Gemeenteblad van Rijswijk
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Rijswijk | Gemeenteblad 2022, 339142 | beleidsregel |
Zoals bouwplannen en verkeersmaatregelen.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Rijswijk | Gemeenteblad 2022, 339142 | beleidsregel |
Beleidsregels BBZ Rijswijk 2020
Artikel 2. Reikwijdte regeling
Deze beleidsregels zijn van toepassing op de kring van rechthebbenden als bedoeld in artikel 2 van het Besluit.
Artikel 4. Heronderzoek naar levensvatbaarheid
Het college onderzoekt of het bedrijf of zelfstandig beroep van de beginnende zelfstandige nog levensvatbaar is:
Artikel 5. Definitieve vaststelling netto inkomen bij algemene bijstand
Als de verleende bijstand, vermeerderd met het in het betreffende boekjaar behaalde netto inkomen (inclusief de verstrekte geldlening) meer is dan de jaarnorm, vordert het college de bijstand ter grootte van het verschil terug en wordt de rest van de als geldlening verstrekte bijstand omgezet in een bedrag om niet.
Artikel 6. Aflossing van de lening voor bedrijfskapitaal
Als na niet verwijtbare beëindiging van het bedrijf of zelfstandig beroep een deel van de lening voor bedrijfskapitaal resteert (en deze niet met toepassing van het eerste lid van artikel 43 van het Besluit onder hypothecair verband is verleend) wordt het resterende deel van de lening vanaf de beëindiging renteloos gemaakt.
Artikel 7. Terugvorderen van een lening ten behoeve van bedrijfskapitaal
Als de belanghebbende na de maximale uitsteltermijn van artikel 41, tweede lid van het Besluit, nog niet aan de verplichtingen kan voldoen, maar het bedrijf of zelfstandig beroep wel levensvatbaar is en de belanghebbende daarmee in zijn levensonderhoud kan voorzien, verleent het college op verzoek van belanghebbende, uitstel tot terugbetalen voor de duur van één jaar
Artikel 8. Terugvorderen rente en aflossing
Als blijkt dat de financiële omstandigheden van de belanghebbende zodanig zijn dat deze kan voldoen aan de verplichtingen, worden vanaf de vervaldatum achterstallige rente - en aflossingsbedragen direct teruggevorderd.
Aldus besloten in zijn vergadering van 03-03-2020
Burgemeester en wethouders,
De secretaris,
P.M. Schuit
de burgemeester,
drs. M.J. Bezuijen
Op 30 september 2019 is het gewijzigde Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (hierna: Besluit) gepubliceerd. Het Besluit is gewijzigd, onder meer in verband met vernieuwing van de financieringssystematiek en de uniformering met de Participatiewet. Het gewijzigde Besluit treedt in werking op 1 januari 2020. De nieuwe financieringssystematiek sluit aan bij die van de Participatiewet, IOAW en IOAZ, met daarbij een gelijk speelveld tussen deze regelingen enerzijds en het Besluit anderzijds voor wat betreft het financieel risico voor gemeenten bij het verstrekken van algemene bijstand.
In het gewijzigde Besluit is overgegaan tot meer deregulering aan de gemeente:
De volgende tot 1 januari 2020 geldende verplichtingen zijn in het gewijzigde Besluit omgezet naar een bevoegdheid voor het college per 1 januari 2020:
In deze Beleidsregels Bbz Rijswijk 2020 maakt het college gebruik van de bevoegdheid om deze bepalingen op hoofdlijnen te continueren. Dit vanuit haar verantwoordelijkheid om de middelen, die door het Rijk als gemeenschapsgeld zijn verstrekt voor zelfstandige, rechtmatig te besteden.
Het college geeft de zelfstandige wel meer ruimte bij het terugbetalen van de lening voor het bedrijfskapitaal en de rente, als de zelfstandige na het verstrijken van de maximale uitsteltermijn, niet aan de aflossingsverplichtingen kan voldoen. Daar waar het Besluit het college tot 2020 verplicht tot overgaan tot terugvorderen in deze gevallen, verleent het college nu in bepaalde gevallen alsnog verder uitstel tot maximaal drie jaar. In deze gevallen prevaleert het maatschappelijk belang van het in stand houden van het bedrijf of zelfstandig beroep boven de mogelijkheid van het direct terugvorderen.
Daarnaast heeft het college ook een voor de zelfstandige begunstigende bepaling overgenomen van het gewijzigde Besluit, die daarin is omgezet van een verplichting in een bevoegdheid: de aflossing van het (resterende deel van het) bedrijfskapitaal is renteloos nadat het bedrijf of zelfstandig beroep is beëindigd en dit de belanghebbende niet verweten kan worden.
Daar waar deze bepalingen voor de individuele zelfstandige leidt tot onbillijkheden, wijkt het college daarvan af ten gunste van de zelfstandige, door gebruik te maken van de hardheidsclausule. Ook heeft het college de ruimte genomen om af te zien van terugvordering om dringende redenen bij de zelfstandige.
Artikel 3. Onderzoek naar de juistheid en volledigheid van gegevens
Het college maakt gebruik van de bevoegdheid tot onderzoek naar de juistheid en volledigheid van gegevens die noodzakelijk zijn voor het verlenen (na aanvraag) of voortzetten van de bijstand (door periodiek heronderzoek). Deze bevoegdheid volgt uit de Participatiewet (artikel 53a). Het college kan op grond van dit wetsartikel ook besluiten tot herziening of intrekking van de bijstand, indien het onderzoek naar de juistheid en volledigheid van de door de zelfstandige verstrekte gegevens daartoe aanleiding geeft. De huidige werkwijze wordt hiermee gecontinueerd.
Artikel 4. Heronderzoek naar levensvatbaarheid
Het college maakt gebruik van de bevoegdheid om periodiek heronderzoek te verrichten naar de levensvatbaarheid van het bedrijf of het zelfstandige beroep van de beginnende zelfstandige. Deze bevoegdheid is geregeld in artikel 23, derde lid van het Besluit.
Het college verricht na elke 6 maanden een heronderzoek, na verlenging van de toekenning van algemene bijstand om medische of sociale redenen of eerder, als het college daartoe aanleiding ziet. Onder meer als de resultaten op basis van de administratie (jaarcijfers) van het bedrijf afwijken van de resultaten die het college mocht verwachten. Dit kan (fors) gunstiger zijn, maar ook (fors) ongunstiger. Zodra het bedrijf niet meer levensvatbaar is, moet het college de bijstand beëindigen. Ook (forse) netto winst kan aanleiding zijn om de bijstand te beëindigen.
Het college stelt hiermee een onderzoeksplan vast. Op deze manier wordt uitvoering gegeven aan de visie, zoals vastgelegd in het plan van aanpak Bbz 2020 om de financiële risico’s te beperken door het nemen van beheersmaatregelen. Het vastleggen hoe en wanneer een controle wordt uitgevoerd, hoort daarbij.
Artikel 5. Definitieve vaststelling netto inkomen bij algemene bijstand
Het college maakt gebruik van de bevoegdheid tot het terugvorderen van het verschil van het totaal van het netto inkomen en de verleende algemene bijstand, voor zover dat verschil boven de jaarnorm uitkomt. Deze bevoegdheid is geregeld in artikel 12, tweede lid, onder c, van het Besluit. Dit gelet op het feit dat het college vanaf 1 januari 2020 volledig financieel risico draagt voor de algemene bijstand. De huidige werkwijze wordt hiermee gecontinueerd.
Artikel 6. Aflossing van de lening voor bedrijfskapitaal
Aan de aflossing van de lening voor bedrijfskapitaal is een rentepercentage gekoppeld. Dat is geregeld in of bij het Besluit. Echter, nadat het bedrijf of zelfstandig beroep is beëindigd en op de lening geen hypotheek rust, kan de aflossing van het resterende deel van de lening renteloos worden gemaakt. Dit is geregeld in artikel 43, tweede lid van het Besluit. Het college maakt gebruik van deze bevoegdheid. De voorwaarde die het college hieraan stelt, is dat de beëindiging niet aan de belanghebbende te verwijten is. Eventuele achterstallige rente wordt nog wel teruggevorderd. Nadat het resterende deel van de lening vanaf de beëindiging renteloos is gemaakt, bedraagt de aflossing op grond van het Besluit, gedurende vijf jaar na beëindiging vijftig procent van het inkomen boven de bijstandsnorm.
Artikel 7. Terugvorderen van een lening voor bedrijfskapitaal
Als de zelfstandige niet aan zijn verplichtingen tot aflossen van de lening voor bedrijfskapitaal en rente kan voldoen, nadat de maximale uitsteltermijn (als bedoeld in artikel 41, tweede lid van het Beluit) is verstreken, heeft het college de bevoegdheid om de gelden terug te vorderen. Deze bevoegdheid is neergelegd in artikel 41, vierde lid van het Besluit. Het college maakt van deze bevoegdheid gebruik.
ln het tweede lid wordt wel een uitzondering gemaakt: als de zelfstandige na de maximale uitsteltermijn van artikel 41, tweede lid van het Besluit, nog niet aan de verplichtingen kan voldoen, maar voor het overige wel een levensvatbaar bedrijf of zelfstandig beroep heeft en daarmee in zijn levensonderhoud kan voorzien, verleent het college uitstel tot terugbetalen voor de duur van één jaar. De zelfstandige moet hiervoor eerst een verzoek indienen bij het college. Het college kan nog twee maal daarna voor één jaar uitstel verlenen, telkens op verzoek van de zelfstandige. Hiervoor geldt hetzelfde criterium.
Artikel 8. Terugvorderen van een lening voor bedrijfskapitaal
Als blijkt dat de financiële omstandigheden van de zelfstandige zodanig zijn dat deze geacht kan worden aan de verplichtingen van aflossing van het bedrijfskapitaal en rente te kunnen voldoen, is het college bevoegd om vanaf de vervaldatum de achterstallige rente - en aflossingsbedragen terug te vorderen. De vervaldatum is de datum na de maximale uitsteltermijn en/of van beëindiging van het bedrijf of het zelfstandige beroep. Deze bevoegdheid is neergelegd in artikel 41, vijfde lid van het Besluit. Het college maakt gebruik van deze bevoegdheid. De huidige werkwijze wordt gecontinueerd.
Dit artikel bevat een hardheidsclausule. Hierdoor kan in bijzondere individuele omstandigheden ten gunste van de belanghebbende van een of meerdere artikelen van de beleidsregel worden afgeweken.
Kopieer de link naar uw clipboard
zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2022-339142.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.