie van een informatieavond, een uitnodiging voor bezoek aan het evenement, het werven vrijwilligers, een demo of side-event specifiek voor de omwonenden. Formuleer ook hier een of meerdere passende en smart geformuleerde doelstellingen.

 

8. ‘Dierenwelzijn’

Amsterdam heeft dierenwelzijn hoog in het vaandel staan. Dierenwelzijn gaat over de kwaliteit van het leven zoals het door het dier wordt ervaren. Een goed welzijn voor dieren betekent dat voldaan wordt aan de natuurlijke behoeftes van het dier en deze vrij is van honger, dorst, ongemak, pijn en stress (zie volledig, artikel 1.3 lid 3 Wet Dieren). De Wet Dieren stelt dat houders van dieren een zorgplicht hebben om het dier deze vrijheden te bieden. Daarom dient de organisator in de subsidieaanvraag (indien het een sportevenement met dieren betreft) te benoemen:

  • -

    hoe de organisator in de aankomende editie actief uitvoering geeft aan de genoemde vrijheden artikel 1.3 lid 3 Wet Dieren;

  • -

    hoe de organisator de toepassing van artikel 1.3 lid 3 Wet Dieren meeneemt in de evaluatie van het evenement, én indien deze evaluatie heeft plaatsgevonden, welke aandachtspunten de organisator tijdens de komende editie gaat toepassen.

Formuleer ook hier een of meerdere passende en smart geformuleerde doelstellingen.

 

TOELICHTING

Algemeen deel

Om subsidieaanvragen voor grootstedelijke, publiekstrekkende en maatschappelijk relevante sportevenementen in Amsterdam op een juiste en eenduidige manier te kunnen behandelen en de evenementen te laten aansluiten op het Amsterdamse sportbeleid, is behoefte aan een subsidieregeling sportevenementen.

 

Op deze subsidieregeling zijn de Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013 (ASA 2013), de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) en de Algemene wet bestuursrecht (Awb) van toepassing. Op sommige punten, zoals de verdeelsleutel voor het subsidieplafond, wijkt deze regeling af van de bepalingen van de ASA 2013.

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel 3 Doel subsidieregeling

Het vigerende gemeentelijke sportbeleid is vastgelegd in de ‘Sportvisie Amsterdam 2025’ en de daarbij horende Agenda’s ‘Urban Sports 2021-2025’, ‘Topsport en evenementen 2025’ en ‘Sporten en Bewegen 2019-2022’.

De gemeentelijke sportdoelstellingen van toepassing op sportevenementen zijn:

  • a.

    Sportevenementen dragen bij aan het bevorderen van een structurele sportparticipatie en hebben daarbij aandacht voor specifieke doelgroepen genoemd in de ‘Sportvisie Amsterdam 2025’en in de ‘Agenda Sporten en Bewegen 2019-2022’;

  • b.

    Sportevenementen dragen bij aan (inter)nationale sportieve profilering van de stad;

  • c.

    Sportevenementen bieden een officieel podium dicht bij huis voor met name in groot Amsterdam wonende talenten en topsporters in alle takken van sport, en in ieder geval voor sporttalenten en topsporters die opgenomen zijn in de TeamNL en TalentTeamNL-programma’s die in Amsterdam zijn gefaciliteerd.

De aanvrager van een subsidie voor topsportevenementen dient zich aan alle 3 de sportdoelstellingen te conformeren.

De gemeentelijke speerpunten die het college heeft vastgesteld en die van toepassing zijn op de sportevenementen, zijn als bijlage 1 opgenomen in deze regeling.

 

Artikel 6 Rangschikking aanvragen, hoogte subsidie, afwijzing bij gelijke aanvragen, verdeelsleutel subsidieplafond

6.6.iii Per doelstelling zijn maximaal 50 punten te verkrijgen. De wijze van toekennen is als volgt.

In ieder geval worden 10 punten toegekend indien een paragraaf of uitgebreide alinea aanwezig is.

Additioneel zijn 20 punten te verdienen indien de paragraaf of uitgebreide alinea wel 2 of meer doelstellingen bevat, maar deze zijn niet smart gemaakt. Of er zijn additioneel 40 punten te verdienen indien de paragraaf of uitgebreide alinea 2 of meer smart geformuleerde doelstellingen bevat

 

Artikel 8 De aanvrager

De subsidieaanvraag wordt door een rechtspersoon online ingediend middels eHerkenning. Nodig is EH3 eHerkenning zorgt ervoor dat gegevens tussen organisaties/bedrijven en overheid op een veilige, betrouwbare en gemakkelijke manier uitgewisseld kunnen worden.

 

Artikel 9 Bij de subsidieaanvraag in te dienen gegevens

  • a. ii:

    Organisatiestructuur. Indien het evenement met meerdere partners wordt georganiseerd dient een toelichting te worden gegeven op de verschillende rollen en taakverdeling van deze partners;

a.iii en iv:

  • De samenwerking met Stichting Topsport Amsterdam behelst:

    • 1.

      De zichtbaarheid van ‘Amsterdam en/of Topsport Amsterdam’ bij en rond het evenement, zoals in de reclame-uitingen rond de velden, in het programmaboek, op de website, op Facebook, in andere communicatiemiddelen en in persoon (rol voor de wethouder), te vergroten;

    • 2.

      Het onder de aandacht brengen van het evenement in aanloopfase en tijdens het evenement bij de bewoners van (groot) Amsterdam. Dit kan mogelijk door middel van speciale ‘deals’ die Topsport Amsterdam kan sluiten met mediapartners uit de businessclub;

    • 3.

      In geval van een topsportevenement dient het recente advies van Stichting Topsport Amsterdam te zijn verwerkt in de aanvraag en separaat te worden toegevoegd, inclusief datum van advies en naam van contactpersoon bij TA. Wanneer dit niet het geval is, wordt de subsidieaanvrager (terug)verwezen naar Topsport Amsterdam;

  • a. v:

    Aansluiting op gemeentelijke sportdoelstellingen:

    • 1.

      Van toepassing op top- en breedtesportevenementen. Sportevenementen dragen bij aan het bevorderen van een structurele sportparticipatie en hebben daarbij aandacht voor specifieke doelgroepen genoemd in de ‘Sportvisie Amsterdam 2025’, in de ‘Agenda Sporten en Bewegen 2019-2022’ en in het recent gesloten coalitieakkoord ‘Amsterdams Akkoord 2022-2026’: Beschrijf bijvoorbeeld de koppeling met side-events voor kinderen, participatie van kwetsbare Amsterdammers door aanbod van laagdrempelige side-events, het zich welkom en veilig voelen van lhbtiq+ deelnemers, bezoekers en overige betrokkenen, de aanloop trainingsgroepen, aandacht voor nazorg, betrokkenheid Amsterdamse sportverenigingen, etc.;

    • 2.

      Alleen van toepassing op topsportevenementen. Sportevenementen dragen bij aan (inter)nationale sportieve profilering van de stad:

      Beschrijf indien van toepassing hoe het evenement gaat bijdragen aan de sportieve profilering van de stad. Denk daarbij bijvoorbeeld aan het ‘stad als stadion concept’, de beoogde economische en sociaal maatschappelijke impact, de zichtbaarheid van het evenement in de stad (bijv. door middel van city dressing), de zichtbaarheid van het motto IAmsterdam;

  • a.viii

    Een vechtsportevenement is een evenement vallend onder het besluit van de burgemeester (artikel 2.47, 2e lid, r c Algemene Politie Verordening d.d. 4 november 2011). Hierbij hanteert de gemeente Amsterdam de richtlijnen van de Nederlandse Vechtsport autoriteit (VA).

     

    Derhalve moeten alle Kickboks, MMA, Muay Thai en aanverwante vechtsportevenementen voldoen aan de volgende voorwaarden:

    • De organisatie en uitvoering van een evenement valt onder de auspiciën van een van de convenant partners van de VA;

    • De organisator van het evenement is in bezit van een promotors licentie van de VA;

    • De matchmaker (het selecteren van de vechters die tegen elkaar in de ring een wedstrijd vechten) is in het bezit van een matchmakingslicentie.

De gemeente Amsterdam en de VA verstaan onder een vechtsportevenement het volgende

  • Meerdere sportscholen komen samen om vechters 1 op 1 te laten strijden tegen elkaar in de ring/op de mat (ongeacht of er een uitslag is of niet)

  • Er zijn (externe) toeschouwers aanwezig op het vechtsportevenement

  • Er wordt reclame gemaakt voor het vechtsportevenement

  • Er is kaartverkoop voor het vechtsportevenement

  • ‘Setting’ van een evenement zoals mensen die fungeren als scheidsrechter, jury, ringspeaker etc.

Er moet dus altijd een vechtsportbond aanwezig zijn die auspiciën voert over dit evenement. Dat moet een bond zijn die een convenant heeft afgesloten met de VA. Voorbeelden van vrijgestelde evenementen:

  • een reguliere (openbare) training van uw sportschool, waar andere sportscholen komen sparren tijdens de les;

  • een volledig intern evenement betreft met expliciet alleen leden van uw eigen sportschool.

Zodra externen sportscholen en vechters betrokken worden bent u wel verplicht een bond te gebruiken. Wij toetsen de kwaliteit van vechtsportevenementen aan een aantal criteria. Deze zijn te vinden in de richtlijn voor full contact vechtsportevenementen. Om te zien of een partij een van de bovengenoemde licenties heeft of een convenantpartner is verwijzen wij u naar www.vechtsportautoriteit.nl.

 

b. Alleen van toepassing op topsportevenementen. Sportevenementen bieden een officieel podium dicht bij huis voor met name in groot Amsterdam wonende talenten en topsporters in alle takken van sport, en in ieder geval voor sporttalenten en topsporters die opgenomen zijn in de TeamNL en TalentTeamNL-programma’s die in Amsterdam zijn gefaciliteerd.

Beschrijf indien van toepassing aan welke talenten en topsporters die in Amsterdam wonen of in Amsterdam zijn gefaciliteerd vanuit Team NL centrum, een officieel podium wordt geboden.

 

Artikel 12 Aanvullende verplichtingen

De gemeente zet hoog in op het voorkomen en terugdringen van overgewicht bij kinderen. Om gezond te kunnen opgroeien hebben kinderen de inzet van iedereen nodig, ook van de organisatoren van sportevenementen. Amsterdam ondersteunt daarom alleen die sportevenementen die de Amsterdamse strategie onderschrijft en in de praktijk brengt. De strategie is: door de leefomgeving van kinderen gezond te maken wordt gezond gedrag gestimuleerd. Een nadere toelichting over de criteria en tips om hier met uw evenement aan bij te dragen, zijn te vinden op

https://www.amsterdam.nl/sociaaldomein/aanpak-gezond-gewicht/tips-initiatief-gezond-maken/criteria-gezonde-activiteiten/

 

In een paar uitzonderlijke gevallen kan een evenementenorganisator geen invloed uitoefenen op bestaande sponsorpartners en/of reclame op het evenemententerrein. Het is van belang dit in uw activiteitenplan te vermelden en welke potentiële problemen hierdoor mogelijk kunnen ontstaan.

 

Artikel 13 Aanvullende verplichtingen bij de verantwoording voor subsidies

sub b en c Deze cijfers worden gebruikt voor de rapportage Gezonde Sportevenementen.

 

sub e. De richtlijnen te vinden in de ‘Modelaanpak evenementen’ op www.cit.sport.nl/algemeen/, zijn bruikbaar voor een onderzoek naar de impact van een evenement.

Een onderzoek gebaseerd op deze richtlijnen maakt het mogelijk om resultaten van andere evenementen met elkaar te kunnen vergelijken.

Zorg dat in het impactonderzoek zowel de organisatie van het sportevenement als het programma van de side-events worden opgenomen. De activiteiten richten zich met name op de vraag in hoeverre de geformuleerde doelstellingen zijn gerealiseerd zoals die zijn verwoord in uw activiteitenplan.

Naar boven