Gemeenteblad van Leiden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Leiden | Gemeenteblad 2022, 344599 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Leiden | Gemeenteblad 2022, 344599 | beleidsregel |
Vaststelling Beeldkwaliteitsplan De Premier en wijzigen Welstandsnota Leiden 2020
De Welstandsnota Leiden 2020 als volgt te wijzigen:
In hoofdstuk 2 Ruimtelijk beleid onder het kopje ‘Beeldkwaliteitsplannen’ tussen alinea over Beeldkwaliteitsplan Tuinstadwijk en het kopje ‘Overig beleid’ toe te voegen:
Beeldkwaliteitsplan De Premier
H et beeldkwaliteitsplan (opgenomen als bijlage 5 bij de welstandsnota) geeft de richtlijnen voor de beoordeling van het bouwplan op deze locatie. Uitgangspunt is het realiseren van een verticaal bos voor de stad Leiden. De uitstraling is stoer, stedelijk en groen met:
vergroeningsmaatregelen worden geïntegreerd in de architectuur van het gebouw. Het gebouw met hoogbouw heeft een alzijdige uitstraling met een stedelijke plint die de relatie legt tussen binnen en buiten. De beeldkwaliteitseisen komen deels overeen met criteria in de gebiedsvisie Telderskade en de gebiedsvisie Roosevelt West. Alle drie deze ontwikkelingen vallen in het centrumgebied van Leiden Zuidwest, zoals bepaald in het Ontwikkelperspectief Leiden Zuidwest.
De wijziging van de Welstandsnota in werking te laten treden met ingang van de dag na de bekendmaking van dit besluit in het Gemeenteblad op www.officielebekendmakingen.nl.
Gedaan in de openbare raadsvergadering van 7 juli 2022,
de Griffier,
dhr. G.F.C. Van Leiden
de Voorzitter,
drs. H.J.J. Lenferink
Bijlage 5 De Premier: Vijf Meilaan 210 Beeldkwaliteitsplan
Luchtfoto 2020 met projectlocatie
Kaart Ontwikkelgebieden uit Ontwikkelperspectief Leiden Zuidwest (2019), waarbij de projectlocatie onderdeel is geworden van het Centrumgebied Zuidwest.
Kaart met deelgebieden uit de Welstandsnota (2016), waar de projectlocatie onderdeel is van deelgebied 10.C: Gasthuiswijk, Fortuinwijk, Boshuizen.
Het project voor de herontwikkeling van de mboRijnlandlocatie op de Vijf Meilaan 210 is een initiatief van derden en past binnen de verstede- lijkingsopgave. In de Nota van Uitgangspunten wordt uitgegaan van een alzijdig woongebouw met 28.500 - 39.500 m2 bvo met extra aandacht voor functies met uitstraling op de begane grond. In het plan is een toren voorzien van maximaal 70 meter hoog. Het is een relatief grootschalig project op een zichtbare plek in een dynamisch stedelijk gebied.
Met het vaststellen van het Ontwikkelperspectief Leiden Zuidwest is deze locatie onderdeel geworden van het Centrumgebied Zuidwest. De gemeente heeft met het Ontwikkelperspectief dit centrumgebied Zuidwest aangewezen als ontwikkelgebied. In het ontwikkelperspectief zijn voor de ontwikkelingen ook ambities opgenomen. De ambitie is om voor dit deel van de wijk te komen tot een duurzaam dynamisch stedelijk gebied met nieuwbouw in een hoge dichtheid en een hoogwaardige openbare ruimte. Het ontwikkelperspectief vraagt daarbij extra aandacht voor de herkenbaarheid van de plek, duurzaamheid, gezondheid, sociale betekenis en de verbondenheid met de rest van de stad, De hogere ambities en grootschalige nieuwbouwontwikkelingen vragen ook ook meer van de beeldkwaliteit van de gebouwen. Zowel de indeling van deze locatie bij het centrumgebied Zuidwest als de nieuwe ambities zorgen ervoor dat de Welstandsnota voor deze ontwikkeling niet langer toereikend is. Daarom zal dit Beeldkwaliteitsplan als projectgericht toetsingskader dienen.
Het Beeldkwaliteitsplan is het instrument voor kwaliteitsbewaking van het ruimtelijk beeld. Het beschrijft in essentie de gewenste ruimtelijke en architectonische beeldkwaliteit. Het Beeldkwaliteitsplan is gericht op een consistente inrichting en samenhang tussen de bebouwde en onbebouwde omgeving. In de ontwerp- en realisatie fase dient dit Beeldkwaliteitsplan als toetsings- kader. Zowel de interne supervisor van de afdeling stedenbouw (binnen het Cluster Stedelijke Ontwikkeling) als de Welstandscommissie zullen het beeldkwaliteitsplan gebruiken om ontwerpen te beoordelen. Het document dient tevens als inspiratie voor de architect en de ontwikkelaar bij de uitwerking van bouwplannen.
Plek in de stad: in het centrum van Zuidwest, op het kruispunt Churchilllaan en Vijf Meilaan
De wijk Leiden Zuidwest heeft twee assen: de Churchilllaan van noord naar zuid en de Vijf Meilaan van oost naar west. De locatie ligt aan het kruispunt van deze centrale assen. De locatie ligt centraal in het centrum van Zuidwest tegen- over het wijkwinkelcentrum De Luifelbaan. De Churchilllaan is onderdeel van het doorgaande wegennetwerk en is verbonden met de snel- wegen A4 en A44. De Vijf Meilaan verbindt de locatie zowel met het treinstation De Vink als de historische binnenstad van Leiden. De locatie is een centrale locatie in de wijk en zichtbaar voor het doorgaande verkeer.
Vanaf de jaren ’50 is grootschalig gebouwd aan Leiden Zuidwest. Zuidwest is een naoorlogse wijk met een grote diversiteit aan bebouwing, functies en bewoners. Het ‘moderne’ uitbreidingsplan uit 1959 is vandaag de dag nog goed te herkennen: een doorgaande ruimte met daarin losstaande rijtjes eengezinswoningen en appartementen. “Licht, lucht en ruimte” was destijds het mantra: wonen met zonlicht in de kamer en uitzicht op het groen. De opzet was rationeel met rechte lijnen en gebouwen als rechthoekige blokken. Wonen, werken en verkeer zijn in oorsprong van elkaar gescheiden. Voorzieningen zijn voor de wijk in zijn geheel gepland.
Zuidwest kenmerkt zich als wederopbouwwijk door losse volumes (blokken) in de open ruimte in een orthogonale opzet. Die losse volumes hebben een karakteristieke vorm.
Ze bestaan uit eenvoudige rechthoekige volumes of een samenstel daarvan. In oorsprong bestond de blokkendoos van Zuidwest uit rijtjes en schijven. Deze waren altijd breder dan hoog en gaven altijd richting. De blokken stonden in een compositie die zorgt voor dynamiek en afwisseling. Later zijn aan deze blokkendoos ook torens en vierkante blokken toegevoegd. Hoogbouw werd ingezet voor afwisseling, accenten, oriëntatie, markeringen of scheidingen. Aan de westzijde van de Churchilllaan is met schijven een wand gecreëerd. Het bedrijventerrein kenmerkt zich door liggende aan elkaar geschakelde schijven. De blokken in de blokkendoos Zuidwest zijn in de basis eenvoudig, hoekig en stoer.
In het centrum van Leiden Zuidwest staat het hoogste woongebouw van Leiden met 72,5 meter hoogte. Eerder is in het begin van de jaren `70 ook in Zuidwest het hoogste woongebouw gebouwd. Dat staat er nog steeds en is 32 meter hoog. Aan de randen van de buurten in Zuidwest en als markeringen van kruisingen aan die randen, komt hoogbouw in Zuidwest voor. In het wederopbouwplan van Zuidwest zijn geen torens opgenomen met een verticale oriëntatie. Waar toen toch hoogbouw is gerealiseerd is hetzelfde uitgangspunt genomen als voor gebouwen met een bijzondere functie, namelijk het schakelen en componeren van eenvoudige blokken.
Afbeeldingen vorige pagina: Foto’s van hoogbouw in Zuidwest met als uitgangspunt het combineren van eenvoudige rechthoekige blokken. (1) hoogste woongebouw jaren ‘70 aan Vijf Meilaan (2) hoogste gebouw van Leiden aan Churchilllaan (3) Vlietland College als voorbeeld van een bijzondere functie met schakeling blokken (4) Zuydtwijck aan Cornelis Schuytlaan (5) Apollotoren aan Apollollaan/Voor- schoterweg (6) Compositie van drie flats aan de Jacob van Campenlaan / Voorschoterweg.
Afbeelding rechts: Analyse van de type gebouwen in Leiden Zuidwest “Blokkendoos van Zuidwest”.
Hier staat een weergave van pagina 139 van de Welstandsnota uit 2016. Met groen is aangegeven welke onderdelen relevant blijven. zijn voor de geplande nieuwbouw.
Dit hoofdstuk beschrijft het bestaande beleidskader voor deze ontwikkeling. Daarbij is aandacht voor het Ontwikkelpersepctief Zuidwest, de Wel- standsnota, de vastgestelde Nota van Uitgangs- punten en de besluiten die de gemeentteraad daarbij heeft genomen.
3.1 Ontwikkelperspectief Zuidwest Het Ontwikkelperspectief Zuidwest is de lange termijn visie voor het verder ontwikkellen van Lei- den Zuidwest. De belangrijkste ontwikkelopgaven voor Leiden Zuidwest zijn:
De projectlocatie is onderdeel van het ontwikkel- gebied Centrum Zuidwest. De ambitie is dat dit gebied toegroeit naar:
Als specifieke aandachtspunten voor deze locatie staan vermeld:
Reeds is toegelicht dat de welstandsnota uit 2016 niet voldoet voor deze ontwikkeling. Dat hangt samen met de nieuwe ambities en ontwikkel- gebieden die zijn geïntroduceerd met het Ont- wikkelperspectief Leiden Zuidwest. Toch zal de nieuwbouw zich ook moeten verhouden tot de Fortuinwijk. In de Welstandsnota van Leiden uit 2016 zijn de toetsingscriteria vastgelegd waarop bouwplannen door Welstand worden beoor- deeld. De planlocatie ligt in gebied 10 Zuidwest en daarbinnen in deelgebied 10.C. Op de pagina hiervoor is de betreffende bladzijde uit de Wel- standsnota weergegeven. Met groen is aange- geven welke onderdelen relevantie hebben voor deze ontwikkeling.
Het eerste punt “gebouwen maken deel uitvan een stedenbouwkundig patroon” is nu niet relevant, omdat het gebouw geen onderdeel is van een stempelstructuur, die elders veel in het deelgebied 10.C te vinden zijn. Wel dient het gebouw mee te doen in de onderliggende structuur, waarin twee richtingen aanwezig zijn en een relatie aan te gaan met de aanwezige patronen en composite in de omgeving.
Voor deze ontwikkeling heeft de gemeenteraad een Nota van Uitgangspunten vastgesteld. Hierin staan de randvoorwaarden en ambities voor de ontwikkeling. In dit geval is de nota van uitgangs- punten geschreven aan de hand van een massa- studie met drie modellen. De modellen 2 en 3
zijn als geschikt aangemerkt voor mogelijke verdere uitwerking. De inhoud van de NvU overlapt met de uitgangspunten in het Ontwikkelperspectief. Het gaat om de volgende uitgangspunten:
Het gebouw dient in de beleving bij te dragen aan het centrum van Zuidwest. Hiervoor is de uitstraling van de architectuur belangrijk. Dat geldt voor de beleving op straatniveau (eyeline) en in de lucht (skyline). Het gaat daarbij om de relatie tussen het nieuwe hoogteaccent en de bestaande hoogbouw en om de uitstraling van een nieuw hoogteaccent op straatniveau. Om de impact op het beeld te beperken is het uitgangspunt het realiseren van een ‘slanke lichte toren’.
Het beroemde Bosco Verticale in Milaan.
De gemeenteraad heeft de Nota van Uitgangs- punten vastgesteld en daarbij ondermeer het amendement Verticaal bos en vergroeningsplan aangenomen. Ook voor het onderdeel parkeren is de ambitie versterkt. In het raadsbesluit bij de NvU is het volgende opgenomen dat relevant is voor de beeldkwaliteit:
parkeren ondergronds (bij voorkeur) of inpandig, op eigen terrein op een kwalitatief hoogwaardige manier en uit het zicht van het openbaar gebied.
[…] Vergroening zal in de vorm van bijvoorbeeld groene daken en/of geveltuinen zijn. De toren wordt uitgevoerd als verticaal bos. Een vergroeningsplan maakt onderdeel uit van de verdere uitwerking. Een netto toename van hoeveel- heid groen en het toevoegen van hoogwaardig groen op en rond deze locatie is een integraal onderdeel van de potentiële bouwplannen en onderdeel van het participatieproces. […] Ge- streefd wordt om bij de nieuwe inrichting 100% waterberging op eigen perceel/openbare ruimte te realiseren, zodat riolen niet onnodig worden belast en piekbuien opgevangen kunnen worden.
Voor de vormgeving van het hoogteaccent zijn er meerdere ambities. Zo is er de ambitie om de toren slank en licht te maken, een program- matische ambitie voor het project om 28.500 tot 39.500 m2 bvo te realiseren en de ambitie om de toren uit te voeren als verticaal bos.
Om de ontwikkeling eenduidig te kunnen be- oordelen, worden in dit beeldkwaliteitsplan deze ambities geabstraheerd. Meest belangrijk is dat het gebouw - inclusief hoogteaccent - een groen icoon wordt voor de stad Leiden.
Dit project is onderdeel van het ontwikkelgebied Centrumgebied Zuidwest, net zoals de gebiedsontwikkeling Telderskade en de gebiedsontwikkeling Roosevelt West.
De gemeente heeft in de gebiedsvisies Telderskade en Roosevelt West reeds criteria voor de beeldkwaliteit opgenomen. De criteria in het volgende hoofdstuk komen voor een groot deel overeen met de criteria in die gebiedsontwikkelingen. Op deze wijze ontstaat er samenhang in de uitstraling van het Centrumgebied Zuidwest als geheel. Uniek voor dit project is de ambitie een groen icoon te realiseren.
Betekenis voor lokale fauna en flora
Ruime en transparante plint voor stedelijke kwaliteit op maaiveld
4.1 Sfeer: stoer, stedelijk en groen
De algemene sfeer die voor het centrumgebied Zuidwest wordt nagestreefd is: Stoer, Stedelijk en Groen. Voor dit project geldt deze ambitie van stoer, stedelijk en groen in extremo. Met de positie direct aan het assenkruis van de wijk, aan de Churchilllaan als stadsboulevard en aan het groene deel van de Vijf Meilaan zijn alle ingrediënten in de omgeving daarvoor aanwezig. Tel daarbij de ambitie op om een groen icoon te realiseren met een stevig volume inclusief hoogteaccent. Het project moet een ambassadeur worden voor Leiden Zuidwest: heldere grote stoere rechthoekige vormen, een levendige bijdrage op straatniveau en een groen gebouw dat bijdraagt aan een gezond woonmilieu en dit ook naar buiten uitdraagt.
De ontwikkeling levert een groen icoon op voor Leiden. Het ontwerp heeft een herkenbaar integraal groen concept en draagt dit uit als voorbeeld voor andere ontwikkelingen. Bij dit integraal concept gaat het om een samenspel tussen het gebouw en de omgeving. Daarbij worden daken, gevels en buitenruimte betrokken. Ook houdt het concept rekening met de lokale natuur. Het sluit via groene routes aan op de groene structuren in de directe omgeving. Zo draagt het gebouw ook maximaal bij aan de lokale ecologie.
De uitwerking van dit concept vindt plaats aan de hand van een vergroeningsplan. Het vergroeningsplan wordt gebruikt om het groene concept voor het gebouw zinvol uit te werken in een helder en functioneel ontwerp.
Het vergroeningsplan bevat maatregelen, die worden geïntegreerd in de architectuur van het gebouw. Zo moet groen aan de gevel onderdeel zijn van het gevelontwerp met groen geïntegreerd in het ontwerp van gevelbanden, balkons, klim- en hangconstructies.
Het groene icoon draagt maximaal bij aan de lokale ecologie door routes te realiseren voor die- ren en insecten, die aansluiten bij het bestaande ecosysteem.
Voor het ontwerp van de openbare ruimte geldt dat de TACOR het toetsend orgaan is binnen de gemeente (Technische AdviesComissie Openbare Ruimte). Hun toetsingskader is het Handboek openbare ruimte Leiden. Afwijken van het handboek is mogelijk als deze passen bij mogelijke afwijkingen bij de klimaatadaptieve herinrichting en rioleringsvervanging, die de komende jaren plaatsvinden in de Gasthuiswijk.
De buitenruimte dient een hoogwaardige inrichting te krijgen. Gezien de druk op maaiveldniveau en de hoge dichtheid is het essentieel dat de openbare ruimte voldoende krachtig is en niet verrommelt. Dit betekent dat de openbare ruimte obstakelvrij wordt ingericht: (fiets)parkeren en nutsvoorzieningen komen op eigen kavel, uit het zicht van de openbare ruimte. Fietsparkeren voor bezoekers mag in het zicht van de openbare ruimte worden gerealiseerd.
Overgang gebouw en buitenruimte
Onderdeel van de stedelijkheid is een relatie tussen wat er binnen het gebouw gebeurt en wat er zich buiten op straat afspeelt. Elk gebouw dient een overgangszone tussen het gebouw en de straat te hebben, hoe beperkt ook. Bij een te harde scheiding tussen buiten en binnen, komt de privacy in het geding en bestaat er juist de behoefte aan afsluiting, waar openheid gewenst is. Een overgangszone maakt de scheiding tussen buiten en binnen minder hard. Aan de west- en zuidzijde kan dit door middel van een groenstrook. Elders waar minder ruimte is, kan dit bijvoorbeeld door een beperkte terugligging van de gevel op de eerste verdiepingen of door aan te sluiten bij een brede stoep. Belangrijk is dat de stoep in de straten voldoende breed is om vanaf de eerste verdieping een zichtrelatie te creëren met passanten.
Blokkendoos: rechthoekige basisvormen
Belangrijk in de stedenbouwkundige opzet zijn de compositie en de richting van eenvoudige rechthoekige schijven in een orthogonale opzet. Deze schijven zijn helder te herkennen. Ook ondergeschikte functies zijn opgenomen in deze basisvolumes. Er is zodoende geen sprake van bijgebouwen of ondergeschikte gebouwdelen.
Schijven kunnen los als één geheel worden gerealiseerd in de openbare ruimte. Een alternatief is om met verschillende blokken een ensemble te realiseren. Dit kan door blokken te stapelen, schakelen of in een compositie te realiseren op hetzelfde niveau. Bij grotere samengestelde blokken is het van belang dat er ook binnen het ensemble voldoende licht en lucht ontstaat.
Korrelgrootte en maten blokken
Nieuwbouw wordt opgebouwd uit een grove korrel. Een rij huizen is nooit een opeenvolging van individuele panden met eigen gevels.
In principe is de korrel de individuele schijf als geheel. Indien deze kleiner is om meer afwisseling op straat te creëren, is de korrelgrootte alltijd minimaal twee beukmaten.
Het meest karakteristiek in de omgeving en voor dit gebied zijn schijven van 4 verdiepingen. Waar mogelijk wordt een dergelijk blok zichtbaar. Dit kan ook door een schijf van zes verdiepingen op te bouwen uit een schijf van 4 verdiepingen en een schijf van 2 verdiepingen. De maat van twee verdiepingen sluit aan bij de rijtjeswoningen in de wijk.
Schijven zijn de basisvormen in een grid
Schijven en blokken kunnen solitair of als ensemble.
Gevelarchitectuur: blok als geheel en richting benadrukken
Bij een ensemble van blokken heeft een individueel blok een eigen herkenbare gevel, die ook de hoek wordt omgezet. De afwijking van de gevel ten opzichte van de andere delen van het ensemble kan beperkt zijn.
Uitsnijdingen uit het basisvolume zijn toegestaan, uitkragingen niet. Daarbij gelden de volgende voorwaarden:
Blokken zijn individueel herkenbaar. De architectuur per blok is over het gehele blok herkenbaar. en gaat de hoek om.
De herkenbaarheid van individuele blokken in een ensemble kan groot zijn, maar mag ook heel genuanceerd.
Uitsnijdingen zijn mogelijk, zolang ze passen bij de maat van het blok en het originele blok goed herkenbaar blijft.
De gebouwen dienen alzijdig te worden ontworpen. Dit betekent dat de gebouwen voorkanten hebben aan alle zijden. Aan deze zijden hebben de gebouwen entrees en representatieve en architectonisch uitgewerkte gevelbeelden. Hierdoor zijn nieuwe gebouwen aantrekkelijk vanuit verschillende zichtpunten. Andersom kijken mensen vanuit het gebouw uit over alle aangrenzende openbare ruimte.
Ook de hoogbouw dient alzijdig te worden ontworpen, zodat het project zich ook in de skyline aan de wijdere omgeving aantrekkelijk presenteert. De top van de hoogbouw krijgt extra aandacht, maar blijft deel uitmaken van de basisvormen van het gebouw. Technische zaken zijn aan het zicht onttrokken of geïntegreerd in de architectuur. (zoals liftschachten, klimaatinstallaties, glazenwasinstallaties en telecominstallaties). Geluidwering en buitenruimten in of aan het gebouw worden architectonisch ingepast.
Aansluiting gebouw- buitenruimte
Binnen de bouwvolumes dienen de plint en de bovenbouw herkenbaar ten opzichte van elkaar te worden ontworpen, zodat er een gevoel van menselijke schaal in een dicht bebouwd gebied ontstaat.
Hoogbouw heeft alzijdige uitstraling met extra aandacht voor de top van het gebouw. In Zuidwest geldt dat de top van het gebouw onderdeel blijft uitmaken van de basisvorm van de toren en er niet als een apart onderdeel bovenop zit.
De plint onderscheid zich van de bovenbouw
Entrees aan de straat. Woningen op de begane grond hebben eigen hoofdingang aan de straat.
Woontorens hebben een aansprekende entree die past bij de schaal van het gebouw. Een stoere entree met allure, die uitnodigt.
Een stedelijke plint moet bijdragen aan de levendigheid van de openbare ruimte en aan de relatie tussen binnen en buiten:
Bij woningen op de eerste vier verdiepingen worden ogen op straat georganiseerd. Daarbij wordt een aanleiding in het gebouw ontworpen voor bewoners om hun geveldeel te personaliseren en activeren. Het gaat om een zachte overgang van privé naar openbaar, waarbij mensen kunnen aanwijzen “dáár woon ik”. Van belang hierbij is dat er een semitransparante overgang ontstaat, waarbij bewoners voldoende privacy hebben en zich vrij voelen om zich daar te laten zien. Dit kan bijvoorbeeld door middel van een setback bij de eerste twee verdiepingen of inpandige balkons.
Ruime en transparante plint voor kwaliteit op maaiveld.
Een overgangszone op de verdieping zorgt voor ogen op straat en een interessante gevel, waarbij bewoners hun
Het daklandschap wordt mee ontworpen als 5e gevel en vormt een aantrekkelijk uitzicht voor degenen die er van bovenaf op kijken en er aan wonen. Daken van nieuwe gebouwen worden benut en dragen bij aan het groene karakter van het gebied en de klimaatadaptatie. Specifiek voor dit project geldt dat het daklandschap bijdraagt aan het gebouw als groen icoon. De uitwerking van het vergroeningsplan voor het daklandschap is onderdeel van het ontwerp van het gebouw en bestaat uit meer dan een verzameling van individuele elementen.
Zonnepanelen op daken zijn toegestaan. Deze zijn onderdeel van het ontwerp van het gebouw.
Het daklandschap wordt verbonden met de aanwezige groenstructuren in de wijk.
Installaties en techniek dienen inpandig te worden opgelost als onderdeel van een hoofdvolume. Tevens moet dit ondergebracht worden uit het zicht van openbare ruimte of subtiel in de plint worden verwerkt. Het is belangrijk dat de inpassing niet ten koste gaat van de uitstraling van de verschillende gevels.
Installaties geplaatst in openbare ruimte
Transformatorruimte passend opgelost in de gevel.
De autoparkeerfunctie moet uit het zicht van de openbare ruimte worden opgelost. Daarbij is het van belang dat de gekozen parkeeroplossing niet ten koste gaat van de uitstraling van de verschillende gevels. Dit betekent dat een garage niet aan een gevel grenst, maar wordt omzoomd met programma. In het geval van niet woon- programma is deze afstand crica 8 meter. Gezien het belang van ontmoeten en levendigheid komen de opgangen van garages bij voorkeur uit in (semi-)publieke ruimtes.
Zichtbare parkeerlaag half verdiept in de gevel.
Inrit parkeergarage integraal opgelost in plint als enige ‘bewijs’ van parkeerprogramma.
De materiaaltoepassing is gebaseerd op het principe dat het materiaal mooier wordt naarmate het ouder wordt. Tevens wordt gevraagd tactiliteit (waarneming en ervaring) te zien als een leidend principe voor de materiaalkeuze. De toegepaste materialen dienen een kwalitatief hoogwaardige uitstraling te hebben en te behouden. De materialen, inclusief de in het zicht zijnde toeslagmaterialen en ondersteunende materialen, zijn duurzaam. Er wordt gestreefd dat materialen zoveel mogelijk circulair gemaakt zijn en een verwachte levensduur hebben die de leeftijdsverwachting van het gebouw overstijgt. Bepaalde materialen en structuren kunnen in gevels gebruikt worden om de overlast van wind op het maaiveld te minimaliseren. Ook bestaan er geluid-
dempende maatregelen in gevels, zelfreinigende materialen en kunnen bepaalde planten een luchtkwaliteit verbeterende werking hebben. Voor de gevels is een voorkeur voor onbehandelde natuurlijke materialen. Toepassing van donker of spiegelend glas is niet gewenst. Metalen beplating mag alleen als ondergeschikt materiaal worden ingezet.
Geleding van het blok voor duiding in de buurt
Detaillering is robuust en duurzaam, passend bij deze plek. Waarneming van verschillende details op verschillende afstanden verdient hierbij aandacht, waarbij materialisatie en detaillering voorkomen dat het gebouw massief of zwaar overkomt. Materiaal-eigen of blinde montage is gewenst.
Voorbeeld gevelplastiek straatzijde Kenk Architecten
Voorbeeld gevelplastiek straatzijde DSDHA London
Voor het kleurgebruik is Het Leids kleurenpalet leidend. Dit kleurenpalet is het resultaat van onderzoek door Olga van der Klooster en wordt beschreven in het boek “Van Leidse schilders mette groote Quast”.
Voor de gebouwen die hoger dan 6 verdiepingen zijn, geldt dat deze niet in een donkere kleur mogen worden uitgevoerd. Het contrast van een donker gebouw met de lichte lucht, maakt het gebouw dan erg aanwezig. Zo wordt de bestaan- de donkere Luifelbaantoren als storend ervaren in de wijk.
Indien signing of reclame onderdeel is van gebouw, zijn deze onderdeel van de architectuur van het gebouw en daaraan ondergeschikt. Tevens bestaan namen uit losse letters, en zijn lichtbakken niet toegestaan. Per blok is er eenheid in signing en reclame.
Lichtbakken als laagwaardige addities.
Signing opgelost als integraal onderdeel van de architectuur.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2022-344599.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.