Gemeenteblad van Cranendonck
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Cranendonck | Gemeenteblad 2022, 366292 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Cranendonck | Gemeenteblad 2022, 366292 | beleidsregel |
Beleidsregels Kinderopvang 2019
Een aanvraag voor een tegemoetkoming op grond van deze beleidsregels kan op grond van artikel
1.13 van de wet uitsluitend gedaan worden door personen die voldoen aan de voorwaarden zoals
gesteld in art. 1.6 lid 1 onder c., e.,g, j van de wet. Deze worden nader omschreven in de toelichting.
Daarnaast stellen we de volgende doelgroepen vast in het kader van Sociaal Medische Indicatie:
Kinderopvang kan dan een (tijdelijke) oplossing bieden om de ouders te ontlasten en de ontwikkeling van het kind niet te schaden.
Om aanspraak te kunnen maken op de tijdelijke tegemoetkoming bij Sociaal Medische Indicatie is met de ouder en het Centrum voor Jeugd en Gezin en/of het sociaal team de leefsituatie/diagnose/beperking goed in kaart gebracht. Tevens is er een integraal plan (gezinsplan) opgesteld waarin helder omschreven is naar welke structurele oplossingen de ouder toewerkt.
Deze regeling regelt de vaststelling van de tegemoetkoming aan ouders die behoren tot de doelgroep als bedoeld in artikel 1.6, eerste lid onderdeel c, e, g, j van de Wko.
De achterliggende gedachte is dat het niet zo zou moeten zijn dat deze ouders door de eigen bijdrage die er geldt bij de kinderopvangtoeslag van het rijk (uitgevoerd door de Belastingdienst/Toeslagen) er in inkomen op achteruit gaan, terwijl ze zich inzetten om aan werk te komen.
Ook geldt de regeling voor ouders, die vanwege hun eigen gezondheid, of in het belang van het kind, kinderopvang nodig hebben (Sociaal Medische Indicatie), maar daar niet de financiële middelen voor hebben. In deze gevallen kan geen kinderopvangtoeslag worden aangevraagd, waardoor alle kosten voor vergoeding door de gemeente in aanmerking komen. Kinderopvang kan dan een tijdelijke oplossing bieden om de ouders te ontlasten en de ontwikkeling van het kind niet te schaden.
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.
Bij het bepalen van de doelgroep is uitgegaan van artikel 1.13 van de wet. De inwoners van de
gemeente die tot de doelgroep behoren zoals bedoeld in artikel 1.6, eerste lid onderdeel c, e, g j
van, kunnen een aanvraag doen voor een tegemoetkoming. Daarnaast is de doelgroep omschreven die in aanmerking komt voor een tegemoetkoming in het kader van Sociaal Medische Indicatie. Dit is niet verankerd in de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen, maar betreft gemeentelijk beleid.
Aanvragers zijn uiteraard verplicht alle relevante informatie te verstrekken, die noodzakelijk is om het recht op kinderopvang vast te kunnen stellen. Indien de gevraagde informatie niet wordt verstrekt, dient een aanvraag buiten behandeling te worden gelaten (binnen de beslistermijn van acht weken en nadat een hersteltermijn is geboden), dan wel te worden afgewezen (buiten de beslistermijn van acht weken).
Indien er nog geen medisch objectieve indicatie is van de “beperkingen” die opvang noodzakelijk maken, dan kan het Dagelijks Bestuur deze medische indicatie opvragen bij een externe gespecialiseerde instantie. De klantmanager oordeelt of er sprake is van een externe gespecialiseerde instantie.
De indicatie heeft in principe een geldigheidsduur van twaalf maanden, aangezien de situatie in een jaar sterk kan wijzigen. In geval van onomkeerbare aandoeningen, kan hiervan worden afgeweken. Het is belangrijk dat de minimale hoeveelheid uren die noodzakelijk wordt geacht voor kinderopvang wordt vastgesteld, aangezien de kosten van kinderopvang enkel worden vergoed als deze noodzakelijk zijn.
Er wordt slechts een tegemoetkoming toegekend als er geen beroep kan worden gedaan op het eigen netwerk of een voorliggende voorziening. De beslistermijn is (overeenkomstig artikel 4:13 lid 2 Awb) acht weken. Peuterspeelzaal (kinderen 2-4 jaar) kan worden beschouwd als een voorliggende voorziening.
Er is bij de termijn van drie maanden aangesloten bij de bijzondere bijstand, omdat dit een redelijke termijn wordt geacht om een aanvraag in te dienen.
Bovendien wordt er met deze termijn aangesloten bij de Belastingdienst, waarbij een aanvraag voor kinderopvangtoeslag dient te worden gedaan binnen drie maanden.
In de wet is geregeld dat ouders die aanspraak hebben op kinderopvangtoeslag voor de kosten van kinderopvang een inkomensafhankelijke bijdrage betalen. Ouders met een inkomen op minimum niveau ontvangen een tegemoetkoming van de Belastingdienst, die ongeveer 90% van de kosten dekt. De overige 10% van de kosten worden gedekt door de tegemoetkoming.
De bepaling dat de draagkrachtregels van de bijzondere bijstand gelden, zorgt ervoor dat mensen met hogere inkomens bij wie om sociaal medische redenen opvang noodzakelijk is, afhankelijk van hun financiële situatie, ondersteund worden.
De tegemoetkoming wordt maandelijks uitbetaald op basis van ingeleverde facturen. Ook de aangevraagde kinderopvangtoeslag bij de Belastingdienst/Toeslagen dient gecontroleerd te worden, indien van toepassing. Controle vooraf van de rekening en van de aangevraagde kinderopvangtoeslag voorkomt immers ingewikkelde herberekeningen achteraf. De tegemoetkoming dient rechtstreeks aan het kinderopvangcentrum dan wel de gastouder te worden betaald, zodat de tegemoetkoming wordt besteed aan het doel waarvoor deze is verstrekt.
Voor onvoorziene situaties is de hardheidsclausule opgenomen in de beleidsregels. Als toepassing van de overige artikelen leidt tot kennelijke onredelijkheid en onbillijkheid, kan het Dagelijks Bestuur van de beleidsregels afwijken. De procedure voor het toepassen van de hardheidsclausule is geregeld in artikel 10 lid 6 van de Organisatieverordening Gemeenschappelijke Regeling “samenwerking A2-gemeenten”.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2022-366292.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.