Regeling inzake tegemoetkoming kosten kinderopvang op grond van sociaal-medische indicatie (SMI) Wijchen/Druten 2022

Deze regeling is opgesteld met als grondslag de Wet kinderopvang.

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1.

    In deze regeling wordt verstaan onder:

    • a.

      college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Wijchen/Druten;

    • b.

      consulent: een consulent van het Sociaal Wijkteam (Wijchen) of Sociaal Team(Druten);

    • c.

      hulptraject: de periode waarin de ouder werkt aan de maatregelen uit het plan van aanpak om de gezinssituatie duurzaam te verbeteren;

    • d.

      kind: hiermee wordt verwezen naar alle kinderen, tot de leeftijd dat zij naar de basisschool kunnen, in het gezin door wie een tegemoetkoming SMI wordt aangevraagd;

    • e.

      LRK: het Landelijk Register Kinderopvang

    • f.

      maximum uurtarief: het jaarlijks door het rijk vastgestelde landelijk uurtarief voor de kinderopvangtoeslag per opvangsoort als bedoeld in artikel 1.7 lid 2 van de Wet Kinderopvang;

    • g.

      onderzoek: het door de consulent verzamelen van alle voor het onderzoek en gesprek van belang zijnde en toegankelijke gegevens over het kind en de gezinssituatie om te beoordelen of een tegemoetkoming op basis van deze regeling noodzakelijk is;

    • h.

      ouder: de bloed- of aanverwant in opgaande lijn of de adoptief- of pleegouder van een kind op wie de kinderopvang betrekking heeft;

    • i.

      onderzoeksverslag: document waarin de betrokken consulent zijn bevindingen ten aanzien van de gezinssituatie vastlegt en waarin de in overleg met ouder te nemen maatregelen zijn omschreven om de gezinssituatie duurzaam te verbeteren;

    • j.

      sociaal-medische crisissituatie: sociale, lichamelijke, zintuiglijke of psychische beperking van tijdelijke aard van ouders, waardoor zij onvoldoende voor hun kinderen kunnen zorgen én de ontwikkelingskansen van hun kinderen hierdoor onder druk staan;

    • k.

      tegemoetkoming: bijdrage in de kosten van kinderopvang op basis van sociaal-medische gronden tot maximaal het jaarlijks door het Rijk vastgestelde landelijk uurtarief voor de kinderopvangtoeslag per opvangsoort als bedoeld in artikel 1.7 lid 2 van de Wet kinderopvang met aftrek van een inkomensafhankelijke ouderbijdrage op basis van de kinderopvangtoeslagtabel van de Belastingdienst.

    • l.

      toegang: het Sociaal Wijkteam (Wijchen) of Sociaal Team(Druten);

    • m.

      voorliggende voorziening: ander aanbod, andere regeling en/of wet waarop door de ouder een beroep kan worden gedaan voordat aanspraak kan worden gemaakt op deze regeling;

    • n.

      Wet: Wet kinderopvang

  • 2.

    De in deze regeling gehanteerde begrippen en begripsbepalingen hebben dezelfde betekenis als bedoeld in de Wet kinderopvang, de Algemene wet bestuursrecht en de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen, tenzij daarvan uitdrukkelijk in deze regeling wordt afgeweken.

Artikel 2 Doelstelling, doelgroep en voorwaarden

  • 1.

    De ouder, vanwege medische en/of sociale crisissituatie, tijdelijk te ontlasten bij de zorg voor een kind om zodoende de ouder in staat te stellen de gezinssituatie duurzaam te verbeteren ten behoeve van de gezonde ontwikkeling van het kind.

  • 2.

    Om voor een tegemoetkoming in aanmerking te komen moet worden voldaan aan alle hierna genoemde voorwaarden:

    • a.

      de ouder staat als inwoner inschreven in de Basisregistratie Personen van de gemeente Wijchen/Druten;

    • b.

      de ouder heeft een lichamelijke, zintuigelijke, sociale en/of psychische beperking van tijdelijke aard of er is sprake van een (medische) crisissituatie waardoor de ouder niet in staat is voor het kind te zorgen;

    • c.

      de ouder is bereid mee te werken aan de behandeling of begeleiding zoals deze is omschreven in het onderzoeksverslag c.q. plan van aanpak;

    • d.

      het kind voor wie kinderopvang nodig is, is in de leeftijd van 0 jaar tot 8 jaar;

    • e.

      er is een verband tussen de beperking of problematiek van de ouder en de noodzaak tot gebruik van kinderopvang;

    • f.

      de ouder kan aantoonbaar niet zelf in de kinderopvang voorzien, kan geen beroep doen op een andere voorliggende voorziening en behoort niet tot de in de Wet kinderopvang benoemde doelgroepen.

Artikel 3 Aanvraag tegemoetkoming

  • 1.

    Voor de aanvraag van een tegemoetkoming stelt het college een (digitaal) aanvraagformulier beschikbaar.

  • 2.

    De ouder vult het (digitaal) aanvraagformulier volledig in.

  • 3.

    Bij een aanvraag voor een tegemoetkoming overlegt de aanvrager de volgende gegevens:

    • a.

      naam en adres van de ouder;

    • b.

      indien van toepassing: naam van de partner en, indien dit een ander adres is dan het adres van de ouder: adres van de partner;

    • c.

      naam en geboortedatum van het kind of de kinderen waarop de aanvraag betrekking heeft.

  • 4.

    De ouder levert de volgende bewijsstukken aan:

    • a.

      de SMI-verklaring van het consultatiebureau of de (jeugd)zorgprofessional;

    • b.

      een kopie van de offerte of plaatsingsovereenkomst van de kinderopvangvoorziening in de gemeente Wijchen/Druten die de kinderopvang gaat verzorgen, welke in ieder geval vermeld:

      • i.

        het aantal uren kinderopvang per kind per week;

      • ii.

        de kostprijs per uur;

      • iii.

        het LRK-registratienummer van de kinderopvang;

      • iv.

        de ingangsdatum en einddatum van de kinderopvang.

    • c.

      een inkomensverklaring van de belastingdienst van de ouder en indien van toepassing de partner;

    • d.

      een kopie van het onderzoeksverslag met concrete doelen en acties om de gezinssituatie duurzaam te verbeteren.

Artikel 4 Beslistermijn

  • 1.

    Het college besluit over de aanvraag van de ouder binnen acht weken na ontvangst van alle benodigde gegevens en stelt de ouder hiervan door middel van een beschikking op de hoogte.

  • 2.

    De verzenddatum van de beschikking is de datum van het besluit.

  • 3.

    Het college kan dit besluit met ten hoogste vier weken verdagen. Het college stelt de ouder hiervan schriftelijk in kennis.

  • 4.

    De behandeling van de aanvraag kan buiten behandeling worden gelaten als:

    • -

      de benodigde gegevens onvolledig zijn; en

    • -

      de ontbrekende gegevens niet binnen vier weken na de in kennisstelling van de onvolledigheid alsnog zijn verstrekt.

Artikel 5 Vaststellen recht op een tegemoetkoming

  • 1.

    Het college toetst de aanvraag aan de voorwaarden als bedoeld in artikel 2 van deze regeling.

  • 2.

    Voor het vaststellen van de noodzaak en omvang van de kinderopvang, baseert de gemeente zich op het oordeel van de consulent en het om te komen tot een duurzame gezinssituatie waarin een gemeentelijke tegemoetkoming voor kinderopvang niet meer nodig is.

Artikel 6 Weigeringsgronden

  • 1.

    Het college weigert een aanvraag voor een tegemoetkoming in de kosten voor kinderopvang op grond van een sociaal-medische indicatie vast te stellen:

    • a.

      Indien de ouder niet staat in geschreven in het BRP van de gemeente Druten/Wijchen;

    • b.

      indien en voor zover de ouder en de partner een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang van de belastingdienst ontvangen of kunnen ontvangen;

    • c.

      indien er geen sprake is van een sociale en/of medische crisissituatie;

    • d.

      indien het kind 8 jaar of ouder is;

    • e.

      indien de ouder voldoende opvangmogelijkheden heeft binnen het eigen netwerk;

    • f.

      indien de ouder gebruik kan maken van een voorliggende voorziening;

    • g.

      indien de ouder onvoldoende bereid is mee te werken aan een duurzame oplossing voor de ontstane gezinssituatie;

    • h.

      indien de kinderopvangvoorziening dat de kinderopvang gaat verzorgen niet geregistreerd staat in het LRK;

    • i.

      indien de kinderopvangvoorziening dat de kinderopvang gaat verzorgen niet gevestigd is in de gemeente Wijchen/Druten.

Artikel 7 Duur, omvang en aard van de kinderopvang

  • 1.

    De tegemoetkoming wordt verleend voor een periode van maximaal zes maanden.

  • 2.

    Na de gestelde termijn in de beschikking vindt een herbeoordeling plaats van de noodzaak en omvang van de kinderopvang. De ouders doen al het mogelijke om de termijn voor de tegemoetkoming zo kort mogelijk te laten zijn.

  • 3.

    De termijn kan eenmalig worden verlengd met een periode van maximaal drie maanden.

  • 4.

    De noodzakelijke omvang van de kinderopvang waarvoor tegemoetkoming wordt verleend wordt in overleg met de ouder bepaald, tot maximaal vier dagdelen.

  • 5.

    Het college verleent de tegemoetkoming uitsluitend wanneer de opvang plaatsvindt in een kinderopvangvoorziening met een registratie in het Landelijke Register Kinderopvang (LRK).

Artikel 8 Hoogte tegemoetkoming en eigen bijdrage

  • 1.

    De hoogte van de tegemoetkoming wordt vastgesteld overeenkomstig de methodiek van de kinderopvangtoeslag van de belastingdienst, rekening houdend met het inkomen van de ouder en diens (eventuele) partner.

  • 2.

    De ouder is een eigen bijdrage verschuldigd aan de houder van de kinderopvang. De eigen bijdrage is inkomensafhankelijk en wordt conform de kinderopvangtoeslagtabel van de Belastingdienst door de toegang berekend.

  • 3.

    Voor de kosten van de kinderopvang wordt maximaal het door het rijk jaarlijks vastgestelde fiscale tarief gehanteerd.

    Meerkosten komen volledig voor rekening van de ouder.

  • 4.

    De gemeente betaalt de tegemoetkoming rechtstreeks aan de kinderopvangvoorziening waarmee de ouder een plaatsingsovereenkomst heeft gesloten.

Artikel 9 Ingangsdatum van de tegemoetkoming

Het college verleent de tegemoetkoming met ingang van de datum genoemd in het onderzoeksverslag, met dien verstande dat de ingangsdatum niet kan liggen voor de datum waarop de ouder start met het hulptraject/behandeling.

Artikel 10 Inhoud van de beschikking

  • 1.

    In de beschikking wordt in ieder geval vermeld:

    • a.

      de periode waarin de ouder een tegemoetkoming van de gemeente ontvangt;

    • b.

      het aantal dagdelen kinderopvang per week;

    • c.

      de hoogte van de tegemoetkoming;

    • d.

      de ingangsdatum en de einddatum van de tegemoetkoming;

    • e.

      de statutaire naam van de kinderopvangvoorziening waarmee de ouder een plaatsingsovereenkomst heeft afgesloten;

    • f.

      het relatienummer van de ouder, zoals vermeld in de plaatsingsovereenkomst.

  • 2.

    De kinderopvangvoorziening ontvangt een kopie van de beschikking.

Artikel 11 Inlichtingenplicht

  • 1.

    De ouder doet al het mogelijke om de inzet van de noodzakelijke kinderopvang zo beperkt mogelijk te houden.

  • De ouder brengt het college van burgemeester en wethouders uit eigen beweging of op verzoek direct op de hoogte van alle feiten en omstandigheden waarvan redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze van invloed kunnen zijn op het recht op een tegemoetkoming, de omvang en/of de hoogte van de tegemoetkoming.

  • 2.

    Het niet nakomen van de inlichtingenplicht kan leiden tot intrekking van de beschikking.

  • 4.

    De ouder is na toekenning van een tegemoetkoming verplicht mee te werken aan de uitvoering van deze regeling.

Artikel 12 Terugvordering

Indien blijkt dat de tegemoetkoming onterecht is uitgekeerd, wordt het teveel betaalde bedrag bij de ouder teruggevorderd.

Artikel 13 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de ouder afwijken van de bepalingen in deze regeling. Dit kan ook als toepassing van deze regeling tot onevenredige nadelige situaties leidt.

Artikel 14 Inwerkingtreding en overgangsbepaling

  • 1.

    Deze regeling treedt daags na bekendmaking in werking en werkt vervolgens terug tot en met 1 juni 2022.

  • 2.

    De ouder die voor 1 juni 2022 reeds een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang op grond van sociaal-medische indicatie ontving, behoudt deze conform de beschikking tot de termijn herbeoordeling.

Artikel 15 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: SMI regeling Wijchen/Druten 2022

Vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van Druten op 12 juli 2022.

Burgemeester

C. van Rhee – Oud Ammerveld

Secretaris

B. Janssen

Toelichting

Algemeen

Sociaal Medische Indicatie (SMI) is een vangnetregeling om een ouder tijdelijk financieel te ondersteunen in de kosten van de kinderopvang. Hieraan zijn twee basisvoorwaarden gesteld. De ouder komt niet in aanmerking voor kinderopvangtoeslag en er is sprake van een sociale en/of medische crisissituatie die kinderopvang voor kinderen tot 4 jaar noodzakelijk maken. Crisissituatie moet in deze context breed worden geïnterpreteerd. Het gaat hierbij om een gezinssituatie waarbij de goede ontwikkeling van het kind maar niet de veiligheid van het kind in gedrang is. En waarbij de inzet van kinderopvang een middel is om de gezinssituatie duurzaam te verbeteren. SMI is geen vorm van jeugdhulp en valt niet onder de Jeugdwet 2015. Wel koppelen we SMI aan de brede gezinsaanpak vanuit de visie één gezin, één plan. Hierdoor ontstaat wederkerigheid. De ouder moet zichtbaar en actief meewerken aan het hulptraject en dus hulp accepteren. Het uiteindelijke streven is om het gezin in de positie te krijgen dat de ouders weer meedoen aan het arbeidsproces en/of er weer een opvoedingssituatie in het gezin komt die de SMI overbodig maakt.

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel 1 Begripsbepalingen

We leggen aantal begrippen uit om de leesbaarheid van de regeling te vergroten. Van meer gangbare begrippen is geen begripsomschrijving opgenomen. De begripsomschrijvingen zijn wel terug te vinden in andere wetten. Deze wetten staan in het tweede lid genoemd.

Bij pleegouder gaat het zowel om de bestandpleegouder als de netwerkpleegouder. Bij beide vormen van pleegzorg kan een situatie voordoen waarin op sociale en/of medische gronden kinderopvang nodig is. De consulent beoordeelt in hoeverre de bestaande pleegzorgsituatie kan worden voortgezet door veranderende omstandigheden. Daarbij staat het belang van het kind voorop.

In het Landelijk Register Kinderopvang (LRK) staan alle geregistreerde kinderopvangvoorzieningen, zoals een kinderdagverblijf en een gastouderopvang. Het LRK is openbaar en voor iedereen toegankelijk zonder wachtwoord. In het LRK kun je onder meer zoeken op gemeente en op soort voorziening. Het LRK is te raadplegen via www.landelijkregisterkinderopvang.nl.

Een voorliggende voorziening zijn op de eerste plaats kinderopvangtoeslag en opvangmogelijkheden in het eigen netwerk van de ouder. Daarnaast gelden als voorliggende voorziening:

  • -

    Gesubsidieerde peuteropvang voor kinderen van 2 tot 4 jaar tijdens reguliere schoolweken; tot 1 augustus 2020 vijf uur per week verdeeld over twee dagdelen; vanaf 1 augustus 2020 acht uur per week verdeeld over twee dagdelen;

  • -

    Voorschoolse educatie voor kinderen van 2,5 tot 4 jaar met een VVE-indicatie tijdens reguliere schoolweken; tot 1 augustus 2020 tien uur per week verdeeld over vier dagdelen, vanaf 1 augustus 2020 16 uur per week verdeeld over vier dagdelen;

  • -

    Een vergoeding via de zorgverzekering;

  • -

    Mogelijkheden voor ouderschaps- of zorgverlof via de werkgever (van de partner);

  • -

    Kinderopvangvergoeding via de werkgever van de ouder en/of de partner;

  • -

    Ondersteuningsmogelijkheden via de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo 2015).

Artikel 2 Doelstelling, doelgroep en reikwijdte

Doelstelling

Ouders zijn primair verantwoordelijk voor de opvoeding van en zorg voor hun kinderen. Soms hebben ouders daar ondersteuning bij nodig. Deze ondersteuning biedt de gemeente op grond van de Jeugdwet 2015. De ondersteuning richt zich op het duurzaam verbeteren van de gezinssituatie. De ondersteuning vindt in de meeste gevallen plaats tijdens kantooruren. Ouders met kinderen tot vier jaar moeten dan opvang regelen voor hun kinderen. Dat lukt niet altijd binnen het eigen netwerk. Commerciële kinderopvang bij een kinderdagverblijf of gastouder is duur. Niet alle ouders hebben recht op kinderopvangtoeslag. Zij moeten de opvang dan volledig zelf betalen. Deze regeling moet voorkomen dat het hulptraject niet kan starten vanwege de kosten voor de kinderopvang.

Doelgroep en reikwijdte

De ouders staat volgens de Basisregistratie Personen (BRP) ingeschreven als ingezetene op een adres in de gemeente Wijchen/Druten. De consulent controleert de registratie.

Kinderopvangtoeslag is een financiële tegemoetkoming van het Rijk in de kosten voor kinderopvang. In artikel 1.6 Wet Kinderopvang somt de wetgever op wie in aanmerking komt voor kinderopvangtoeslag. De consulent toets of de ouder recht heeft op kinderopvangtoeslag aan de hand van dit wetsartikel. Een tegemoetkoming van de gemeente op basis van deze regeling vervalt indien er recht is op kinderopvangtoeslag. De hoogte van de kinderopvangtoeslag is inkomensafhankelijk. De Belastingdienst voert het landelijk beleid uit: van aanvraag tot uitbetaling.

De sociale en/of medische crisissituaties zijn divers en verschillen per casus. We geven enkele voorbeelden, maar de lijst is niet uitputtend. Sociale en/of medische crisissituaties kunnen bijvoorbeeld een vechtscheiding, detentie van een van de ouders, depressie, posttraumatische stressstoornis, drugs- of alcoholverslaving, medische behandeling of opname in het ziekenhuis zijn. De beoordeling of sprake is van een crisissituatie ligt bij de consulent. Bij twijfel overlegt de consulent met een collega binnen het Sociaal Team Wijchen/Druten of met de beleidsmedewerker.

De tegemoetkoming kent de gemeente Wijchen/Druten alleen toe voor kinderen tot 8 jaar. Vanaf 4 jaar kunnen kinderen naar de basisschool. Scholen bepalen zelf de schooltijden. Over het algemeen zitten kinderen ongeveer 5,5 uur per dag op school, waarbij woensdag en vrijdag een uitzondering kan vormen. De schooltijden bieden voldoende mogelijkheden voor ouders om te werken aan het verbeteren van de gezinssituatie. In de uitzonderlijke situaties waarin de ouder ook na schooltijd vanwege behandeling niet in staat is om de zorg voor het kind op zich te nemen, gaan wij ervan uit dat kinderen en ouders vanaf 8 jaar een dusdanig netwerk binnen de school hebben opgebouwd dat zij daarvan gebruik kunnen maken voor naschoolse opvang. Een financiële tegemoetkoming van de gemeente voor kinderopvang voor kinderen van 8 tot 12 jaar vinden we daarom niet nodig.

 

Artikel 3 Onderzoek en aanvraag tegemoetkoming

De leefsituatie op alle levensdomeinen in kaart brengen en opstellen van een plan van aanpak gaan vooraf de beoordeling of een ouder in aanmerking komt voor deze regeling. De wenselijkheid voor kinderopvang zal moeten blijken uit dit onderzoek door de consulent.

De aanvrager is verplicht gebruik te maken van een door het college beschikbaar gesteld aanvraagformulier. Deze kan samen met de consulent worden ingevuld. Zowel voor de aanvrager als voor de gemeente is het efficiënt om te werken met formulieren: de aanvrager weet dan exact welke informatie moet worden aangeleverd en de gemeente beschikt op overzichtelijke wijze over alle relevante gegevens. Een aanvraag die anders dan via het voorgeschreven formulier is ingediend, kan uiteindelijk buiten behandeling worden gelaten. Daartoe zal aanleiding kunnen zijn, als essentiële gegevens bij de aanvraag ontbreken. Wel krijgt de aanvrager eerst de gelegenheid om de aanvraag aan te vullen.

 

Ad 4a. Bij de aanvraag zal moeten worden aangegeven waarom SMI noodzakelijk is. Daarbij kan ook om bewijsstukken worden gevraagd. In de praktijk zal dit een verklaring zijn van een professional.

 

Ad 4b. De tegemoetkoming kosten kinderopvang op grond van sociaal-medische indicatie is een tijdelijke vangnetregeling voor bijzondere gevallen. Het is nodig aan te geven in een plan hoe de aanvrager denkt te komen tot een situatie waarin geen beroep meer hoeft te worden gedaan op deze tegemoetkoming. Dat kan zijn omdat:

 

  • a.

    kinderopvang niet meer nodig is of

  • b.

    dat een regulier beroep op kinderopvangtoeslag mogelijk wordt.

Het plan is geen uitgebreid plan maar een alinea waar inzicht wordt gegeven in het perspectief, een doorkijkje naar mogelijke termijn van uitstroom. Hulpvragen bij het opstellen van het plan zijn; aan welke optie wordt gewerkt (a/b)? Wat is nodig? Hoe wordt daar aan gewerkt (is er bijvoorbeeld een behandelplan)? Wanneer worden bepaalde acties afgerond?

Hulp bij de aanvraag en het formuleren van een plan van aanpak is mogelijk bij de consulent. Mocht in het gezin een1gezin1plan zijn dan is het logisch daarbij aan te sluiten.

 

Ad 4c. Een inkomensverklaring is een officiële verklaring van de Belastingdienst met de inkomensgegevens over een bepaald belastingjaar. Dit heet het geregistreerd inkomen. De ouder kan de inkomensverklaring zelf downloaden in Mijn Belastingdienst via de website van de Belastingdienst. Het geregistreerd inkomen is het toetsingsinkomen om de hoogte van de inkomensafhankelijke ouderbijdrage vast te stellen. Indien er een partner is, dan moet de partner ook een inkomensverklaring overleggen.

Ad 4d. Het betreft hier met name NAW gegevens.

 

Artikel 4 Beslistermijn

Het college beslist overeenkomstig het gestelde in de Awb binnen acht weken op de aanvraag, na ontvangst van het door het college beschikbaar gestelde aanvraagformulier. De beslistermijn vangt pas aan na ontvangst van de volledige aanvraag. Met andere woorden, als een aanvraag niet volledig is vangt de termijn pas aan na ontvangst van de ontbrekende gegevens. In verband met het aanvullen van de aanvraag wordt de beslistermijn namelijk opgeschort met de geboden termijn om de aanvraag aan te vullen.

 

Artikel 5 Vaststellen recht op tegemoetkoming

Voor de termijn wordt aansluiting gezocht bij de termijnen genoemd in het plan van aanpak om te komen tot een situatie waarin ondersteuning via een tegemoetkoming niet meer nodig is of bij het bereiken van de leeftijd van 8 jaar van het kind.

 

Artikel 6 Weigeringsgronden

Het college kan een aanvraag (of een verlenging daarvan) in een aantal gevallen afwijzen:

 

Indien niet wordt voldaan aan het bepaalde in de artikelen 2 of 3 van de verordening. Bijvoorbeeld wanneer de ouders niet passen binnen de doelgroep als geformuleerd in artikel 2, tweede lid van de verordening en/of bijvoorbeeld wanneer de desbetreffende ouder geen rechtmatig verblijf houdt in Nederland en/of zelf op eigen kracht kan voorzien in de kinderopvang.

 

Wanneer de ouders niet bereid zijn om mee te werken aan het plan van aanpak en/of hulpverlening te accepteren. Hiervan is ook sprake wanneer zij (binnen hun netwerk) weigeren opzoek te gaan naar alternatieven of als zij een behandeling weigeren.

 

Wanneer ouders niet voldoen aan hun verplichting om de noodzaak tot kinderopvang zoveel als mogelijk te beperken, of indien ouders niet voldoen of hebben voldaan aan hun inlichtingenplicht.

 

Artikel 7 Duur, omvang en aard van de kinderopvang

 

Duur

De tegemoetkoming SMI kinderopvang wordt slechts verleend voor het aantal uren kinderopvang per week dat redelijkerwijs naar het oordeel van het college noodzakelijk is om de ouders te ontlasten en de ontwikkeling van het kind te garanderen c.q. te bevorderen.

 

Uit artikel 6 blijkt de tijdelijkheid van deze voorziening. Het is immers de bedoeling dat ouders eerst zelf een passende oplossing vinden. Het gezin is namelijk zelf primair verantwoordelijk voor het functioneren van het huishouden en de opvang en verzorging van de kinderen. De tegemoetkoming SMI kinderopvang wordt daarom dan ook enkel ingezet, wanneer blijkt dat er in het voorliggend veld geen of onvoldoende mogelijkheden zijn. Van ouders wordt verwacht dat zij de eigenkracht inzetten om het aantal uren en de periode te beperken. Bij uitval van één ouder wordt gestreefd naar een herverdeling van taken binnen het gezin. Lukt dit niet, dan wordt van ouders verwacht dat zij hun eigen netwerk inschakelen (familie, vrienden, buren, etc.). Indien van toepassing maakt de ouder gebruik van de mogelijkheid om zorgverlof op te nemen. Is kinderopvang langdurig nodig, dan kan van de ouders ook worden verwacht dat zij bijvoorbeeld uitkijken naar ander werk dat beter aansluit bij de thuissituatie.

 

Omvang

Het streven is dat ouders zelf opvang binnen het eigen netwerk organiseren. Dat is niet altijd mogelijk. Dan kan commerciële kinderopvang worden ingezet. Een combinatie van opvang in het eigen netwerk en commerciële kinderopvang behoort ook tot de mogelijkheden. De omvang van de kinderopvang waarvoor een tegemoetkoming wordt verleend hangt samen met de mogelijkheden tot opvang in het eigen netwerk en de acties uit het plan van aanpak. De gemeente Druten geeft een tegemoetkoming tot maximaal 15 opvanguren per week. Dat komt in de praktijk neer op maximaal drie dagdelen. Een dagdeel in de kinderopvang is vijf uur.

 

Artikel 8 Hoogte tegemoetkoming en eigen bijdrage

 

De hoogte van de tegemoetkoming is afhankelijk van de werkelijke kosten.

We berekenen de hoogte van tegemoetkoming van de gemeente als volgt:

(T x U) x P, hierbij staat

T het uurtarief van de kinderopvangvoorziening zoals in de offerte of plaatsingsovereenkomst van de kinderopvangvoorziening staat vermeld. Indien het uurtarief van de kinderopvangvoorziening hoger is dan het maximum uurtarief kinderopvangtoeslag dan geldt het maximum uurtarief kinderopvangtoeslag.

U het aantal opvanguren per week zoals in het plan van aanpak is vastgelegd.

P het percentage van de tegemoetkoming zoals afgeleid uit de Kinderopvangtoeslagtabel van het lopende kalenderjaar op basis van het (gezamenlijk) toetsingsinkomen.

De ouder betaalt een inkomensafhankelijke eigen bijdrage. Het verschil tussen het factuurbedrag van de kinderopvangvoorziening die de opvang uitvoert en de tegemoetkoming van de gemeente is de inkomensafhankelijke eigen bijdrage.

De gemeente betaalt de tegemoetkoming rechtstreeks aan de kinderopvangvoorziening. De inkomensafhankelijke eigen bijdrage brengt de kinderopvangvoorziening rechtstreeks bij de ouder in rekening. Voor de kinderopvangvoorziening is het financieel risico door deze werkwijze beperkt. Een afschrift van de beschikking wordt met een begeleidende brief naar de kinderopvangvoorziening gestuurd.

De eigenbijdrage kan via de Bijzondere Bijstand vergoed worden, mits de ouder aan de voorwaarden voor Bijzondere Bijstand voldoet.

 

Artikel 9 Ingangsdatum van de tegemoetkoming

De tegemoetkoming SMI kinderopvang wordt verleend met ingang van de datum waarop de kinderopvang op grond van de indicatie daadwerkelijk start. Deze datum wordt afgeleid uit de overeenkomst die is gesloten met de kinderopvangorganisatie. De ingangsdatum kan nooit voor de meldingsdatum liggen. Indien de kinderopvang op basis van overeenkomst eerder is gestart dan de meldingsdatum, wordt de meldingsdatum als ingangsdatum genomen.

 

Artikel 10 Inhoud van de beschikking

Dit artikel spreekt voor zich.

 

Artikel 11 Inlichtingenplicht

De ouders doen op verzoek, in dit geval middels het aanvraagformulier tegemoetkoming SMI kinderopvang, mededeling van alle feiten en omstandigheden waarvan redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed kunnen zijn op de aanspraak of de hoogte van de tegemoetkoming. Denk hierbij aan inlichtingen over:

de aard en duur van de beperking;

de gezinssamenstelling;

het inkomen;

de overeenkomst met de kinderopvanginstelling of de gastouder;

de bevestiging van de plaatsing.

 

Deze inlichtingenplicht loopt door tijdens de periode waarover een tegemoetkoming is toegekend. Dit betekent bijvoorbeeld dat wijzigingen in het inkomen of in de opvanguren direct bij het college gemeld moeten worden.

Indien ouders zich niet aan deze verplichting houden, kan een aanvraag of de verlenging daarvan worden afgewezen.

 

Artikel 12 Terugvordering

Het college vordert het teveel betaalde bedrag terug bij de ouder. De gemeente betaalt de tegemoetkoming weliswaar rechtstreeks aan de kinderopvangvoorziening (artikel 8 lid 4), maar de toekenning van een tegemoetkoming geschiedt aan de ouder. De ouder verkrijgt daarmee het recht op een tegemoetkoming. Als blijkt dat tegemoetkoming onterecht is toegekend, dan is de ouder daarvoor aansprakelijk.

 

Artikel 13 Hardheidsclausule

Dit artikel geeft het college de mogelijkheid om in incidentele gevallen af te wijken als het anders voor de ouder gevolgen zou hebben die niet in verhouding staan tot de doelen die met die regeling worden nagestreefd.

 

Artikel 14 Inwerkingtreding en overgangsbepaling

Dit artikel spreekt voor zich.

 

Artikel 15 Citeertitel

Dit artikel spreekt voor zich.

Naar boven