Verordening op de rekenkamer gemeente Eindhoven 2022

De raad van de gemeente Eindhoven,

 

Gelet op artikel 81a en artikel 149 van de Gemeentewet,

besluit vast te stellen de

 

Verordening op de rekenkamer gemeente Eindhoven 2022

 

 

 

 

Paragraaf 1 Algemene bepalingen

 

Artikel 1 Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

- college: college van burgemeester en wethouders van Eindhoven;

- gemeentebestuur: bevoegd bestuursorgaan van de gemeente Eindhoven;

- griffier: griffier van de gemeenteraad van Eindhoven

- raad: gemeenteraad van Eindhoven;

- secretaris: ambtelijk secretaris van de rekenkamer;

- voorzitter: voorzitter van de rekenkamer.

 

Paragraaf 2 Taak, samenstelling en lidmaatschap van de rekenkamer

 

Artikel 2 De rekenkamer

 

  • 1.

    Er is een rekenkamer als bedoeld in artikel 81a van de Gemeentewet.

  • 2.

    De rekenkamer heeft tot taak onderzoek uit te voeren naar de doelmatigheid, de doeltreffendheid en de rechtmatigheid van het door het gemeentebestuur gevoerde bestuur.

  • 3.

    De leden van de rekenkamer zijn niet ondergeschikt aan enig orgaan.

 

Artikel 3 Samenstelling rekenkamer

 

  • 1.

    De rekenkamer bestaat uit minimaal drie leden, waaronder één voorzitter en één plaatsvervangend voorzitter;

  • 2.

    De raad benoemt de voorzitter van de rekenkamer voor een periode van zes jaar;

  • 3.

    De raad benoemt de leden van de rekenkamer voor een periode van zes jaar;

  • 4.

    De rekenkamer wijst uit zijn midden een plaatsvervangend voorzitter aan;

  • 5.

    Bij ontstentenis van de voorzitter neemt de plaatsvervangend voorzitter diens taken waar;

  • 6.

    Voor de werving van een nieuw lid van de rekenkamer stelt de raad een selectiecommissie samen bestaande uit:

  • a.

    twee raadsleden;

  • b.

    de rekenkamerleden wiens aftreden niet aanstaande is;

  • c.

    de secretaris;

  • d.

    de griffier.

  • 11.

    De selectiecommissie doet de raad een gesloten voordracht voor benoeming van het nieuwe rekenkamerlid.

 

Artikel 4 Voorzitter

 

De voorzitter:

 

  • a.

    draagt samen met de secretaris zorg voor het samenstelling van de agenda;

  • b.

    roept de leden voor vergadering bijeen;

  • c.

    bewaakt het budget van de rekenkamer;

  • d.

    bewaakt de voortgang van de onderzoeken;

  • e.

    fungeert als eerste aanspreekpunt voor de algemene gang van zaken rond de rekenkamer.

 

Artikel 5 Samenstelling en benoeming rekenkamer

  • 1.

    De raad benoemt de voorzitter en de leden van de rekenkamer. De selectiecommissie doet een benoemingsvoorstel aan de raad.

  • 2.

    De selectiecommissie voor de voorzitter en leden bestaat uit een op voordracht van een door de raad benoemde commissie bestaande uit twee raadsleden, zittende leden, en wordt bijgestaan door de secretaris van de rekenkamer en de griffier van de raad.

  • 3.

    De benoeming vindt plaats voor een periode van zes jaar, waarna de mogelijkheid bestaat tot een eenmalige herbenoeming voor eenzelfde periode.

  • 4.

    De rekenkamer wijst uit zijn midden een plaatsvervangend voorzitter aan die bij ontstentenis van de voorzitter diens taken overneemt.

  • 5.

    Als de voorzitter door de raad wordt ontslagen of op non-actief wordt gesteld, kan de raad voor de tijdelijke vervanging in de functie van voorzitter een van het vierde lid van dit artikel afwijkende regeling treffen.

 

Artikel 6 Ontslag en non-activiteit

 

  • 1.

    De griffier bericht de raad conform de Eindhovense gedragscode van de raads- en commissieleden als een van de ontslaggronden zich voordoet, bedoeld in artikel 81c, zesde of zevende lid, of van artikel 81d, eerste of tweede lid, van de Gemeentewet.

  • 2.

    In de gevallen bedoeld in artikel 81c, zevende lid, en in artikel 81d, tweede lid, van de wet adviseert het fractievoorzittersoverleg de raad over de vraag of al dan niet moet worden overgegaan tot ontslag, respectievelijk het op non-actief stellen van het desbetreffende lid.

  • 3.

    Het fractievoorzittersoverleg adviseert de raad tevens met betrekking tot een beslissing tot verlenging of beëindiging van een maatregel als bedoeld in artikel 81c, zesde of zevende lid, en artikel 81d, eerste of tweede lid.

 

Artikel 7 Vergoeding voor de werkzaamheden van de externe leden van de rekenkamer

 

  • 1.

    Leden van de rekenkamer ontvangen maandelijks een vergoeding voor hun werkzaamheden en een onkostenvergoeding.

  • 2.

    Voor de voorzitter bedragen de vergoeding en de onkostenvergoeding 40% van de maximale vergoeding en onkostenvergoeding die leden van de raad ontvangen ingevolge artikel 3.1.1 respectievelijk artikel 3.1.6 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers. Voor de leden die geen voorzitter zijn, bedragen de maandelijkse vergoeding en de onkostenvergoeding 25% van de maximale vergoeding en onkostenvergoeding die leden van de raad ontvangen ingevolge artikel 3.1.1 respectievelijk artikel 3.1.6 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

  • 3.

    De vergoedingen als bedoeld in het eerste lid komen ten laste van het budget van de rekenkamer.

 

Paragraaf 3 De werkwijze van de rekenkamer

 

Artikel 8 Initiatief tot het uitvoeren van onderzoek

 

De rekenkamer bepaalt zelf de onderwerpen voor onderzoek. Suggesties voor te onderzoeken onderwerpen kunnen worden voorgedragen door:

 

  • a.

    de leden van de rekenkamer;

  • b.

    de leden van de raad;

  • c.

    de leden van de raadscommissies;

  • d.

    het college;

  • e.

    commissies als bedoeld in artikel 83 van de Gemeentewet waaraan bestuursbevoegdheden van het college zijn toegekend;

  • f.

    inwoners van de gemeente Eindhoven;

  • g.

    organisaties gevestigd in de gemeente Eindhoven.

 

Artikel 9 Uitvoering van het onderzoek en rapportage

 

  • 1.

    De rekenkamer is belast met en verantwoordelijk voor de uitvoering van het onderzoek volgens de door haar vastgestelde onderzoeksopzet.

  • 2.

    De in het vorige lid bedoelde onderzoeksopzet wordt door de commissie ter kennisneming aan de raad verstuurd.

  • 3.

    De rekenkamer beoordeelt of het wenselijk is de raad tussentijds te informeren.

  • 4.

    De rekenkamer is bevoegd van alle leden van het gemeentebestuur en van alle ambtenaren de mondelinge en schriftelijke inlichtingen in te winnen die zij nodig heeft voor de uitvoering van het onderzoek. De rekenkamer kan de bevoegdheid tot het inwinnen van inlichtingen mandateren aan de secretaris en de overige medewerkers die haar bij de uitvoering van haar taak terzijde staan. De leden van het gemeentebestuur en de ambtenaren van de gemeente zijn verplicht de gevraagde inlichtingen binnen de door de rekenkamer gestelde redelijke termijn te verstrekken.

  • 5.

    De rekenkamer vergadert in beslotenheid. Haar rapporten zijn openbaar. Op grond van de belangen genoemd in artikel 5.1, 5.2 en 5.7 van de Wet open overheid kan de rekenkamer rapporten die aan de raad worden voorgelegd of gedeelten daarvan als vertrouwelijk aanmerken. De leden van de rekenkamer en degenen die ten behoeve van de rekenkamer werkzaam zijn, zijn verplicht tot geheimhouding van al hetgeen hen in hun hoedanigheid van lid, respectievelijk medewerker, ter kennis is gekomen.

  • 6.

    De rekenkamer kan openbare informatieve vergaderingen beleggen.

  • 7.

    De rekenkamer stelt betrokken ambtenaren en eventueel andere betrokkenen in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn die ten minste een week en maximaal twee weken bedraagt, hun zienswijze op de weergave en interpretatie van de feiten in het conceptrapport van bevindingen aan de rekenkamer kenbaar te maken. Betrokkenen zijn degenen wier taakuitvoering (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest. De rekenkamer bepaalt wie verder als betrokkenen worden aangemerkt. Naar aanleiding van de ontvangen reacties kan de rekenkamer besluiten het rapport van bevindingen aan te passen. Vervolgens zal zij de nota met conclusies en aanbevelingen formuleren.

  • 8.

    Na vaststelling door de rekenkamer worden het rapport van bevindingen en de nota met conclusies en aanbevelingen zo spoedig mogelijk aangeboden aan de raad vergezeld van een conceptraadsbesluit. Met de aanbieding van het rapport van bevindingen en de nota met conclusies en aanbevelingen is het rapport openbaar.

  • 9.

    Na aanbieding van het rapport reageert het college binnen twee weken met haar visie op het rekenkamerrapport. Dit voorafgaand aan de bespreking door de raad.

  • 10.

    Na de aanbieding van het rapport van bevindingen en de nota met conclusies en aanbevelingen bespreekt de raad het voorstel binnen zes weken na aanbieden van het rapport van bevindingen, eventueel voorafgegaan door een technische toelichting.

 

Artikel 10 Jaarverslag

 

De rekenkamer brengt jaarlijks in het griffiejaarverslag over elk kalenderjaar een schriftelijk verslag uit van haar werkzaamheden, in ieder geval voor 1 april van het daaropvolgende kalenderjaar.

 

Paragraaf 4 De ondersteuning van de rekenkamer

 

Artikel 11 Ambtelijk secretaris

 

  • 1.

    De raadsgriffier wijst een op de griffie werkzame ambtenaar aan als ambtelijk secretaris van de rekenkamer.

  • 2.

    De secretaris staat conform de functieomschrijving, de rekenkamer bij de taakuitvoering terzijde.

  • 3.

    De secretaris legt met betrekking tot de wijze waarop de ondersteunende taken worden verricht rechtstreeks verantwoording af aan de rekenkamer.

 

Artikel 12 Onderzoekmedewerkers

 

  • 1.

    De rekenkamer bepaalt door wie het onderzoek wordt uitgevoerd. Dit kunnen externe bureaus zijn of interne onderzoekmedewerkers.

  • 2.

    Onderzoekmedewerkers kunnen, indien de rekenkamer hen daartoe de bevoegdheid toekent, alle informatie verzamelen die de rekenkamer in het belang van het onderzoek nodig acht. Zij hebben een geheimhoudingsplicht met betrekking tot die informatie en zijn alleen verantwoording verschuldigd aan de rekenkamer.

  • 3.

    De rekenkamer is bevoegd ten laste van het budget externe deskundigen in te schakelen.

 

Paragraaf 5 Budget van de rekenkamer

 

Artikel 13 Budget

 

  • 1.

    De rekenkamer is bevoegd binnen een aan haar bij de begroting beschikbaar gesteld budget uitgaven te doen ten behoeve van de uitvoering van haar taken.

  • 2.

    Ten laste van het in het voorgaande lid bedoelde budget worden de kosten gebracht van:

  • a.

    de vergoedingen die krachtens artikel 7.2 zijn toegekend aan de leden van de rekenkamer;

  • b.

    interne onderzoeksmedewerkers;

  • c.

    externe deskundigen die door de rekenkamer zijn ingeschakeld;

  • d.

    de eventuele overige uitgaven die de rekenkamer nodig acht voor de uitvoering van haar taak.

  • 3.

    De rekenkamer is voor de besteding van het budget uitsluitend verantwoording verschuldigd aan de gemeenteraad.

 

Paragraaf 6 Slotbepalingen

 

Artikel 6.1 Inwerkingtreding en citeertitel

 

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking de dag na bekendmaking.

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als Verordening op de rekenkamer gemeente Eindhoven 2022.

 

 

 

 

  •  

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 21 september 2022.

,voorzitter

,griffier

Naar boven