Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam tot wijziging van de Beleidsregels Participatiewet, IOAW, IOAZ in verband met het verlengen van de tijdelijke versoepeling van de voorwaarden woonkostentoeslag (Wijzigingsbesluit Beleidsregels Participatiewet, IOAW, IOAZ (Verlengen tijdelijke versoepeling voorwaarden woonkostentoeslag))

Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam,

 

gelet op artikel 4.81 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 35 van de Participatiewet,

 

overwegende dat het wenselijk is om de tijdelijke versoepeling van de voorwaarden voor woonkostentoeslag te verlengen en daarmee de toepassing van de reguliere voorwaarden voor de woonkostentoeslag verder uit te stellen;

 

besluit:

Artikel I – Wijziging Beleidsregels Participatiewet, IOAW, IOAZ

Artikel 3.2 Financiële draagkracht wordt als volgt gewijzigd:

  •  

    • a.

      In het negende en tiende lid wordt “31 december 2021” telkens gewijzigd in “31 maart 2022”.

    • b.

      Na het tiende lid wordt een lid toegevoegd dat luidt:

  • 11.

    De bedragen, genoemd in het negende lid, luiden met ingang van 1 januari 2022 € 31.747 wanneer het een alleenstaande betreft, respectievelijk € 63.494 wanneer het gehuwden betreft.

Artikel II - Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking en werkt terug tot en met 1 januari 2022.

Artikel III - Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als Wijzigingsbesluit Beleidsregels Participatiewet, IOAW, IOAZ (Verlengen tijdelijke versoepeling voorwaarden woonkostentoeslag).

Aldus vastgesteld in de vergadering van 18 januari 2022.

De voorzitter

Femke Halsema

De gemeentesecretaris

Peter Teesink

Toelichting

Algemeen deel

Een aantal landelijke maatregelen om gedupeerden van de coronacrisis te ondersteunen, waaronder de Tijdelijke ondersteuning voor noodzakelijke kosten (TONK), is per 1 oktober 2021 gestopt. Wel is Amsterdam vanaf 1 oktober 2021 aan huishoudens met hoge woonlasten een vergoeding op basis van maatwerk blijven bieden via de woonkostentoeslag (WKT). Hiervoor zijn de voorwaarden in het vierde kwartaal 2021 tijdelijk versoepeld, in lijn met de voorwaarden die onder de TONK golden. Dit is gebeurd met het Wijzigingsbesluit Beleidsregels Participatiewet, IOAW en IOAZ (Tijdelijke versoepeling voorwaarden woonkostentoeslag), d.d. 5 oktober 2021 (Gemeenteblad 2021, Nr. 361 196).

 

Gezien de nieuwe coronamaatregelen in het vierde kwartaal 2021 is er aanleiding de toepassing van de tijdelijke WKT-voorwaarden te verlengen. Voor de periode van deze verlenging wordt aangesloten bij de periode waarvoor met name de vermogensdrempel voor het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen (Bbz) wordt losgelaten.

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel I – Wijziging Beleidsregels Participatiewet, IOAW, IOAZ, artikel 3.2

Met onderdeel a wordt de looptijd van de tijdelijke versoepeling van de WKT-voorwaarden verlengd. Op grond van de eerder vastgestelde tijdelijke regels voor WKT-aanvragen in het vierde kwartaal 2021 hoefden mensen die nog onvoldoende verdienden, nog niet hun spaargeld of ander vermogen in te zetten voor hun woonkosten. Betrokkenen konden zich maximaal inzetten om meer inkomsten te verwerven, zonder tegelijkertijd al te moeten omzien naar een andere woning.

Met onderdeel b wordt de tijdelijke vermogensgrens voor liquide vermogensbestanddelen tot waar iemand nog een beroep kan doen op WKT, aangepast aan de vermogensgrens voor huurtoeslag in 2022.

 

De vermogensgrens om in het algemeen voor WKT in aanmerking te komen ligt met ingang van 2022 op € 6.505 voor een alleenstaande, en op € 13.010 voor een alleenstaand ouder en twee samenwonenden. Deze vermogensgrenzen zijn onderdeel van de Participatiewet en van de gemeentelijke Beleidsregels Participatiewet, IOAW, IOAZ (artikel 3.2, vierde lid).

Door nog tijdelijk ruimere vermogensregels te hanteren worden huishoudens tegemoet gekomen die nog niet op het inkomensniveau zitten dat zij pre-corona hadden. Zij hoeven in een overgangsperiode niet direct al in te teren op hun spaargeld (tot een bedrag van € 31.747 p.p.) of op ander vermogen.

 

Wanneer iemand WKT aanvraagt voor een eigen woning waarbij sprake is van een hoge overwaarde van de woning, wordt een eventuele WKT normaal gesproken verleend als leenbijstand. Dit geldt bij een overwaarde van meer dan € 54.900. Bij meer dan € 5.000 aan leenbijstand geldt als voorwaarde dat de betrokkene meewerkt aan het vestigen van een krediethypotheek. Nu voor WKT-aanvragen tot en met maart 2022 geen toets wordt gedaan op vermogen in natura, is ook de toekenning van leenbijstand en het vestigen van krediethypotheek nog niet aan de orde.

 

Daarnaast wordt vooralsnog afgezien van de voorwaarde dat iemand gaat zoeken naar goedkopere huisvesting. Wanneer na maart 2022 nog steeds een beroep wordt gedaan op WKT zal wel de voorwaarde worden gehanteerd om zich in te zetten om goedkopere woonruimte te vinden. Naarmate het inkomenstekort voor de woonlasten hoger is, zal iemand ook meer zijn best moeten doen voor andere huisvesting.

 

Artikel II – Inwerkingtreding

De verlenging van de tijdelijke versoepeling van de WKT-voorwaarden geldt voor mensen die in het eerste kwartaal 2022 een beroep doen op WKT. Daarom werkt het wijzigingsbesluit terug tot en met 1 januari 2022.

 

Naar boven