Handhavingsbeleid opkoop- en verkoopregister Albrandswaard

De burgemeester van de gemeente Albrandswaard;

 

Besluit vast te stellen: de beleidsregel Handhavingsbeleid opkoop- en verkoopregister Albrandswaard.

 

1. Inleiding

Delicten zoals woninginbraken, diefstal en straatroof kunnen voor veel inwoners vervelende gevolgen hebben. De privacy wordt geschonden, het veiligheidsgevoel wordt aangetast en mensen missen kostbare en dierbare spullen. Dit soort delicten vallen dan ook onder de High Impact Crimes (HIC). Het terugdringen hiervan heeft dan ook hoge prioriteit bij de politie, het Openbaar Ministerie en de gemeente.

 

Vaak worden de goederen die buit gemaakt zijn bij bovengenoemde delicten doorverkocht. Het opkopen van gestolen goederen is echter strafbaar. Dit wordt heling genoemd. Opkopers van gestolen goederen kunnen dus strafrechtelijk worden vervolgd.

 

Het doel van het tegengaan van heling is de afzetmarkt voor gestolen goederen verstoren, de pakkans van woninginbrekers, dieven en helers te vergroten en gestolen goederen zoveel mogelijk op te sporen en terug te bezorgen bij de rechtmatige eigenaar. In dit kader is voor handelaren het bijhouden van een in- en verkoopregister middels het Digitaal Opkopers Register (DOR) verplicht gesteld. Onjuist toepassen van de meld- en registratieplicht is ook strafbaar. In deze beleidsregel is aangegeven op welke wijze van de bevoegdheid tot handhaving van de verplichtingen gebruik wordt gemaakt.

 

2. Wettelijk kader1

De wet- en regelgeving van rijk en gemeente schrijft handelaren bepaalde verplichtingen voor bij de uitoefening van hun beroep.

 

Wat de handel in gebruikte goederen betreft, beperkt het Wetboek van Strafrecht (Sr) zich in Titel II (Overtredingen betreffende de openbare orde) voornamelijk tot feiten die samenhangen met de inkoop van goederen. De Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Albrandswaard (APV) richt zich in artikel 2:67 in aanvulling hierop op de verkoop van goederen. In artikel 2:68 APV zijn enkele voorschriften opgenomen die handelaren in acht moeten nemen bij vestiging, in de uitoefening en bij beëindiging van hun bedrijf.

 

Deze combinatie van voorschriften is bedoeld om de handelaar een actieve rol te laten vervullen in het voorkomen van handel in gestolen goederen, alsmede door de registratieverplichtingen opsporingsonderzoeken van de politie naar deze goederen en het teruggeven ervan aan de rechtmatige eigenaar te faciliteren.

 

Registratie van handelaren

Handelaren zijn wettelijk verplicht zich bij de gemeente te melden wanneer zij in Albrandswaard hun beroep willen uitoefenen (of beëindigen). Zij kunnen de website van de gemeente raadplegen om zich te registeren en melding te maken van feiten zoals beschreven in artikel 2:68 lid a van de APV. Handelaren moeten het door de burgemeester voorgeschreven register bijhouden volgens de daarvoor geldende voorschriften. Deze plicht geldt niet alleen indien hij goederen opkoopt (geregeld in het Wetboek van Strafrecht), maar ook bij verkoop (geregeld in de APV).

 

Digitaal Opkopers Register

In het belang van de aanpak van heling van goederen is het gewenst dat handelaren in gebruikte en ongeregelde goederen kunnen worden gecontroleerd. Om deze controle mogelijk te maken zijn handelaren verplicht een doorlopend inkoopregister en verkoopregister bij te houden, waarin zij aantekening moeten houden van alle gebruikte of ongeregelde goederen die worden verworven, die voorhanden zijn, die worden verkocht of op andere wijze worden overgedragen. Het inkoopregister is verplicht op grond van artikel 437, eerste lid sub a van het Wetboek van Strafrecht en artikel 2, lid 2 van het Uitvoeringsbesluit ex artikel 437, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht. Het verkoopregister is verplicht op grond van artikel 2:67 lid 1 van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Albrandswaard (APV).

 

Omwille van een zo efficiënt en effectief mogelijk gebruik van het in- en verkoopregister is door de politie een digitale versie van deze registers ontworpen, het Digitaal Opkopers Register (DOR). Het DOR kan worden gekoppeld aan een landelijk systeem waarin gestolen goederen worden geregistreerd, zodat bij registratie van een gestolen goed door een handelaar het systeem hiervan een melding maakt.

 

Gestolen goederen kunnen daardoor snel worden getraceerd en heling kan op een effectieve wijze kan worden tegengegaan. Het DOR is tevens gekoppeld aan het Digitaal Opkopers Loket (DOL). Handelaren zijn al sinds lange tijd verplicht zich bij de gemeente te melden wanneer zij in Albrandswaard hun beroep willen uitoefenen (of beëindigen). Via het DOL kan een handelaar zich eenvoudig online bij de gemeente als opkoper

aanmelden. De burgemeester dient het DOR aan te wijzen als register zoals bedoeld in artikel 2:67 lid 1 APV (verkoopregister) en in artikel 2, lid 2 van het Uitvoeringsbesluit ex artikel 437, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht (inkoopregister), zodat handelaren daarin aantekening moeten houden van gebruikte en ongeregelde goederen.

 

In artikel 437ter Sr is de strafbaarstelling bij overtreding van de in de APV opgenomen bepalingen geregeld.

 

Daarnaast is in de artikelen 416, 417 en 417 bis Sr de strafbaarstelling van opzetheling en schuldheling gereguleerd. Deze zijn feiten zijn in het Wetboek van Strafrecht als misdrijven aangemerkt.

 

3. Handhavingsbevoegdheden burgemeester

De burgemeester is verantwoordelijk voor de openbare orde en veiligheid in de gemeente. Deze verantwoordelijkheid en de daarbij horende bevoegdheden zijn vastgelegd in de Gemeentewet.

 

De burgemeester beschikt over een scala aan bestuurlijke middelen om de openbare orde en veiligheid te beschermen, zoals bijvoorbeeld genoemd in hoofdstuk XI van de Gemeentewet. Op grond van artikel 125, lid 3 Gemeentewet is hij bevoegd tot oplegging van een last onder bestuursdwang. Artikel 174 Gemeentewet belast de burgemeester met het toezicht op de voor het publiek openstaande gebouwen en daarbij behorende erven. Hieronder valt bijvoorbeeld de bevoegdheid een bevel tot sluiting te geven bij overtreding van de artikelen 2:67 en 2:68 APV. In het handhavingsarrangement is opgenomen hoe de burgemeester in principe optreedt bij geconstateerde overtredingen.

 

Tweesporenbeleid

Het kan zijn dat een constatering of overtreding maakt dat zowel op basis van strafrecht als op basis van bestuursrecht een sanctie of maatregel wordt getroffen. Strafrecht is punitief: op een overtreding van een wetsartikel volgt als straf een sanctie. Een bestuursrechtelijke maatregel die de burgemeester treft is meestal een reparatoire maatregel welke als doel heeft de aangetaste openbare orde en veiligheid te herstellen, dan wel te voorkomen dat deze (verder) wordt verstoord. Bestuursrecht en strafrecht kunnen dus naast elkaar worden toegepast. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren bij de constatering van heling. Wanneer sprake is van heling of dat heling aannemelijk is op basis van constateringen van de toezichthouder2, dan kan de burgemeester besluiten dat er sprake is van een aantasting van de openbare orde en een maatregel treffen. De overtreding kan daarnaast in een strafrechtelijke procedure leiden tot een strafrechtelijke sanctie.

 

Zorgvuldigheid

Voorafgaand aan een besluit van de burgemeester tot het nemen van een eventuele maatregel worden de handelaar en overige belanghebbenden uitgenodigd voor een zienswijzegesprek of tot inleveren van een schriftelijke zienswijze. Uiterlijk twee weken voor aanvang van het zienswijzegesprek ontvangt de handelaar een schriftelijke uitnodiging. Tijdens het zienswijzegesprek wordt de handelaar in de gelegenheid gesteld zijn of haar zienswijze te geven over het voorliggende dossier. De handelaar kan zich laten vertegenwoordigen door een gemachtigde. Na dit zienswijzegesprek worden alle feiten en omstandigheden afgewogen ten opzichte van de wet- en regelgeving en het bestuurlijke handhavingsarrangement. Vervolgens neemt de burgemeester een beslissing. Het besluit wordt bekend gemaakt aan de handelaar, de handhavingspartners en eventuele andere belanghebbenden, zoals de pandeigenaar. Indien de handelaar of een andere belanghebbende zich niet kan verenigen met het besluit van de burgemeester dan kan hiertegen bezwaar worden gemaakt.

 

Afwijkingsbevoegdheid

De burgemeester heeft bij zijn besluitvorming over een te treffen maatregel een inherente afwijkingsbevoegdheid. De stappen in het handhavingsarrangement gelden daarbij als uitgangspunt. Als de feiten en omstandigheden hiertoe aanleiding geven dan kan de burgemeester afwijken van deze uitgangspunten. Zo kan bijvoorbeeld worden besloten om een stap over te slaan en meteen een maatregel te treffen en niet eerst te waarschuwen, terwijl dit wel in het arrangement als stap is opgenomen.

 

In aanvulling op het handhavingsarrangement is aangegeven welke feiten en omstandigheden (niet limitatief) aanleiding kunnen zijn om tot verzwaring over te gaan.

 

4. Handhavingsarrangement

Dit 'handhavingsarrangement' houdt in dat zowel het strafrecht als het bestuursrecht worden ingezet, met als doel een verbeterde naleving van de geldende wet- en regelgeving door handelaren. Hiermee kunnen de afzetmogelijkheden voor goederen die afkomstig zijn van een misdrijf, worden verkleind, met als beoogd effect een vermindering van eerder genoemde High Impact Crimes. Het uiteindelijke doel is dan ook om hiermee de openbare orde en het woon- en leefklimaat voor alle inwoners van Albrandswaard te beschermen.

 

Het handhavingsarrangement voorziet in:

  • duidelijkheid voor handelaren ten aanzien van maatregelen die kunnen worden genomen bij het niet naleven van de wet- en regelgeving.

  • maatregelen die aansluiten op de werkingssfeer van de bevoegdheden van de burgemeester ter bescherming van de openbare orde en veiligheid en het woon- en leefklimaat en de beschreven wet- en regelgeving ter voorkoming van heling.

  • systematisch opgebouwde maatregelen die rekening houden met de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit en aansluiting vinden bij ander bestuurlijk handhavingsbeleid.

Tabel Handhavingsarrangement heling

Overtreding

eerste constatering

tweede constatering

derde constatering

Niet of onvoldoende kenbaar maken van de uitoefening van het beroep van handelaar (artikel 2:68 sub a. en d. APV)

Waarschuwing

waarschuwing

sluiting 2 weken

Verwerven van een goed van een minderjarige (artikel 437bis Sr)

Waarschuwing

waarschuwing

sluiting 4 weken

Niet of onvoldoende medewerking verlenen aan toezicht en controle op aanwezige en/of verhandelde goederen (artikel 2:68 sub b., c. en e. APV)

Waarschuwing

sluiting 2 weken

sluiting 4 weken

Niet of onvoldoende registreren van de in- en verkoop van goederen (artikel 2, lid 2 Uitvoeringsbesluit ex artikel 437 lid 1 Sr en artikel 2:67, lid 1 APV)

Waarschuwing

sluiting 2 weken

sluiting 4 weken

Heling (art. 416-417bis Sr)

sluiting 4 weken

sluiting 3 maanden

sluiting 6 maanden

 

Toelichting op de Handhavingsmatrix

Wanneer de politie (of anderszins bevoegd toezichthouder) constateert dat de handelaar één of meerdere overtredingen uit het handhavingsarrangement begaat, kan dit leiden tot een sluiting van het pand. Met deze sluiting wordt getracht de aanzuigende werking van het pand op het inleveren van gestolen goederen te doen stoppen, dan wel in de toekomst te voorkomen. Hiermee wordt de keten van het plegen van een misdrijf, het (door)verkopen van de buitgemaakte goederen en daarmee de 'stimulans' tot het plegen van dergelijke misdrijven doorbroken. De ondernemer krijgt tijdens de sluiting tevens de gelegenheid zich te beraden op zijn bedrijfsvoering en maatregelen te nemen om herhaling te voorkomen. Het verband tussen de naleving van de wet- en regelgeving en het beschermen van de openbare orde komt daarmee in het handhavingsarrangement tot uiting.

 

Naast overtredingen van de APV is ook een aantal overtredingen van het Wetboek van Strafrecht in het arrangement opgenomen die eenzelfde effect hebben op het faciliteren van dergelijke misdrijven. Deze overtredingen worden hieronder nader toegelicht.

 

Het verwerven van een goed van een minderjarige

Ook minderjarigen (<18 jaar) maken zich schuldig aan misdrijven waarbij goederen worden buitgemaakt en/of verworven. Om voor deze groep barrières op te werpen tegen het plegen van High Impact Crimes, de afzetmarkt voor de buitgemaakte goederen te verkleinen en daarmee succesbeleving met het plegen van misdrijven een halt toe te roepen is het inkopen van goederen van minderjarigen wettelijk niet toegestaan en tevens opgenomen in het arrangement.

 

Niet goed bijhouden opkoopregister (waaronder identificatieplicht)

Een belangrijke voorzorgsmaatregel die een handelaar kan nemen ter voorkoming van handel in gestolen goederen is het op juiste wijze registeren van goederen die de handelaar verkrijgt en verkoopt. Dit begint met de registratie in het inkoopregister bij het verkrijgen van het goed. Het op juiste wijze registreren maakt dat de aangeboden goederen en de personen die deze goederen aanbieden traceerbaar zijn voor de politie. Hiermee draagt de handelaar bij aan het opsporingsonderzoek van de politie, werpt de handelaar een barrière op voor (potentiële) delictplegers en draagt de handelaar daarmee in zijn algemeenheid bij aan de aanpak van High Impact Crimes.

 

Heling

De overtredingen van de APV die in de Handhavingsmatrix zijn opgenomen, zijn als zodanig niet als heling aan te merken. Maar ze kunnen wel een aanwijzing zijn dat sprake is van heling of het faciliteren van het verhandelen van goederen die door een misdrijf zijn verkregen.

 

Wanneer daadwerkelijk sprake is van heling, of wanneer het aannemelijk is dat de handelaar zich hieraan schuldig maakt, is sprake van een (vermoedelijk) misdrijf. De ernst hiervan komt in dit Handhavingsarrangement tot uitdrukking door als bestuursrechtelijke sanctie op te nemen dat reeds bij eerste constatering tot sluiting van het pand wordt overgegaan.

 

Geldigheidstermijn overtreding

Voor het handhavingsarrangement geldt dat een volgende stap wordt gezet in het arrangement wanneer binnen twee jaren na een vorige constatering en/of overtreding (hierna: overtreding) opnieuw een overtreding plaatsvindt. Een overtreding blijft vijf jaar meetellen. Vindt een overtreding binnen vijf jaar na de vorige overtreding plaats, maar is de vorige keer langer dan twee jaren geleden, dan wordt de handhavingsstap herhaald.

 

Belangenafweging en verzwarende omstandigheden

De burgemeester weegt in zijn besluitvorming over het treffen van een bestuurlijke maatregel het belang van de ondernemer en overige belanghebbenden af tegen dat van de openbare orde. De openbare orde weegt daarbij zwaar. De openbare orde kan in bepaalde gevallen zijn aangetast zonder dat direct sprake is van een overtreding door de handelaar. Naast de naleving van de geldende wet- en regelgeving kijkt de burgemeester dus ook naar de invloed van de onderneming op haar omgeving. Een handelaar heeft in die zin een zogenaamde ‘risicoaansprakelijkheid’. Bijvoorbeeld wanneer de onderneming als (bekende) afzetmarkt dient voor gestolen goederen. Het soort, de hoeveelheid en/of de locatie van de aangetroffen gestolen goederen, net als de frequentie waarmee dit soort goederen wordt aangetroffen spelen hierin voor de mate van aantasting van de openbare orde een belangrijke rol.

 

Daarnaast wordt in de afweging ook meegenomen op welke wijze de inkoper aantoonbaar invulling geeft aan zijn ‘onderzoekplicht’ voorafgaande aan de inkoop van goederen. Oftewel welke voorzorgsmaatregelen neemt een handelaar om te voorkomen dat gestolen goederen worden ingekocht. Van de handelaar mag worden verwacht dat deze de handelsmarkt in de betreffende goederen goed kent.

 

Van een handelaar mag tevens worden verwacht dat deze zich bewust is van het feit dat de handel in ongeregelde en gebruikte goederen verantwoordelijkheden met zich mee brengt ten aanzien van het voorkomen van handel in gestolen goederen.

 

'Recidive' en andere verzwarende factoren

Voor het beantwoorden van de vraag of sprake is van ‘recidive’, worden alle typen overtredingen uit de Handhavingsmatrix meegenomen. Indien een handelaar bijvoorbeeld bij een eerdere controle niet heeft voldaan aan de registratieverplichting en later blijkt van een minderjarige goederen te hebben opgekocht, kan de burgemeester de eerdere constatering bij de toepassing van de handhavingsmatrix meetellen als voorgaande overtreding.

 

Bij het bepalen van de hoogte van de sanctie kunnen ook andere factoren een rol spelen. Als ‘verzwarend’ gelden onder andere (niet limitatief):

  • meerdere, al dan niet gelijktijdige, overtredingen uit de Handhavingsmatrix, ook indien daartegen niet eerder bestuurlijk is opgetreden;

  • de constatering van andere strafbare feiten die aan de handelaar of het pand zijn gerelateerd;

  • het voorhanden hebben van een goed afkomstig van een misdrijf;

  • omvang en eventuele gevolgen van de overtreding;

  • aanwijzingen of vermoedens van verwijtbaar gedrag van de handelaar of degenen die voor hem werken.

5. Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als Handhavingsbeleid opkoop- en verkoopregister Albrandswaard.

 

Dit besluit treedt in werking de dag na de bekendmaking op de wijze als bedoeld in artikel 3:42 van de Algemene wet bestuursrecht.

Aldus vastgesteld door de burgemeester van de gemeente Albrandswaard op 14 december 2021.

De burgemeester,

drs. Jolanda de Witte

Bijlage 1  

 

Wetboek van Strafrecht (relevante artikelen)

 

Tweede Boek. Misdrijven

 

Titel XXX. Begunstiging

 

Artikel 416

  • 1.

    Als schuldig aan opzetheling wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vijfde categorie:

     

    • a.

      hij die een goed verwerft, voorhanden heeft of overdraagt, dan wel een persoonlijk recht op of een zakelijk recht ten aanzien van een goed vestigt of overdraagt, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van het goed dan wel het vestigen van het recht wist dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;

    • b.

      hij die opzettelijk uit winstbejag een door misdrijf verkregen goed voorhanden heeft of overdraagt, dan wel een persoonlijk recht op of zakelijk recht ten aanzien van een door misdrijf verkregen goed overdraagt.

  • 2.

    Met dezelfde straf wordt gestraft hij die opzettelijk uit de opbrengst van enig door misdrijf verkregen goed voordeel trekt.

Artikel 417

Hij die van het plegen van opzetheling een gewoonte maakt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vijfde categorie.

 

Artikel 417bis

  • 1.

    Als schuldig aan schuldheling wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de vijfde categorie:

     

    • a.

      hij die een goed verwerft, voorhanden heeft of overdraagt, dan wel een persoonlijk recht op of zakelijk recht ten aanzien van een goed vestigt of overdraagt, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van het goed dan wel het vestigen van het recht redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;

    • b.

      hij die uit winstbejag een goed voorhanden heeft of overdraagt dan wel een persoonlijk recht op of zakelijk recht ten aanzien van een goed overdraagt, terwijl hij redelijkerwijs moet vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betreft.

  • 2.

    Met dezelfde straf wordt gestraft hij die uit de opbrengst van enig goed voordeel trekt, terwijl hij redelijkerwijs moet vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betreft.

Artikel 417ter

Bij veroordeling wegens een der in de artikelen 416-417bis omschreven misdrijven kan ontzetting van de in artikel 28, eerste lid, onder 1°, 2° en 4°, vermelde rechten worden uitgesproken en kan de schuldige worden ontzet van de uitoefening van het beroep waarin hij het misdrijf begaan heeft.

 

Derde Boek. Overtredingen

 

Titel II. Overtredingen betreffende de openbare orde

 

Artikel 437

  • 1.

    Met hechtenis van ten hoogste zes maanden of geldboete van de derde categorie wordt gestraft de bij algemene maatregel van bestuur aangewezen handelaar die in de uitoefening van zijn beroep of bedrijf:

     

    • a.

      niet met inachtneming van de bij algemene maatregel van bestuur te stellen regels aantekening houdt van alle gebruikte of ongeregelde goederen die hij heeft verworven dan wel voorhanden heeft,

    • b.

      een gebruikt of ongeregeld goed verwerft van iemand, zonder dat diegene zijn identificerende persoonsgegevens heeft opgegeven of zonder dat hij die gegevens in zijn administratie heeft aangetekend,

    • c.

      nalaat zijn administratie op eerste aanvraag ter inzage te geven aan een ambtenaar als bedoeld in artikel 552 van het Wetboek van Strafvordering,

    • d.

      nalaat een gebruikt of ongeregeld goed dat hij heeft verworven of voorhanden heeft, op eerste vordering van een ambtenaar als bedoeld in onderdeel c, ter bezichtiging af te staan en deze te laten zien waar dit goed in zijn administratie staat ingeschreven,

    • e.

      een goed dat bij hem door of vanwege de politie met een duidelijke schriftelijke omschrijving als door misdrijf aan de rechthebbende is onttrokken of als verloren is aangegeven, verwerft of voorhanden heeft,

    • f.

      aan een hem schriftelijk uitgereikt last van een ambtenaar, zoals bedoeld in onderdeel c, tot het gedurende een daarbij aangegeven tijd, veertien dagen niet te boven gaande, bewaren of in bewaring geven van een goed dat hij voorhanden heeft, of aan een hem bij die last gegeven aanwijzing, geen gevolg geeft, of

    • g.

      nalaat de van hem bij schriftelijke vordering van een ambtenaar, zoals bedoeld in onderdeel c, gevraagde opgaven betreffende door hem verworven of bij hem voorhanden zijnde goederen binnen de termijn, bij de vordering gesteld, naar waarheid te verschaffen.

  • 2.

    Met dezelfde straf wordt gestraft de voor de handelaar uit het eerste lid optredende persoon die een feit begaat als in dit lid onder a tot en met g omschreven;

  • 3.

    De schuldige kan worden ontzet van de uitoefening van het beroep waarin hij de overtreding begaat.

  • 4.

    Onder ongeregelde goederen worden verstaan goederen die wegens hun aard of uitvoering, hun herkomst of de staat waarin zij verkeren, niet tot de algemeen gangbare goederen kunnen worden gerekend.

Artikel 437bis

  • 1.

    Met hechtenis van ten hoogste zes maanden of geldboete van de derde categorie wordt gestraft de handelaar die op grond van artikel 437 bij algemene maatregel van bestuur is aangewezen en in de oefening van zijn beroep of bedrijf:

     

    • a.

      een goed van een minderjarige verwerft, of

    • b.

      een goed van iemand van wie hij weet of redelijkwijs moet vermoeden dat hij is opgenomen in een strafinrichting, rijksinrichting voor kinderbescherming of krankzinnigengesticht, verwerft.

  • 2.

    Met dezelfde straf wordt gestraft de voor de handelaar uit het eerste lid optredende persoon die een feit begaat als in dit lid onder a en b omschreven.

  • 3.

    De schuldige kan worden ontzet van de uitoefening van het beroep waarin hij de overtreding heeft begaan.

Artikel 437ter

  • 1.

    De handelaar aangewezen bij algemene maatregel van bestuur op grond van artikel 437, die een verordening door de raad van een gemeente ter bestrijding van heling uitgevaardigd en afgekondigd, overtreedt, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de derde categorie.

  • 2.

    Met dezelfde straf wordt gestraft hij die van opkopen een beroep of gewoonte maakt, zonder daarvan te voren de burgemeester of een door die burgemeester aangewezen ambtenaar schriftelijk in kennis te hebben gesteld.

Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Albrandswaard (relevante artikelen)

Artikel 2:67 Verplichtingen met betrekking tot het verkoopregister

  • 1.

    De handelaar is verplicht aantekening te houden van alle gebruikte of ongeregelde goederen die hij verkoopt of op andere wijze overdraagt, in een doorlopend en door de burgemeester gewaarmerkt register, en daarin onverwijld op te nemen:

    • a.

      het volgnummer van de aantekening met betrekking tot het goed;

    • b.

      de datum van verkoop of overdracht van het goed;

    • c.

      een omschrijving van het goed, voor zover van toepassing daaronder begrepen soort, merk en nummer van het goed;

    • d.

      de verkoopprijs of andere voorwaarden voor overdracht van het goed; en

    • e.

      de naam en het adres van degene die het goed heeft verkregen.

  • 2.

    De burgemeester kan vrijstelling verlenen van deze verplichtingen.

  • 3.

    Op de vrijstelling is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) van toepassing.

Artikel 2:68 Voorschriften als bedoeld in artikel 437 van het Wetboek van Strafrecht

De handelaar of een voor hem handelend persoon is verplicht:

 

  • a.

    de burgemeester binnen drie dagen schriftelijk in kennis te stellen:

    • a.

      dat hij het beroep van handelaar uitoefent met vermelding van zijn woonadres en het adres van de bij zijn onderneming behorende vestiging;

    • b.

      van een verandering van de onder 1 bedoelde adressen;

    • c.

      dat hij het beroep van handelaar niet langer uitoefent;

    • d.

      dat hij enig goed kan verkrijgen dat redelijkerwijs van een misdrijf afkomstig is of voor de rechthebbende verloren is gegaan.

  • b.

    de burgemeester op eerste aanvraag zijn administratie of register ter inzage te geven;

  • c.

    aan de hoofdingang van elke vestiging een kenteken te hebben waarop zijn naam en de aard van de onderneming duidelijk zichtbaar zijn;

  • d.

    een door opkoop verkregen goed gedurende de eerste 5 dagen in bewaring te houden in de staat waarin het goed verkregen is.

Bijlage 2  

 

Aangewezen toezichthouders/opsporingsambtenaren

 

Wetboek van Strafvordering

 

Artikel 552

De in artikel 141 bedoelde ambtenaren en de ambtenaren die krachtens artikel 142 zijn belast met de opsporing van de bij artikel 437, 437bis of 437ter van het Wetboek van Strafrecht strafbaar gestelde feiten, hebben toegang tot elke plaats waarvan redelijkerwijs kan worden vermoed dat zij wordt gebruikt door een handelaar als bedoeld in laatstgenoemde artikelen.

Artikel 90bis van het Wetboek van Strafrecht is van toepassing.

 

Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Albrandswaard

 

Artikel 6:2 Toezichthouders

  • 1.

    Met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens deze verordening bepaalde zijn belast de ambtenaren als genoemd in artikel 141, sub b Wetboek van Strafvordering.

  • 2.

    Het college dan wel de burgemeester kan daarnaast andere personen met dit toezicht belasten.

Naar boven