Nadere regel tot wijziging van de Nadere regels subsidie gemeente Groningen (Tweejarige bewezen talentregeling)

Het college van burgemeester en wethouders van Groningen

 

gezien

  • -

    de noodzaak de grondslag voor de Nadere regels subsidie gemeente Groningen aan te passen;

  • -

    de wens en noodzaak de nadere regels voor de subsidiëring van ‘bewezen talent’ te wijzigen;

gelet op

 

  • -

    artikel 3 van de Algemene subsidieverordening gemeente Groningen 2019

BESLUIT:

 

de Nadere regels subsidie gemeente Groningen als volgt te wijzigen:

Artikel I  

A

 

Het intitulé als volgt te wijzigen:

Waar staat: ‘Gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 3 van de Algemene subsidieverordening gemeente Groningen 2011;’

komt te staan: ’Gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 3 van de Algemene subsidieverordening gemeente Groningen 2019;’

 

B

In hoofdstuk 6 wordt paragraaf 6.17 Tweejarige bewezen talentregeling gewijzigd en komt te luiden als volgt:

 

Paragraaf 6.17 Tweejarige bewezen talentregeling

 

Artikel 6:83 Doel van de regeling

  • 1.

    De regeling biedt de mogelijkheid een subsidie te verstrekken voor initiatieven van beginnende professionele kunstenaars om hen in de gelegenheid te stellen een eigen signatuur te ontwikkelen en zo een betekenisvolle bijdrage leveren aan de hedendaagse kunst in de gemeente Groningen. Door te kunnen experimenteren en “vlieguren” te maken, wordt de kans op een beroepspraktijk vergroot, het oeuvre gestimuleerd en het zichtbaarheid en cultureel ondernemerschap vergroot.

  • 2.

    De regeling is beschikbaar voor initiatieven op het gebied van de podiumkunsten (dans, muziek, theater), beeldende kunst, literaire en audiovisuele kunst, of combinaties daarvan.

  • 3.

    De aanvrager richt zich met de activiteiten op publiek.

Artikel 6:84 Relevante procedure

  • 1.

    Subsidie op grond van deze paragraaf wordt verstrekt voor een periode van twee jaar.

  • 2.

    Voor deze paragraaf geldt dat het college zich laat adviseren door de Kunstraad over de aanvragen.

  • 3.

    De wijze waarop de Kunstraad tot het advies komt, waaronder in ieder geval de door de Kunstraad gevolgde systematiek, zal de Kunstraad tijdig, dat wil zeggen in ieder geval voor de aanvang van de indieningstermijn van de aanvragen als bedoeld in het zevende lid, op de website van de Kunstraad bekendmaken.

  • 4.

    Om versnippering van het beschikbare budget te voorkomen wordt per subsidietijdvak van twee jaar zoals bedoeld in het eerste lid aan maximaal drie initiatieven subsidie verstrekt.

  • 5.

    De Kunstraad zal in de wijze waarop zijn advies tot stand komt als bedoeld in het derde lid, tevens bekend maken op welke wijze de maximaal drie initiatieven worden geselecteerd om te worden voorgedragen voor subsidie.

  • 6.

    Indien het college voornemens is af te wijken van het advies van de Kunstraad, zal het college dit voornemen eerst bespreken met de Kunstraad.

  • 7.

    In afwijking van artikel 7 ASV, besluit het college wanneer en hoelang deze regeling wordt opengesteld voor het indienen van aanvragen.

    Dit besluit wordt bekend gemaakt op overheid.nl

Artikel 6:85 Subsidiabele activiteiten

Het college kan subsidie verstrekken aan culturele instellingen of initiatieven die naar de mening van het college zoveel talent hebben dat met ondersteuning van een subsidie op grond van deze regeling een eigen signatuur kan worden ontwikkeld en de kans vergroot dat het talent tot wasdom komt.

 

Artikel 6:86 Subsidie per activiteit

De hoogte van de subsidie bedraagt maximaal € 80.000 per twee jaar per aanvrager.

 

Artikel 6:87 Eisen aan de aanvraag

De aanvraag omvat, naast de vereisten van de ASV, in ieder geval:

  • 1.

    Activiteitenplan:

    • a.

      Een overzicht van de door de subsidieontvanger voorgenomen activiteiten, uit te voeren binnen de periode.

    • b.

      De te subsidiëren activiteiten dienen in overwegende mate gericht te zijn op de gemeente of haar ingezetenen en dragen bij aan de gemeentelijke doelstellingen zoals geformuleerd in de kadernota cultuur 2021-2028.

    • c.

      De activiteiten dienen uitgevoerd te worden door en/of onder begeleiding van professionele kunstenaars.

  • 2.

    Begroting:

    • a.

      Een op activiteiten gerichte begroting (productbegroting) van de kosten en de inkomsten van deze activiteiten, waaruit duidelijk blijkt waarvoor de subsidie wordt aangewend.

    • b.

      Een bijdrage van maximaal € 80.000 voor 2 jaar, als tegemoetkoming voor projecten en activiteiten (minimaal 2/3 van de begroting) en in materiaal, huisvesting, tijd en diensten van derden (maximaal 1/3 van de begroting).

    • c.

      De begroting bevat een opgave van bij anderen aangevraagde subsidies of vergoedingen ten behoeve van dezelfde activiteiten (dekkingsplan) en indien van toepassing een opgave van de gehanteerde uurtarieven en overheadkosten en de wijze waarop deze zijn opgebouwd.

    • d.

      Minimaal 21,5% van de totale inkomsten dient door eigen inkomsten gefinancierd te worden. Onder eigen inkomsten wordt verstaan:

      • i.

        directe opbrengsten, sponsorinkomsten en overige inkomsten;

      • ii.

        indirecte opbrengsten;

      • iii.

        subsidies die zijn verstrekt door een bestuursorgaan;

      • iv.

        overige bijdragen uit publieke middelen;

      • v.

        rentebaten;

      • vi.

        overige baten die geen relatie hebben met cultureel ondernemerschap;

      • vii.

        bijdrage in natura worden niet gerekend tot inkomsten.

Artikel 6:88 Bijzondere bepalingen/verplichtingen

  • 1.

    Voor een subsidie op basis van deze regeling kan slechts in aanmerking komen de organisatie of natuurlijke persoon die:

    • a.

      overwegend of in belangrijke mate activiteiten ontplooit in de Gemeente Groningen;

    • b.

      als doel heeft het uitvoeren van professionele kunsten voor publiek;

    • c.

      hierbij geen winstoogmerk heeft;

    • d.

      waarvan de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd niet zonder subsidie kunnen worden gerealiseerd en waar de markt niet in kan voorzien;

    • e.

      aantoonbaar kwaliteit heeft (diploma’s, CV, talententraject of adhesieverklaring);

    • f.

      niet eerder een subsidie op grond van deze paragraaf heeft ontvangen;

    • g.

      indien de aanvrager een rechtspersoon is: deze instelling of organisatie niet ouder is dan vijf jaar, blijkend uit de datum van inschrijving bij de Kamer van Kophandel;

    • h.

      de natuurlijke persoon of personen aan wie de subsidie ten goede komt, is of zijn niet ouder dan 35 jaar; blijkend uit een kopie van een geldig identiteitsbewijs;

    • i.

      over aantoonbare artistieke en inhoudelijke kwaliteit beschikt om bij te dragen aan de beleidsdoelen genoemd in de Cultuurnota. Onder artistieke en inhoudelijke kwaliteit wordt verstaan zeggingskracht, vernieuwing, vakmanschap en authenticiteit;

    • j.

      een artistiek inhoudelijke visie heeft, die aanvullend is op het huidige aanbod in de culturele infrastructuur;

    • k.

      die wat activiteiten betreft aansluit op talentontwikkelingstrajecten zoals bv. Station Noord, Hit en Up North, of een adhesiebetuiging van een Groninger culturele instelling wanneer er geen talententraject is.

  • 2.

    Bij de beoordeling van de aanvragen wordt het volgende betrokken:

    Toepassing landelijke codes

    • a.

      De aanvrager past de Code Cultural Governance toe en geeft aan op welke manier dat gebeurt.

    • b.

      De aanvrager past de Fair Practice Code toe en geeft aan op welke manier dat gebeurt.

    • c.

      De aanvrager past de Code Culturele diversiteit toe of legt uit op welke manier deze al dan niet wordt toegepast (‘pas toe OF leg uit’).

  • 3.

    Visie op de brede maatschappelijke functie van de organisatie

    De aanvrager heeft een visie op welke manier de activiteiten bijdragen aan de maatschappelijke opgaves in de gemeente Groningen, zoals participatie, leefbaarheid, economie en welzijn.

  • 4.

    Publieksbereik, toegankelijkheid en educatie

    De aanvrager heeft een visie op welke publieksdoelgroepen de organisatie wil bereiken en op welke manier(en) dit gebeurt (bijvoorbeeld marketing, educatie, prijsbeleid, toegankelijkheid oor mensen met een beperking).

Artikel 6:89 Aanvullende weigeringsgronden

  • 1.

    Het college weigert subsidie indien de aanvrager niet voldoet aan de drempelvereisten van artikel 6:87 en artikel 6:88, eerste lid onder a. tot en met h.

  • 2.

    Het college weigert de subsidie indien de aanvragers onvoldoende scoren om bij de beste drie aanvragen te komen op basis van de systematiek die de Kunstraad hanteert bij het uitbrengen van zijn advies.

  • 3.

    Het college kan de subsidie weigeren, indien naar het oordeel van het college het advies van de Kunstraad niet voldoet aan de daar aan te stellen eisen van zorgvuldigheid, transparantie en deskundigheid.

  • 4.

    In afwijking van het eerste lid, kan het college de subsidie tevens weigeren indien naar het oordeel van het college het advies van de Kunstraad tot een voordracht voor subsidie is gekomen die onvoldoende ondersteuning vindt in de aan het advies ten grondslag liggende aanvragen.

Artikel 6:90 Subsidieplafond en verdeelregels

  • 1.

    Het subsidieplafond voor de in artikel 6:85 genoemde activiteiten bedraagt het daarmee in de begroting corresponderende bedrag.

  • 2.

    Indien het totaal aangevraagde subsidiebedrag hoger is dan het in het eerste lid bedoelde bedrag, zal het beschikbare bedrag evenredig worden verdeeld over de maximaal drie initiatieven bedoeld in artikel 6:84, vierde lid.

C

De artikelen 6:91 en 6:92 vervallen

Artikel II  

Deze regeling treedt in werking op de dag na de bekendmaking

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van Groningen op 12 juli 2022.

burgemeester,

Koen Schuiling

secretaris,

Christien Bronda

Naar boven