Gevallen waarin wordt afgezien van terugvordering

Het college van burgemeester en wethouders van Almere,

 

Besluit:

 

vast te stellen de navolgende beleidsregel ‘Gevallen waarin wordt afgezien van terugvordering’ onder intrekking van de op 6 maart 2013 vastgestelde beleidsregel ‘Gevallen waarin wordt afgezien van terugvordering’.

 

Afzien van terugvordering wegens gering bedrag

Terugvordering van een uitkering ingevolge de Participatiewet, de IOAW en de IOAZ, verstrekte bedragen in het kader van de Wet kinderopvang, Wet Inburgering of anderszins, vindt niet plaats wanneer de hoogte van de (rest)vordering niet in verhouding staat tot de kosten die gemaakt moeten worden voor de invordering. Dit is niet van toepassing op vorderingen die ontstaan zijn bij het niet-nakomen van de inlichtingenplicht.

 

Afzien van brutering

Een vordering wordt netto teruggevorderd en niet gebruteerd indien:

  • de vordering is ontstaan buiten toedoen van belanghebbende dan wel;

  • belanghebbende niet kan worden verweten dat de betaling van de schuld niet kon worden voldaan in het kalenderjaar waarop deze betrekking heeft.

 

 

Deze beleidsregel treedt in werking op de dag na bekendmaking.

 

 

 

Aldus vastgesteld, Almere, 13 september 2022

Burgemeester en wethouders van Almere,

namens hen,

de afdelingsmanager Werk en Inkomen

M. L. de Wilde

Naar boven