Lijst met aangewezen gevallen waarin participatie verplicht wordt gesteld

De raad van de gemeente Oisterwijk;

 

Gelezen het voorstel van het college d.d. 15 maart 2022.

 

Gelet op artikel 16.55 lid 7 Omgevingswet;

 

BESLUIT

 

Vast te stellen de hierna volgende regels:

Artikel 1 Begripsbepalingen

Agrarisch bedrijf: een bedrijf, gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren.

 

Antenne-installatie: installatie bestaande uit een antenne, een antennedrager, de bedrading en de al dan niet in een of meer techniekkasten opgenomen apparatuur, met de daarbij behorende bevestigingsconstructie.

 

Bedrijf: een onderneming gericht op het produceren, bewerken, herstellen, installeren of inzamelen van goederen, alsmede verhuur, opslag en distributie van goederen.

 

Huisvesting van arbeidsmigranten: het bedrijfsmatig verblijf en/of nachtverblijf (altijd voor meerdere nachten) aanbieden, waarbij de betreffende persoon het hoofdverblijf elders heeft, waarbij geen sprake is van continuïteit in de samenstelling ervan en onderlinge verbondenheid, ongeacht of arbeidsmigranten hetzelfde werk verrichten, dezelfde nationaliteit delen en gezamenlijk de huishouding doen.

 

Bijzondere woonvorm: een woonvorm die niet op één lijn te stellen is met een huishouden, omdat er geen sprake is van onderlinge verbondenheid en continuïteit in de samenstelling van de groep en omdat de bewoners zijn aangewezen op noodzakelijke en aanwezige permanente begeleiding en/of therapie ter plaatse of in de directe omgeving.

 

Bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.

 

Gebouw: elk bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

 

Huishouden: De bewoning door een persoon of meerdere personen in de vorm van een vast samenlevingsverband, niet zijnde kamerverhuur, huisvesting van arbeidsmigranten of een bijzondere woonvorm, van een woning.

 

Kamerverhuur: Het bedrijfsmatig (nacht)verblijf aanbieden, waarbij het kenmerk is dat de kamerhuurder ter plaatse het hoofdverblijf heeft.

 

Maatschappelijke voorzieningen: bibliotheek, gezondheidszorg, jeugdopvang, naschoolse opvang, onderwijs, openbare dienstverlening, praktijkruimte, religie, verenigingsleven, welzijnsinstelling, zorginstelling en daarmee vergelijkbare voorzieningen.

 

Recreatieverblijf: recreatiewoning, kampeermiddel of bouwwerk ten behoeve van recreatief nachtverblijf

 

(Verblijfs)recreatieve doeleinden: door de vorm van (vebrlijfs)recreatie is sprake van een permanent ruimtebeslag eventueel aangevuld met faciliteiten ten behoeve van dat recreatieve gebruik. Voorbeelden zijn recreatieterreinen, campings, zwemplassen en daarmee vergelijkbare voorzieningen.

 

Sportdoeleinden: sportterreinen, sporthallen en gebouwen ten behoeve van sportvoorzieningen, zoals een kantine.

 

Woning: Een gebouw of een gedeelte van een gebouw, dat dient voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.

Artikel 2 verplichte participatie in aangewezen gevallen

De in dit artikel genoemde situaties worden aangewezen als gevallen waarin participatie en overleg met derden verplicht is voordat een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit, waarvoor het college van burgemeester en wethouders bevoegd gezag is, kan worden ingediend:

 

No.

Categorie van gevallen

1. Wonen

1.1

Het bouwen van een of meer woningen.

1.2

De huisvesting van arbeidsmigranten.

1.3

Het realiseren van een bijzondere woonvorm. Hieronder moet worden verstaan een woonvorm die niet op één lijn te stellen is met een huishouden, omdat er geen sprake is van onderlinge verbondenheid en continuïteit in de samenstelling van de groep en omdat de bewoners zijn aangewezen op noodzakelijke en aanwezige permanente begeleiding en/of therapie ter plaatse of in de directe omgeving.

1.4

Het realiseren van kamerverhuur. Hieronder wordt verstaan het bedrijfsmatig (nacht)verblijf aanbieden, waarbij het kenmerk is dat de kamerhuurder ter plaatse hoofdverblijf heeft.

2. Agrarische bedrijven

2.1

Uitbreiding van de bestaande oppervlakte van dierenverblijven.

3. Bedrijvigheid, maatschappelijke voorzieningen en horeca, sport en recreatie

3.1

Het oprichten, veranderen of uitbreiden van bedrijvigheid in een zwaardere milieucategorie dan het omgevingsplan toestaat.

3.2

Het bouwen of uitbreiden van een gebouw voor maatschappelijke voorzieningen van/naar meer dan 2000 m2.

3.3

Een wijziging van gebruik van gronden en/of bouwwerken naar maatschappelijke voorzieningen, naar meer dan 2000 m2.

3.4

Wijziging van gebruik van gronden naar (verblijfs)recreatieve en sportdoeleinden naar meer dan 2000 m2.

3.5

Het realiseren van een horecagelegenheid behorende tot categorie 3 horeca als bedoeld in de staat van horeca activiteiten1.

3.6

Het veranderen van het soort recreatieverblijf indien het gaat om meer dan 10 recreatieverblijven.

3.7

In afwijking van het hierboven genoemde: locaties die betrekking hebben op Bedrijvigheid, maatschappelijke voorzieningen en horeca, sport en recreatie en zijn benoemd in het Kompas voor majeure projecten als onderdeel van het raadsakkoord gezamenlijk perspectief

5. Duurzaamheid

4.1

Het realiseren van een of meer windturbines of biomassacentrales.

4.2

Het realiseren van zonnevelden buiten een bouwvlak.

4.3

Overige vormen van grootschalige opwek van energie (groter dan 2 ha).

6. Overig

5.1

Het realiseren van een antenne-installatie hoger dan 40 m.

Artikel 3 Citeertitel

Deze regels worden aangehaald als ‘Lijst met aangewezen gevallen waarin participatie verplicht wordt gesteld’.

Artikel 4 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking gelijktijdig met de inwerkingtreding van de Omgevingswet.

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Oisterwijk op 21 april 2022

de griffier,

Daniëlle Robijns

de voorzitter,

Hans Janssen

Toelichting lijst verplichte participatie

Om te stimuleren dat een initiatiefnemer omwonenden vroegtijdig betrekt bij de plannen, zijn regels in de Omgevingswet opgenomen voor initiatiefnemers. De initiatiefnemer moet in de aanvraag voor een omgevingsvergunning aangeven of, en hoe, er overleg is geweest met belanghebbenden (artikel 7.4 Omgevingsregeling). Deze formulering zorgt er echter voor dat een initiatiefnemer ook kan aangeven dat er geen participatie is geweest. Als een initiatiefnemer dit aangeeft is dit geen grond om een omgevingsvergunning te weigeren.

 

De Omgevingswet maakt het voor de gemeenteraad mogelijk om gevallen aan te wijzen waarin participatie wél verplicht is, voordat een vraag om een omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit wordt ingediend (artikel 16.55 lid 7 Omgevingswet). Indien voor een bepaald plantype wordt bepaald dat participatie verplicht is, moet er participatie plaatsvinden. De raad kan echter geen harde eisen stellen aan de manier waarop die participatie plaatsvindt. Participatie is namelijk vormvrij. Het college moedigt initiatiefnemers aan om gebruik te maken van de handreiking omgevingsdialoog.

 

Uitgangspunten die ten grondslag liggen aan de inhoud van de lijst

De wetgever gaat uit van een eigen verantwoordelijkheid van initiatiefnemers. De wijze waarop participatie wordt ingericht is dan ook in beginsel aan een initiatiefnemer zelf. Verplichte participatie neemt een deel van deze vrijheid weg en impliceert ook een zekere verantwoordelijkheidsverschuiving. De raad is groot voorstander van participatie en stimuleert dit van harte. Het verplicht stellen van participatie blijft, gelet op de eigen verantwoordelijkheid van een initiatiefnemer, beperkt tot gevallen die daar echt om vragen.

 

Naar boven