Subsidieregeling aanjaagsubsidie gemeente Reusel-De Mierden

Het college van burgemeester en wethouders van Reusel-De Mierden;

 

Gelet artikel 3 van op de Algemene subsidieverordening gemeente Reusel-De Mierden;

 

Overwegende dat bij het vaststellen van de ‘Subsidiebeleid gemeente Reusel-De Mierden 2017’ op 21

juni 2016 door de gemeenteraad besloten is vernieuwende projecten die bijdragen aan de maatschappelijke effecten te willen stimuleren.

 

besluit vast te stellen de Subsidieregeling aanjaagsubsidie gemeente Reusel-De Mierden:

 

 

 

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Adviescommissie subsidies: Een door het college ingestelde deskundige subsidiecommissie.

  • b.

    ASV: Algemene Subsidieverordening gemeente Reusel-De Mierden.

  • c.

    Maatschappelijke effecten: De in het vastgestelde subsidiebeleid gemeente Reusel-De Mierden

  • d.

    2017 vastgelegde maatschappelijke effecten.

    • Wij (jongeren) ontwikkelen en benutten onze capaciteiten;

    • Wij (jongeren) groeien op in een positieve, stabiele en veilige omgeving;

    • Wij zijn op weg naar een gezonde toekomst;

    • Wij zijn sociaal actief en maken deel uit van een sociaal netwerk;

    • Wij ondersteunen elkaar en er is waardering voor vrijwilligers en mantelzorgers;

    • Wij voelen ons thuis in en betrokken bij onze buurt en dorp;

    • Wij nemen verantwoordelijkheid voor ons eigen leven en zijn zelfredzaam zover als mogelijk is;

    • Wij doen mee in de maatschappij, ook als we beperkingen hebben;

    • Wij kunnen ons cultureel en sportief ontplooien.

  • e.

    Project: een incidentele activiteit die duidelijk gebonden is aan tijd en geld (niet zijnde een structurele activiteit), dan wel de opstartfase van een nieuwe structurele activiteit (tot een maximum van 4 jaar);

  • f.

    SMART: Specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdgebonden

  • g.

    Vernieuwend: een project is vernieuwend als de activiteit nog niet eerder in de dorpskern waarvoor

  • h.

    subsidie wordt aangevraagd is uitgevoerd.

 

Hoofdstuk 1 werkingssfeer van deze nadere regel

 

 

Artikel 1.1 Toepassing van de Algemene subsidieverordening

Naast deze nadere regel Subsidieregeling aanjaagsubsidie zijn eveneens van toepassing de bepalingen van de Algemene subsidieverordening (ASV).

 

Artikel 1.2. Toepassingsbereik

Het bepaalde in deze subsidieregeling is enkel van toepassing op de verstrekking van subsidies door

burgemeester en wethouders voor de in artikel 1.3 bedoelde activiteiten.

 

Artikel 1.3. Activiteiten

  • 1.

    Subsidie kan uitsluitend worden verstrekt voor projecten die zich richten op inwoners van gemeente Reusel-De Mierden.

  • 2.

    Subsidie kan uitsluitend worden verstrekt voor projecten op de volgende terreinen: WMO, welzijn, (gezondheids-)zorg, onderwijs, sport, cultuur en recreatie van inwoners uit de gemeente Reusel-De Mierden.

  • 3.

    Subsidie kan uitsluitend worden verstrekt voor projecten die onderbouwd en aantoonbaar een bijdrage te leveren aan de vastgestelde maatschappelijke effecten, welke benoemd zijn in het vastgestelde subsidiebeleid gemeente Reusel-De Mierden 2017.

 

Artikel 1.4 Doelmatigheid

  • 1.

    Subsidie kan uitsluitend worden verstrekt voor projecten met een realistische verhouding tussen de verwachte resultaten en de gevraagde gemeentelijke bijdrage.

  • 2.

    Uit de subsidieaanvraag wordt helder hoe de beoogde resultaten bereikt worden. Het resultaat is SMART omschreven.

  • 3.

    Bij de beoordeling van de subsidieaanvragen wordt getoetst in hoeverre zij voldoen aan de volgende criteria:

    • De mate van maatschappelijke meerwaarde, in hoeverre is er sprake van een duidelijke bijdrage aan de maatschappelijke effecten.

    • De mate van duurzaamheid van de beoogde resultaten, in hoeverre gaat het hier om langdurige effecten, hoe gaat het project na afloop van de gesubsidieerde periode door.

    • De mate van uitvoerbaarheid, in hoeverre zijn activiteiten uitvoerbaar, is de begroting uitvoerbaar en is de organisatie solide.

    • De mate van innovatie, in hoeverre is sprake van vernieuwing ten opzichte van het bestaande aanbod van activiteiten in de gemeente;

  • 4.

    Subsidie kan uitsluitend worden verstrekt voor projecten waarbij de deelnemers (waar mogelijk) een reële eigen bijdrage voor de activiteiten betalen. In de subsidieaanvraag wordt helder welke bijdrage van de beoogde doelgroep wordt gevraagd in financiële dan wel in personele zin.

  • 5.

    De (eventuele) inzet van professionals is kwalitatief en kwantitatief in verhouding tot de te organiseren activiteiten en wordt ingezet tegen een realistische kostprijs.

  • 6.

    Subsidie wordt enkel toegekend aan activiteiten met een realistische begroting.

  • 7.

    Subsidie wordt enkel toegekend aan activiteiten die ondanks het verwerven van de mogelijke andere financieringsbronnen geen sluitende begroting hebben.

 

Artikel 1.5 Algemeen

  • 1.

    Alleen vernieuwende projecten komen voor ondersteuning in de vorm van een aanjaagsubsidie in aanmerking.

  • 2.

    In aanvulling op de ASV, artikel 9, kan het college een aanvraag voor subsidie weigeren als er sprake is van:

  • Jubilea, vieringen, buurtbarbecues, buurtfeesten en vergelijkbare activiteiten van deze aard;

  • Kosten voor de werving van andere inkomsten (bijvoorbeeld voor een loterij);

  • Kosten voor consumpties en traktaties, catering of soortgelijk;

  • De activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd niet plaatsvinden in het desbetreffende tijdvak dat op dat moment wordt behandeld.

 

Artikel 1.6 Beschikbare budgetten

  • 1.

    Het beschikbare budget voor de aanjaagsubsidie is het door burgemeester en wethouders vastgesteld subsidieplafond.

  • 2.

    het subsidieplafond wordt, voorafgaand aan het kalenderjaar waarvoor subsidieaanvragen gelden, bekendgemaakt.

  • 3.

    ten behoeve van een evenwichtige verdeling over het jaar van de aanjaagsubsidies wordt dit budget verdeeld over twee tijdvakken:

    • a.

      Tijdvak I, januari t/m juni 50%

    • b.

      Tijdvak II, juli t/m december 50%

  • 4.

    Budget dat in tijdvak I niet wordt besteed, wordt toegevoegd aan tijdvak II.

 

Hoofdstuk 2 Het aanvragen en verlenen van subsidie

 

 

Artikel 2.1 Tot subsidie gerechtigde partijen

  • 1.

    Natuurlijke personen zijn volgens Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, te onderscheiden van rechtspersonen. Natuurlijke personen kunnen slechts een aanvraag tot €2.500 voor een subsidie in het kader van deze nadere regel indienen. Voor rechtspersonen geldt dit maximum bedrag niet.

  • 2.

    Bedrijven of organisaties en instellingen met een winstoogmerk kunnen in het kader van deze nadere regel niet optreden als aanvragende partij.

 

Artikel 2.2 Aanvragen

  • 1.

    Aanvragen dienen schriftelijk uiterlijk acht weken voor de ingangsdatum van het betreffende tijdvak ingediend te worden.

  • 2.

    Aanvragen die na die datum worden ingediend, worden automatisch meegenomen naar het volgende tijdvak.

  • 3.

    Aanvragen voor een aanjaagsubsidie worden ingediend door middel van het bijbehorende aanvraagformulier.

  • 4.

    Bij het aanvraagformulier worden, in afwijking van de ASV, de volgende documenten als bijlagen toegevoegd:

    • a.

      een beschrijving van de activiteiten waarvoor de subsidie wordt aangevraagd;

    • b.

      de doelen en resultaten welke met die activiteiten worden nagestreefd, en hoe de activiteiten daaraan bijdragen;

    • c.

      een begroting van en een dekkingsplan voor de kosten van deze activiteiten. Het dekkingsplan bevat een opgave van bij anderen aangevraagde subsidies of vergoedingen ten behoeve van dezelfde activiteiten, onder vermelding van de stand van zaken daarvan;

 

Hoofdstuk 3 Subsidieverlening en subsidievaststelling

 

 

Artikel 3.1 Het beoordelen van een subsidie

  • 1.

    De adviescommissie subsidies beoordeelt of een aanvraag voor een project voldoet aan de criteria en voorwaarden zoals gesteld in deze nadere regel in artikel 1.2, 1.3 en 1.4.

  • 2.

    Projecten die voldoen aan de vereisten in deze regeling, worden door de commissie onderling gerangschikt op basis van de criteria genoemd in artikel 1.4 lid 3.

  • 3.

    De adviescommissie subsidies adviseert het college, op basis van haar beoordeling en rangschikking, gemotiveerd om een subsidie aanvraag geheel of gedeeltelijk toe te kennen, of af te wijzen.

  • 4.

    Het college kan alleen gemotiveerd afwijken van het advies van de commissie.

  • 5.

    Het college stelt een instellingsbesluit Adviescommissie subsidie vast waarin regels ten aanzien van de samenstelling en werkwijze van de commissie zijn opgenomen.

 

Artikel 3.2 Vaststelling van de subsidie

  • 1.

    Subsidies tot en met € 10.000 worden door burgemeester en wethouders direct vastgesteld of verleend en – tenzij toepassing wordt gegeven aan het volgende lid – binnen tien weken nadat de activiteiten uiterlijk moeten zijn verricht, ambtshalve vastgesteld.

  • 2.

    Bij een ambtshalve vaststelling als bedoeld in het vorige lid kan de aanvrager worden verplicht om op de daarbij aangegeven wijze aan te tonen dat de activiteiten waarvoor de subsidie wordt verstrekt, zijn verricht en dat is voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen. In dat geval vindt de vaststelling plaats binnen twaalf weken nadat de gevraagde inlichtingen zijn verstrekt.

  • 3.

    In het geval van ambtshalve vaststelling als bedoeld in lid 2 adviseert de commissie op basis van de verstrekte inlichtingen het college of is voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen.

  • 4.

    In geval van verlening van een subsidie van ten hoogste € 10.000 wordt meteen een voorschot verstrekt ter hoogte van de verleende subsidie.

  • 5.

    Het college kan besluiten om in tegenstelling tot het vorige lid, de subsidie uit te betalen in verschillende termijnen.

 

Artikel 3.3 Verplichtingen aan de subsidie

Op grond van artikel 12 van de ASV kan het college in de beschikking nadere verplichtingen aan de beschikking tot subsidieverlening verbinden met betrekking tot het beheer en het gebruik van de subsidie.

 

Artikel 3.4 Het weigeren van een subsidie

De weigeringsgronden die zijn genoemd in de Awb en de ASV zijn integraal van toepassing.

 

Artikel 3.5 Beslistermijn

Het college beslist uiterlijk binnen 6 weken na afloop van de termijn van indiening voor een tijdvak in het kader van deze nadere regel.

 

Artikel 4. Slotbepalingen

  • 1.

    Deze subsidieregeling treedt in werking met ingang van de dag volgend op haar bekendmaking en is van toepassing op de uitvoering van activiteiten vanaf 1 januari 2023.

  • 2.

    De subsidieregeling aanjaagsubsidie gemeente Reusel-De Mierden 2017 wordt per 1 januari 2023 ingetrokken.

  • 3.

    Subsidies die nog worden aangevraagd voor de uitvoering van activiteiten in 2022, worden behandeld overeenkomstig de Subsidieregeling aanjaagsubsidie voor vrijwilligersorganisaties gemeente Reusel-De Mierden 2017.

  • 4.

    Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling aanjaagsubsidie gemeente Reusel-De Mierden.

 

 

 

 

 

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Reusel-De Mierden in de vergadering van 15 maart 2022.

Burgemeester en wethouders van Reusel-De Mierden,

de secretaris,

mr. R.P.B.M. Brekelmans

de burgemeester,

mw. A.J.M.H van de Ven

Naar boven