Gemeenteblad van Albrandswaard
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Albrandswaard | Gemeenteblad 2022, 365966 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Albrandswaard | Gemeenteblad 2022, 365966 | beleidsregel |
Beleidsregel wegsleepverordening Albrandswaard 2022
Op 4 juli 2022 heeft de gemeenteraad de Wegsleepverordening Gemeente Albrandswaard 2022 (hierna: wegsleepverordening) vastgesteld. Deze verordening is vastgesteld om uitvoering te kunnen geven aan de wegsleepregeling uit de Wegenverkeerswet 1994 (hierna: WVW 1994) en het Besluit wegslepen van voertuigen.
1. Aantreffen foutief geparkeerd voertuig
De procedure betreffende de wegsleepregeling start met het aantreffen van een fout geparkeerd voertuig. Onder “voertuigen” wordt in dit kader mede verstaan: invalidenvoertuigen, vrachtauto’s, bussen. Daarnaast is deze uitvoeringsregeling ook van toepassing op het wegslepen van aanhangwagens, caravans, autowrakken enz., (zie paragraaf 7). N.B. Let op! Hiervoor is de APV de grondslag, niet de wegenverkeerswet.
De eerste afweging, die dan moet worden gemaakt, is of de aangetroffen situatie wegsleepwaardig is. Daarvoor gelden drie criteria:
Uit de woorden “en/of” blijkt dat er tegelijkertijd sprake kan zijn van meerdere criteria, die de situatie wegsleepwaardig maken. Eén van de criteria is echter voldoende om de wegsleepregeling te kunnen toepassen.
Ingevolge artikel 170 eerste lid sub c. van de wet, juncto artikel 2 van het Besluit, juncto artikel 2 van de Wegsleepverordening gemeente Albrandswaard 2022, kan in de gemeente Albrandswaard van de volgende soorten wegen en weggedeelten worden weggesleept:
Wellicht ten overvloede wordt nog vermeld, dat het aantreffen van een fout geparkeerd voertuig op een aangewezen weg of weggedeelte, als bedoeld in artikel 2 van het Besluit wegslepen van voertuigen, in beginsel voldoende is om de wegsleepregeling toe te passen. De veiligheid op de weg of de vrijheid van het verkeer hoeft dan niet tevens in het geding te zijn.
Wel moet de noodzaak in zekere mate duidelijk zijn. Zo is bijvoorbeeld het wegslepen van een voertuig om 04.00 uur ’s nachts vanaf een parkeerterrein waarop geen bijzondere situatie van toepassing is (bijvoorbeeld het houden van een weekmarkt op die dag), niet noodzakelijk.
Alleen een buitengewoon opsporingsambtenaar (BOA) of de marktmeester is bevoegd actie te ondernemen na het constateren van de overtreding. Indien er sprake is van een wegsleepwaardige situatie, wordt de wegsleep- en bewaarprocedure in gang gezet. Deze procedure wordt hierna beschreven.
De bevoegde functionaris vult de takelkaart in (ligt in het voertuig van het takelbedrijf).
De takelkaart dient als bewijslast. De takelkaart moet het volgende bevatten:
Na de komst van de takelwagen maakt het personeel van het takel- en bergingsbedrijf een digitale (of direct klaar-) foto van de situatie. Op de foto moet de overtreding zo veel mogelijk zichtbaar zijn. Hierdoor kan het nodig zijn enkele foto’s te maken. De foto’s worden in het bewaringsregister opgenomen. Daarna controleert het personeel van het wegsleepbedrijf het voertuig op beschadigingen. De bevindingen worden ingevuld op het proces-verbaal c.q. de rapportage.
De bevoegde functionaris informeert de politie dat het voertuig is weggesleept. (Betrokkenen kan immers in de veronderstelling zijn dat zijn voertuig is gestolen). Ook de teamleider boa’s wordt geïnformeerd
In verband met de schadevergoedingsplicht van de gemeente op grond van artikel 172, lid 8, WVW 1994 moet het weg te slepen voertuig zorgvuldig worden gecontroleerd op aanwezige schade. De schade wordt genoteerd op de takelkaart. Ook schade, die veroorzaakt is tijdens het bevestigen in het juk of tijdens het overbrengen moet worden genoteerd.
Het wegslepen van voertuigen is te verdelen in twee fasen:
Een wegsleepvoertuig is besteld. Er is sprake van een onvolledige berging, indien de eigenaar/houder/bestuurder van het voertuig ter plaatse komt, voordat het wegsleepvoertuig ter plaatse is en de eigenaar/houder/bestuurder het voertuig wil verplaatsen. Het wegsleepbedrijf wordt direct afgebeld.
Als het voertuig al op de takelwagen staat en de wegslepers zien de bestuurder alsnog arriveren, wordt het voertuig afgetakeld en is er nog steeds sprake van een onvolledige berging.
De kosten overeenkomstig het tarief dat verbonden is aan de voorbereiding (voorrijkosten) van de overbrenging, dienen te worden voldaan. De bevoegde functionaris dient de personalia vast te stellen.
FASE II: Het voertuig is weggesleept en in bewaring gesteld.
Teruggave kan slechts plaatsvinden aan de eigenaar of houder of gemachtigde van het voertuig, na betaling van de volledige kosten: de wegsleepkosten en de kosten van bewaring.
De kosten van wegslepen en in bewaring stellen zijn niet verschuldigd voor de rechthebbende op het voertuig, indien:
Het genoemde onder a, b of c dient rechthebbende aan te tonen door een afschrift van het vonnis c.q. uitspraak. Een dergelijk afschrift wordt door de griffie van de rechtbank waar de zaak is behandeld ter beschikking gesteld.
Indien niet tot overbrenging en inbewaringstelling had mogen worden overgegaan, betaalt de gemeente tevens een redelijke schadeloosstelling aan de rechthebbende die het voertuig heeft afgehaald. Indien het voertuig ten tijde van de overtreding in gebruik was bij een ander dan de rechthebbende die het voertuig heeft afgehaald, treedt die ander voor de toepassing van deze schadeloosstelling in plaats van de rechthebbende die het voertuig heeft afgehaald.
Indien aantoonbaar is dat tijdens de overbrenging en bewaring schade aan het voertuig is toegebracht, is het wegsleepbedrijf gehouden deze schade te vergoeden.
Het is belangrijk te weten wanneer er een aanvang is gemaakt met het bewaren van een voertuig. Aan het bewaren van een voertuig zijn vaak (verhaalbare) bewaarkosten verbonden. Het tijdstip van bewaren gaat, na het wegslepen van een voertuig in, op het moment dat het voertuig van het wegsleepvoertuig is losgekoppeld op de plaats van bewaring.
Het bewaren geschiedt op de daarvoor bestemde plaats. Deze plaats staat in de wegsleepverordening beschreven (Ambachtsweg 4b te Rhoon). Het beleid dient erop gericht te zijn de bewaartijd van voertuigen op de aangewezen bewaarplaats te beperken.
Het wegsleepbedrijf draagt er zorg voor dat het voertuig op de juiste wijze wordt ingeschreven in het bewaringsregister. Daarbij dienen de omstandigheden die verwijdering noodzakelijk maakten te worden vermeld. Tevens dient in het bewaringsregister te worden vermeld onder welke voorwaarde(n) het betreffende voertuig mag worden teruggegeven.
Van het in bewaring stellen (en wegslepen) maakt het wegsleepbedrijf een takelkaart op.
Indien betreffende het feit waardoor het voertuig in bewaring is gesteld proces-verbaal wordt opgemaakt, moet daarin de melding van de inbewaringstelling (en wegslepen) worden vermeld. In sommige gevallen dient binnen een bepaalde tijd het proces-verbaal te worden opgemaakt.
Het voertuig is nu overgedragen aan de bewaarder, in casus het wegsleepbedrijf als gemandateerde van het college van burgemeester en wethouders. Indien in het bewaringsregister geen voorwaarden tot teruggave zijn vermeld, zal het voertuig zo spoedig mogelijk aan de eigenaar/ houder of gemachtigde worden teruggegeven. Indien een weggesleept voertuig met onjuiste of onvolledige informatie in het bewaringsregister is ingeschreven, blijft dit de verantwoordelijkheid van het wegsleepbedrijf.
Voordat een voertuig kan worden teruggegeven dienen alle kosten betaald te zijn. Deze betaling geschiedt bij de bewaarder. Een betalingsregeling is niet mogelijk. De betaling van de kosten kan niet geschorst worden, omdat iemand het niet eens is met de reden van wegslepen. Wel kunnen in bepaalde omstandigheden geen kosten verschuldigd zijn.
Teruggave van een voertuig kan slechts aan degene die aantoont dat hij/zij of eigenaar, houder of gemachtigde (huurder, lener, leaser of pandhouder) is van het voertuig. De wijze van legitimatie c.q. machtiging dient in het bewaringsregister vermeld te worden (art. 170 lid 5).
4.3. Teruggave weggesleept voertuig
Een weggesleept en in bewaring gesteld voertuig wordt teruggegeven aan de rechthebbende.
Van de eigenaar of houder mag worden verwacht dan hij/zij aantoont dat hij/zij deze hoedanigheid bezit. Het voertuig mag slechts worden afgegeven indien alle kosten van de overbrenging en in bewaring nemen zijn betaald.
Een voertuig dat op grond van de wegsleepregeling is weggesleept en in bewaring is gesteld moet worden teruggegeven, indien de kosten zijn betaald! Bij het afhalen verstrekt het wegsleepbedrijf een bewijs van afhalen. Dit dient tevens als vrijwaringbewijs voor het wegsleepbedrijf jegens degene wiens voertuig is weggesleept.
4.4. Niet afgehaalde voertuigen
Wordt een voertuig niet binnen 48 uur afgehaald, dan laat de bewaarder, in casus het wegsleepbedrijf als gemandateerde namens het college van burgemeester en wethouders, een onderzoek instellen naar de eigenaar/houder van het voertuig. Zodra die bekend is, stuurt het wegsleepbedrijf aan de verantwoordelijke persoon binnen 7 dagen, per aangetekende brief een kennisgeving. In deze kennisgeving dient de gepleegde overtreding en het in bewaring nemen van het voertuig te worden vermeld, evenals de voorwaarden waaraan voldaan moet worden om het voertuig terug te krijgen.
Na een bewaartijd van 7 dagen kan het voertuig, in opdracht van de bewaarder, worden overgebracht naar een andere bewaarplaats. De kosten van dit transport maken deel uit van de kosten van bewaring. De rechthebbende wordt conform artikel 5:30 Awb over deze verplaatsing geïnformeerd.
Het gemandateerde wegsleepbedrijf is bevoegd, indien:
De bewaarder draagt namens de burgemeester en wethouders zorg voor de bewaring en eventuele verkoop van het voertuig en is bevoegd daarvoor alle handelingen (inclusief het inschakelen van een taxateur) te verrichten.
4.5. Betaling kosten wegslepen, bewaren en verkoop bij voertuig met lage taxatiewaarde
Indien de totale kosten van het wegslepen, bewaren en verkopen de getaxeerde verkoopwaarde c.q. sloopwaarde van het betreffende voertuig overtreffen, vergoedt de gemeente het verschil tussen de opbrengst van het voertuig en de genoemde totale kosten aan het wegsleepbedrijf.
5.1. Inschrijven in bewaringsregister
Door het college van burgemeester en wethouders wordt de directeur van het wegsleepbedrijf als bewaarder aangewezen, die het register beheert.
Elk voertuig dat op de bewaarplaats wordt gebracht (ook indien het niet is weggesleept) wordt ingeschreven in het bewaringsregister.
In het bewaringsregister worden zo spoedig mogelijk na de inbewaringstelling de volgende gegevens opgenomen:
Ingeval van verkoop de opbrengst van die verkoop, de naam en het adres van de koper, het eventuele batig saldo van die verkoop, de naam en het adres van degene aan wie het eventuele batig saldo is uitgekeerd, evenals gegevens waaruit blijkt dat deze tot het in ontvangst nemen van dat eventuele batig saldo gerechtigd was;
Indien restitutie wordt verleend:
De gegevens blijven in het bewaringsregister opgenomen gedurende vijf jaar na de laatste dag van het kalenderjaar waarin de bewaarder het voertuig heeft teruggegeven, verkocht, om niet aan een derde in eigendom overgedragen dan wel vernietigd.
Het college van burgemeester en wethouders verstrekt aan belanghebbenden desgevraagd gegevens uit het bewaringsregister. Hierbij wordt de AVG in acht genomen.
Het college van burgemeester en wethouders mandateert de bevoegdheid tot het bewaren aan de directeur van het wegsleepbedrijf. Deze persoon vervult dan namens het college de functie van “bewaarder”. De bewaarder beheert het bewaringsregister en ziet erop toe dat de wettelijke termijnen niet worden overschreden. Hij geeft uitvoering aan die werkzaamheden die in de regelingen, genoemd in deze uitvoeringsregeling, aan de bewaarder zijn toebedeeld. Daarnaast doet hij al het nodige om een goede en verantwoordelijke bewaring en eventuele verkoop van voertuigen te verzekeren. Hiertoe behoren in ieder geval:
6. Besluit tot toepassing bestuursdwang
Een beslissing tot toepassing van bestuursdwang, dat wil in dit geval zeggen het toepassen van de wegsleepregeling als bedoeld in artikel 170, lid 1, WVW 1994, wordt op schrift gesteld. Deze schriftelijke beslissing is een beschikking (art. 5:24, lid 1 Awb). Ingevolge het tweede lid van artikel 5:24 Awb moet de beschikking vermelden welk voorschrift is of wordt overtreden.
Elke beschikking is een besluit, waartegen op grond van het bepaalde in de artikelen 8:1 en 7:1 Awb bezwaar en beroep openstaat. In het “Besluit tot toepassing bestuursdwang”, dat (via de zogenaamde ‘mini’), wordt bekendgemaakt aan de rechthebbende staat vermeld dat iedere belanghebbende tegen het genomen besluit bezwaar kan maken. Tevens vermeldt het besluit aan welke voorwaarden het bezwaarschrift moet voldoen. De beschikking wordt door de gemeente toegestuurd naar de overtreder.
6.2. Bezwaar- en beroepsmogelijkheid
De rechthebbende kan zijn bezwaren tegen het toepassen van de bestuursdwang - in casus de wegsleepregeling op grond van artikel 170, lid 1, WVW 1994 - voorleggen aan het college van burgemeester en wethouders van de gemeente waar de betrokken overtreding is begaan. Tegen een afwijzende beschikking van het college staat beroep open op de rechtbank met de mogelijkheid van hoger beroep op de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
In de Wegenverkeerswet 1994 - Wegsleepregeling zijn vier wegsleepregelingen beschreven, die geen bestuursdwang zijn. In die gevallen is geen bezwaar en beroep mogelijk op grond van de Algemene wet bestuursrecht.
Wel heeft de rechthebbende dan de mogelijkheid om een klacht in te dienen tegen het bestuursorgaan ingevolge de Algemene wet bestuursrecht.
Daarnaast hebben burgemeester en wethouders deze wegsleepregeling ook van toepassing verklaard op de uitvoering van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV). Op deze manier zijn deze uitvoeringsregeling en de tarieven uit de Wegsleepverordening ook van toepassing op bijvoorbeeld het wegslepen van en autowrakken, caravans, aanhangwagens, e.d. (artikel 5.1.4 en 5.1.5 APV). Daarvoor is een afzonderlijk besluit tot toepassing van bestuursdwang dat in voorkomende gevallen en mits toepasbaar, op de betreffende situatie, gebruikt kan worden.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2022-365966.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.