Verordening van de raad van de gemeente Amsterdam tot wijziging van de Verordening Leerlingevervoer Gemeente Amsterdam in verband met uitzondering voor nader beschreven leerlingen uit het stadsgebied Weesp

De raad van de gemeente Amsterdam,

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 7 juni 2022;

gelet op artikel 160 van de Gemeentewet en artikel 4 van de Wet op het primair onderwijs, van de Wet op het voortgezet onderwijs en van de Wet op de expertisecentra,

 

Besluit:

 

Vast te stellen de navolgende Verordening tot wijziging van de Verordening Leerlingenvervoer Gemeente Amsterdam

Artikel I  

Na artikel 3.3 wordt artikel 3.4 ingevoegd, luidende:

 

Artikel 3.4 Uitzondering voor leerlingen in stadsgebied Weesp

Ouders of meerderjarige leerlingen die op grond van de verordening leerlingenvervoer 2014 Weesp voor 1 augustus 2022 reeds aanspraak maakten op een bekostiging leerlingenvervoer evenals eventuele zusjes/broertjes van die leerling, zijn uitgezonderd van toepassing van het in het eerste lid bedoelde criterium dat een vervoersvoorziening alleen wordt toegekend over de afstand tussen de woning en de dichtstbijzijnde voor de leerling passende school.

Artikel II  

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking.

Artikel III  

Deze verordening wordt aangehaald als Verordening tot wijziging van de Verordening Leerlingenvervoer Gemeente Amsterdam.

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 13 juli 2022

De voorzitter

Femke Halsema

De raadsgriffier

Jolien Houtman

Toelichting

Als gevolg van de toepassing van de Verordening Leerlingenvervoer Gemeente Amsterdam, artikel 3, Vervoersvoorziening dichtstbijzijnde passende school, voldoen leerlingen uit het stadsgebied Weesp, met een bestaande aanspraak op leerlingenvervoer en de komende jaren van leerlingenvervoer gebruik blijven maken, mogelijk niet aan het criterium dichtstbijzijnde passende school. Voor de fusie met Amsterdam was het staand beleid om voor de leerlingen in Weesp het criterium dichtstbijzijnde passende school niet strikt te hanteren.

Hierdoor bestaat de kans dat zij van school moeten wisselen, willen zij hun aanspraken behouden. Voor deze kwetsbare groep leidt dit tot nadelige gevolgen. Daarom wordt voorgesteld voor hen af te wijken van het criterium. Ook voor broers en zussen, die eventueel op later moment gebruik willen maken van leerlingenvervoer, wordt een uitzondering gemaakt.

Naar boven