Beleidsregels ondergrondse restafvalcontainers Wageningen 2022

Burgemeester en wethouders van Wageningen;

overwegende dat:

 

  • 1.

    De raad van de gemeente Wageningen op 8 november 2021 besloten heeft een investeringskrediet beschikbaar te stellen voor het plaatsen van ondergrondse containers voor restafval bij hoogbouw;

  • 2.

    Voor het bepalen van de locaties van deze voorzieningen beleidsregels dienen te worden vastgesteld.

gelet op artikel 4:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 4, lid 2 van de Afvalstoffenverordening Wageningen 2016;

besluiten de volgende Beleidsregels ondergrondse afvalcontainers vast te stellen:

 

Hoofdstuk I BEGRIPSBEPALINGEN

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • 1.

    Aansluiting: een perceel waar op basis van de Wet Milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt;

  • 2.

    ACV: inzameldienst;

  • 3.

    Locatie: plaats voor een of meer (ondergrondse) afvalcontainers;

  • 4.

    Loopafstand: de afstand gemeten vanaf de dichtstbijzijnde in- of uitgang van het gebouw of complex.

Hoofdstuk II ONDERGRONDSE RESTAFVALCONTAINERS

Artikel 1 Locatierichtlijnen plaatsing ondergrondse containers

  • 1.

    De loopafstand vanaf de uitgang van het gebouw tot een container is bij voorkeur niet meer dan 75 m. Hiervan kan in uitzonderingsgevallen worden afgeweken naar maximaal 150 m als:

    • a.

      Door clustering van flats de plaatsing binnen 75 m niet mogelijk is;

    • b.

      Om andere praktische redenen deze afstand niet haalbaar is.

  • 2.

    Bij het bepalen van de locatie van ondergrondse containers wordt zoveel als mogelijk rekening gehouden met een korte loopafstand vanaf seniorenwoningen.

  • 3.

    De ondergrondse containers worden zodanig geplaatst dat er geen afbreuk wordt gedaan aan de verkeersveiligheid (door bijvoorbeeld zichthinder).

  • 4.

    De ondergrondse containers worden zodanig geplaatst dat voetgangers, al dan niet met een rol- stoel, rollator, scootmobiel of kinderwagen, niet worden belemmerd bij het gebruik van het trottoir.

  • 5.

    De ondergrondse containers worden zodanig geplaatst dat deze ook bereikbaar zijn voor mindervaliden.

  • 6.

    Ondergrondse containers worden bij voorkeur aan een doorgaande weg geplaatst. Bij de lediging wordt de verkeershinder/oponthoud zoveel mogelijk beperkt.

  • 7.

    Ondergrondse containers worden zodanig geplaatst dat het inzamelvoertuig van ACV niet achteruit hoeft te rijden of andere onveilige manoeuvres moet maken. Bij locaties in doodlopende straten is een keervoorziening voor het inzamelvoertuig aanwezig.

  • 8.

    De container is goed bereikbaar voor inzamelvoertuigen met een afmeting van 10x3x4 m (lxbxh), de standaard afmeting van een ACV-voertuig.

  • 9.

    De container is bereikbaar via een weg die berekend is op zwaar verkeer.

  • 10.

    De ondergrondse container wordt horizontaal geplaatst. Omdat het inzamelvoertuig afgestempeld wordt dient de opstelplaats zo vlak mogelijk te zijn. Bij twijfel geeft een proeflediging vooraf uitsluitsel.

  • 11

    Ondergrondse containers worden zodanig geplaatst dat de inzamelvoertuigen veilig kunnen stoppen en op een veilige manier te kunnen ledigen.

  • 12

    De afstand tussen een container en rijweg waarop het inzamelvoertuig staat, is minimaal 100 cm en maximaal 130 cm. Dit is in verband met de reikwijdte van het inzamelvoertuig. De container wordt parallel aan de rijbaan geplaatst

  • 13

    Achter de container is minimaal 150 cm vrije ruimte in verband met het naar achteren klappen van de voet-/traanplaat met inworpzuil bij lediging.

  • 14

    De afstand van het hart van de container tot de gevel van een gebouw is minimaal 3 meter, zo mogelijk groter.

  • 15

    Het aanwijzen van containerlocaties ten koste van groen wordt zoveel mogelijk voorkomen. Indien de containerlocatie geheel of gedeeltelijk in het groen gepland wordt, proberen we het groen te compenseren door de te verlaten locatie te vergroenen.

  • 16

    Bomen worden ontzien bij het aanwijzen van locaties: er worden in principe geen bomen gekapt en in de buurt van bomen wordt rekening gehouden met de benodigde ruimte (boven- en ondergronds) en met de verwachte groei van de boom (zoals de kroon en wortels). De container wordt zodanig gesitueerd, dat bij het legen geen schade ontstaat aan bomen.

  • 17

    Bij plaatsing van containers in het groen dient voorkomen te worden dat er niet te beheren restgroen ontstaat.

  • 18

    Het aanwijzen van locaties ten koste van parkeerplaatsen wordt zoveel mogelijk voorkomen. Als de voorkeur voor een containerlocatie, in een buurt waar de parkeerdruk hoog is, op een parkeerplaats valt, wordt in overleg met de medewerker van verkeer gezocht naar een locatie om die parkeerplaats te compenseren.

  • 19

    Voor het plaatsen van containers worden bij voorkeur geen kabels en leidingen verlegd. Vooraf wordt hiernaar onderzoek verricht. Indien desondanks blijkt dat een kabel of leiding aanwezig is waardoor het plaatsen van de ondergrondse container niet mogelijk is wordt een afweging gemaakt tussen een alternatieve locatie voor de ondergrondse container of het verleggen van de kabels en leidingen.

  • 20

    De container wordt op minimaal 0,50m vanaf de zijkant van een riolering geplaatst, zodat vervanging van en reparatie aan de riolering mogelijk blijft.

  • 21

    Een ondergrondse container wordt zo geplaatst dat ze het waterafvoerend vermogen van het straatwerk niet belemmeren of verkleinen.

  • 22

    Een ondergrondse container wordt zodanig geplaatst dat het inzamelvoertuig bij het legen van de container geen hinder heeft van objecten (bijv. verkeersborden, lantaarnpalen) en geparkeerde voertuigen. Aan weerszijden van de container moet minimaal 1m vrije ruimte zijn.

  • 23

    Een ondergrondse container wordt zodanig geplaatst dat zich tussen het inzamelvoertuig en de locatie geen fietspad of parkeerplaats bevindt.

  • 24

    ACV is ingesteld op het legen van ondergrondse containers van het KTZ-systeem.

    • a.

      In principe worden daarom ondergrondse containers van het KTZ-systeem geplaatst.

    • b.

      Is het niet mogelijk om op een geschikte locatie een ondergrondse container van het KTZ-systeem te plaatsen, dan kan -bij wijze van uitzondering- een ondergrondse container met een 3-haaksysteem worden geplaatst.

    • c.

      Indien het plaatsen van een ondergrondse container überhaupt niet mogelijk is, kan worden afgeweken naar een semi ondergrondse container van het type ATZ.

  • 25

    De container staat op een open plaats en is 's avonds goed verlicht, zodat sociale controle op het gebruik er van mogelijk is.

  • 26

    De container bevindt zich niet op een laad- en losplaats.

  • 27

    Bij een locatie met meerdere ondergrondse containers naast elkaar, moet er tussen 2 containers minimaal 120 cm vrij blijven.

Artikel 2 Gebruikerscriteria ondergrondse containers

Het streven is 60 (zestig) aansluitingen per ondergrondse container voor restafval toe te wijzen, echter op basis van de verwachting van het afvalaanbod in een straat/buurt kunnen meer of minder aansluitingen worden toegewezen. Het minimum aantal aansluitingen voor het plaatsen van een ondergrondse container is 30 (dertig).

Artikel 3 Afwijken en weging richtlijnen

  • 1.

    Indien het niet mogelijk is om een locatie aan te wijzen voor een ondergrondse container zonder concessies te doen aan een aantal richtlijnen, kan het college van B en W besluiten om van de richtlijnen af te wijken.

  • 2.

    De in deze beleidsregels opgenomen omschrijvingen betreffen nadrukkelijk richtlijnen opgeschreven in willekeurige volgorde.

  • 3.

    Indien richtlijnen tegen elkaar moeten worden afgewogen geldt de volgende zwaarte: richtlijnen op het gebied van veiligheid wegen het zwaarst, vervolgens richtlijnen op het gebied van doelma- tigheid en ten slotte volgt een afweging van de overige richtlijnen naar hun merites.

Artikel 4 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de eerste dag na die van bekendmaking.

Artikel 5 Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels ondergrondse restafvalcontainers Wageningen 2022.

 

Aldus vastgesteld op 5 juli 2022 door burgemeester en wethouders van Wageningen,

de secretaris, J. de Wit de burgemeester, F. Vermeulen

Naar boven