Gemeenteblad van Delft
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Delft | Gemeenteblad 2022, 425778 | gemeenschappelijke regeling |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Delft | Gemeenteblad 2022, 425778 | gemeenschappelijke regeling |
Centrumgemeenteregeling Beschermd Wonen, Beschermd Thuis en Maatschappelijke Opvang DWO-regio (2022-2026)
De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Delft, Midden-Delfland, Pijnacker-Nootdorp, Westland,
De Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015) bepalingen bevat op grond waarvan ingezetenen van Nederland in aanmerking komen voor maatwerkvoorzieningen, waaronder Beschermd Wonen, Beschermd Thuis1 en Maatschappelijke Opvang, te verstrekken door het College van burgemeester en wethouders van de gemeente tot welke zij zich wenden;
Er naar verwachting een nieuw objectief verdeelmodel ingevoerd wordt per 2023. Dit objectieve verdeelmodel leidt tot een financiële verschuiving, waarbij de individuele gemeenten de rijksvergoedingen rechtstreeks gaan ontvangen voor nieuwe cliënten2 Beschermd Wonen/ Beschermd Thuis;
Medio 2020 gemeenten in VNG-verband met elkaar een Norm voor Opdrachtgeverschap Beschermd Wonen en Maatschappelijke Opvang hebben afgesproken waarmee zij zich verplichten om regionaal en bovenregionaal samen te werken om een voldoende gevarieerd en dekkend zorglandschap te ontwikkelen en te behouden;
De Norm voor Opdrachtgeverschap voorschrijft dat er nadere afspraken gemaakt worden over de toekomstige regionale samenwerking, met inbegrip van inspanningen en verplichtingen van de centrumgemeente en de regiogemeenten over de financiële samenwerking en de bekostiging van (boven)regionale voorzieningen;
Besluiten vast te stellen de ‘Centrumgemeenteregeling Samenwerking Beschermd Wonen, Beschermd Thuis en Maatschappelijke Opvang DWO-regio 2022-2026’.
In deze regeling en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
Beschermd Thuis: zelfstandig wonen in de wijk voor cliënten die een meer of minder intensieve begeleidingsbehoefte hebben. Zo nodig is snelle opschaling van zorg mogelijk. Met intensieve begeleiding en praktische ondersteuning worden cliënten met een Beschermd Thuis indicatie ondersteund om zoveel mogelijk zelf de regie te voeren over hun leven;
Regionaal budget beschermd wonen:
vanaf de start van het objectief verdeelmodel het totaalbudget voor beschermd wonen en beschermd thuis dat de samenwerkende gemeenten afspreken gezamenlijk in te leggen voor de regionale voorzieningen en regionale uitvoeringskosten. Dit wordt gevormd uit het afnemend rijksbudget dat de centrumgemeente ontvangt en lokale budgetten dat de lokale gemeenten ontvangen.
Artikel 2. Doel, taken, bevoegdheden en reikwijdte van de regeling
De regeling heeft tot doel om de regionale samenwerking tussen de centrumgemeente en de regiogemeenten en tussen de samenwerkende gemeenten onderling op het gebied van beschermd wonen, beschermd thuis en maatschappelijke opvang te beschrijven en vast te leggen. Dit ten behoeve van de gezamenlijke verantwoordelijkheid voor het bieden van continuïteit en kwaliteit van voorzieningen voor Beschermd Wonen, Beschermd Thuis en Maatschappelijke Opvang alsmede de in- en uitstroom bij deze voorzieningen, waarbij de samenwerkende gemeenten een gevarieerd zorglandschap in stand houden, passende zorg aan inwoners gespreid in de regio bieden en de rol van opdrachtgever naar zorgaanbieders vervullen.
De organisatie van de centrumgemeente voert namens de regiogemeenten de taken uit en oefent de bevoegdheden uit die noodzakelijk zijn om de in lid 1 beschreven gezamenlijke verantwoordelijkheid namens de regiogemeenten waar te maken voor zover de hiermee verband houdende en ten laste van de overige regiogemeenten komende kosten vallen binnen de daartoe van rijkswege beschikbaar gestelde budgetten.
De beleidsbepalende bevoegdheden blijven berusten bij de afzonderlijke raden en colleges van de samenwerkende gemeenten, ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft. De intentie van de samenwerkende gemeenten is om het beleid voor en in aansluiting op beschermd wonen, beschermd thuis en maatschappelijke opvang op elkaar af te stemmen, met in achtneming van artikel 3 lid 1.
Voor de uitvoering van de bevoegdheden verlenen de colleges respectievelijk de burgemeesters mandaat dan wel volmacht aan het college respectievelijk de burgemeester van de centrumgemeente. Dit met het recht om ondermandaat binnen de eigen organisatie te verlenen. De gemandateerde bevoegdheden zijn opgenomen als bijlage bij de DVO en worden na besluitvorming door de colleges door de regiogemeenten gepubliceerd.
Artikel 3. Beleidsvisie en centrale beleidsuitgangspunten
De samenwerkende gemeenten ontwikkelen regionaal beleid in de vorm van een Regiovisie waarin de visie, ambitie en inspanningen van de lokale gemeenten en de samenwerkende gemeenten gezamenlijk op het terrein van Beschermd Wonen, Beschermd Thuis en Maatschappelijke Opvang beschreven worden. Hierin beschrijven de colleges van de gemeenten hoe zij de transformatie willen versnellen/stimuleren zodat inwoners zo lang mogelijk en zo goed mogelijk thuis kunnen wonen dan wel zo kort als mogelijk in een vorm van Beschermd Wonen, Beschermd Thuis of Maatschappelijke Opvang hoeven te verblijven. De samenwerkende gemeenten zien dat als gezamenlijke opgave waaraan zij ook na de decentralisatie samen vorm blijven geven.
Op grond van artikel 1.2.1 van de Wmo 2015 zijn voorzieningen voor Beschermd Wonen en Maatschappelijke Opvang landelijk toegankelijk. De centrumgemeenten maken hierover op landelijk niveau nadere afspraken met elkaar. Regiogemeenten hebben zich eveneens gecommitteerd aan de afspraken over landelijke toegankelijkheid. De meest recente afspraken zijn te vinden op www.vng.nl.
De medewerkers die belast zijn met de uitvoering van de taken op het gebied van Beschermd Wonen en Maatschappelijke Opvang zijn in dienst van en zijn werkzaam onder verantwoordelijkheid van het college van de centrumgemeente. De medewerkers die belast zijn met de uitvoering van de taken op het gebied van Beschermd Thuis zijn in dienst van en zijn werkzaam onder verantwoordelijkheid van het college waar de toegang tot deze maatwerkvoorziening ligt; dat is in de periode 2022 en 2023 bij de centrumgemeente.
Artikel 6. Communicatie en afstemming
De regiogemeenten hechten waarde aan een zorgvuldige afstemming en communicatie over de samenwerking gedurende de werking van deze gemeenschappelijke regeling. Daartoe dienen de volgende afstemmingmomenten:
De portefeuillehouders Zorg agenderen tenminste eenmaal per jaar de voortgang van de uitvoering van de Regiovisie in het regionaal Bestuurlijk overleg DWO-regio. Dit overleg zal worden voorbereid door de centrumgemeente in afstemming met de beleidsadviseurs BW-MO van de regiogemeenten.
Op de agenda staan in ieder geval de volgende onderwerpen:
De samenwerkende gemeenten wijzen een medewerker binnen hun organisatie aan als beleidsadviseur BW-MO voor de samenwerking (zie hiervoor ook artikel 1.a). De regionale adviseur van de centrumgemeente is het vaste aanspreekpunt voor de beleidsadviseurs van de regiogemeenten om inhoudelijke vragen of ontwikkelingen te bespreken. De samenwerkende gemeenten wijzen tevens een vervanger aan.
Artikel 7. Bekostiging van Beschermd Wonen, Beschermd Thuis en Maatschappelijke Opvang en doordecentralisatie Beschermd Wonen/Beschermd Thuis
Op grond van de Wmo 2015 ontvangen alle gemeenten financiële middelen via het gemeentefonds waarmee zij preventieve, signalerende en ondersteunende taken ten behoeve van hun inwoners dienen te organiseren om een beroep op Beschermd Wonen, Beschermd Thuis of Maatschappelijke Opvang te voorkomen of de periode dat inwoners hierop aangewezen zijn zo kort mogelijk te houden.
De centrumgemeente Delft ontvangt daarnaast financiële middelen van het Rijk waarmee de voorzieningen voor Beschermd Wonen, Beschermd Thuis en Maatschappelijke Opvang in de DWO-regio bekostigd worden. Deze centrumgemeentemiddelen worden voor Beschermd Wonen, Beschermd Thuis afgebouwd vanaf de geplande start van de invoering van het nieuwe objectieve verdeelmodel op 1-1-2023. Voor Maatschappelijke Opvang blijft het centrumgemeentebudget voorlopig in stand.
Vanaf de start van de invoering van het nieuwe objectieve verdeelmodel beschermd wonen (naar verwachting 1-1-2023) wordt het regionale budget voor Beschermd Wonen en Beschermd Thuis gevormd door de middelen Beschermd Wonen die de centrumgemeente nog ontvangt van het Rijk; waar nodig aangevuld met middelen van de regiogemeenten zodra de afbouw van het regionale budget niet meer toereikend is voor de regionale voorzieningen Beschermd Wonen/Beschermd Thuis.
Vanaf de start van de invoering van het nieuwe objectieve verdeelmodel beschermd wonen (naar verwachting 1-1-2023) worden regiogemeenten lokaal verantwoordelijk voor de bekostiging van Beschermd Wonen en Beschermd Thuis en de investeringen in preventieve, signalerende en ondersteunende taken ten behoeve van hun inwoners, inclusief de beleidsmatige en overige uitvoeringskosten, uit de lokale budgetten die gemeenten vanaf 2023 rechtstreeks ontvangen van het rijk.
Artikel 8. Financiële afspraken over de regionale budgetten Beschermd Wonen, Beschermd Thuis en Maatschappelijke Opvang
De centrumgemeente zet de regionale budgetten beschermd wonen/beschermd thuis en maatschappelijke opvang in voor de taken zoals beschreven in de Dienstverleningsovereenkomst (DVO) behorende bij deze regeling. Hierbij zijn de beleidsafspraken in de Regiovisie Beschermd Thuis in de DWO-regio 2022-2026, het uitgangspunt. Hierbij zet de centrumgemeente een deel van de rijksbijdrage in voor uitvoeringskosten zoals ambtelijke capaciteit. Dit deel wordt jaarlijks besproken met de regiogemeenten bij het opstellen van de begroting.
De samenwerkende gemeenten hebben de intentie om de financiële uitgaven voor beschermd wonen, beschermd thuis en maatschappelijke opvang door de centrumgemeente in totaal niet boven de hoogte van de jaarlijkse regionale en lokale budgetten voor beschermd wonen, beschermd thuis en maatschappelijke opvang uit te laten komen.
Als er na het realiseren van de prestaties en het verrekenen van de uitvoeringskosten na afloop van een kalenderjaar nog een bedrag binnen één of beide regionale budgetten resteert dan wordt door de centrumgemeente:
Voor egalisatie de bestemmingsreserve beschermd wonen/beschermd thuis en maatschappelijke opvang opgehoogd tot een bedrag ter hoogte van het maximum percentage als bepaald overeenkomstig lid 6, van de totale rijksbijdragen beschermd wonen/ beschermd thuis en maatschappelijke opvang van de samenwerkende gemeenten over het afgesloten kalenderjaar;
Na een bedrag ter hoogte van het maximum percentage, als bepaald overeenkomstig lid 6, van de rijksbijdragen beschermd wonen/beschermd thuis en maatschappelijke opvang van de samenwerkende gemeenten over het afgesloten kalenderjaar in het volgende kalenderjaar ingezet voor innovatie, met als doel het bekostigingsproces te verbeteren, de kwaliteit van zorg en het toezicht hierop aan te scherpen, het aanbod beter aan te laten sluiten bij de behoeften van cliënten en de doorstroom van cliënten naar lichtere vormen van zorg te bevorderen. Een voorstel voor de inzet van deze middelen wordt door de beleidsadviseurs BW-MO in het regionaal ambtelijk overleg opgesteld en voorgelegd ter goedkeuring aan het regionaal bestuurlijk overleg.
De maximumpercentages genoemd in lid 5 onder a. en b. worden op voorstel van het bestuurlijk overleg DWO-regio vastgesteld door de colleges van de samenwerkende gemeenten. Als er na toepassing van stap a. en b. nog een bedrag over is, dan wordt dit op basis van een door het bestuurlijk overleg nader te bepalen verdeelsleutel verdeeld over de samenwerkende gemeenten.
Als er na het realiseren van de prestaties en het verrekenen van de uitvoeringskosten na afloop van een kalenderjaar een financieel tekort is, dan wordt dit tekort door de samenwerkende gemeenten gezamenlijk gedragen. Hierbij wordt de verdeling van kosten berekend door toepassing van dezelfde verdeelsleutel als benoemd in leden 5 en 6.
Artikel 9. Informatie en verantwoording
Indien een of meer leden van de colleges of de gemeenteraden van een deelnemende gemeente schriftelijk inlichtingen vraagt/vragen, waarvan het belang niet in strijd is met het openbaar belang, dan geeft het college van de centrumgemeente deze inlichtingen binnen zes weken aan het betreffende bestuursorgaan.
De centrumgemeente stelt jaarlijks in samenspraak met de lokale beleidsadviseurs BW-MO een jaarplan voor het regionale uitvoeringsplan op, inclusief een begroting met daarin de verwachte lasten en baten voor het komende kalenderjaar. Na goedkeuring door het Regionaal Bestuurlijk overleg wordt de begroting voorgelegd aan de gemeenteraden van de samenwerkende gemeenten voor de inzet van lokale budgetten en aan de gemeenteraad van de gemeente Delft voor de inzet van het regionale budget.
Artikel 11. Behandeling van bezwaren en klachten
De toegangsorganisatie die indicaties stelt is de gemeente of een door de gemeente gemandateerde organisatie. Cliënten kunnen in bezwaar gaan tegen het indicatiebesluit bij de toegangsorganisatie die het besluit genomen heeft. De gemeente waar de indicatie is afgegeven behandelt het bezwaar- of beroepschrift.
Artikel 12. Toetreding, uittreding, wijziging en opheffing
Een besluit tot opheffing van de regeling gaat vergezeld van een liquidatieplan vast te stellen door de raden van de samenwerkende gemeenten. Het liquidatieplan voorziet in de verplichting van de samenwerkende gemeenten tot deelneming in de financiële gevolgen van de opheffing, in de gevolgen voor het regionale personeel en in de gevolgen van het door de regiogemeenten wederom zelfstandig uitvoeren van de taken als vermeld in artikel 2 van deze regeling, alsmede in de gevolgen voor het archief.
Mocht een voor samenwerkende gemeenten bevredigende oplossing niet binnen drie maanden na aanvang van het in het tweede lid bedoelde overleg zijn gevonden, dan wordt voorafgaande aan het nemen van een besluit omtrent het geschil, het geschil ter advisering voorgelegd aan een door de betreffende gemeenten samengestelde geschillencommissie. Deze commissie bestaat uit evenveel personen als het aantal bij het geschil betrokken gemeenten plus één. Hierbij wijst elk van de betrokken gemeenten een commissielid aan en wijzen zij gezamenlijk het laatste commissielid aan.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2022-425778.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.