Gemeenteblad van Horst aan de Maas
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Horst aan de Maas | Gemeenteblad 2022, 34678 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Horst aan de Maas | Gemeenteblad 2022, 34678 | beleidsregel |
Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning gemeente Horst aan de Maas 2022
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Horst aan de Maas;
gelet op de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Horst aan de Maas en artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;
BELEIDSREGELS MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE HORST AAN DE MAAS 2022
Artikel 3. Onafhankelijke cliëntondersteuning
De cliënt (en diens mantelzorger) worden voor het onderzoek gewezen op de mogelijkheid van het gebruik van kosteloze onafhankelijke cliëntondersteuning. De onafhankelijke cliëntondersteuner voert niet het onderzoek uit.
Artikel 4. Onderzoek (Vraagverheldering)
In de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Horst aan de Maas zijn de richtlijnen en vereisten voor het onderzoek vastgelegd. Bij het onderzoek wordt er uitgegaan wat de cliënt zelf nog kan (eigen kracht), zo nodig met gebruikelijke hulp, hulp van zijn sociaal netwerk, mantelzorg, algemeen gebruikelijke voorzieningen, algemene voorzieningen dan wel voorliggende voorzieningen. Mocht dit alles niet leiden tot compensatie van de beperkingen in de zelfredzaamheid of participatie dan wordt beoordeeld in hoeverre een maatwerkvoorziening een passende bijdrage kan leveren.
Artikel 5. Beslissing en beschikking
Na het onderzoek kan de cliënt een aanvraag indienen: het ondertekende leefzorgplan dient als aanvraag voor een maatwerkvoorziening. Op deze aanvraag ontvangt de cliënt binnen 2 weken na het indienen van de aanvraag een beslissing middels een beschikking. Indien deze termijn overschreden lijkt te worden, zal op grond van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) de cliënt schriftelijk worden geïnformeerd over een verlenging van deze termijn met maximaal 8 weken.
Hoofdstuk 3 Algemene- en maatwerkvoorzieningen
Er wordt geen maatwerkvoorziening verstrekt als er sprake is van gebruikelijke hulp. Voor de criteria van gebruikelijke hulp wordt verwezen naar het ‘CIZ protocol gebruikelijke zorg’.
Artikel 7. Algemeen gebruikelijke voorzieningen
Er wordt geen maatwerkvoorziening verstrekt als er sprake is van een algemeen gebruikelijke voorziening. Een voorziening kan als algemeen gebruikelijk worden aangemerkt als deze:
Artikel 8. Resultaatgericht werken
Voorzieningen van de Wmo onder artikel 9 t/m artikel 14 worden resultaatgericht geïndiceerd. Het college bepaalt samen met de cliënt welke doelen en resultaten behaald moeten worden (het “wat”). Dit wordt vastgelegd in het leefzorgplan. De aanbieder bepaalt, in samenspraak met de cliënt, hoe dat resultaat bereikt gaat worden (het “hoe”). Dit wordt vastgelegd in het plan van aanpak. Dit leidt tot meer flexibiliteit in de te bieden ondersteuning, maatwerk (er wordt optimaal aangesloten bij de ondersteuningsbehoefte op elk moment) en geeft ruimte aan de professional. Om duidelijkheid en transparantie te geven en zo veel mogelijk rechtszekerheid aan cliënten te bieden, worden de doelen en resultaten in dit hoofdstuk beschreven.
Artikel 9. Traject 1A: volwassenen met een complexe en meervoudige ondersteuningsvraag
Traject 1A kent als enige een onderverdeling in twee delen: traject 1A1 en traject 1A2. De doelgroep is voor beide trajecten gelijk, maar traject 1A1 betreft de begeleiding en traject 1A2 de dagbesteding.
Doelgroep: volwassenen die vanwege psychische of psychosociale problemen niet in staat zijn, op eigen kracht, met gebruikelijke hulp, met mantelzorg, met hulp van hun sociale netwerk of gebruikmakend van voorliggende voorzieningen, zich te handhaven in de samenleving. Er is bij deze doelgroep sprake van perspectief op vergroten van de zelfstandigheid.
Artikel 10. Traject 1B: volwassenen met een kortdurende en enkelvoudige ondersteuningsvraag
Doelgroep: volwassenen met (enkelvoudige) problematiek waarbij de focus ligt op het herstellen van en/of vergroten van de zelfredzaamheid. De ondersteuning is ter bevordering van één of meerdere levensdomeinen. De cliënt is in beginsel zelfstandig/zelfredzaam en door een incident heeft de cliënt tijdelijke ondersteuning nodig. De ondersteuning kent een afgebakende periode met een duidelijke start en eindmoment. De ondersteuning is op maat, passend bij de behoefte en mogelijkheden van de cliënt en gericht op het effectief en efficiënt te bereiken resultaat. Eindresultaat is dat de cliënt zelfstandig (weer) verder kan. Er is dan geen professionele ondersteuning meer nodig.
Artikel 11. Traject 2A: volwassenen met een langdurige ondersteuningsvraag
Doelgroep: volwassenen die door de aard van hun beperking of vraagstukken, langdurig minimale ‘professionele’ ondersteuning nodig hebben op één of meerdere levensdomeinen. Ondersteuning is gericht op het stabiel krijgen en houden van de situatie in de eigen woonomgeving. In de praktijk kan tijdelijk geen ondersteuningsbehoefte zijn, een intensievere, ondersteuningsbehoefte of juist een beperktere ondersteuningsbehoefte (waakvlamcontact). Inzet van ondersteuning is sterk onderhevig aan de behoefte van de volwassene. Aanleren is in de meeste situaties niet meer mogelijk. Vaker is sprake van het overnemen van taken.
Artikel 12. Traject 2B: volwassenen met ouderdom gerelateerde beperkingen
Doelgroep: cliënten met ouderdom gerelateerde klachten waarvan de ondersteuning is gericht op stabilisatie van de situatie thuis. Doelstelling is deze cliënten zo lang als mogelijk verantwoord en zelfstandig thuis te laten wonen. Het betreft veelal ouderen boven de 75 jaar. Het gaat daarbij om de volgende problematieken: psycho-geriatrisch en/of somatisch.
Artikel 13. Traject 3A: hulp in het huishouden
Doelgroep: dit traject richt zich op het product hulp in het huishouden. Hulp in huishouden wordt het meest ingezet bij de cliënt met ouderdom gerelateerde klachten (traject 2B) maar kan ook bij cliënten met andere beperkingen en/of in combinatie met andere trajecten worden ingezet. Hulp in huishouden is vaak het eerste product vanuit de Wmo dat ingezet wordt en de eerste vorm van ondersteuning achter de voordeur.
Artikel 14. Vervoer maatwerkvoorziening dagbesteding
Wanneer een cliënt niet in staat is om op eigen kracht naar de dagbesteding/ondersteuning buitenhuis te komen, kan een maatwerkvoorziening in de vorm van georganiseerd vervoer naar de zorgaanbieder. Een maatwerkvoorziening voor vervoer wordt alleen afgegeven indien de cliënt niet zelfstandig, met behulp van het sociaal netwerk of voorliggende voorzieningen naar de dagbesteding kan komen.
Doelgroep: logeren is een vorm van respijtzorg die zich richt op het tijdelijk bieden van dag- en nachtopvang ter ontlasting van de mantelzorger. Hierbij wordt door de logeeraanbieder de ondersteuning aangeboden die in de thuissituatie door de mantelzorger wordt verricht. Logeren wordt het meest ingezet bij de cliënt met ouderdom gerelateerde klachten (traject 2B) maar kan ook bij cliënten met andere beperkingen en/of in combinatie met andere trajecten worden ingezet.
Artikel 17. Ondersteuning bij vervoer
Wanneer een cliënt niet in staat is om gebruik te maken van eigen vervoer, vervoer vanuit netwerk, algemene en voorliggende voorzieningen (zoals een fiets of openbaar vervoer) of vrijwillige vervoersinitiatieven (zoals wensbus of automaatje), kan een maatwerkvoorziening verstrekt worden in de vorm van collectief vervoer. Hiermee kan tegen een gereduceerd tarief gereisd worden. Er moet voldaan worden aan de volgende voorwaarden:
3.4 Woningaanpassingen en hulpmiddelen
Artikel 18. Woningaanpassingen en woonvoorzieningen
Algemeen gebruikelijke voorzieningen zoals verhoogde toiletten, beugels, douchstoeltjes en –krukjes, thermostaatkranen e.d. (niet limitatief) vallen niet onder de noemer maatwerkvoorziening.
Hoofdstuk 4 Persoonsgebonden budget
Om een pgb te beheren moet de budgethouder pgb-vaardig zijn. De bekwaamheid van de budgethouder wordt door de gemeente getoetst volgens de 10-punten pgb-vaardigheden van het ministerie van VWS. De budgethouder moet voldoen aan onderstaande lijst met 10 punten:
Door het opstellen van een budgetplan wordt de cliënt gestimuleerd na te denken over zijn zorgvraag, deze uit te werken en te concretiseren, en tevens de resultaten/doelen en daarmee de kwaliteit van de zorg te evalueren. De gemeente beoordeelt samen met de cliënt of dit plan voldoet.
Een maatwerkvoorziening in de vorm van een pgb wordt alleen verstrekt indien gemotiveerd wordt vastgelegd:
Artikel 23. Pgb maatwerkvoorzieningen
De manier waarop de hoogte van het pgb wordt bepaald is vastgelegd in de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Horst aan de Maas.
Het pgb tarief voor de maatwerkvoorzieningen Wmo uit artikel 9 t/m 15 is niet hoger dan het maximale tarief van de maatwerkvoorziening in natura zoals vastgesteld in regionaal afgesloten raamovereenkomsten met aanbieders.
Artikel 25. Pgb voor inzetten sociaal netwerk
Het pgb uurtarief voor het inzetten van het sociaal netwerk is gelijk aan het wettelijk minimumloon zoals dat geldt op het moment van de pgb verstrekking. Bij een wijziging van het wettelijk minimumloon, wijzigt het pgb tarief. De budgethouder past de zorgovereenkomst tussen de budgethouder en zorgverlener aan.
Voor gezinnen waarbij voor meerdere gezinsleden een pgb wordt aangevraagd, wordt het aantal uren dat bij Zorg in natura zou worden toegekend niet automatisch bij elkaar opgeteld. Bij de vaststelling van het aantal uren wordt rekening gehouden met taken die binnen het gezin voor meerdere gezinsleden tegelijkertijd kunnen worden uitgevoerd. Uit onderzoek moet blijken welke taken en hoeveel uren tegelijkertijd voor meerdere gezinsleden kunnen worden uitgevoerd.
Hoofdstuk 6 Ondersteuning en waardering mantelzorgers
Artikel 29. Ondersteuning en waardering mantelzorgers
De gemeente kan een mantelzorger van een zorgvrager die in Horst aan de Maas woont, ondersteunen indien alle of een van onderstaande punten aan de orde zijn:
Vormen van ondersteuning en waardering kunnen o.a. zijn:
Artikel 31. Pré-mantelzorgwoning
Indien u op dit moment nog geen zorg nodig heeft, maar in de toekomst wel, zijn er mogelijkheden om een pré-mantelzorgwoning bij uw huis te plaatsen. Voor de voorwaarden voor de pré-mantelzorgwoning wordt verwezen naar de ‘Beleidsregel pré-mantelzorgwoningen Horst aan de Maas’.
Hoofdstuk 7 Overige bepalingen
Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de cliënt afwijken van de bepalingen in deze beleidsregels, indien toepassing van deze beleidsregels tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.
Deze beleidsregels treden in werking op de dag na die van de bekendmaking en werken terug tot en met 1 januari 2022.
Op beschikkingen die zijn afgegeven vóór 1 januari 2022 zijn de ‘Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning gemeente Horst aan de Maas’, zoals vastgesteld door het college op 25 april 2017, van toepassing.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2022-34678.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.