Gezamenlijk Aanwijzingsbesluit overige heffingen Regeling onderlinge samenwerking Drechtstedengemeenten

Het COLLEGE van BURGEMEESTER en WETHOUDERS van de gemeente Hardinxveld-Giessendam;

 

gezien het voorstel inzake Gezamenlijk Aanwijzingsbesluit overige heffingen Regeling onderlinge samenwerking Drechtstedengemeenten (2022-0008781);

 

gelet op

  • artikel 1 lid 1 Ambtenarenwet 2017 en artikel 1 lid 2 jo artikel 2,  artikel 1 lid 1 Ambtenarenwet 2017 en artikel 1 lid 2 jo artikel 2, sub b en c van het Uitvoeringsbesluit Ambtenarenwet 2017, de artikelen 232, tweede lid en 246a van de Gemeentewet,

  • artikel 56 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en artikel 63a van de Invorderingswet;

  • artikel 2 lid 1 van het Algemeen mandaatbesluit Dordrecht van 21 december 2021;

  • de Regeling onderlinge samenwerking Drechtstedengemeenten;

  • het contract tussen de gemeente en UWV alsmede het aansluitprotocol GeVS (Suwinet-Inkijk);

 

 

besluit vast te stellen het navolgende

Gezamenlijk Aanwijzingsbesluit overige heffingen Regeling onderlinge samenwerking Drechtstedengemeenten.

 

 

Artikel 1 Aanwijzingen

  • 1.

    De Teamleider Debiteuren (invorderingsambtenaar) van het cluster HR en Financiën Drechtsteden (HRFD) van de gemeente Dordrecht is ambtenaar, bedoeld in artikel 232, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet.

  • 2.

    De volgende gemeenteambtenaren van het cluster HR en Financiën Drechtsteden (HRFD) van de gemeente Dordrecht zijn ambtenaren, bedoeld in artikel 232, tweede lid, onderdeel c, van de Gemeentewet:

    • a.

      Medior medewerker debiteuren

    • b.

      Senior medewerker debiteuren.

  • 3.

    De belastingdeurwaarder van gemeente Dordrecht is ambtenaar, bedoeld in artikel 232, tweede lid, onderdeel d, van de Gemeentewet.

  • 4.

    De volgende functionarissen van het cluster HR en Financiën Drechtsteden (HRFD) van de gemeente Dordrecht zijn functionarissen, jegens wie mede gelden de bevoegdheden bedoeld in de artikelen 47, 49 en 50 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en de artikelen 58 en 60 van de Invorderingswet 1990, dan wel bedoeld of van toepassing verklaard in de algemene maatregel van bestuur krachtens artikel 246a van de Gemeentewet, die bestaan jegens de gemeenteambtenaren bedoeld in artikel 232, tweede lid, onder a en b, van de Gemeentewet:

    • a.

      Medior medewerker debiteuren;

    • b.

      Senior medewerker debiteuren.

 

Artikel 2 Verwijzing naar bijlage voor gemeentelijke heffingen

De aanwijzingen als bedoeld in artikel 1 gelden voor de in bijlage 1 genoemde gemeentelijke heffingen.

 

Artikel 3 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de dag na de bekendmaking ervan en werkt terug tot en met 1 januari 2022.

 

Artikel 4 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als “Gezamenlijk Aanwijzingsbesluit overige heffingen Regeling onderlinge samenwerking Drechtstedengemeenten”.

 

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van 25 januari 2022.

Het college van Burgemeester en Wethouders

Drs. J.G. de Jager D. A. Heijkoop

secretaris burgemeester

 

Bijlagen: 1

 

Bezwaarmogelijkheid

Tegen dit besluit kan een belanghebbende binnen zes weken na de dag van bekendmaking van dit besluit een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij het college van burgemeester en wethouders van Hardinxveld-Giessedanm. Voor de contactgegevens van het college zie de gemeentelijke website.

 

Bijlage 1 behorende bij Gezamenlijk Aanwijzingsbesluit overige heffingen Regeling onderlinge samenwerking Drechtsteden

 

 

 

Gemeentelijke heffingen als bedoeld in artikel 2

 

 

Naar boven