Beleidsregels geluid voor evenementen Vlieland in de open lucht 2022

Vastgesteld bij collegebesluit van 16 /08 / 2022.

 

Vastgesteld bij collegebesluit van 16 /08 / 2022.

1. INLEIDING

In het “Visiedocument evenementen Vlieland 2020” stelt de gemeente Vlieland dat evenementen bij Vlieland horen. Het is een bescheiden aantal, maar ze dragen bij in het aanbod van activiteiten voor zowel bezoekers als bewoners. Tegelijkertijd veroorzaken ze overlast voor omwonenden. Dit is tot op zekere hoogte onvermijdelijk. Deze spanning wordt door het college van B&W onderkend. Bij deze nieuwe invulling van het geluidbeleid voor evenementen wil het college een betere balans vinden tussen het beperken van de geluidoverlast voor omwonenden en goed georganiseerde en voor bezoekers aantrekkelijke evenementen.

De ‘Beleidsregel geluid voor Evenementen Vlieland in de open lucht’ (hierna: beleidsregel) bevat het normenstelsel voor het verlenen van een geluidsontheffing voor evenementen die geluidhinder kunnen veroorzaken.

1.1 Beleidsregel

Op 16/08/2022 heeft het college van burgemeester en wethouders (hierna: college) de ‘Beleidsregels geluid voor, evenementen Vlieland in de open lucht 2022’ vastgesteld.

1.2 Bevoegdheid

In artikel 4:6 van de Algemene Plaatselijke Verordening Vlieland 2011 (hierna APV) staat dat het verboden is om buiten een inrichting, in de zin van de Wet milieubeheer, toestellen of geluidsapparatuur in werking te hebben of handelingen te verrichten op een zodanige wijze dat voor een omwonende of voor de omgeving geluidhinder wordt veroorzaakt. De hinder in de zin van dit artikel kan in ieder geval ontstaan door elektrisch versterkte muziek afkomstig van een evenement. Het college kan van het verbod ontheffing verlenen.

Wat houdt een geluidsontheffing in?

Met het verlenen van een geluidsontheffing wordt een bepaalde mate van hinder naar de omgeving toegestaan. In deze beleidsregel staat het normenstelsel beschreven op grond waarvan het college de geluidsontheffing verleend.

1.3 Afwijkingsbevoegdheid

Bij evenementen die van groot (maatschappelijk/economisch) belang zijn voor de gemeente, eenmalig zijn en een zeer bijzonder karakter hebben, is het mogelijk een uitzondering te maken op het normenstelsel van deze beleidsregel

1.4 Doel

Doel van deze beleidsregel is;

 

  • 1.

    een eenduidig normenstelsel en (meet- en reken)regels bieden voor de sturing van het geluid bij evenementen in de open lucht;

  • 2.

    transparantie, het is een algemeen beginsel van behoorlijk bestuur dat burgers, bedrijven en instellingen inzicht krijgen welke regels voor bepaalde activiteiten van toepassing zijn. In deze beleidsregel gaat dat specifiek over geluid bij evenementen in de open lucht;

  • 3.

    een balans te vinden tussen enerzijds evenementen en anderzijds de omwonenden en zo een positieve bijdrage te leveren aan het woon-, werk- en leefklimaat in de gemeente.

  • 4.

     

  • 5.

     

1.5 Reikwijdte

Waar gaat de beleidsregel over?

De beleidsregel gaat over versterkt en onversterkt muziekgeluid bij evenementen die plaats vinden in de open lucht en waarvoor een geluidsontheffing (art. 4:6 APV) nodig is. Het gaat hier om evenementen die niet binnen in een gebouw dan wel op het terrein van een inrichting in de zin van de Wet Milieubeheer plaatsvinden.

Waar gaat de beleidsregel niet over?

Activiteiten die verplaatsend geluid maken vallen niet onder de reikwijdte van de beleidsregel. Dit geldt ook voor activiteiten die eenmalig en niet langer dan één uur op een bepaalde locatie staan opgesteld of optreden. Voorbeelden daarvan zijn omroepinstallaties, draaiorgels, fanfarekorpsen, drumbands, koren, singer-songwriters.

Menselijk stemgeluid van bezoekers van evenementen op het evenemententerrein valt, overeenkomstig geluidregelgeving, niet onder de reikwijdte van de beleidsregel.

1.6 Bronnen en literatuur

Bij het opstellen van de beleidsregel is aangesloten bij bestaande wet- en regelgeving, zoals de Wet milieubeheer, en andere relevante beleidsstukken, zoals de Nota Limburg, en gerechtelijke uitspraken. In bijlage 3 staat een overzicht van de gehanteerde bronnen en literatuur.

1.7 Leeswijzer

Hoofdstuk 2 bevat een toelichting op het begrip geluidhinder. Hoofdstuk 3 gaat kort in op de bescherming van bezoekers van evenementen ten aanzien van het muziekgeluid. Hoofdstuk 4 bevat het normenstelsel voor het aantal geluidsdagen, tijden van het geluid, geluidsnormen en BBT (Best Beschikbare Technieken). Hoofdstuk 5 bevat dit normenstelsel samengevat in een overzicht.

Tot slot zijn de volgende bijlagen toegevoegd; ‘Meet- en rekenprotocol bij evenementen Vlieland in de open lucht , ‘Overzicht van bronnen en literatuur’ en ‘Definities’.

2. GELUIDHINDER

Bij de beoordeling van geluid moet naast het geluidsniveau ook rekening worden gehouden met andere factoren. Of geluid van een evenement als hinderlijk wordt ervaren, hangt af van diverse factoren die met elkaar samenhangen. In het normenstelsel van deze beleidsregel is rekening gehouden met onderstaande factoren.

Akoestische factoren

  • 1.

    Het geluidsniveau. Hoe hoger het niveau, hoe groter de prikkeling en de stress worden;

  • 2.

    De blootstellingsduur. De hinder neemt toe naarmate omwonenden langer worden blootgesteld aan geluid. Voor evenementen is dit zowel de duur als frequentie waarop deze plaatsvinden;

  • 3.

    Lage tonen worden als meer storend ervaren. Daarom is bij evenementen waarbij muziek met veel lage bastonen wordt gedraaid, de hinderbeleving groter.

Sociaalpsychologische factoren

  • 1.

    De maatschappelijke aanvaardbaarheid: Festiviteiten die een sterk maatschappelijk karakter hebben dragen bij aan de onderlinge samenhang van het dorp. Minder prettige bijkomstigheden, zoals hoge geluidsniveaus, worden hierbij eerder als acceptabel beschouwd.

  • 2.

    De voorspelbaarheid: Onverwachte of onregelmatige blootstelling aan geluid leidt tot meer hinder dan in een situatie waarin het optreden van geluid voorspelbaar is.

  • 3.

    Gevoel van beheersbaarheid (perceived control): Als er geen gevoel van beheersbaarheid is, dan ontstaat er ook steeds meer prikkeling en stress. Onder beheersbaarheid wordt verstaan; zekerheid over het begin en het eindtijdstip en het kunnen ontlopen ervan.

3. GEHOORSCHADE BEZOEKERS EVENEMENTEN

Tussen het rijk en organisatoren van festivals is het Derde Convenant preventie gehoorschade muzieksector afgesloten. Ter bescherming van volwassen bezoekers zijn in het convenant afspraken gemaakt over een hoogste equivalent gemiddeld geluidsniveau van Leq = 103 dB(A)* voor volwassenen ter plaatse van de mengtafel, ook wel Front Of House genoemd. Hiermee wordt beoogd het risico op gehoorschade bij bezoekers (afhankelijk van onder andere de hoogte van het geluidniveau, de duur van de blootstelling en de periode rust na blootstelling) te verkleinen.

*Voor muziekevenementen voor kinderen en jongeren hanteert het Convenant de volgende maximale geluidsniveaus voor de audio-emissies:

  • 1.

    bij shows voor jonge kinderen (t/m 13 jaar) wordt een maximaal geluidsniveau voor de audio-emissie van 91 dB(A) gehanteerd;

  • 2.

    voor shows voor kinderen/jongeren van 14 en 15 jaar is dit maximaal 96 dB(A);

  • 3.

    voor shows voor kinderen/jongeren van 16 en 17 jaar is dit maximaal 100 dB(A);

Het college vindt de bescherming van bezoekers belangrijk. Ten opzichte van hetgeen afgesproken in het derde Convenant is dit beleid hier 3 dB(A) strenger. Hiermee wordt beoogd het risico op gehoorschade bij bezoekers (afhankelijk van onder andere de hoogte van het geluidniveau, de duur van de blootstelling en de periode rust na blootstelling) te verkleinen. Voor volwassenen geldt een maximale waarde van het Leq van 100 dB(A). Overeenkomstig voor volwassenen geldt de verlaging ook voor jongeren van 16/17 jaar (97 dB(A)), voor 14/15 jaar (93 dB(A)) en voor kinderen t/m 13 jaar (88 dB(A)).

4. NORMENSTELSEL

Het geluid bij evenementen brengt een bepaalde mate van overlast met zich mee. Om deze overlast te beperken stellen we normen aan het aantal geluidsdagen, de begin- en eindtijden en aan de hoeveelheid te produceren geluid. Dit vormt het normenstelsel van deze beleidsregel.

In de beleidsregel wordt aangegeven wat maximaal is toegestaan, zijnde een grenswaarde. Wat werkelijk wordt toegestaan is afhankelijk van de aanvraag van de geluidsontheffing en/of de uitkomsten van een akoestische onderzoek. De feitelijke normstelling in de te verlenen geluidsontheffing is maatwerk. Deze kan daardoor naar beneden afwijken van de maximale normen in deze beleidsregel.

Wij sluiten hiermee aan bij het BBT principe. Het doel is dat toegepaste maatregelen en voorzieningen de grootst mogelijke bescherming aan het milieu moeten bieden, maar dat anderzijds deze maatregelen redelijk moeten zijn.

4.1 Aantal geluidsdagen

Er is geen regelgeving voor het aantal geluidsdagen voor een of meerdere evenementen. Wat acceptabel is voor een bepaalde locatie is ter afweging aan de gemeente zelf. Wij hanteren het aantal van maximaal 12 dagen per locatie

Wanneer het geluid bij een evenement in de nachtperiode doorloopt tot in de volgende dag wordt dit gerekend als één geluidsdag.

4.2 Tijden voor geluid bij evenementen

Begintijden

  • 1.

    Een geluidsontheffing kan worden verleend vanaf 7:00 uur. Dit is mede afhankelijk van de standaard rustperiode geluid. Vanaf dit tijdstip begint de dagperiode, mag er meer geluid geproduceerd worden en is alleen spraakverstaanbaarheid een beoordelingsaspect. Hiermee wordt aangesloten bij de uitgangspunten van de Wet milieubeheer en Nota Limburg. Op basis van de Zondagswet voor een zondag en met de zondag gelijkgestelde dagen een geluidsontheffing kan worden verleend vanaf 13:00 uur.

Eindtijden

  • 1.

    Op de dagen zondag tot en met donderdag kan een geluidsontheffing worden verleend tot 23:00 uur.

  • 2.

    Op vrijdagen, zaterdagen en dagen gevolgd door een officiële feestdag kan een geluidsontheffing worden verleend tot 24:00 uur. Deze ontheffing kan verlengd worden tot maximaal 01:00 uur.

  • 3.

    Met de eindtijd van 01:00 uur wordt aangesloten bij de uitgangspunten van de Nota Limburg die voor dagen waarop een vrije dag volgt het tijdstip waarop de normstelling voor de nachtperiode ingaat, met 1 of 2 uur wordt verschoven naar respectievelijk 24:00 en 1:00 uur. Uit onderzoek blijkt dat dit ook de dagen zijn waarop mensen vaak later naar bed gaan. Met deze eindtijd wordt tegemoet gekomen aan de maatschappelijke behoefte om in de weekenden tot een later tijdstip dan 23:00 uur, geluid bij evenementen ten gehore te brengen. Doordat de dagen met een eindtijd tot 1:00 uur beperkt zijn tot de weekenden en dagen gevolgd door een officiële feestdag vinden wij de overlast die dit met zich mee kan brengen acceptabel.

Standaard rustperiode geluid

Bij evenementen die daags na elkaar op dezelfde locatie plaatsvinden moet er tussen de eindtijd en de begintijd minimaal 8 uren zitten. Dit is een aaneengesloten rustperiode. Dit betekent dat bij een eindtijd van 23:00 uur op de volgende dag een begintijd van 7:00 uur mogelijk is. Is de eindtijd 1:00 uur dan is een begintijd de aansluitende ochtend van 9:00 uur mogelijk.

Alles afwegende zijn wij van mening dat de gekozen tijden van het geluid bij evenementen niet zal leiden tot onaanvaardbare hinder voor de omgeving.

4.3 Geluidsnormen

De geluidsnormen zijn opgedeeld per soort evenement, de op- en afbouw en overige geluid. Hierbij geldt dat:

  • 1.

    De evenementen altijd gebruik maken van BBT (Best Beschikbare Technieken) om geluidshinder zoveel als mogelijk te beperken;

  • 2.

    Geluidsmetingen worden uitgevoerd conform het protocol beschreven in bijlage 1.

  • 3.

    Geluidsnormen worden vastgelegd op de gevel van omliggende woningen, andere geluidgevoelige gebouwen, vastgestelde referentiepunten dan wel Front of house.

4.3.1 (muziek)evenement (zie toelichting)

Voor de geluidniveaus die tijdens (muziek)evenementen maximaal worden toegestaan hanteren wij de volgende grenswaarden:

Op de gevel van omliggende woningen, andere geluidgevoelige gebouwen of vastgestelde referentiepunten:

  • 1.

    · Voor de dag- en avondperiode is een maximaal geluidsniveau van 75 dB(A) en 89 dB(C) toegestaan.

  • 2.

    · Voor de nachtperiode is een maximaal geluidsniveau van 50 dB(A) en 64 dB(C) toegestaan.

Waarbij Front of house:

  • 1.

    Er is een maximaal geluidsniveau van 100 dB(A)* toegestaan voor bezoekers van 18 jaar en ouder;

  • 2.

    Er is een maximaal geluidsniveau van 114 dB(C)** toegestaan voor bezoekers van 18 jaar en ouder;

* voor bezoekers van 16/17 jaar, 14/15 jaar en 13 jaar en jonger geldt resp. 97 dB(A), 93 dB(A) en 89 dB(A). De dB(C) waarde blijft daarbij 14 dB meer.

** voor bezoekers van 16/17 jaar, 14/15 jaar en 13 jaar en jonger geldt resp. 111 dB(A), 107 dB(A) en 103 dB(A). De dB(C) waarde blijft daarbij 14 dB meer.

4.3.2 rustig evenement

Voor de geluidniveaus die tijdens evenementen (met muziek als ondersteuning en meer bedoeld als sfeer) maximaal worden toegestaan hanteren wij de volgende grenswaarden:

Op de gevel van omliggende woningen, andere geluidgevoelige gebouwen of vastgestelde referentiepunten:

  • 1.

    · Voor de dagperiode is een maximaal geluidsniveau van 65 dB(A) en 79 dB(C) toegestaan.

  • 2.

    · Voor de avondperiode is een maximaal geluidsniveau van 60 dB(A) en 74 dB(C) toegestaan.

  • 3.

    · Voor de nachtperiode is geen ontheffing van het verbod toegestaan.

4.3.3 Op- en Afbouw

De op- en afbouw is een onderdeel van het evenement. Voor de geluidniveaus die tijdens de op- en afbouw periode maximaal worden toegestaan hanteren wij de volgende grenswaarden:

  • 1.

    LAeq 30 min = 70 dB(A) in de dagperiode en 65 dB(A) in de avondperiode;

  • 2.

    LAmax = 85 dB(A) in de dagperiode en 80 dB(A) in de avondperiode.

4.3.4 Overig geluid

Voor de geluidniveaus van overig geluid tijdens het evenement (naast muziekgeluid en geluid van de op- en afbouw) worden de volgende grenswaarden overeenkomstig het art. 2.17 lid 1a van het Activiteitenbesluit milieubeheer toegestaan:

 

4.3.5 Akoestisch onderzoek

Wij bepalen wanneer de evenementenorganisator een akoestische rapportage duidelijk moet maken welke geluidsruimte (van het evenement, de op- en afbouw en het overige geluid) wordt gevraagd. Zeker als aannemelijk is dat de grenswaarden bereikt worden. Dit wordt per ontheffing beoordeeld. Het akoestische onderzoek moet voldoen aan het meet- en rekenprotocol van bijlage 1.

4.3.6 Niet-meet verklaring

Er kunnen zich situaties voordoen waarbij uit het akoestisch onderzoek vooraf blijkt dat sprake is van een normoverschrijding bij een beperkt aantal geluidgevoelige objecten. In die situaties kan een organisator van een evenement trachten een overeenkomst te sluiten met individuele bewoners of eigenaren van deze geluidgevoelige objecten door hen te compenseren voor die tijdelijke hogere mate van geluidoverlast. Wij willen deze mogelijkheid niet op voorhand uitsluiten en zullen overeenkomstig met die strekking toetsen opdat:

  • 1.

    deze altijd per individuele bewoner met de aanvrager moet zijn overeengekomen;

  • 2.

    alle bewoners van de woningen die te maken gaan krijgen met een gevelwaarde boven de grenswaarde hiermee akkoord gaan (doet er eentje niet mee dan is dat een reden om op de aanvraag negatief te beschikken);

  • 3.

    het duidelijk is om welke geluidbelasting en tijdsduur het gaat; bij de vergunningsaanvraag dient uit akoestisch onderzoek (conform het Meet- en rekenprotocol) te blijken welke geluidbelasting verwacht wordt op de betreffende woningen;

  • 4.

    de compensatie proportioneel is. Voor een compensatie van 24 uur beschouwen wij een richtbedrag van 150 euro per persoon als redelijk.

4.3.7 Stemgeluid

Het stemgeluid van bezoekers van het evenement op het evenemententerrein is geen onderdeel van de (on)versterkte muziek en wordt daarmee niet in de beoordeling van de optredende geluidsniveaus opgenomen. Tenzij dit in het bestemmingsplan anders is aangegeven.

Stemgeluid op het evenemententerrein bestaat meestal uit het meezingen van de bezoekers. Dit specifieke geluidniveau is indirect afhankelijk van het geluidniveau van de muziek. Het uitgangspunt is dat het muziekniveau bepalend en hoger is dan het stemgeluid. De organisator heeft direct invloed op de muziek qua geluidniveau en geluidspectrum, middels de instellingen op de mengtafel. Hierop is toezicht en handhaving. Het stemgeluid wordt daardoor niet in de beoordeling meegenomen.

Als de gronden in het bestemmingsplan bestemd zijn voor evenementen is er meestal een zgn. locatieonderzoek uitgevoerd voor een afweging voor een goede ruimtelijke ordening. Hierin is het stemgeluid van bezoekers binnen en buiten het evenemententerrein wel beoordeeld. Daarvoor zijn mogelijk planregels opgesteld, die doorwerken in deze beleidsregel.

Toelichting evenementengeluid

dB(A) normering

Voor muziekevenementen geldt voor de dag- en avondperiode het uitgangspunt van spraakverstaanbaarheid in de woning conform de Nota Limburg. Rekening houdend met gemiddelde gevelisolaties van 25 dB, mag worden uitgegaan van een gevelbelasting van maximaal 75 dB(A). Daarbij wordt een binnenniveau in de omliggende woningen gegarandeerd van maximaal 50 dB(A). Dit is volgens de Nota Limburg de grens van onduldbare hinder. Wil een organisator een hogere waarde vergund krijgen, dan is bij de aanvraag een aanvullend akoestisch onderzoek van de aanvrager nodig naar de gevelwering van de desbetreffende woning.

Voor muziekevenementen geldt voor de nachtperiode het uitgangspunt van slaapverstoring in de woning conform de Nota Limburg. Met een binnenniveau van 25 dB(A) accepteren we geen hinder. Rekening houdend met gemiddelde gevelisolaties van 25 dB, mag worden uitgegaan van een gevelbelasting van maximaal 50 dB(A).

Voor muziekevenementen waar het muziek een ondersteunende functie heeft geldt voor de dag- en avondperiode eveneens het uitgangspunt van spraakverstaanbaarheid in de woning conform de Nota Limburg. Rekening houdend met gemiddelde gevelisolaties van 25 dB, mag worden uitgegaan van een gevelbelasting van maximaal 65 dB(A) in de dagperiode en maximaal 60 dB(A) in de avondperiode. Conform de nota Limburg is dan sprake van enige hinder. Deze vinden niet in de nachtperiode plaats

Wij sluiten aan bij het Derde Convenant preventie gehoorschade en beperken het toegestane geluidniveau bij front of house/mengtafel op 20-25m van het podium tot maximaal 100 dB(A) bij volwassenen. Ten opzichte van hetgeen afgesproken in het derde Convenant is het beleid hier 3 dB(A) strenger. Hiermee wordt beoogd het risico op gehoorschade bij bezoekers (afhankelijk van onder andere de hoogte van het geluidniveau, de duur van de blootstelling en de periode rust na blootstelling) te verkleinen. In de praktijk blijkt dit haalbaar voor veruit de meeste evenementen en hoeft het niet ten koste te gaan van de muziekbeleving.

dB(C) normering

De dB(C) normering is afhankelijk van de optredende dB(A) waarde in combinatie met het optredende muziekspectrum. Volgens de “NSG-Richtlijn muziekspectra in de horeca” (maart 2015) accepteren we een muziekspectrum met bastonen overeenkomstig het house-spectrum. Het verschil tussen de dB(A) waarde en dB(C) waarde is volgens deze richtlijn +14 dB. Dit verschil komt dan ook terug in de grenswaarden voor het evenementengeluid op de meetpunten/woningen en op de FOH. Uit de bovenstaande toelichting over de dB(A) normering geldt een grenswaarde voor meetpunten / woningen van 75 dB(A). Daarmee accepteren we op de meetpunten/woningen een grenswaarde van 89 dB(C). Dezelfde redenering geldt voor de grenswaarde FOH van 100 dB(A) en 114 dB(C) voor volwassenen

Omdat de grenswaarden A-gewogen zijn, wordt het toelaatbare geluidsniveau in eerste instantie ook in dB(A) uitgedrukt. Bij een A-gewogen geluidsniveau worden de lage tonen minder meegewogen dan de midden en hoge tonen. Dit betekent dat de bassen kunnen toenemen terwijl het totale A-gewogen

geluidsniveau niet of nauwelijks wijzigt. Hierdoor is het voor de organisatie van het evenement en handhavers van een gemeente moeilijk in te schatten of het geproduceerde geluidsniveau

aansluit bij de uitgangspunten van het akoestisch onderzoek. Een mogelijk hulpmiddel is het C-gewogen geluidsniveau. In de C-weging worden de lage tonen zwaarder beoordeeld. Het verschil tussen het A- en C-gewogen geluidsniveau zegt daardoor iets over de mate van lage tonen. In tabel 2 en hieronder is weergegeven wat het verschil is tussen het A- en C-gewogen geluidsniveau per muziekspectrum:

(tabel NSG-richtlijn par. 3.2.5)

4.4 Best Beschikbare Technieken

Het uitgangspunt bij elk evenement is dat de geluidbelasting op omliggende woningen en andere geluidgevoelige gebouwen zo laag mogelijk is. Om dat te bereiken zal de organisator van het evenement:

  • 1.

    Niet meer geluid produceren dan nodig is voor het betreffende evenement;

  • 2.

    Geluidreducerende / -sturende maatregelen treffen die minimaal voldoen aan de Best

  • 3.

    Beschikbare Technieken (BBT).

  • 4.

     

Het begrip ‘Beste Beschikbare Technieken’ (BBT) - voorheen bekend als ‘As Low As Reasonably Achievable’ (ALARA) - is afkomstig uit de milieuwetgeving. Op grond van artikel 2.14 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) dient bij de verlening van een vergunning in acht genomen te worden dat tenminste voor de inrichting in aanmerking komende beste beschikbare technieken worden toegepast. Voor de inhoud van het beginsel van BBT kan worden aangesloten bij de begripsbepalingen uit de Wabo. Door het treffen van BBT-maatregelen wordt onnodige geluidsemissie zoveel mogelijk voorkomen.

Bij evenementen moet de organisator het BBT-principe (Best Beschikbare Technieken) toe te passen. Dit zijn technieken om de geluidsoverdracht naar de omgeving zoveel als mogelijk te beperken. Onderstaande technieken moeten voor zover mogelijk worden toegepast:

  • 1.

    Podia en speakers worden in de meest optimale richting opgesteld;

  • 2.

    Gevlogen speakers worden zo laag mogelijk opgehangen;

  • 3.

    Speakers dienen zo goed mogelijk gericht te zijn op het publiek;

  • 4.

    Gevlogen subwoofers zijn niet toegestaan;

  • 5.

    Het kantelpunt / de cross-over tussen subs en topkasten ligt op of boven de 80 Hz;

  • 6.

    Er wordt gebruik gemaakt van cardioïde opgestelde subs in een 1:2 verhouding indien:

    • 1.

      dit nodig is voor het kunnen voldoen aan de geluidnorm;

    • 2.

      dit een reductie van ten minste 5 dB(A) oplevert op de gevel van enige woning, ongeacht of reeds aan de geluidnorm voldaan wordt;

    • 3.

      er woningen zijn gelegen binnen 25 meter van de achterzijde van een podium.

  • 1.

    Zogenaamde ‘end fire’ technieken zijn niet toegestaan;

  • 2.

    Het geluid onder de 40 Hz wordt afgefilterd met een verval van 6 dB per tertsband*.

*Geluid onder de 40 Hz moet worden afgefilterd.

Een maatregel om hinder van (zeer) lage tonen te verminderen is het zogenaamde ‘affilteren’. Dit betekent dat het geluidsniveau onder een bepaalde frequentie verminderd wordt. Hiervoor wordt een filter gebruikt die naarmate de frequentie lager wordt het geluidniveau steeds verder reduceert.

4.5 Soundchecks

Soundchecks vinden bij voorkeur plaats op de dag van het evenement zelf en duren niet langer dan 30 minuten per podium/area. Indien het organisatorisch onvermijdbaar is kunnen soundchecks de dag voorafgaand aan het evenement plaatsvinden. Soundchecks worden niet voor 10.00 uur en niet na 22.00 uur gehouden. Voor soundchecks gelden dezelfde maximale geluidniveaus als in de ontheffing is opgenomen.

4.6 Op- en afbouw

Om overlast voor bewoners voor en na een evenement te beperken dient de op- en afbouwperiode zo kort mogelijk te zijn. Aangezien niet elk evenement en elke locatie dezelfde aanpak vergt, gelden onderstaande richtlijnen:

a. De op- en afbouw van een evenement dient altijd zo kort mogelijk te zijn;

b. De op- en afbouw dient veilig plaats te vinden en schade aan het terrein dient zoveel mogelijk te worden voorkomen;

c. De op- en afbouw vindt niet plaats na 23 uur óf voor 7 uur (geluidsarme activiteiten uitgezonderd);

d. Tijdens de op- en afbouwperiode dient het gebruik van de openbare ruimte in de directe omgeving zo lang mogelijk toegankelijk te blijven voor publiek; om dit te realiseren en toch ook veilig te kunnen werken, worden voorzieningen getroffen;

g. De organisator dient bij zijn aanvraag een op- en afbouwschema aan te leveren en daarmee aan te tonen dat sprake is van een efficiënte en veilige op- en afbouw;

4.7 Geluidmonitoring

De organisator van een muziekevenement of een evenement met een hoog maatschappelijk belang, dient de geluidbelasting op de omliggende woningen of andere geluidgevoelige gebouwen tijdens het evenement continu te monitoren en een meetverslag te maken, conform de eisen zoals in de bijlage opgenomen meet – en rekenprotocol. Dit verslag moet binnen vier weken na het evenement worden ingediend bij de vergunningverlener.

4.8 Informeren bewoners en afhandeling meldingen overlast

Ten aanzien van het informeren van omwonenden en de meldingen van overlast geldt het volgende:

  • 1.

    Organisatoren informeren vooraf omwonden over de aard en duur van het evenement, over de tijden voor op- en afbouw en eventuele ‘soundchecks’;

  • 2.

    Omwonenden worden door de organisator én door de gemeente (algemeen) geïnformeerd dat zij meldingen van overlast rondom evenementen kunnen doen via telefoonnummer of via de gemeentesite;

  • 3.

    Organisatoren zijn primair verantwoordelijk voor een spoedige afhandeling van de meldingen van overlast. Om deze rol waar te maken zullen zij zo snel mogelijk in kennis worden gesteld van de overlastmeldingen;

  • 4.

    Toezichthouders van de gemeente controleren de afhandeling van de meldingen van overlast. In het geval de afhandeling te lang op zich laat wachten treden zij in contact met de organisator om een en ander te bespoedigen en/of nemen zij de afhandeling (deels) over.

5 STAPPENPLAN TOEZICHT EN HANDHAVING

Bij een constatering van een overschrijding van de geluidnorm is de handhaving gericht op onverwijld terugbrengen van het geluidsniveau tot de toegestane waarde(n) volgens de werkwijze van de landelijke handhavingsstrategie (LHS).

Stap 1: Constatering:

Bij constatering van een overschrijding van de geluidsnormen wordt organisator geïnformeerd. De organisator wordt verzocht er direct voor te zorgen dat het geluidniveau tot het toegestane niveau wordt teruggebracht.

Stap 2: Hercontrole en voortbestaan overtreding en last onder dwangsom:

Indien een tweede overschrijding van de geluidsnormen wordt geconstateerd wordt een maatregel Indien een tweede overschrijding van de geluidsnormen wordt geconstateerd wordt een maatregel opgelegd. Dit zal doorgaans een last onder dwangsom zijn. Dit besluit is gericht aan de ontheffinghouder. De verbeuring geldt per overtreding (dit wordt telkens vastgesteld doormiddel van een controle). Voorafgaand aan het besluit wordt het voornemen tot het opleggen van een last onder dwangsom aan de vergunninghouder uitgereikt. De mogelijkheid tot horen bestaat direct ter plaatse of telefonisch.

Stap 3: Invorderingsbeschikking:

Bij een derde constatering, na de begunstigingstermijn, wordt een invorderingsbeschikking uitgereikt.

Stap 4: Tijdelijk dan wel definitief intrekken evenementenvergunning:

Indien de opgelegde last niet het gewenste sorteert, kan besloten worden tot tijdelijke dan wel definitief intrekken van de evenementvergunning.

Verdere gevolgen overtredingen

Naast de bovenstaande stappen die tijdens het evenement worden ondernomen, kunnen ernstige overtredingen consequenties hebben voor volgende edities van het evenement of andere evenementen van dezelfde organisator. Dit zal per geval worden beoordeeld.

Nadere uitwerking:

De exacte handelingen en tijdspaden die gevolgd worden bij het hierboven omschreven stappenplan, zullen na de evaluatie uitgewerkt worden in werkprotocollen voor Toezicht en Handhaving.

6. EVALUATIE

Deze beleidsregel wordt elk jaar geëvalueerd.

Als uit de geluidmonitoring dan wel geluidmetingen blijkt dat op de grenswaarden en hun onderlinge verhoudingen een aanpassing plaats moet vinden wordt dat in de evaluatie besproken.

BIJLAGEN

Bijlage 1: Meet- en rekenprotocol bij evenementen in de openlucht gemeente Vlieland

Bijlage 2: Overzicht van bronnen en literatuur

Bijlage 3: Definities

 

Naar boven