Gemeenteblad van Bergeijk
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Bergeijk | Gemeenteblad 2022, 436196 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Bergeijk | Gemeenteblad 2022, 436196 | beleidsregel |
Damoclesbeleid 2022 gemeente Bergeijk (Handhavingsbeleid op artikel 13b Opiumwet)
Gemeenten worden steeds vaker geconfronteerd met drugshandel. Artikel 13b Opiumwet (Wet Damocles) is het juridisch instrument om bestuurlijk op te treden tegen deze illegale handel. In dit beleid staat beschreven onder welke omstandigheden en op welke wijze gebruik wordt gemaakt van de bestuurlijke dwangmiddelen bij drugshandel vanuit een woning, lokaal.
Voor de bestuursrechtelijke handhaving van de verboden in de zin van artikel 2 (verbod op aanwezigheid van harddrugs, Lijst I), artikel 3 (verbod op aanwezigheid van softdrugs, Lijst II), artikel 10a (verbod op voorbereidingshandelingen harddrugs) en artikel 11a (verbod op voorbereidingshandelingen softdrugs) van de Opiumwet, is in die wet artikel 13b opgenomen.
Bij een hoeveelheid van ≤ 5 gram softdrugs en/of ≤ 0,5 gram harddrugs wordt aangenomen dat het om een handelshoeveelheid gaat.
Eveneens is de ‘Aanwijzing Opiumwet’ van kracht (in werking getreden per 1 maart 2015; Staatscourant 2015, 5391), waar bij het opstellen van het beleid aansluiting is gezocht.
Deze beleidsregel ziet op de bevoegdheid tot het sluiten van panden door de burgemeester:
Het algemene doel van de Opiumwet en artikel 13b van deze wet in het bijzonder is de preventie en beheersing van de uit drugsgebruik voortvloeiende risico's voor de volksgezondheid en het tegengaan van nadelige effecten van de handel in en het gebruik van drugs op het openbare leven en andere lokale omstandigheden, onder meer bezien vanuit het perspectief van de openbare orde (Kamerstukken II 1996/97, 25 324, nr. 3, blz. 5; ABRvS 29 november 2017, ECLI:NL:RVS:2017:3251).
De toepassing van de bevoegdheid op grond van artikel 13b van de Opiumwet strekt er concreet toe om de verkoop, de aflevering of de verstrekking dan wel het daartoe aanwezig zijn van drugs in of vanuit een woning of lokaal of een daarbij behorend erf (definitief) te beëindigen en beëindigd te houden, herhaling daarvan te voorkomen en voor wat betreft voorbereidingshandelingen de aanvang van drugshandel- en/of productie te beletten.
Zoals de redactie van artikel 13b Opiumwet aangeeft, heeft de burgemeester voor de handhaving van de handel in drugs in panden de mogelijkheid bestuursdwang toe te passen. Afhankelijk van de omstandigheden van de situatie kan ook gekozen worden om gebruik te maken van een andere sanctiemaatregel zoals een last onder dwangsom of waarschuwing.
In het kader van de evenredigheidstoets zal dit per situatie beoordeeld worden. Hierbij wordt onder ander gekeken naar de bevoegdheid, geschiktheid, noodzakelijkheid en evenwichtigheid van de toe te passen sanctiemaatregel.
Al naar gelang de omstandigheden van het geval kan ook gekozen worden voor toepassing van spoedeisende bestuursdwang of wordt alvorens tot besluitvorming over te gaan de belanghebbende in de gelegenheid gesteld een zienswijze kenbaar te maken.
Het beleid betreffende de bestuurlijke handhaving van artikel 13b Opiumwet wordt onderverdeeld in de volgende categorieën:
Van voorbereidingshandelingen is sprake als in een woning en/of lokaal of op daarbij behorende erven (een) voorwerp(en) of (een) stof(fen) voorhanden is/zijn die strafbaar zijn op grond van 10a, eerste lid onder 3°, of artikel 11a van de Opiumwet.
Die bepalingen staande in artikel 10a, onder 3°, of artikel 11a van de Opiumwet vereisen dat degene die het voorwerp of de stof in de woning of het lokaal of op daarbij behorend erf voorhanden heeft, weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat het voorwerp of de stof bestemd is voor onder meer het bereiden, bewerken of vervaardigen van harddrugs, respectievelijk voor grootschalige of bedrijfsmatige illegale hennepteelt.
Een en ander kan reeds blijken uit de aard en hoeveelheid van de aangetroffen stof (opslag van 2000 liter zoutzuur in een woonwijk) of uit de aangetroffen voorwerpen en stoffen in onderlinge combinatie (een drugslaboratorium of hennepkwekerij in aanbouw), maar soms ook uit de uit een opsporingsonderzoek verkregen resultaten van tapgesprekken of observaties.
‘Grootschalige en/of bedrijfsmatige hennepteelt'
Artikel 11a van de Opiumwet stelt alleen de voorbereiding strafbaar van teelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf (als bedoeld in artikel 11, derde lid, van de Opiumwet) dan wel de voorbereiding van teelt van een grote hoeveelheid (als bedoeld in artikel 11, vijfde lid, van de Opiumwet). Bij de vaststelling van hetgeen wat beroeps- of bedrijfsmatige teelt is, spelen de volgende factoren, terug te vinden in het Aanwijzing Opiumwet, een rol:
De schaalgrootte van de teelt: de hoeveelheid aan planten. Bij een hoeveelheid van 5 planten of minder wordt in beginsel aangenomen dat er geen sprake is van beroeps- of bedrijfsmatig handelen. Deze situatie wordt gelijk behandeld als de situatie waarin wordt geconstateerd dat sprake is van een geringe hoeveelheid bestemd voor eigen gebruik;
De wetgever heeft ervan afgezien het begrip ‘woning’ te definiëren. De burgemeester verstaat in het kader van de bestuurlijke handhaving van de Opiumwet onder een ‘woning’: een pand dat (of ruimte die) in de aangetroffen staat voor bewoning wordt gebruikt (woongenot) Of een woning in de aangetroffen staat wordt gebruikt als woonruimte en er dan ook sprake is van het hebben van woongenot, blijkt uit de feitelijke constatering ter plaatse, zoals dat veelal wordt verwoord in het rapport van bevindingen dan wel bestuurlijke rapportage van de politie.
Indien er geen sprake is van een ‘woning’, wordt het pand/de ruimte beschouwd als ‘lokaal’ in de zin van dit beleid.
Ook vallen de voor publiek toegankelijke lokalen en bijbehorende erven (zoals winkels en horecabedrijven) en de niet voor publiek toegankelijke lokalen en bijbehorende erven (zoals loodsen, magazijnen en andere bedrijfsruimten) in deze categorie.
Doordat de sluiting van woningen zwaarder ingrijpt op de persoonlijke levenssfeer van betrokkene(n) dan de sluiting van lokalen wordt onderscheid gemaakt tussen woningen en lokalen. De essentie ligt daarin dat er in bewoonde woningen sprake is van het hebben van een woongenot en de daaraan sterk gerelateerde persoonlijke levenssfeer.
De onderstaande bestuurlijke maatregelen kunnen, na een afweging van alle betrokken belangen, worden genomen bij constatering van drugshandel in woningen. Daarbij geldt voor de constatering van overtredingen een recidivetermijn van 5 jaar.
- Softdrugs in woningen en/of bijbehorende erven
Indien in woningen en/of bij woningen behorende erven drugshandel plaatsvindt ten aanzien van een middel als bedoeld in lijst II (softdrugs) met een handelshoeveelheid van > 30 gram of > 5 planten/stekjes/plantenresten kunnen de volgende bestuursrechtelijke maatregelen worden getroffen:
Indien in woningen en/of bij woningen behorende erven voorbereidingshandelingen plaatsvinden ten aanzien van (een) voorwerp(en) en/of (een) stof(fen) als bedoeld in artikel 11a van de Opiumwet kunnen de volgende bestuursrechtelijke maatregelen worden getroffen:
- Harddrugs in woningen en/of bijbehorende erven
Indien in woningen en/of bij woningen behorende erven drugshandel plaatsvindt ten aanzien van een middel als bedoeld in lijst I (harddrugs) met een handelshoeveelheid van > 0,5 gram kunnen de volgende bestuursrechtelijke maatregelen worden getroffen:
In een woning (+ bijbehorende erven) wordt harddrugs geconstateerd met een handelshoeveelheid van > 0,5 gram[1]. |
1ste constatering: waarschuwing tenzij omstandigheden tot last onder dwangsom of 3 maanden sluiting dwingen |
Indien in woningen en/of bij woningen behorende erven (een) voorwerp(en) en/of stof(fen) als bedoeld in artikel 10a, eerste lid, onder 3°, van de Opiumwet voorhanden is/zijn kunnen de volgende bestuursrechtelijke maatregelen worden getroffen:
[1] Hierbij wordt het volgende onderscheid gemaakt: 0,5 gram harddrugs (bijv. cocaïne/amfetamine), 1 pil/tablet (bijv. XTC), 1 bolletje, 1 wikkel en 5 ml (bijv. 1 ampul/buisje/consumptie-eenheid GHB). Dit op basis van de Aanwijzing Opiumwet.
Drugshandel /voorbereidingshandelingen in of bij lokalen vormt een ernstige aantasting van de openbare orde, veiligheid en volksgezondheid. Daarbij legt het een zware druk op de omgeving. Zeker in woongebieden wordt de aanwezigheid daarvan als zeer belastend ervaren. Dit vormt een bedreiging voor de sociale veiligheid in de buurt en het leidt vaak tot verloedering van het straatbeeld.
Lokalen en daarbij behorende erven kunnen gesloten in de onderstaande gevallen. Daarbij geldt voor de constatering van overtredingen een recidivetermijn van 5 jaar.
- Softdrugs in lokalen en bijbehorende erven
Indien in lokalen en/of daarbij behorende erven drugshandel plaatsvindt ten aanzien van een middel als bedoeld in lijst II (softdrugs) met een handelshoeveelheid van > 30 gram of > 5 planten/stekjes/ plantenresten kunnen de volgende bestuursrechtelijke maatregelen worden getroffen:
Indien in lokalen en/of daarbij behorende erven (een) voorwerp(en) en/of stof(fen) als bedoeld in artikel 11a van de Opiumwet voorhanden is/zijn kunnen de volgende bestuursrechtelijke maatregelen worden getroffen:
- Harddrugs in lokalen en/of bijbehorende erven
Indien in lokalen en/of daarbij behorende erven drugshandel plaatsvindt ten aanzien van een middel als bedoeld in lijst I (harddrugs) met een handelshoeveelheid van > 0,5 gram kunnen de volgende bestuursrechtelijke maatregelen worden getroffen:
Indien in lokalen en/of daarbij behorende erven (een) voorwerp(en) en/of stof(fen) als bedoeld in artikel 10a, eerste lid, onder 3°, van de Opiumwet voorhanden is/zijn kunnen de volgende bestuursrechtelijke maatregelen worden getroffen:
Bij cumulatie van overtredingen en op te leggen maatregelen is de zwaarst gestelde maatregel van toepassing of kan worden afgeweken van het beleid (zie hieronder).
De bestuurlijke maatregelen zijn in dit beleid weergegeven. In beginsel wordt er overeenkomstig dit beleid besloten. Er kunnen zich echter feiten en omstandigheden voordoen die dermate ernstig zijn of verzachtend zijn dat van dit beleid afgeweken kan worden. Bij verzwarende omstandigheden kan bijvoorbeeld een stap in de sanctiestrategie worden overgeslagen of voor een langere periode worden gesloten. Van belang is dat er te allen tijde per situatie beoordeeld wordt of de burgemeester in redelijkheid gebruik kan maken van zijn bevoegdheid om sluiting van een woning of lokaal of dat andere sanctiemaatregelen genomen dienen te worden. De burgemeester dient alle omstandigheden van de situatie te betrekken in deze evenredigheidstoets. Er dient een afweging gemaakt te worden van alle belangen, zowel het individueel belang als het maatschappelijk belang.
Beoordeeld moet worden of er sprake is van bijzondere omstandigheden die maken dat het handelen overeenkomstig het beleid gevolgen heeft die onevenredig zijn tot de met het beleid te dienen doelen.
De burgemeester is verplicht om een besluit tot sluiting, dat is gegrond op artikel 13b Opiumwet, zo spoedig mogelijk in te schrijven in de openbare registers als bedoeld in artikel 16 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek (Kadaster).
Deze beleidsregel wordt aangehaald als ‘Damoclesbeleid 2022 gemeente Bergeijk (Handhavingsbeleid op artikel 13b Opiumwet)’.
Dit beleid treedt in werking op de dag na bekendmaking.
Damoclesbeleid gemeente Bergeijk (Handhavingsbeleid op artikel 13b Opiumwet), vastgesteld op 5 november 2019, wordt ingetrokken op de dag na bekendmaking van dit beleid.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2022-436196.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.